Gemeente Alken

Zitting van 29 augustus 2024

van 21:00 tot 22:00

 

Aanwezig: Pascal Giesen, Algemeen directeur; Marc Penxten, Burgemeester; Peter Bollen, Voorzitter; Cindy Vandormael,Ingrid Loix,Frank Vroonen,Alex Dubois, Schepenen; Jorg Stas,Michel Boussu,Carine Meyers,Igor Philtjens,Bart Jeuris,Filip Vanvinckenroye,André Vanhex,Piet Wijgaerts,Ingrid Jacobs,Paul Dirickx,Stan Dehollogne, Raadsleden;

Verontschuldigd: Pierrette Putzeys,Danny Jeuris,Ida Ceulemans, Raadsleden;

 

Vanaf punt 2 verlaat raadslid André Vanhex de zitting

Vanaf punt 3 is raadslid André Vanhex aanwezig.

Overzicht punten

Zitting van 29 08 2024

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 27.06.2024

De notulen van 27.06.2024 en het zittingsverslag https://youtu.be/yX9_kC9O7RY worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad.

 

Feiten en context

De notulen van 27.06.2024 en het zittingsverslag https://youtu.be/yX9_kC9O7RY worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad.

 

Juridische grond

Artikel 32, 74, 277 en 278 §1 decreet Lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

De notulen en het zittingsverslag van de raad van 27.06.2024 werden opgemaakt en worden ter goedkeuring voorgelegd. Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeente- en ocmw-raad en de algemeen directeur.

Er werden geen opmerkingen gemaakt.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 29 08 2024

 

Ontvangen vooropzeg samenwerkingsovereenkomst Integro - Cecilia site Kouterman

Op 1 oktober 2021 ondertekenden Integro, een koepelorganisatie van acht woonzorgcentra, waaronder woonzorgcentrum Cecilia, en OCMW Alken de samenwerkingsovereenkomst in het kader van een gezamenlijke nieuwbouw, na goedkeuring door de raad van maatschappelijk welzijn van 30 september 2021. De eerdere samenwerkingsovereenkomst dateerde van 16 september 2014 en focuste zich vooral op het opnamebeleid. Door de gezamenlijke nieuwbouw diende deze overeenkomst aangevuld te worden met onder andere bepalingen over gezamenlijke kosten, gezamenlijke activiteiten etc. Op 26 juni 2024 ontvingen de schepen van sociale zaken, Alex Dubois, en de coördinator van welzijn en personeel, Jana Appeltants, per mail de vooropzeg van Integro van de samenwerkingsovereenkomst. De opzeg gaat in vanaf 1 juli 2024 en zal, zoals bepaald in artikel 14 van de samenwerkingsovereenkomst, 3 maanden bedragen. Op 10 juli 2024 vond de jaarlijkse vergadering tussen de beide partijen in het kader van de kostenverdeling plaats. Tijdens dit overleg stelde Integro voor om doorheen de periode van de opzegtermijn verschillende nieuwe samenwerkingsovereenkomsten per onderdeel (gezamenlijke kosten, foodkost, advies in het opnamebeleid, ...) in onderling overleg op te maken. Deze samenwerkingsovereenkomsten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Feiten en context

Op 1 oktober 2021 ondertekenden Integro, een koepelorganisatie van acht woonzorgcentra, waaronder woonzorgcentrum Cecilia, en OCMW Alken de samenwerkingsovereenkomst in het kader van een gezamenlijke nieuwbouw, na goedkeuring door de raad van maatschappelijk welzijn van 30 september 2021. De eerdere samenwerkingsovereenkomst dateerde van 16 september 2014 en focuste zich vooral op het opnamebeleid. Door de gezamenlijke nieuwbouw diende deze overeenkomst aangevuld te worden met onder andere bepalingen over gezamenlijke kosten, gezamenlijke activiteiten etc.

 

Juridische grond

Artikel 78 Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Besluit van 30 september 2021 van de raad van maatschappelijk welzijn betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW en Integro.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Op 26 juni 2024 ontvingen de schepen van sociale zaken, Alex Dubois, en de coördinator van welzijn en personeel, Jana Appeltants, per mail de vooropzeg van Integro van de samenwerkingsovereenkomst. De opzeg gaat in vanaf 1 juli 2024 en zal, zoals bepaald in artikel 14 van de samenwerkingsovereenkomst, 3 maanden bedragen. Op 10 juli 2024 vond de jaarlijkse vergadering tussen de beide partijen in het kader van de kostenverdeling plaats. Tijdens dit overleg stelde Integro voor om doorheen de periode van de opzegtermijn verschillende nieuwe samenwerkingsovereenkomsten per onderdeel (gezamenlijke kosten, foodkost, advies in het opnamebeleid, ...) in onderling overleg op te maken. Deze samenwerkingsovereenkomsten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de vooropzeg van de samenwerkingsovereenkomst tussen Integro en OCMW Alken, van 30 september 2021, die gedaan werd door Integro.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 29 08 2024

 

Samenwerkingsovereenkomst arbeidstrajectbegeleiding - stopzetting Kortessem en opzeg Wellen

De raad voor maatschappelijk welzijn van 26 april 2016 keurde de samenwerkingsovereenkomst in het kader van arbeidstrajectbegeleiding, vanaf 01 juni 2016 goed. De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 19 december 2017 de nieuwe samenwerkingsovereenkomst, met een uitbreiding van uren per gemeente, goed, met als startdatum 01 januari 2018. Op basis van deze samenwerkingsovereenkomst werd een tweede trajectbegeleidster aangeworven door Alken. De trajectbegeleiders worden, naast de tewerkstelling in Alken, gedetacheerd naar andere gemeenten, namelijk Heers, Kortessem, Wellen en Nieuwerkerken. Christa Thomas wordt tewerkgesteld in Kortessem en Wellen. Leen Neyens wordt tewerkgesteld in Heers, Alken en Nieuwerkerken. Gelet op de fusie met Hasselt, wenst Kortessem uit de samenwerkingsovereenkomst te stappen. Er werd op de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2023 in Kortessem besloten om de samenwerkingsovereenkomst op te zeggen, met inachtneming van de opzegtermijn van één jaar, maar deze opzeg werd in het verleden niet aan Alken bekend gemaakt. Christa heeft, gelet op de onzekerheid van haar tewerkstelling, ondertussen deelgenomen aan de aanwervingsprocedure in Wellen voor maatschappelijk assistente (19/38). Zij werd geschikt geacht voor de functie en kan tewerkgesteld worden vanaf 01/09/2024. Christa heeft momenteel een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij OCMW Alken voor 22,8/38. Gezien de combinatie van de tewerkstellingsbreuk in Wellen (19/38) en Alken (22,8/38) voor Christa niet haalbaar is, werd er tussen Wellen en Kortessem een akkoord bereikt om de samenwerkingsovereenkomst langs de zijde van Kortessem te beëindigen op 31/08/2024. Gelet op het feit dat Wellen de uren van de arbeidstrajectbegeleiding niet opgenomen heeft in haar organogram, wenst Wellen de samenwerkingsovereenkomst met Alken voor de uren die Christa daar presteert (11,4/38) te behouden. Het is de intentie van Wellen om de uren van arbeidstrajectbegeleiding in te schrijven in het organogram van zodra de nieuwe legislatuur start, zodat de samenwerking met Alken kan stoppen en Christa de uren van ATB kan opnemen, aanvullend op haar contract van 19/38, in een contract van onbepaalde duur (30,4/38) in Wellen. Wellen vraagt daarom aan Alken om de opzeg van één jaar, zoals omschreven in de samenwerkingsovereenkomst, aan Wellen te betekenen. Hierdoor zou de samenwerkingsovereenkomst met Kortessem eindigen op 31/08/2024 en met Wellen op 31/08/2025. Christa gaat akkoord met een ontslag in onderling overleg voor de uren die ze momenteel presteert in Kortessem (11,4/38) op 31/08/2024. Voor de samenwerking met de andere besturen wijzigt er inhoudelijk niets, behalve dan de nieuwe overeenkomst tussen alle besturen (Wellen, Alken, Nieuwerkerken en Heers) vanaf 01/09/2024 en nadien de nieuwe overeenkomst tussen de overgebleven besturen (Alken, Nieuwerkerken en Heers) vanaf 01/09/2025.

 

Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn van 26 april 2016 keurde de samenwerkingsovereenkomst in het kader van arbeidstrajectbegeleiding, vanaf 01 juni 2016 goed. De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 19 december 2017 de nieuwe samenwerkingsovereenkomst, met een uitbreiding van uren per gemeente, goed, met als startdatum 01 januari 2018. Op basis van deze samenwerkingsovereenkomst werd een tweede trajectbegeleidster aangeworven door Alken. De trajectbegeleiders worden, naast de tewerkstelling in Alken, gedetacheerd naar andere gemeenten, namelijk Heers, Kortessem, Wellen en Nieuwerkerken. Christa Thomas wordt tewerkgesteld in Kortessem en Wellen. Leen Neyens wordt tewerkgesteld in Heers, Alken en Nieuwerkerken. Gelet op de fusie met Hasselt, wenst Kortessem uit de samenwerkingsovereenkomst te stappen. Er werd op de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2023 in Kortessem besloten om de samenwerkingsovereenkomst op te zeggen, met inachtneming van de opzegtermijn van één jaar, maar deze opzeg werd in het verleden niet aan Alken bekend gemaakt.

 

Juridische grond

Artikel 78 Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Samenwerkingsovereenkomst inzake arbeidstrajectbegeleiding, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2017.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Christa heeft, gelet op de onzekerheid van haar tewerkstelling, ondertussen deelgenomen aan de aanwervingsprocedure in Wellen voor maatschappelijk assistente (19/38). Zij werd geschikt geacht voor de functie en kan tewerkgesteld worden vanaf 01/09/2024. Christa heeft momenteel een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij OCMW Alken voor 22,8/38. Gezien de combinatie van de tewerkstellingsbreuk in Wellen (19/38) en Alken (22,8/38) voor Christa niet haalbaar is, werd er tussen Wellen en Kortessem een akkoord bereikt om de samenwerkingsovereenkomst langs de zijde van Kortessem te beëindigen op 31/08/2024. Gelet op het feit dat Wellen de uren van de arbeidstrajectbegeleiding niet opgenomen heeft in haar organogram, wenst Wellen de samenwerkingsovereenkomst met Alken voor de uren die Christa daar presteert (11,4/38) te behouden. Het is de intentie van Wellen om de uren van arbeidstrajectbegeleiding in te schrijven in het organogram van zodra de nieuwe legislatuur start, zodat de samenwerking met Alken kan stoppen en Christa de uren van ATB kan opnemen, aanvullend op haar contract van 19/38, in een contract van onbepaalde duur (30,4/38) in Wellen. Wellen vraagt daarom aan Alken om de opzeg van één jaar, zoals omschreven in de samenwerkingsovereenkomst, aan Wellen te betekenen. Hierdoor zou de samenwerkingsovereenkomst met Kortessem eindigen op 31/08/2024 en met Wellen op 31/08/2025. Christa gaat akkoord met een ontslag in onderling overleg voor de uren die ze momenteel presteert in Kortessem (11,4/38) op 31/08/2024. Voor de samenwerking met de andere besturen wijzigt er inhoudelijk niets, behalve dan de nieuwe overeenkomst tussen alle besturen (Wellen, Alken, Nieuwerkerken en Heers) vanaf 01/09/2024 en nadien de nieuwe overeenkomst tussen de overgebleven besturen (Alken, Nieuwerkerken en Heers) vanaf 01/09/2025.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de beëindiging in onderling overleg van de samenwerkingsovereenkomst met Kortessem.

Artikel 2: De raad voor maatschappelijk welzijn wenst, op basis van artikel 17 van de huidige samenwerkingsovereenkomst, de samenwerking met Wellen, in het kader van de arbeidstrajectbegeleiding stop te zetten vanaf 1 september 2024. De opzegperiode loopt tot en met 31 augustus 2025.

Artikel 3: De raad voor maatschappelijk welzijn heft de huidige samenwerkingsovereenkomst, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 19 december 2017, op vanaf 1 september 2024.

Artikel 4: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de nieuwe samenwerkingsovereenkomst goed als volgt:

"SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE OCMW’S VAN ALKEN-HEERS -NIEUWERKERKEN-WELLEN IN HET KADER VAN ARBEIDSTRAJECTBEGELEIDING

Tussen

Het OCMW van Alken, hierna bestuur A genoemd;

Het OCMW van Heers, hierna bestuur B genoemd;

Het OCMW van Nieuwerkerken, hierna bestuur C genoemd;

Het OCMW van Wellen, hierna bestuur D genoemd;

worden samenwerkingsafspraken overeengekomen en vastgelegd:

 

Artikel 1

De besturen A, B, C en D zetten de samenwerking binnen het project arbeidstrajectbegeleider verder onder dezelfde voorwaarden. De samenwerking behelst een project met betrekking tot arbeidstrajectbegeleiding . Aldus zal het totale project over de 4 deelnemende besturen heen een tijdsbestek van 49,2 uren per week beslaan. Er zijn twee arbeidstrajectbegeleiders aangesteld door bestuur A om de uren te kunnen presteren in de verschillende deelnemende besturen.

 

Artikel 2

Bestuur A treedt op als werkgever. Bestuur A zal overgaan tot de administratieve werving van zoveel trajectbegeleider(s) als nodig om te voorzien in het overeengekomen aantal uren arbeidstrajectbegeleiding, in een tussen de 4 deelnemende besturen overeen te komen  tewerkstellingsbreuk, in contractueel en projectmatig verband en dit volgens de rechtspositieregeling van toepassing op het personeel binnen bestuur A.

 

Artikel 3

De dagelijkse leiding over de arbeidstrajectbegeleiders ligt in handen van de algemeen directeur van het bestuur waar de arbeidstrajectbegeleider die dag aanwezig is.  De algemeen directeurs van de deelnemende besturen stellen samen een voorbereidend rapport op over het functioneren van de arbeidstrajectbegeleider in de deelnemende besturen. De functionering en evaluatie van de arbeidstrajectbegeleider(s) gebeurt door bestuur A. Hierbij maakt bestuur A gebruik van het voorbereidend rapport.

 

Artikel 4

De eventuele afrekening van de totale wervings- en selectiekosten zullen door bestuur A evenredig verrekend worden over de besturen waar de arbeidstrajectbegeleider tewerkgesteld wordt en dit onmiddellijk na de indiensttreding van de arbeidstrajectbegeleider.

 

Artikel 5

De trajectbegeleiders hebben als standplaats bestuur A, Papenakkerstraat 5 te 3570 Alken.

 

Artikel 6

De weddeschaal van de trajectbegeleider(s) wordt bepaald op B1-B3.

 

Artikel 7

De arbeidstrajectbegeleiders presteren de 49,2 uren per week als volgt, verdeeld over de 4 participerende besturen:

• Alken: 11u24min per week (elke vrijdag + donderdag om de 2 weken)

• Heers: 15u12min per week (elke maandag + elke dinsdag)

• Nieuwerkerken: 11u24min per week (elke woensdag + donderdag om de 2 weken)

• Wellen: 11u24min per week (elke woensdag + donderdag om de 2 weken)

In onderling overleg en middels onderling akkoord kan er afgeweken worden van bovenstaande weekindeling, volgens de noodwendigheden van de participerende besturen.

 

Artikel 8

Het aantal in artikel 7 vermelde prestatie-uren zal jaarlijks geëvalueerd worden.

Na evaluatie kunnen, volgens noodwendigheden, in onderling overleg en mits unaniem

akkoord van alle deelnemers, verschuivingen in de prestatie-uren worden doorgevoerd.

 

Artikel 9

Bestuur A verdeelt de kosten over de participerende besturen in verhouding tot de reële tijdsbesteding over de 4 besturen heen van de arbeidstrajectbegeleider(s), zoals bepaald in artikel 7 van dit samenwerkingsprotocol.

 

Artikel 10

Bestuur A zal als promotor instaan voor het beheer van de mogelijke werkingssubsidies

(federaal, Vlaamse, provinciaal…). Deze werkingssubsidies worden pro rata verdeeld

onder de deelnemende besturen en worden verrekend bij de doorfacturatie van de

personeelskosten.

 

Artikel 11

Per 6 maanden wordt er een verrekening (conform artikel 10) gemaakt van alle directe personeelskosten (wedde, vakantiegeld, eindejaarstoelage, patronale werkgeversbijdrage, verzekering burgerlijke aansprakelijkheid, verzekering arbeidsongevallen, kosten

arbeidsgeneeskundige dienst, hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, kosten dienstverplaatsingen), en eveneens van alle kosten van logistieke aard (aankoop laptop, gsm, abonnement,…) verbonden aan de tewerkstelling van de trajectbegeleider. Deze verrekening wordt overgemaakt aan de deelnemende besturen. Het verschuldigde bedrag dient vereffend te worden voor de eerste van de maand volgend op de ontvangst van deze verrekening.

 

Artikel 12

In het kader van de overheadkost die samengaat met bedoelde tewerkstelling (cfr.

prestaties personeelsdienst, vormingsdienst, financiële dienst, secretariaat en algemene

administratie ten behoeve van het samenwerkingsverband) wordt door het bestuur A, na

afloop van elk boekjaar, een beheersvergoeding ten belope van 1,5% op het totaal van

de directe personeelskost aangerekend aan de deelnemende besturen en dit in

verhouding tot de reële tijdsbesteding van de trajectbegeleider(s).

De gezamenlijke kosten (o.a. vakgebonden literatuur, vorming, …) zullen na afloop van

elk boekjaar door het bestuur A doorgerekend worden aan de deelnemende besturen in

verhouding tot de reële tijdsbesteding van de trajectbegeleider(s).

Het budget zal tijdig aan de deelnemende besturen worden voorgelegd. De verschuldigde bedragen dienen vereffend te worden in de maand volgend op de ontvangst van de afrekening.

Technisch-administratieve problemen die zich zouden voordoen bij de berekening en de

toewijzing van de personeelskosten zullen door de respectievelijke personeelsdiensten

behandeld worden, onder supervisie van hun secretarissen.

 

Artikel 13

Elk participerend bestuur stelt een bureau ter beschikking van de trajectbegeleider(s).

Huisvestingskosten kunnen niet aangerekend worden.

 

Artikel 14

De participerende besturen zullen jaarlijks de nodige kredieten voorzien.

 

Artikel 15

Op het einde van elk boekjaar zal aan de participerende besturen de voor dat jaar

vastgestelde eindrekening worden voorgelegd alsook het door de trajectbegeleider(s) op te

maken jaarverslag.

 

Artikel 16

Onderhavige overeenkomst betreft een samenwerkingsprotocol voor onbepaalde duur

met ingang vanaf 01 september 2024.

Er kan een einde worden gesteld aan dit samenwerkingsprotocol onder de volgende

voorwaarden:

• hetzij met wederzijds akkoord;

• hetzij via een éénzijdige verbreking door één van de vijf participerende besturen

mits een opzegperiode van één jaar te respecteren.

De éénzijdige verbreking gebeurt via een aangetekend schrijven gericht aan alle

deelnemende besturen. De opzegperiode neemt een aanvang op de eerste dag van de

maand volgend op de betekening van de verbreking.

 

Artikel 17

Aan de trajectbegeleider(s) zal duidelijk gesteld worden dat de prestatie-uren

mogelijkerwijze kunnen wijzigen zo één van de aan het project participerende besturen

het aandeel in het prestatiepakket, met unaniem akkoord van alle deelnemers, zal

verminderen of vermeerderen conform artikel 7 van dit samenwerkingsprotocol.

 

Namens het OCMW-Alken;

Pascal Giesen     Peter Bollen

Algemeen directeur      Voorzitter OCMW-raad

 

Namens het OCMW-Heers;

Ivo Carlens      Carina Volont

Algemeen directeur     Voorzitter OCMW-raad

 

Namens het OCMW Nieuwerkerken;

Evi Jans      Dries Deferm

Algemeen directeur     Voorzitter OCMW-raad

 

Namens het OCMW Wellen;

Chiel Herbots      Frank Cornitensis

Waarnemend algemeen directeur    Voorzitter OCMW-raad"

Artikel 5: De nieuwe samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2024.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van 29 08 2024

 

Reglement fonds gas & elektriciteit - Uitbreiding doelgroep

Het Gas- en Elektriciteitsfonds is een fonds vanuit de Federale Overheidsdienst (POD MI) waaruit het OCMW jaarlijks een betoelaging 'sociaal fonds gas en elektriciteit' ontvangt, waarmee enerzijds tegemoet gekomen kan worden in de aanzuivering van niet-betaalde rekeningen en anderzijds een preventief sociaal energiebeleid ontwikkeld kan worden.Het fonds heeft twee doelstellingen: Enerzijds noodzakelijke ondersteuning en sociale en budgettaire begeleiding verstrekken aan personen die betalingsmoeilijkheden ondervinden met hun rekeningen voor gas en elektriciteit; en anderzijds financiële en maatschappelijke steun toekennen aan personen waarvan de schuldenlast van die aard is dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun gas-en elektriciteitsrekeningen niet meer kunnen betalen.

 

Gelet op het belang om energiearmoede tegen te gaan, wordt voorgesteld om de doelgroep, die recht heeft op een tussenkomst in de energiefactuur, te verruimen. In huidige reglement beperkt de doelgroep, voor de tussenkomst in een energiefactuur, zich tot (equivalent) leefloon-gerechtigden en cliënten in budgetbeheer of -begeleiding. In het voorstel van het nieuwe reglement wordt de doelgroep uitgebreid met cliënten die steun verkrijgen van het OCMW, alsook cliënten die een voedselpakket ontvangen.

 

Daarnaast wordt in het huidige reglement de tussenkomst in de energiefactuur als volgt bepaald: "Er wordt een tussenkomst in de energiefactuur voorzien ter waarde van €100 voor gezinnen of personen zonder sociaal tarief. Er wordt een tussenkomst voorzien in de energiefactuur ter waarde van €50 voor gezinnen of personen met sociaal tarief." Gezien de onvoorspelbaarheid van de jaarlijkse subsidie, wordt er in het nieuwe reglement voorgesteld om, op basis van de waarde van de jaarlijks uitgekeerde subsidie, het vast bureau jaarlijks de bedragen van de tussenkomst te laten bepalen.

 

In het huidige reglement wordt een verwarmingstoelage voorzien van €255 voor cliënten met actief dossier, zonder sociaal tarief, die verwarmen met aardgas. Dit naar analogie van de verwarmingstoelage, die aangevraagd kan worden door personen en/of gezinnen die verwarmen met stookolie. In het nieuwe voorstel wordt de waarde van de verwarmingstoelage gedelegeerd naar het vast bureau, rekening houdend met de waarde van de jaarlijks uitgekeerde subsidie. Dit met een maximale waarde conform de waarde van verwarmingstoelage voor de verwarming met stookolie.

 

Feiten en context

Het Gas- en Elektriciteitsfonds is een fonds vanuit de Federale Overheidsdienst (POD MI) waaruit het OCMW jaarlijks een betoelaging 'sociaal fonds gas en elektriciteit' ontvangt, waarmee enerzijds tegemoet gekomen kan worden in de aanzuivering van niet-betaalde rekeningen en anderzijds een preventief sociaal energiebeleid ontwikkeld kan worden.Het fonds heeft twee doelstellingen: Enerzijds noodzakelijke ondersteuning en sociale en budgettaire begeleiding verstrekken aan personen die betalingsmoeilijkheden ondervinden met hun rekeningen voor gas en elektriciteit; en anderzijds financiële en maatschappelijke steun toekennen aan personen waarvan de schuldenlast van die aard is dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun gas-en elektriciteitsrekeningen niet meer kunnen betalen.

 

Juridische grond

Artikel 78, lid 2, 3° Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Decreet lokaal sociaal beleid van 09.02.2018;

Wet van 4 september 2022 houdende toewijzing van een opdracht aan openbaar bestuur van maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Gelet op het belang om energiearmoede tegen te gaan, wordt voorgesteld om de doelgroep, die recht heeft op een tussenkomst in de energiefactuur, te verruimen. In huidige reglement beperkt de doelgroep, voor de tussenkomst in een energiefactuur, zich tot (equivalent) leefloon-gerechtigden en cliënten in budgetbeheer of -begeleiding. In het voorstel van het nieuwe reglement wordt de doelgroep uitgebreid met cliënten die steun verkrijgen van het OCMW, alsook cliënten die een voedselpakket ontvangen.

 

Daarnaast wordt in het huidige reglement de tussenkomst in de energiefactuur als volgt bepaald: "Er wordt een tussenkomst in de energiefactuur voorzien ter waarde van €100 voor gezinnen of personen zonder sociaal tarief. Er wordt een tussenkomst voorzien in de energiefactuur ter waarde van €50 voor gezinnen of personen met sociaal tarief." Gezien de onvoorspelbaarheid van de jaarlijkse subsidie, wordt er in het nieuwe reglement voorgesteld om, op basis van de waarde van de jaarlijks uitgekeerde subsidie, het vast bureau jaarlijks de bedragen van de tussenkomst te laten bepalen.

 

In het huidige reglement wordt een verwarmingstoelage voorzien van €255 voor cliënten met actief dossier, zonder sociaal tarief, die verwarmen met aardgas. Dit naar analogie van de verwarmingstoelage, die aangevraagd kan worden door personen en/of gezinnen die verwarmen met stookolie. In het nieuwe voorstel wordt de waarde van de verwarmingstoelage gedelegeerd naar het vast bureau, rekening houdend met de waarde van de jaarlijks uitgekeerde subsidie. Dit met een maximale waarde conform de waarde van verwarmingstoelage voor de verwarming met stookolie.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: Het reglement fonds gas en elektriciteit, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 september 2022, wordt opgeheven met ingang vanaf 1 september 2024 en wordt vervangen door onderhavig reglement.

Artikel 2:De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement 'Fonds gas en elektriciteit', zoals opgenomen in bijlage, goed, met ingang vanaf 1 september 2024.

"Artikel 1 – Terugbetaling energiefacturen personen in budgetbeheer/-begeleiding, (equivalent) leefloon-gerechtigden, cliënten met steun en/of voedselpakket

Een gedeelte van het bedrag wordt voorbehouden om tussen te komen in de energiefacturen van cliënten die in budgetbeheer of budgetbegeleiding zijn, (equivalent) leefloon-gerechtigden, cliënten met steun en/of cliënten met een voedselpakket. De waarde van deze tussenkomst wordt jaarlijks door het Vast Bureau goedgekeurd, op basis van de verkregen middelen in het fonds gas en elektriciteit.

Artikel 2 – Individuele steunen

Het bijzonder comité van de sociale dienst kan beslissen om in individuele dossiers, wanneer er sprake is van een behartenswaardige situatie, tussen te komen in de energiefactuur van personen met betalingsmoeilijkheden. Het bijzonder comité van de sociale dienst kan een tussenkomst toekennen aan personen met een verhoogde tegemoetkoming en personen wiens situatie besproken wordt bij de Lokale Adviescommissie (LAC).

Artikel 3 – Verwarmingstoelage

Personen met een actief dossier bij het OCMW, die geen recht hebben op het sociaal tarief en verwarmen met aardgas, kunnen aanspraak maken op een verwarmingstoelage. Dit naar analogie van de verwarmingstoelage voor iedereen die verwarmt met stookolie. De waarde van de verwarmingstoelage wordt jaarlijks door het Vast Bureau goedgekeurd, op basis van de verkregen middelen in het fonds gas en elektriciteit. De waarde van de toelage bedraagt maximaal de waarde van verwarmingstoelage voor de verwarming met stookolie.

Artikel 4 – Collectieve acties rond preventie

Er wordt ingezet op preventieve acties waaronder het verspreiden van folders omtrent opladen van de budgetmeter, energiescan, energiemeter, zuinig energieverbruik, V-test,… Cliënten worden hieromtrent aangeschreven. Er worden infosessies vanuit Fluvius, STEBO en VREG gevolgd door maatschappelijk assistenten om de cliënten beter te kunnen informeren. 

Er wordt een zitdag van Stebo (V-test) georganiseerd, waarin een energievergelijking gemaakt zal worden, alsook een mogelijke overstap naar een andere energieleverancier. Deze zitdag is toegankelijk voor alle Alkense burgers, zonder sociaal tarief. Inwoners met sociaal tarief krijgen een energie-scan aangeboden door Stebo. Er worden preventieve vormingen georganiseerd omtrent energieverbruik en mogelijkheden om te besparen op elektriciteitsfacturen.  

Artikel 5 – Lokale adviescommissie

Er worden huisbezoeken ingepland en briefwisseling verstuurd vanuit de lokale adviescommissie.

Artikel 6 – V-test voor cliënten

Er zal voor alle cliënten in budgetbeheer, die geen recht hebben op sociaal tarief, op basis van hun afrekening van elektriciteit en gas een vergelijking gemaakt worden van de verschillende leveranciers op de website van de VREG. Nadien worden de resultaten met de cliënt besproken. Indien gewenst kan er hulp geboden worden bij het overstappen naar een andere leverancier."

Artikel 3: Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomst artikel 286, §2 en 287 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 29 08 2024

 

Jaarverslag LDC De Kouter 2023

Erkende lokale dienstencentra moeten jaarlijks de volgende documenten ter beschikking van het Departement Zorg houden: de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar en het jaarverslag van het afgelopen jaar. Het jaarverslag van een lokaal dienstencentrum moet de volgende elementen bevatten: informatie over de werking tijdens het afgelopen jaar, aan de hand van anonieme gegevens over de activiteiten. Het lokaal dienstencentrum De Kouter is een erkende instelling en ontvangt subsidies van de Vlaamse Overheid voor haar werking. Hierdoor is een lokaal dienstencentrum verplicht om een jaarverslag van het afgelopen jaar op te maken. Zo heeft het Departement Zorg een beeld over de activiteiten van het centrum en ook de dienstverlening. Verder geeft het jaarverslag ook een beeld over de kwaliteitsplanning.

 

Feiten en context

Erkende lokale dienstencentra moeten jaarlijks de volgende documenten ter beschikking van het Departement Zorg houden: de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar en het jaarverslag van het afgelopen jaar.

 

Het jaarverslag van een lokaal dienstencentrum moet de volgende elementen bevatten:

informatie over de werking tijdens het afgelopen jaar, aan de hand van anonieme gegevens over de activiteiten.

 

Juridische grond

Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid.

Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 en het uitvoeringsbesluit van 28 juni 2019.

Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen in het centrum te verifiëren en te evalueren.

Besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 betreffende het beleid inzake preventie van en omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag in gezondheids- en woonzorgvoorzieningen.

 

Adviezen

Het jaarverslag van 2023 is opgemaakt volgens de huidige wetgeving en de adviezen van het departement Zorg (Afdeling Woonzorg - Team thuiszorg) en VVSG (Vereniging van Vlaamse Gemeenten en Steden).

 

Argumentatie

Het lokaal dienstencentrum De Kouter is een erkende instelling en ontvangt subsidies van de Vlaamse Overheid voor haar werking. Hierdoor is een lokaal dienstencentrum verplicht om een jaarverslag van het afgelopen jaar op te maken. Zo heeft het Departement Zorg een beeld over de activiteiten van het centrum en ook de dienstverlening. Verder geeft het jaarverslag ook een beeld over de kwaliteitsplanning.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De OCMW-raad neemt kennis van het jaarverslag van het lokaal dienstencentrum De Kouter (zie bijlage).

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.