Zitting van 30 04 2025
Verslag van de vorige zitting dd. 23.04.2025
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 23.04.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Feiten en context
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 23.04.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Juridische grond
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
Zitting van 30 04 2025
Aanvraag nieuwe vrijwilliger fotografie - dienst communicatie & vrije tijd
Voor de werking en het up-to-date houden van onze gemeentelijke kanalen en magazines
met eigen beelden, is er nood aan recente foto's van Alken, zowel voor evenementen als
algemene sfeerbeelden. Hiervoor werden al enkele vrijwillige fotografen aangesteld die we per opdracht afwisselend kunnen vragen. Ze voeren hun opdrachten uit via een vrijwilligerscontract- en vergoeding.
Voor het fotograferen van de Cristalfeesten is er binnen de bestaande groep vrijwilligers niemand beschikbaar en werd er aangegeven dat er weinig ervaring is op vlak van nachtfotografie. Daarom zouden we graag een nieuwe vrijwilliger aanstellen om ons bestand uit te breiden. Leander Vanmuysen stelde zich hiervoor kandidaat sinds hij ervaring heeft met fotografie op fuiven en dergelijke.
Feiten en context
Voor de werking en het up-to-date houden van onze gemeentelijke kanalen en magazines
met eigen beelden, is er nood aan recente foto's van Alken, zowel voor evenementen als
algemene sfeerbeelden. Hiervoor werden al enkele vrijwillige fotografen aangesteld die we per opdracht afwisselend kunnen vragen. Ze voeren hun opdrachten uit via een vrijwilligerscontract- en vergoeding.
Juridische grond
DLB art. 56
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Voor het fotograferen van de Cristalfeesten is er binnen de bestaande groep vrijwilligers niemand beschikbaar en werd er aangegeven dat er weinig ervaring is op vlak van nachtfotografie. Daarom zouden we graag een nieuwe vrijwilliger aanstellen om ons bestand uit te breiden. Leander Vanmuysen stelde zich hiervoor kandidaat sinds hij ervaring heeft met fotografie op fuiven en dergelijke.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de aanstelling van
Leander Vanmuysen als vrijwilliger, om de komende seizoenen, in afwisseling met de bestaande vrijwilligers, in 2025 op afroep foto’s te nemen voor het gemeentebestuur. Dit om onze fotodatabase up-to-date te houden en om te gebruiken op onze gemeentelijke kanalen en in onze infobladen. De aanstelling zal niet enkel gebeuren voor de dienst Communicatie, maar ook voor de dienst Vrije Tijd. Er wordt opnieuw een vrijwilligerscontract afgesloten.
Zitting van 30 04 2025
Belastingkohier reclamedrukwerk - Februari 2025
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand februari 2025 bedraagt 3.698.02 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Feiten en context
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand februari 2025 bedraagt 3.698,02 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Juridische grond
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2023 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
3.698,02 euro | nvt | MJP001025 |
Datum visumaanvraag: | nvt | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | nvt |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand februari 2025 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 3.698,02 euro.
Zitting van 30 04 2025
Belastingkohier reclamedrukwerk - Maart 2025
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand maart 2025 bedraagt 3.970,10 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Feiten en context
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand maart 2025 bedraagt 3.970,10 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Juridische grond
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2023 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
3970,10 euro | nvt | MJP001025 |
Datum visumaanvraag: | nvt | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | nvt |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand maart 2025 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 3.970,10 euro.
Zitting van 30 04 2025
Betaalbaarstelling facturen SC
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Feiten en context
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Juridische grond
Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.
Zitting van 30 04 2025
Cyclotocht Wilfried Cretskens Classic op donderdag 29 mei 2025
Op donderdag 29 mei 2025 organiseert WTC Berkentrappers de cyclotocht 'Wilfried Cretskens Classic'. In de gemeente Alken worden volgende straten aangedaan.
● komende van Sint-Truiden - Kluisstraat - Stoukstraat - Kruisstraat - Bisschopsweyerstraat - Wolfstraat - Steenweg - Heligenbornstraat - in de richting van Nieuwerkerken
● komende van Wellen - Snoekstraat - Klameerstraat - Hoogsimsestraat - Laagsimsestraat - Hendrikstraat - Hemelsveldstraat - Wolfstraat - Steenweg - Heiligenbornstraat - in de richting van Nieuwerkerken
De organisator vraagt de toelating voor de doortocht in de gemeente Alken en het plaatsen van bewegwijzering.
Er zijn geen wegeniswerken voorzien op dit traject.
Feiten en context
Op donderdag 29 mei 2025 organiseert WTC Berkentrappers de cyclotocht 'Wilfried Cretskens Classic'. In de gemeente Alken worden volgende straten aangedaan.
● komende van Sint-Truiden - Kluisstraat - Stoukstraat - Kruisstraat - Bisschopsweyerstraat - Wolfstraat - Steenweg - Heligenbornstraat - in de richting van Nieuwerkerken
● komende van Wellen - Snoekstraat - Klameerstraat - Hoogsimsestraat - Laagsimsestraat - Hendrikstraat - Hemelsveldstraat - Wolfstraat - Steenweg - Heiligenbornstraat - in de richting van Nieuwerkerken
De organisator vraagt de toelating voor de doortocht in de gemeente Alken en het plaatsen van bewegwijzering.
Er zijn geen wegeniswerken voorzien op dit traject.
Juridische grond
Wet betreffende de politie over het wegverkeer
KB 1.12.1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB 20.07.1990
Decreet lokaal bestuur
Adviezen
De aanvraag die initieel werd ingediend werd niet weerhouden door de huidige werken
in de Pleinstraat.
Het gewijzigd parcours werd gunstig geadviseerd door Bert Penxten van de technische dienst gemeente Alken.
Argumentatie
Het betreft een jaarlijkse cyclotocht waarbij de deelnemende wielertoeristen zich dienen te houden aan de wegcode.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de cyclotocht 'Wilfried Cretskens Classic' en de bewegwijzering op het grondgebied van de gemeente Alken op donderdag 29 mei 2025.
Zitting van 30 04 2025
Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest Beukenlaan op 2 augustus 2025.
Op 2 augustus 2025 wensen de inwoners van de Beukenlaan een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Feiten en context
Op 2 augustus 2025 wensen de inwoners van de Beukenlaan een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Juridische grond
Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
125 EUR | Niet van toepassing | MJP001327 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Beukenlaan om op 2 augustus 2025 een buurtfeest te organiseren.
Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.
Zitting van 30 04 2025
Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest van de Hulzenveldstraat op zaterdag 9 augustus.
Op zaterdag 9 augustus wensen de inwoners van de Hulzenveldstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten. Tenslotte wensen zij het uitwerken van een verkeersregeling aan te vragen.
Feiten en context
Op zaterdag 9 augustus wensen de inwoners van de Hulzenveldstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten. Tenslotte wensen zij het uitwerken van een verkeersregeling aan te vragen.
Juridische grond
Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.
Om het buurtfeest veilig te kunnen laten verlopen is het aangewezen een verkeersregeling uit te werken.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
125 EUR | Niet van toepassing | MJP001327 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Hulzenveldstraat om op zaterdag 9 augustus een buurtfeest te organiseren.
Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.
Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating voor het opstellen van een verkeersregeling.
Zitting van 30 04 2025
Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest van de Langstraat op zaterdag 21 juni 2025
Op zaterdag 21 juni 2025 wensen de inwoners van de Langstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten. Tenslotte wensen zij het uitwerken van een verkeersregeling aan te vragen.
Feiten en context
Op zaterdag 21 juni 2025 wensen de inwoners van de Langstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten. Tenslotte wensen zij het uitwerken van een verkeersregeling aan te vragen.
Juridische grond
Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.
Om het buurtfeest veilig te kunnen laten verlopen is het aangewezen een verkeersregeling uit te werken.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
125 EUR | Niet van toepassing | MJP001327 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Langstraat om op 21 juni 2025 een buurtfeest te organiseren.
Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.
Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating voor het opstellen van een verkeersregeling.
Zitting van 30 04 2025
Verkeersregeling Cristalfeesten 17.05
Op zaterdag 17 mei 2025 van 17u tot 01u gaat het evenement "Cristalfeesten" door op het Laagdorp in Alken-Centrum. Hierdoor is het aangewezen volgende verkeersregeling uit te werken:
● Vanaf woensdag 14 mei 2025 om 13u t.e.m. 20 mei 2025 om 12u wordt het Laagdorp afgesloten voor het plaatsen van de tent. Er geldt een parkeerverbod.
● Op zaterdag 17 mei 2025 wordt vanaf 16u00 tot einde evenement de Dorpsstraat ter hoogte van het Laagdorp afgezet voor de veiligheid van de bezoekers aan het evenement. Een omleiding wordt voorzien.
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Feiten en context
Op zaterdag 17 mei 2025 van 17u tot 01u gaat het evenement "Cristalfeesten" door op het Laagdorp in Alken-Centrum. Hierdoor is het aangewezen volgende verkeersregeling uit te werken:
● Vanaf woensdag 14 mei 2025 om 13u t.e.m. 20 mei 2025 om 12u wordt het Laagdorp afgesloten voor het plaatsen van de tent. Er geldt een parkeerverbod.
● Op zaterdag 17 mei 2025 wordt vanaf 16u00 tot einde evenement de Dorpsstraat ter hoogte van het Laagdorp afgezet voor de veiligheid van de bezoekers aan het evenement. Een omleiding wordt voorzien.
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Juridische grond
De wet betreffende de politie over het wegverkeer;
Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Gunstig advies van de technische dienst
Gunstig advies van De Lijn
Gunstig advies van de politie
Gunstig advies van AWV (afdeling Wegen en Verkeer)
Argumentatie
Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Op zaterdag 17 mei 2025 van 17u tot 01u gaat het evenement "Cristalfeesten" door op het Laagdorp in Alken-Centrum. Hierdoor is het aangewezen volgende verkeersregeling uit te werken:
● Vanaf woensdag 14 mei 2025 om 13u t.e.m. 20 mei 2025 om 12u wordt het Laagdorp afgesloten voor het plaatsen van de tent. Er geldt een parkeerverbod.
● Op zaterdag 17 mei 2025 wordt vanaf 16u00 tot einde evenement de Dorpsstraat ter hoogte van het Laagdorp afgezet voor de veiligheid van de bezoekers aan het evenement. Een omleiding wordt voorzien.
Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.
Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.
Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.
Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.
Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de dienst evenementen politiezone LRH, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.
Zitting van 30 04 2025
Verkeersregeling wekelijkse markt 2 en 16 mei 2025
Op vrijdag 2 mei en vrijdag 16 mei 2025 gaat in Alken-Centrum zoals steeds de wekelijkse markt door. Echter omdat het Laagdorp op dat moment ingenomen is door de kermis (2 mei) en de Cristalfeesten (16 mei) is het aangewezen om de markt de verplaatsen en dit naar het kerkplein. Hierdoor dient het kerkplein op vrijdag 2 mei en op vrijdag 16 mei afgesloten te worden van 11u tot 20u. Er dient parkeerverbod voorzien te worden. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Feiten en context
Op vrijdag 2 mei en vrijdag 16 mei 2025 gaat in Alken-Centrum zoals steeds de wekelijkse markt door. Echter omdat het Laagdorp op dat moment ingenomen is door de kermis (2 mei) en de Cristalfeesten (16 mei) is het aangewezen om de markt de verplaatsen en dit naar het kerkplein. Hierdoor dient het kerkplein op vrijdag 2 mei en op vrijdag 16 mei afgesloten te worden van 11u tot 20u. Er dient parkeerverbod voorzien te worden. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Juridische grond
De wet betreffende de politie over het wegverkeer;
Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Op vrijdag 2 mei en vrijdag 16 mei 2025 gaat in Alken-Centrum zoals steeds de wekelijkse markt door. Echter omdat het Laagdorp op dat moment ingenomen is door de kermis (2 mei) en de Cristalfeesten (16 mei) is het aangewezen om de markt de verplaatsen en dit naar het kerkplein. Hierdoor dient het kerkplein op vrijdag 2 mei en op vrijdag 16 mei afgesloten te worden van 11u tot 20u. Er dient parkeerverbod voorzien te worden. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.
Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.
Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.
Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.
Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de dienst evenementen politiezone LRH, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.
Zitting van 30 04 2025
Verkeersregeling Rommelmarkt Hakkeveld 11.05
Op zondag 11 mei 2025 vindt er een rommelmarkt plaats in de Hakkeveldstraat, Moezelstraat, Schafferestraat en Sint-Hubertusstraat.
Hierdoor is het aangewezen bovenstaande wijk af te sluiten vanaf de Grootstraat en de Meerdegatstraat tussen 6u en 20u. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Feiten en context
Op zondag 11 mei 2025 vindt er een rommelmarkt plaats in de Hakkeveldstraat, Moezelstraat, Schafferestraat en Sint-Hubertusstraat.
Hierdoor is het aangewezen bovenstaande wijk af te sluiten vanaf de Grootstraat en de Meerdegatstraat tussen 6u en 20u. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Juridische grond
De wet betreffende de politie over het wegverkeer;
Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Gunstig advies van de technische dienst
Gunstig advies van De Lijn
Gunstig advies van de politie
Argumentatie
Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Op zondag 11 mei 2025 vindt er een rommelmarkt plaats in de Hakkeveldstraat, Moezelstraat, Schafferestraat en Sint-Hubertusstraat. Hierdoor wordt bovenstaande wijk afgesloten vanaf de Grootstraat en de Meerdegatstraat tussen 6u en 20u. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.
Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.
Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.
Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.
Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de dienst evenementen politiezone LRH, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.
Zitting van 30 04 2025
Verkeersregeling Tornooi Alken United 10+11.05
Op zaterdag 10 en zondag 11 mei 2025 organiseert Alken United een voetbaltornooi in Terkoest. Om de overlast voor de buren te beperken en geen verkeerschaos te creëren werd er een verkeersregeling uitgewerkt. Op zaterdag 10 mei en zondag 11 mei 2025 telkens van 8u tot 17u gelden volgende maatregelen:
● De Beukenlaan wordt afgesloten (uitgezonderd bewoners) van de O.L.Vrouwstraat tot aan de Parkstraat
● De Eikendreef wordt afgesloten (uitgezonderd bewoners)
● Handelaars blijven bereikbaar
● De organisatie voorziet seingevers aan de afgesloten kruispunten om alles in goede banen te leiden.
● De organisatie voorziet eigen banners om de verschillende parkings aan te duiden en te tonen hoe de bezoekers naar het evenement kunnen wandelen.
In bijlage een signalisatieplan. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Feiten en context
Op zaterdag 10 en zondag 11 mei 2025 organiseert Alken United een voetbaltornooi in Terkoest. Om de overlast voor de buren te beperken en geen verkeerschaos te creëren werd er een verkeersregeling uitgewerkt. Op zaterdag 10 mei en zondag 11 mei 2025 telkens van 8u tot 17u gelden volgende maatregelen:
● De Beukenlaan wordt afgesloten (uitgezonderd bewoners) van de O.L.Vrouwstraat tot aan de Parkstraat
● De Eikendreef wordt afgesloten (uitgezonderd bewoners)
● Handelaars blijven bereikbaar
● De organisatie voorziet seingevers aan de afgesloten kruispunten om alles in goede banen te leiden.
● De organisatie voorziet eigen banners om de verschillende parkings aan te duiden en te tonen hoe de bezoekers naar het evenement kunnen wandelen.
In bijlage een signalisatieplan. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.
Juridische grond
De wet betreffende de politie over het wegverkeer;
Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Gunstig advies van de technische dienst
Gunstig advies van De Lijn
Gunstig advies van de politie
Argumentatie
Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Op zaterdag 10 en zondag 11 mei 2025 organiseert Alken United een voetbaltornooi in Terkoest. Het college geeft toelating om op zaterdag 10 mei en zondag 11 mei 2025 telkens van 8u tot 17u gelden volgende maatregelen toe te passen:
● De Beukenlaan wordt afgesloten (uitgezonderd bewoners) van de O.L.Vrouwstraat tot aan de Parkstraat
● De Eikendreef wordt afgesloten (uitgezonderd bewoners)
● Handelaars blijven bereikbaar
● De organisatie voorziet seingevers aan de afgesloten kruispunten om alles in goede banen te leiden.
● De organisatie voorziet eigen banners om de verschillende parkings aan te duiden en te tonen hoe de bezoekers naar het evenement kunnen wandelen.
In bijlage een signalisatieplan.
Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.
Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.
Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.
Artikel 5: De organisatie dient de bewoners met een bewonersbrief op de hoogte te brengen.
Artikel 6: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de dienst evenementen politiezone LRH, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.
Zitting van 30 04 2025
Advies CBS inzake omgevingsvergunning G19
Adviesvraag van de Vlaamse Overheid aangaande een aanvraag omgevingsvergunning over: de aanleg van een verbindingsriolering Langenakker - Bulsstraat en de wijziging van de rooilijn. Dit dossier werd ingediend door Christiane De Decker namens AQUAFIN NV gevestigd te Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar en de heer Dirk Nevelsteen met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar. De aanvraag heeft betrekking op een perceel Bulsstraat 23, 37, 51, 57, 59, 72, 83, 84, 85E, 100, 104, 106, 108, 110, 112, 115, 116, 121, Hoogbrug 29, Langenakker 123A, 126, 127, 128, 129, 130A, 131, 132, 132A, 133, 134, Langenakkerstraat 1, 1A, 1B en 2, kadastraal gekend als sectie A nrs. 10B, 11_, 161D, 161B, 162/2 B, 169A, 169B, 171C, 171B, 172F2, 173B, 173D, 173C, 175D, 175C, 182G, 182D, 182C, 183H, 183G, 242L, 260A, 262A, 471A, 474C, 478G, 483G, 489H, 489G, 490N, 492E, 494D, 527S, 527M, 527V, 528G, 861D, 862D, afdeling 2 sectie E nrs. 121/2 _, 133C, 133P, 138/2 H, 138C, 147D, 147E, 155C, 156E, 171B, 190E, 191G, 193E, 193H, 193K, 194B, 196M, 197N, 197P, 197H, 198F, 202H, 215G, 222_, 223F, 223H, 239/2 _, 240/3 _, 240/2 _, 241/2 _, 247/2 A, 247/2 B, 1088E, 1089B, 1089A en 1090L. Dit dossier werd ingediend bij de Vlaamse Overheid.
ADVIES VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Christiane De Decker namens AQUAFIN NV gevestigd te Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar en de heer Dirk Nevelsteen met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar
|
Ligging van het perceel: | Bulsstraat 23, 37, 51, 57, 59, 72, 83, 84, 85E, 100, 104, 106, 108, 110, 112, 115, 116, 121, Hoogbrug 29, Langenakker 123A, 126, 127, 128, 129, 130A, 131, 132, 132A, 133, 134, Langenakkerstraat 1, 1A, 1B en 2
|
Kadastrale gegevens: | sectie A nrs. 10B, 11_, 161D, 161B, 162/2 B, 169A, 169B, 171C, 171B, 172F2, 173B, 173D, 173C, 175D, 175C, 182G, 182D, 182C, 183H, 183G, 242L, 260A, 262A, 471A, 474C, 478G, 483G, 489H, 489G, 490N, 492E, 494D, 527S, 527M, 527V, 528G, 861D, 862D, afdeling 2 sectie E nrs. 121/2 _, 133C, 133P, 138/2 H, 138C, 147D, 147E, 155C, 156E, 171B, 190E, 191G, 193E, 193H, 193K, 194B, 196M, 197N, 197P, 197H, 198F, 202H, 215G, 222_, 223F, 223H, 239/2 _, 240/3 _, 240/2 _, 241/2 _, 247/2 A, 247/2 B, 1088E, 1089B, 1089A en 1090L
|
Projectnaam: | Bulsstraat - Aquafin nv
|
Dossiernummer: | 202528
|
Intern dossiernummer: | G19
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024125539
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
De aanleg van een verbindingsriolering Langenakker - Bulsstraat en de wijziging van de rooilijn. De realisatie van een ondergronds gescheiden rioleringsstelsel, de bovengrondse herinrichting van de Bulsstraat en het voorzien van 2 verkeersplateaus. Binnen de aanvraag wordt tevens een bronbemaling voorzien voor de uitvoering van de werken en zal er een vegetatiewijzing gebeuren op bepaalde plaatsen.
Rubrieken
Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.2°b)2° | Bemaling i.k.v. infrastuctuurwerken: 403.508 m³/jaar (nieuw) | 2 |
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Aanleg verhardingen op perceel 175B;
● Aanleg verhardingen en riolering binnen 5m van waterloop de Veergracht (2e cat.);
● Aanleg riolering en pompstation (met bemaling) op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van het pompstation op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van wadi’s op openbaar domein;
● Het vervangen van bestaande inbuizingen;
● Werken aan de waterloop de Veergracht (2e cat.)
Volgende vegetatiewijziging wordt aangevraagd:
● Rooien van een houtkant
● Herprofileren van grachten
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 – deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch gebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg en/of Ruimtelijk uitvoeringsplan.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden. Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Algemene bepalingen inzake milieubeleid (MER)
Het ingediende dossier bevat een m.e.r.-screeningsnota zoals vermeld in artikel 4.3.3. §2 van het decreet van 05/04/1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (er op gelet dat het project onder bijlage III, art. 9 van het “Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage”). Uit deze nota kan worden afgeleid dat het project geen nadelige milieueffecten tot gevolg heeft; er zijn geen gevolgen voor de mensen, fauna en flora en monumenten en landschappen. Hieruit blijkt dat de opmaak van een MER niet nodig is.
Archeologienota
Overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 werd er een afschrift van de gemotiveerde beslissing van het agentschap Onroerend Erfgoed over de archeologienota met ID 27291 URI: https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/27291 en onderwerp vooronderzoek_Alken Wellen Kortessem Alken Hasselt overgemaakt aan de gemeente Alken. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft akte genomen van deze archeologienota op datum van 27 september 2023.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 20 december 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 10 maart 2025 |
Opening openbaar onderzoek | 20 maart 2025 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 18 april 2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum advies | 30 april 2025 |
1.f. Historiek
De aanvraag handelt over de herinrichting van het openbaar domein van de Bulsstraat en de realisatie van een ondergronds gescheiden rioleringsstelsel.
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De omgevingsvergunningsaanvraag beoogt de realisatie van een ondergronds gescheiden rioleringsstelsel, de bovengrondse herinrichting van de Bulsstraat en het voorzien van 2 verkeersplateaus. Binnen de aanvraag wordt tevens een bronbemaling voorzien voor de uitvoering van de werken en zal er een vegetatiewijzing gebeuren op bepaalde plaatsen.
De aanvraag omvat een aantal stedenbouwkundige handelingen:
● Aanleg verhardingen op perceel 175B;
● Aanleg verhardingen en riolering binnen 5m van waterloop de Veergracht (2e cat.);
● Aanleg riolering en pompstation (met bemaling) op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van het pompstation op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van wadi’s op openbaar domein;
● Het vervangen van bestaande inbuizingen;
● Werken aan de waterloop de Veergracht (2e cat.)
Volgende milieutechnische handeling wordt aangevraagd:
● Bemaling voor de aanleg van riolering: max. 2.404 m³/dag en maximaal 403.508 m³/jaar met een maximale afmalingshoogte van 6,41 m-mv. In totaal zal er ca. 14 maanden bemaald worden.
Volgende vegetatiewijziging wordt aangevraagd:
● Rooien van een houtkant
● Herprofileren van grachten
Met dit project wordt de huishoudelijke vuilvracht van de percelen vanaf Langenakker nr. 123A/125 te Wellen tot en met de Bulsstraat te Alken die momenteel nog lozen in het brongebied van drie waterlopen gesaneerd. Alsook de vuilvracht afkomstig van de toekomstig aan te sluiten Printhagendraaf, Bekesstraat en Vinckenroyestraat. Hiertoe zal in de toekomst nog bijkomende riolering aangelegd moeten worden in de gemeentes Wellen en Kortessem (laatstgenoemde is sinds 1 januari 2025 deelgemeente van stad Hasselt). De doelstelling bestaat er dus in om de vuilvracht van de Bulsstraat (grondgebied Alken) en Langenakker (grondgebied Wellen) op het bestaande rioleringsstelsel in de Grootstraat (grondgebied Alken) aan te sluiten. Dit door middel van de aanleg van een gescheiden 2DWA-stelsel.
Om het afvalwater van Langenakker te kunnen aansluiten op de collector, dient er op perceel 175B een
pompstation gebouwd te worden dat het afvalwater zal persen richting de Bulsstraat.
Naast de aanleg van een nieuwe 2DWA-leiding bestaat het project er eveneens in het bestaande RWA-stelsel te optimaliseren. De nodige buffering zal in het RWA-stelsel worden voorzien. Bestaande grachten blijven behouden en benut als buffering- en infiltratievoorziening. In de bermen van de Bulsstraat worden nieuwe wadi’s en grachten voorzien.
De wegenis wordt opnieuw aangelegd volgens de bestaande situatie. Er wordt enkel bijkomend een bijkomende aanduiding voor fietssuggestiestroken op de verharding in de Bulsstraat voorzien. In Langenakker zijn in de bestaande toestand reeds fietssuggestiestroken aanwezig. Tot slot worden er i.f.v. de verkeersveiligheid in de Bulsstraat twee verkeersplateaus voorzien.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Huidige vergunningsaanvraag betreft aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel in de Bulsstraat. Door de aanleg van een gescheiden stelsel is het opbreken van de bestaande wegverharding noodzakelijk, de weg wordt opnieuw aangelegd. Binnen het projectgebied wordt een gescheiden riolering aangelegd waardoor de projectzone maximaal afgekoppeld kan worden.
De werken in woongebied zijn in overeenstemming met de wettelijke context. In alle andere gevallen zijn de werken niet in overeenstemming met de wettelijke context en dient er verwezen te worden naar de afwijkingsmogelijkheden uit de Codex, nl. art. 4.4.7§2
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2 en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.
Hoofdstuk III De handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben of als dergelijke handelingen beschouwd worden
Art. 3 §1 De volgende handelingen zijn handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De handelingen hebben betrekking op:
1° de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker;
9° de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse leidingen die voor het openbaar net bedoeld zijn, en voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur, zoals controlepunten, pomp- en overslagstations;
14° werfzones en tijdelijke (grond)stockages met het oog op de uitvoering van de handelingen, vermeld in punt 1° tot en met 13°.
Art. 3 §2 Naast de handelingen, vermeld in paragraaf 1, kunnen de volgende handelingen van algemeen belang beschouwd worden als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op:
4° handelingen met betrekking tot bestaande of geplande openbare waterwegen of waterlopen, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals :
f) de handelingen met betrekking tot de berging of buffering voor rioleringsstelsels en regenwaterleidingen;
Een combinatie van de handelingen, vermeld in de paragrafen 1 en 2 of in paragraaf 2 alleen, kan ook beschouwd worden als een handeling van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact heeft als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De vergunningsaanvrager die de handelingen, vermeld in het eerste lid, wil uitvoeren, motiveert in zijn vergunningsaanvraag waarom die handelingen een ruimtelijk beperkte impact hebben.
De werken doen geen afbreuk aan het uitzicht van de omgeving. De handelingen van algemeen belang hebben een beperkte ruimtelijke impact en zijn geïntegreerd in het landschap. De riolering wordt ondergronds aangelegd en hiervan zullen enkel de putdeksels zichtbaar zijn. Het pompstation bevindt zich eveneens ondergronds. Hiervan zijn enkel de verluchtingsroosters, deksels en stroomkasten zichtbaar aan het oppervlak. Bijgevolg is het pompstation volledig verenigbaar met de omgeving. De te herprofileren grachten worden ingezaaid zodat het uitzicht identiek is aan de bestaande toestand. De bestaande houtkant aan perceel 7D in Langenakker wordt opnieuw aangeplant na de werken. Dit om het bestaande groene karakter te behouden. De nieuw aan te leggen wadi’s en grachten worden voorzien langs de weg als aanhorigheid. De nieuwe grachten worden met verticale beschoeiing aangelegd waardoor in de beperkt aanwezige breedte gelijk naast de gracht groene bermen worden voorzien. De wadi’s hebben eveneens een groen uitzicht.
De voorgestelde afwijkingen kunnen bijgevolg aanvaard worden gezien ze in overeenstemming zijn met de afwijkingsmogelijkheden voorzien in de Codex RO volgens artikel 4.4.7§2, handelingen van algemeen belang. Uit het voorgaande kan besloten worden dat te handelingen van algemeen belang zijn, een beperkte ruimtelijke impact hebben en maximaal geïntegreerd zijn in het landschap.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
stedenbouwkundig advies | 13 maart 2025 |
|
|
adviezen.oe@vlaanderen.be | 13 maart 2025 | 15 april 2025 | geen bezwaar |
Adviezen en Vergunningen Vlaams-Brabant en Limburg; Limburg | 13 maart 2025 |
|
|
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 13 maart 2025 | 7 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 13 maart 2025 | 7 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Limburg | 13 maart 2025 | 25 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
indoor.astrid@ibz.fgov.be | 13 maart 2025 | 25 maart 2025 | gunstig |
Advies grondwater Vl Proj – beroep tegen kl1 | 13 maart 2025 |
|
|
info@wateringdeherk.be | 13 maart 2025 | 11 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
omgeving | 13 maart 2025 |
|
|
omgevingsloket@hasselt.be | 13 maart 2025 |
|
|
2.d. Bespreking van de adviezen
Externe Adviezen
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid.
2.e. Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 20 maart 2025 tot 18 april 2025.
Resultaat : geen petitielijsten, één schriftelijk bezwaar, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en 11 digitale bezwaren
Omschrijving van de inhoud van de ingediende bezwaren per thema
Inhoud van de bezwaren globaal per thema:
● Aanleg van de wadi’s
● Verlies parkeerzone langs de weg
● Rooilijn - eigendom
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid gezien er binnen de gestelde termijn van 50 dagen voor het verlenen van het advies niet zowel een openbaar onderzoek kan georganiseerd worden alsook de volledige behandeling en weerlegging van de bezwaren kan gebeuren door de lokale overheid.
Echter kan er in grote lijnen worden bepaald dat volgende aandachtspunten naar voor komen op de tot nu toe ingediende bezwaren:
De bezwaren omtrent de eigendom en de rooilijn zullen behandeld worden bij de procedure in het kader van de vaststelling van de rooilijn dewelke zal behandeld worden door de gemeenteraad binnen de zaak der wegen.
De aanleg van de wadi’s: een wadi is geen diep bekken, dit is een zachte glooiing van het maaiveld. Dit is niet te vergelijken met de diepte van een gracht.
De bewoners halen ongedierte, stank en slib aan. Ongedierte en stank is onlosmakelijk verbonden aan vuilwater, zoals gemengde grachten (cfr. bestaande toestand). Wadi’s voeren enkel regenwater af. Slibvorming kan in bepaalde gevallen optreden als er loofbomen tegen de wadi’s staan en de bladeren op langere termijn niet geruimd worden. Bermen en wadi’s kunnen gewoon gemaaid worden.
Tevens werd er door de Vlaamse Regering een gewestelijke Hemelwaterverordening opgesteld, waarbij de principes van vasthouden, bergen en in laatste instantie de afvoer van het hemelwater de leidende principes zijn voor een integraal waterbeleid. De doelstelling is dan ook om water maximaal ter plaatse te houden. Op deze manier kunnen we droogteperiodes overbruggen en de impact van verharding op overstromingen terugdringen.
Elke druppel die op verhardingen valt, moet dan ook maximaal ter plaatse worden gehouden. De uitgangspositie is dan ook dat iedereen, zowel particulier als openbaar bestuur water opvangt en bijhoudt.
Om hieraan te voldoen werden dan ook de wegenis- en rioleringsplannen opgesteld waarbij ze rekening houden met dit principe.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
- functionele inpasbaarheid: voorliggende aanvraag betreft de aanleg van een gescheiden riolering aan de Bulsstraat in Alken in aansluiting met de Langenakkerstraat in Wellen. Samen met de aanleg van dit gescheiden stelsel zal ook de wegenis opnieuw worden aangelegd met fietssuggestiestroken en verhoogde verkeersplatformen.. Gelet op de aard van deze werken in het kader van het algemeen belang en de openbare nutsvoorzieningen zijn deze werken dan ook functioneel inpasbaar in deze omgeving, gezien dit handelt over de optimalisatie van de bestaande riolering en het behoud van de bestaande wegenis en grachtensysteem. Dit project is van belang voor het behalen van de goede toestand in het aandachtsgebied Herk en Kleine Herk. De bestemmingsvoorschriften blijven ongewijzigd t.o.v. het geldende gewestplan en er is rekening gehouden met de bestaande omgeving en de omliggende bebouwingen.
- mobiliteitsaspect: In alle redelijkheid kan worden gesteld dat voorliggende aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit. Door deze ingrepen ontstaat een veiligere kruissituatie door de aanleg van twee verkeersplateaus en de aanduiding van fietssuggestiestroken. De voorgestelde ingrepen hebben dus een gunstige mobiliteitsimpact en zal het gebruiksgenot en veiligheid verhogen.
- schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag betreft de aanleg van een gescheiden riolering dat het afvalwater en het hemelwater gescheiden kan afvoeren. De uitvoering van deze werken zal dan ook ruimtelijk een zeer beperkte impact hebben op de omgeving omwille van volgende aspecten: het bestaande grachtenstelsel en de wegenis blijven grotendeels behouden, enkel geherprofileerd en de nieuwe constructies worden beperkt tot het strikt noodzakelijke. De verwevenheid met de woonfunctie is dus groot.. De constructie is grotendeels ondergronds, enkel de technisch noodzakelijke delen worden bovengronds geplaatst. De werken bestaan voornamelijk uit rioleringswerken en de aanleg van een regenwater bufferbekken. Het bufferbekken wordt maximaal geïntegreerd in de ruimtelijke omgeving met een minimale ruimtelijke en visuele impact. Bestaande grachten blijven behouden en benut als buffering- en infiltratievoorziening en nieuwe wadi’s worden voorzien als maximale opvang van het hemelwater. De aanleg van de riolering heeft een beperkte invloed op de omgeving. Door de uitvoering van de rioleringswerken wordt er geen significante wijziging aangebracht aan de ruimtelijke omgeving zoals deze nu bestaat, de wegenis wordt grotendeels hersteld in oorspronkelijke toestand. De wegenis wordt opnieuw aangelegd volgens de bestaande situatie. Er wordt enkel bijkomend een bijkomende aanduiding voor fietssuggestiestroken op de verharding in de Bulsstraat voorzien, zodat de impact op de omgeving minimaal blijft. Tot slot worden er i.f .v. de verkeersveiligheid in de Bulsstraat twee verkeersplateaus voorzien. De stedenbouwkundige impact wijzigt nauwelijks. Het project is bijgevolg aanvaardbaar voor wat betreft de beschouwde beoordelingsaspecten.
- visueel-vormelijke elementen: Het aangevraagde project betreft een rioleringsproject dat aansluit bij de bestaande bebouwingen, de bestaande weginfrastructuur en de grachten in de omgeving. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande omgeving gezien de verenigbaarheid met de omgeving en de bestaande infrastructuur.
- Cultuurhistorische aspecten: Het perceel is niet gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht. Deze aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van deze omgeving. Het paalt wel aan verschillende monumenten. De aanvraag op zich heeft gezien het voorwerp geen onaanvaardbare impact op deze monumenten maar mogelijke neveneffecten dienen maximaal beperkt te worden.
- het bodemreliëf: bij de realisatie van deze rioleringswerken zullen er slechts beperkte reliëfwijzigingen gebeuren voor het voorzien van de wadi’s. Bij de realisatie van het project zal het bestaande reliëf zoveel als mogelijk behouden blijven en zullen de wijzigingen gering blijven.
- hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: De te realiseren rioleringswerken geven geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit. De voorgestelde werken zijn voor het gebied stedenbouwkundig verantwoord. De voorgestelde invulling zal geen negatieve invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving. Gezien de bestaande ruimtelijke configuratie en de reeds aanwezige bebouwing wordt het bestaande straatbeeld ook niet aangetast door de realisatie van deze infrastructuurwerken.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
Het betreft een aanvraag van een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit klasse 2.
Het betreft een aanvraag van een tijdelijke bemaling voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur.
Het betreft een aanvraag van tijdelijke aard, namelijk max. 14 maanden.
MER:
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, maar wel onder bijlage III, met name nr. 10.j: werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, 10.l: flood relief werken en 13. wijziging project.
In de beoordeling van de effecten op de omgeving is de impact omschreven en wordt nagegaan of de effecten als niet aanzienlijk mogen beschouwd worden.
Bronbemaling (rubriek 53.2.2):
Een bemalingsstudie werd opgemaakt voor het project Wellen, Langenakker. Het project omvat de bemaling voor de aanleg van RWA- en DWA- rioleringen, een overstortconstructie en een pompstation.
● Het maximale dagdebiet bedraagt 2.404 m3 (fase 1) en het totale jaardebiet bedraagt 400.000 m3 (riolering)+3508 (pompstation)=403508 m3
● Het maximale dagdebiet is lager dan 2500 m3
● Het jaardebiet is hoger dan 30000 m3
● De waterverlaging is dieper dan 4 m-mv (tot 6.41 m-mv voor het pompstation bijvoorbeeld)
● De maximale invloedstraal bedraagt 260 m ten gevolge van de bemaling voor de overstortconstructie die ver van de beschermingsgebieden ligt.
● De invloedstraal bedraagt 225 m voor fase 18 ter hoogte van Bulsstraat 1 dewelke geen invloed heeft op de VEN en IVON gebieden en de habitatrichtlijngebieden. Met een verlaging van 1 cm, wordt de berekende invloedstraal 272 m. Fase 18 is ook conservatief berekend met een waterstand 0.5 m-mv omdat het maaiveld van peilbuis 6 op een hoger niveau ligt.
Ten slotte, is een vergunningsklasse 2 vereist voor dit project volgens rubriek 53.2.2 b)2.
● De zettingen ten gevolge van de bemaling bedragen maximaal 13 mm. Deze waarde is kleiner dan de maximale toegelaten waarde van 15 mm.
Binnen de invloedsstraal zijn weinig relevante grondwaterverontreinigingen gekend. Binnen de invloedsstraal zijn geen PFAS no-regret zones gekend (dov.vlaanderen.be dd. 28/01/2025). Er wordt geen onaanvaardbaar invloed verwacht van de grondwaterhandeling op de aanwezige verontreiniging.
Omwille van potentieel verontreinigd bemalingswater zijn verder volgende maatregelen aangewezen:
● Een monitoring van de kwaliteit van het bemalingswater te voorzien in overeenstemming met de bepalingen beschreven in §5.3.2.
Het blijft aangewezen om de duur en het debiet van de bemaling maximaal te beperken. Een peilgestuurde bemaling kan hiertoe bijdragen. Voorliggende evaluatie werd opgemaakt op basis van de beschikbare informatie op datum van 28/01/2025. In het bijzonder voor PFAS dient er evenwel opgemerkt te worden dat de inventarisatie van no-regret zones en bijhorende onderzoeken van PFAS ter hoogte van potentiële risico-locaties in de invloedszone continu geactualiseerd wordt met nieuwe data (PFAS-verkenner van de Databank Ondergrond Vlaanderen). Een mogelijke PFAS verontreiniging in de invloedszone van de bemaling kan bijgevolg nooit uitgesloten worden. Zolang er echter geen onderzoeksresultaten met PFAS in de omgeving gekend zijn, kan er in voorliggende studie niet concreet rekening mee gehouden worden
Als preventieve maatregelen is het volgens het adviesbureau aangewezen om de duur en het debiet van de bemaling maximaal te beperken via .o.a. een peilgestuurde bemaling.
Het lijkt aangewezen om volgende voorwaarden op te leggen:
● Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan de bevoegde overheden.
● De bemaling wordt sondegestuurd / peilgestuurd. Dit betekent dat de pompen worden afgezet als het peil laag genoeg staat en pas weer worden aangezet wanneer het water te hoog komt te staan. Op deze manier wordt niet constant gepompt en zal uiteindelijk minder water verloren gaan.
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
Effecten op bodem:
De mogelijke bronnen van emissies naar de bodem bestaan uit: infiltratie van vervuild water in de bodem van de grachten, het inbrengen van de verticale filters in de ondergrond en het verplaatsen van (rest)verontreiniging tijdens het bemalen.
Binnen het project wordt een optimaal gescheiden stelsel aangelegd. In de grachten (RWA) zal bijgevolg enkel niet-verontreinigd hemelwater terecht komen dat op verharde oppervlakken binnen het projectgebied terecht komt en op geen andere wijze verwerkt wordt (infiltratie, buffering, herbruik, e.d.). Verontreiniging van de bodem door infiltratie van water in de gracht is bijgevolg niet aan de orde.
De verticale filters van de bemaling worden via een specifieke grondboormachine m.b.v. waterdruk in de ondergrond aangebracht. Vervolgens worden de individuele filters langs de sleuven op een gemeenschappelijke, bovengrondse zuigleiding aangesloten die op haar beurt aan een vacuümpomp is bevestigd. De boorgaten rondom de filters en de filterelementen op zich, worden vakkundig afgedicht. Door de vacuümwerking van de pompen zal er steeds een onderdruk in de filters aanwezig zijn waardoor er geen bodemvreemde stoffen vanaf het maaiveld via de verticale filters in de bodem kunnen terecht komen. Een erkende boorfirma zal door de aannemer aangesteld worden om deze bemaling te installeren en exploiteren conform de code van goede praktijk voor boringen (conform Bijlage 5.53.1 bij Vlarem II). Nadat de leidingen in de sleuven zijn aangelegd en de sleuven opnieuw zijn opgevuld tot boven de initiële grondwatertafel, zal de bemaling stopgezet worden en de filters vakkundig verwijderd. De grondwaterstroming en -tafel zullen zich vervolgens op korte termijn herstellen.
Hoofdstuk 5.2 van de bemalingsnota in addendum B53bis beschrijft de mogelijke impact van de bemaling op eventuele verontreinigingen binnen de invloedstraal van de bemaling. Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn 2 OVAM-dossiers gekend met verontreiniging van het grondwater voor de parameters minerale olie, BTEX, MTBE, nikkel en nitraat. Rekening houdend met de aanwezige concentratie ten tijde van het bodemonderzoek, de afstand van deze verontreiniging tot de onttrekkingsfilters van de bemaling en de retardatiefactors van de parameters blijft de mogelijke verplaatsing van de minerale olie, MTBE, BTEX en nikkel beperkt tot max. 1,69m. De gekende nitraatverontreiniging kan maximaal 19,28m verplaatst worden door de bemaling. Gezien de relatief beperkte concentratie van de nitraatverontreiniging en het feit dat nitraten op zich geen toxische parameter is, wordt deze verspreiding als aanvaardbaar beschouwd. De bemaling dient zoals steeds zo kort en ondiep als technisch noodzakelijk gehouden te worden.
Gezien er geen afvalwaters of andere verontreinigingen via de RWA afgevoerd worden, zal er geen verontreiniging van de bodem plaats vinden bij infiltratie van het water in de grachten. De bemaling wordt geïnstalleerd en geëxploiteerd door een erkende boorfirma zodat deze inrichting conform goed vakmanschap bedreven wordt. Door goede afdichting van de boorgaten zal er geen verontreiniging van de ondergrond vanaf het maaiveld kunnen optreden. De bemaling is tijdelijk en na stopzetting van de bemalingspompen zal de grondwatertafel en -stroming zich op korte termijn herstellen. Noch in het projectgebied noch binnen de gemodelleerde invloedstraal van de bemaling wordt een aanzienlijke verplaatsing van gekende verontreinigingen in de bodem verwacht.
Effecten op het watersysteem:
Het project voorziet in de nodige buffering zal in het RWA-stelsel worden voorzien. Bestaande grachten blijven behouden en benut als buffering- en infiltratievoorziening. In de bermen van de Bulsstraat worden nieuwe wadi's en grachten voorzien.
Hoofdstuk 1.4 Watertoets van addendum B26 Verantwoordingsnota omvat een kwantitatieve beschrijving van de beoogde en gerealiseerde buffering van RWA om aan de provinciale buffer- en lozingsvoorwaarden te voldoen. Met inachtneming van de voorziene stuwen in en herprofilering van de bestaande baangrachten, wordt een overschot van 409m³ aan buffering gecreëerd waardoor de overstromingsgevoeligheid afwaarts eerder positief beïnvloed wordt door voorliggend project.
Het project is aangepast. In een aantal bermen worden nieuwe grachten en wadi's aangebracht, waardoor er nog meer buffering en infiltratie is.
Er wordt een maximaal lozingsdebiet van het bemalingswater verwacht tot circa 2.404 m³/dag (ca. 28 l/s). In normale omstandigheden kan de Winterbeek en de Veergracht dergelijke debieten kwantitatief verwerken. Er zijn geen indicaties van onacceptabele verontreinigingen in de omgeving van het projectgebied die via het opgepompte grondwater in deze waterlopen kunnen geloosd worden en de oppervlaktewaterkwaliteit kunnen hypothekeren.
Effecten van geluid of trillingen:
De mogelijke bronnen van geluidshinder door de bemaling zijn het plaatsen van de verticale filters en de exploitatie van de bemalingspompen met stroomvoorziening.
Het plaatsen van de verticale filters tijdens de gebruikelijke werkuren zorgt inherent voor enige geluidshinder. De hiermee gepaard gaande geluidsproductie behoort inherent tot de tijdelijke hinder, noodzakelijk voor de aanleg van ondergrondse nutsleidingen. De werken vinden overwegend plaats in woongebied waardoor enkel de meest geluidsarme pompen en stroomvoorziening toegelaten wordt op de werf. De pompen voor de verticale filters zullen in samenspraak met de aannemer en de bemalingsfirma zodanig opgesteld worden langs het tracé, dat de omwonenden er de minste hinder van ondervinden. De pompen dienen 24u/24u en 7 dagen op 7 in werking te zijn zodat de werken 's morgens meteen in den droge door de arbeiders kunnen aanvangen. Op dergelijke wijze wordt de totale duur van de werken beperkt. Er wordt geraamd dat er per traject circa 4 weken bemaald zal worden, inclusief voorbemalen voor de eigenlijke werken om het grondwater op het gewenste niveau te krijgen. Vervolgens schuift de bemaling mee op met de voortgang van de ondergrondse werken. Indien alsnog hinder ervaren wordt door omwonenden, kan in samenspraak met de bemalingsfirma naar een meer optimale opstelling van de pompen gezocht worden of eventueel akoestische afscherming voorzien. Aquafin werken van dergelijke omvang gaan steeds gepaard met een informatiecampagne naar de omwonenden toe zodat ze tijdig van de opstart, gevolgen en vorderingen van de werf op de hoogte gebracht worden.
De bemaling is noodzakelijk om de ondergrondse nutsleidingen en constructies in den droge te kunnen aanleggen. Er wordt verwacht dat er circa 4 weken per bemalingstraject zal bemaald worden. Door een optimale opstelling van geluidsvriendelijke pompen en stroomvoorziening, wordt de tijdelijke hinder naar omwonenden als aanvaardbaar beschouwd. Desgevallend kan tijdens uitvoering naar een alternatieve opstelling gezocht worden of akoestische schermen voorzien.
Effecten op biodiversiteit:
Voor de heraanleg van de inbuizing voor toegang tot perceel 7D dient een houtkant te worden verwijderd. De houtkant is in de bwk-kaart opgenomen als complex van biologisch zeer waardevolle elementen. De houtkant aan perceel 7D zal opnieuw worden aangeplant.
Bestaande grachten worden in het project geherprofileerd. In zeer beperkte mate zullen er grachtdelen ingebuisd worden of verplaatst worden. Voor de grachten in (landschappelijk waardevolle) agrarisch gebied is sprake van een vegetatiewijziging. Volgens de bwk-kaart kan het gaan om volgende vegetaties in of op het talud van de grachten: soortenarm permanent cultuurgrasland, zeer soortenarm, vaak tijdelijk grasland, soortenrijk permanent cultuurgrasland: complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. De geherprofileerde of verplaatste grachten worden opnieuw ingezaaid.
Effecten op onroerend erfgoed:
Door de tijdelijke grondwaterverlaging voor de aanleg van de infrastructuur voor openbaar nut, kunnen zettingen optreden die schade (scheuren, barsten e.d.) aan de omliggende gebouwen en constructies kunnen berokken. Nabij de te bemalen sleuven bevinden zich enkele gebouwen die opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundig erfgoed: Hoeve Timmermans (beschermd monument, stads- en dorpsgezicht), Boerenwoning (beschermd monument, stads- en dorpsgezicht), L-vormige hoeve met losstaand dienstgebouwtje (beschermd monument, stads- en dorpsgezicht), Kasteel Printhagen: kasteel en kasteelhoeve (beschermd stads- en dorpsgezicht), Bonderkuilkapel, Gesloten hoeve, Hoeve Bonderkuil en Hoeve.
Hoofdstuk 4 van het addendum R53 Bemalingsnota beschrijft de methodiek hoe zettingen t.g.v. de bemaling worden berekend volgens de methode van Terzaghi. Er worden geen ontoelaatbare zettingen verwacht door de geplande bemaling. De zettingen blijven beperkt tot maximaal 13 mm. Dit blijft onder de grenswaarden (volgens de richtlijn bemalingen VMM). Er dienen bijgevolg geen bijkomende maatregelen genomen te worden. Uit de zettingsberekeningen blijkt dat er noch aan de omliggende woningen, noch aan het bouwkundig erfgoed nabij de te bemalen sleuf en bouwput schade wordt verwacht ten gevolge van zettingen.
Uit de zettingsberekeningen volgt dat de bemaling geen aanleiding zal geven tot ontoelaatbare zettingen t.h.v. het beschermde erfgoed nabij het projectgebied.
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de algemene en sectorale voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
Beoordeling van de vegetatiewijzigingen:
Volgende vegetatiewijziging wordt aangevraagd tussen 1 september 2025 tot en met 1 september 2027:
● Rooien van een houtkant
● Herprofileren van grachten
● Inbuizen gracht
Het rooien van een houtkant gebeurt niet in Alken. Het herprofileren van de grachten en inbuizen van de grachten is onderdeel van de rioleringswerken. We gaan ervan uit dat de exploitant voldoende rekening houdt met de periode dat verstoring vermeden wordt (voorjaar – broedseizoen – zie bermbesluit).
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende bijzondere voorwaarden:
● Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan de bevoegde overheden.
● De bemaling wordt sondegestuurd / peilgestuurd. Dit betekent dat de pompen worden afgezet als het peil laag genoeg staat en pas weer worden aangezet wanneer het water te hoog komt te staan. Op deze manier wordt niet constant gepompt en zal uiteindelijk minder water verloren gaan.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met betrekking tot de ingedeelde inrichting of activiteit met volgende aanbevelingen:
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan de vergunningverlenende overheid en de gemeente.
Conclusie
voorwaardelijk gunstig advies
Werken
Volgende werken worden gunstig geadviseerd:
● Aanleg verhardingen op perceel 175B;
● Aanleg verhardingen en riolering binnen 5m van waterloop de Veergracht (2e cat.);
● Aanleg riolering en pompstation (met bemaling) op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van het pompstation op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van wadi’s op openbaar domein;
● Het vervangen van bestaande inbuizingen;
● Werken aan de waterloop de Veergracht (2e cat.)
Volgende milieutechnische handeling wordt aangevraagd:
● Bemaling voor de aanleg van riolering: max. 2.404 m³/dag en maximaal 403.508 m³/jaar met een maximale afmalingshoogte van 6,41 m-mv. In totaal zal er ca. 14 maanden bemaald worden.
Volgende vegetatiewijziging wordt aangevraagd:
● Rooien van een houtkant
● Herprofileren van grachten
Bijzondere milieuvoorwaarden:
● Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan de bevoegde overheden.
● De bemaling wordt sondegestuurd / peilgestuurd. Dit betekent dat de pompen worden afgezet als het peil laag genoeg staat en pas weer worden aangezet wanneer het water te hoog komt te staan. Op deze manier wordt niet constant gepompt en zal uiteindelijk minder water verloren gaan.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
Aanbevelingen:
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan de vergunningverlenende overheid en de gemeente.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen levert een voorwaardelijk gunstig advies af voor volgende werken:
Volgende werken worden gunstig geadviseerd:
● Aanleg verhardingen op perceel 175B;
● Aanleg verhardingen en riolering binnen 5m van waterloop de Veergracht (2e cat.);
● Aanleg riolering en pompstation (met bemaling) op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van het pompstation op perceel 175B;
● Wijzigen van reliëf voor de aanleg van wadi’s op openbaar domein;
● Het vervangen van bestaande inbuizingen;
● Werken aan de waterloop de Veergracht (2e cat.)
Volgende milieutechnische handeling wordt aangevraagd:
● Bemaling voor de aanleg van riolering: max. 2.404 m³/dag en maximaal 403.508 m³/jaar met een maximale afmalingshoogte van 6,41 m-mv. In totaal zal er ca. 14 maanden bemaald worden.
Volgende vegetatiewijziging wordt aangevraagd:
● Rooien van een houtkant
● Herprofileren van grachten
Bijzondere milieuvoorwaarden:
● Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan de bevoegde overheden.
● De bemaling wordt sondegestuurd / peilgestuurd. Dit betekent dat de pompen worden afgezet als het peil laag genoeg staat en pas weer worden aangezet wanneer het water te hoog komt te staan. Op deze manier wordt niet constant gepompt en zal uiteindelijk minder water verloren gaan.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
Aanbevelingen:
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
De exploitant meldt de start van de werken aan de vergunningverlenende overheid en de gemeente.
Artikel 2: Een afschrift van dit advies zal overgemaakt worden via het Omgevingsloket aan de Vlaamse overheid.
Zitting van 30 04 2025
Advies CBS omgevingsvergunning G16
Adviesvraag van de Vlaamse Overheid aangaande een aanvraag omgevingsvergunning over: de herinrichting van het kruispunt van de N80 met de Wolfstraat-Bisschopsweyerstraat. Dit dossier werd ingediend door Gijs Moors namens Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) - Limburg gevestigd te Koningin Astridlaan 50/4 te 3500 Hasselt. De aanvraag heeft betrekking op een perceel Wolfstraat 7, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie H nrs. 255H, 256M3, afdeling 2 sectie G nrs. 709Z2 en 709Y2. Dit dossier werd ingediend bij de Vlaamse Overheid.
ADVIES VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Gijs Moors namens Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) - Limburg gevestigd te Koningin Astridlaan 50/4 te 3500 Hasselt en de heer Dieter Van den Langenbergh wonende te Koningin Astridlaan 50 Koningin Astridlaan/4 te 3500 Hasselt
|
Ligging van het perceel: | Wolfstraat 7
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 1 sectie H nrs. 255H, 256M3, afdeling 2 sectie G nrs. 709Z2 en 709Y2
|
Projectnaam: | kruispunt N80 x Wolfstraat - Agentschap Wegen en Verkeer
|
Dossiernummer: | 202525
|
Intern dossiernummer: | G16
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024118003
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
De herinrichting van het kruispunt van de N80 met de Wolfstraat-Bisschopsweyerstraat
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Infrastructuurwerken en technische werken
○ slopen van bestaande verhardingen
○ Nieuw aan te leggen verhardingen
● Terreinaanlegwerken
○ Reliëfwijzigingen
○ Ontbossen
● Vegetatiewijziging wordt aangevraagd:
○ Inkorten en herprofileren gracht
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 – deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch gebied – deels landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg en/of Ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het perceel is ook niet gelegen binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Het blijft echter de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 23 december 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 4 maart 2025 |
Opening openbaar onderzoek | 13 maart 2025 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 11 april 2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum advies | 30 april 2025 |
1.e. Historiek
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Deze omgevingsvergunningsaanvraag heeft betrekking op de herinrichting van het kruispunt van de N80 – expressweg met de gemeentelijke wegen, Wolfstraat en Bisschopsweyerstraat.
Voorliggende aanvraag situeert zich in Alken op de kruising van de expressweg (N80), Wolfstraat en Bisschopsweyerstraat.
Het huidig project heeft als voornemen het bekomen van een veilig kruispunt. In de huidige situatie loopt de fietsoversteekplaats over de expressweg (N80) gelijk met het gemotoriseerd verkeer. Er is geen gescheiden oversteeklocatie voorzien. Voor de voetgangers is dit wel het geval. Concreet worden nieuwe aantakkingen gemaakt vanuit Weyerstraat, Simsebeekweg, Wolfstraat en Hemelsveldstraat richting N80 waar een gescheiden oversteeklocatie met middenberm voorzien zal worden over de expressweg. Er wordt ook een aftakking gemaakt vanuit de Weyerstraat en Simsebeekweg richting Bisschopsweyerstraat zodat deze weg gekruist kan worden gescheiden van het gemotoriseerd verkeer.
De bestaande verharding binnen de projectzone wordt opgebroken in functie de herinrichting van dit kruispunt. In totaal wordt er 4100m³ verhardingen opgebroken. Ook zal er nieuwe verharding worden aangelegd ten behoeve van de herinrichting van dit kruispunt en de aansluiting van de gemeentelijke wegen. De verhardingen van de fietspaden zijn voorzien in asfalt, de verhardingen van de voetpaden in klinkers. De verhardingen van Weyerstraat en Simsebeekseweg die heraangelegd worden zijn voorzien in asfalt. Het water loopt grotendeels af naar de naastliggende groenzones waar het op natuurlijke wijze kan infiltreren. In totaal worden 3900 m2 aan verhardingen aangelegd waarvan 3420 m2 in asfalt en 480 m2 in klinkers.
Tussen de N80 en de Weyerstraat is een bestaande gracht aanwezig. In functie van de nieuwe fietsverbinding tussen Weyerstraat en de N80 wordt de gracht over een lengte van 6 m gedempt waarbij het uiteinde van de gracht geherprofileerd wordt.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De aanvraag is deels gelegen binnen woongebied met landelijk karakter, deels binnen agrarisch gebied en deels binnen landschappelijke waardevol agrarisch gebied en is deels in overeenstemming met het geldende gewestplan.
De percelen zijn niet gesitueerd binnen een gemeentelijk of provinciaal RUP
De aanvraag is deels in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. Echter voor het deel dat er geen overeenstemming is met de voorliggende plannen kan er toepassing gemaakt worden van artikel 4.4.7 § 2 VCRO in het kader van het algemeen belang en openbaar nut.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassings- gebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°,
Artikel 4.4.7 §2, en artikel 4.7.1 §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Hoofdstuk II De handelingen van algemeen belang.
Art. 2. Als handelingen van algemeen belang, zoals bedoeld in artikel 4.1.1,5° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden de handelingen beschouwd die betrekking hebben op:
1° de openbare wegen, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals tunnels, viaducten,
bruggen, duikers, langsgrachten, tolinfrastructuur en parkings;
Hoofdstuk III De handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben of als dergelijke handelingen beschouwd kunnen worden.
Art. 3 § 1. Als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkt impact hebben, als vermeld in artikel 4.4.7 §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden de handelingen beschouwd die betrekking hebben op: 1° de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker;
9° de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse leidingen die voor het openbaar net bedoeld zijn, en voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en af- valwater en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur, zoals controlepunten, pomp- en over- slagstations.
10° de aanleg, wijziging of uitbreiding van infrastructuren en voorzieningen met het oog op de omgevingsintegratie van een bestaande of geplande infrastructuur of voorziening, zoals bermen of taluds, groenvoorzieningen en buffers, werkzaamheden in het kader van natuurtechnische milieubouw, geluidsschermen en geluidsbermen, grachten en wadi’s, voorzieningen met het oog op de waterhuishouding en de inrichting van oevers.
Combinaties van de handelingen, vermeld in het eerste lid, worden ook beschouwd als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De vergunningsaanvrager die de handelingen, vermeld in het eerste lid, wil uitvoeren, motiveert in zijn vergunningsaanvraag waarom die handelingen een ruimtelijk beperkte impact hebben.
Voorliggende aanvraag situeert zich in Alken op de kruising van de N80, Wolfstraat en Bisschopsweyerstraat. Het project heeft als voornemen het bekomen van een veilig kruispunt. In de huidige situatie loopt de fietsoversteekplaats over de N80 gelijk met het gemotoriseerd verkeer. Er is geen gescheiden oversteeklocatie voorzien. Voor de voetgangers is dit wel het geval. Concreet worden nieuwe aantakkingen gemaakt vanuit Weyerstraat, Simsebeekweg, Wolfstraat en Hemelsveldstraat richting de expressweg waar een gescheiden oversteeklocatie met middenberm voorzien zal worden over de N80. Er wordt ook een aftakking gemaakt vanuit de Weyerstraat en de Simsebeekweg richting de Bisschopsweyerstraat zodat deze weg gekruist kan worden gescheiden van het gemotoriseerd verkeer. De verhardingen die nodig zijn voor deze aftakkingen zijn voorzien tussen de bestaande lijninfrastructuren en snijden geen bijkomende open ruimte aan. Ter compensatie van deze nieuwe verhardingen worden ook heel wat verhardingen weggenomen. Er wordt een maximale vergroening voorzien binnen het projectgebied. Op één locatie dient de gracht over een beperkte lengte aangepast te worden gezien er geen alternatieven mogelijk zijn zonder de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruikers te verminderen. Al de aanwezige vegetatie worden binnen het plangebied gecompenseerd. Aan de noordzijde van expressweg zijn twee bestaande elektriciteitskabines aanwezig waarnaast het nieuwe fiets- en voetpad voorzien is. Ook hier geen alternatief mogelijk zonder de verkeersveiligheid te raken. Er is bijgevolg een beperkte ontbossing noodzakelijk. Hiervoor wordt een boscompensatie voorzien. Gezien de extra verhardingen beperkt zijn en gedeeltelijk gecompenseerd worden en gezien de aanpassingen van vegetaties, grachten en ontbossingen ook quasi volledig gecompenseerd worden kan gesteld worden dat het project een beperkt ruimtelijke impact heeft. De voorgestelde afwijkingen kunnen bijgevolg aanvaard worden gezien ze in overeenstemming zijn met de afwijkingsmogelijkheden voorzien in de Codex RO volgens artikel 4.4.7§2, handelingen van algemeen belang. Uit het voorgaande kan besloten worden dat te handelingen van algemeen belang zijn, een beperkte ruimtelijke impact hebben en maximaal geïntegreerd zijn in het landschap.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
Adviezen en Vergunningen Vlaams-Brabant en Limburg; Limburg | 12 maart 2025 |
|
|
Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Limburg | 12 maart 2025 | 18 maart 2025 | gunstig |
info@wateringdeherk.be | 12 maart 2025 | 4 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 12 maart 2025 | 4 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
indoor.astrid@ibz.fgov.be | 12 maart 2025 | 25 maart 2025 | gunstig |
Elia Contact Center Noord | 12 maart 2025 | 7 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
Externe Adviezen
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid.
2.e. Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 13 maart 2025 tot 11 april 2025.
Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid gezien er binnen de gestelde termijn van 50 dagen voor het verlenen van het advies niet zowel een openbaar onderzoek kan georganiseerd worden alsook de volledige behandeling en weerlegging van de bezwaren kan gebeuren door de lokale overheid.
Er werden echter binnen de procedure voor openbaar onderzoek van 13 maart 2025 tot en met 11 april 2025 geen bezwaren en/of opmerkingen ingediend.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
- functionele inpasbaarheid: voorliggende aanvraag situeert zich op de kruising van een gewestweg met 2 gemeentewegen. Het project heeft als voornemen het bekomen van een veilig kruispunt voor fietsers en voetgangers. Gelet op de aard van deze werken in het kader van het algemeen belang en de openbare veiligheid zijn deze werken dan ook functioneel inpasbaar in deze omgeving. De bestemmingsvoorschriften blijven ongewijzigd t.o.v. het geldende gewestplan en er is rekening gehouden met de bestaande omgeving en de omliggende bebouwingen. De ingrepen zijn een beperkte uitbreiding van de bestaande lijninfrastructuren en zijn bijgevolg functioneel inpasbaar.
- mobiliteitsaspect: In alle redelijkheid kan worden gesteld dat voorliggende aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit. Door deze ingrepen ontstaat een veiligere kruissituatie voor de fietsers en voetgangers zonder dat daarbij het doorgaande verkeer op de gewestweg belemmerd kan/zal worden. De voorgestelde ingrepen hebben dus een gunstige mobiliteitsimpact en zal het gebruiksgenot en veiligheid verhogen.
- schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: Het project beoogt een zuinig ruimtegebruik waarbij de extra verhardingen grotendeels gecompenseerd worden door onthardingen elders binnen het projectgebied. De verhardingen worden maximaal ingebed in de omgeving. Er is maximaal aandacht geschonken aan het behoud van het karakter van omgeving door het behoud van de bomen en vegetaties en toevoeging van groen door o.a. ontharding. Het project is bijgevolg aanvaardbaar voor wat betreft de beschouwde beoordelingsaspecten.
- visueel-vormelijke elementen: Het aangevraagde project betreft een herinrichting van het kruispunt binnen de bestaande weginfrastructuur en de grachten in de omgeving. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande omgeving gezien de verenigbaarheid met de omgeving en de bestaande infrastructuur.
- Cultuurhistorische aspecten: Het perceel is niet gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht. Deze aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van deze omgeving.
- het bodemreliëf: bij de realisatie van deze werken zullen er slechts beperkte reliëfwijzigingen gebeuren voor het wijzigen van een gracht. Bij de realisatie van het project zal het bestaande reliëf zoveel als mogelijk behouden blijven en zullen de wijzigingen gering blijven.
- hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: De te realiseren wegeniswerken geven geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit. De voorgestelde werken zijn voor het gebied stedenbouwkundig verantwoord. De voorgestelde invulling zal geen negatieve invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving. Gezien de bestaande ruimtelijke configuratie en de reeds aanwezige bebouwing wordt het bestaande straatbeeld ook niet aangetast door de realisatie van deze infrastructuurwerken.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
MER:
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, maar wel onder bijlage III, met name nr. 10.e: bijlage 3.
In de beoordeling van de effecten op de omgeving is de impact omschreven en wordt nagegaan of de effecten als niet aanzienlijk mogen beschouwd worden.
Effecten op mobiliteit:
Voorliggend project situeert zich op de kruising van de Lokers (N80), Wolfstraat en Bisschopsweyerstraat te Alken, in de provincie Limburg. Het project heeft als voornemen het bekomen van een veilig kruispunt. In de huidige situatie loopt de fietsoversteekplaats over Lokers (N80) gelijk met het gemotoriseerd verkeer. Er is geen gescheiden oversteeklocatie voorzien. Voor de voetgangers is dit wel het geval. Concreet worden nieuwe aantakkingen gemaakt vanuit Weyerstraat, Simsebeekweg, Wolfstraat en Hemelsveldstraat richting Lokers waar een gescheiden oversteeklocatie met middenberm voorzien zal worden over Lokers. Er wordt ook een aftakking gemaakt vanuit Weyerstraat en Simsebeekweg richting Bisschopsweyerstraat zodat deze weg gekruist kan worden gescheiden van het gemotoriseerd verkeer. De werken in de aanlegfase zullen ca. 3 maanden in beslag nemen.
Tijdens de werken zal zoveel als mogelijk gekozen worden om de doorstroming van het verkeer niet volledig te onderbreken en steeds de helft van de weg vrij te laten. Mogelijks zal er voor zeer beperkte tijd omleiding voorzien worden. Vanwege de tijdelijke aard van de werken zal dit maar heel tijdelijke verkeershinder veroorzaken.
Bij de werken zal er ca. 475 m³ grond worden uitgegraven en afgevoerd. Uitgaand van 20 m³ grond per vrachtwagen worden hierdoor ca. 24 vrachten gegenereerd. Dit komt neer op ca. 2 vrachtwagens per week. In realiteit zullen er op bepaalde momenten pieken ontstaan afgewisseld met luwere periodes. Het grondverzet zal worden ontsloten via de N80. Daarnaast zullen er nog 35 vervoersbewegingen zijn voor het leveren van materiaal dit is ontsloten via de N80. Er zullen ongeveer 6 mensen worden tewerkgesteld op de werf.
In de exploitatiefase zal dit project niet leiden tot bijkomend gemotoriseerd verkeer. De verbeterde fietsoversteekplaats zal er mogelijk wel voor zorgen dat de route aantrekkelijker wordt voor fietsers. Het project zal zorgen voor een verbeterde verkeersveiligheid voor zwakke weggebruikers.
Voorliggend project zal over het algemeen een positieve invloed hebben op de mobiliteit ter hoogte van het projectgebied.
Effecten op de bodem:
Er zal geen bemaling worden uitgevoerd en daarnaast zijn er geen bodemonderzoeken gekend binnen de projectsite.
Gedurende de aanlegfase zullen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen worden om elke accidentele lozing te vermijden. Hiertoe dienen de richtlijnen uit de ‘good practice’ nageleefd te worden, en moet de bestaande regelgeving, waaronder o.m. de regelgeving grondverzet, te allen tijde gerespecteerd worden. Concreet betekent dit onder meer dat indien tijdens de graafwerken verdachte gronden worden vastgesteld (waarneembare geur, aanwezigheid van stortmateriaal,…) een erkend bodemsaneringsdeskundige dient geraadpleegd te worden om de werken in de desbetreffende zones verder te begeleiden.
Het projectgebied wordt gekenmerkt door een vochtig tot natte zandleembodem met textuur B horizont volgens de Bodemkaart waarvan in realiteit de bodems al grotendeels verstoord zijn door vergraving en/of verharding in het verleden.
Tijdens de werkzaamheden moet de vigerende wetgeving gevolgd worden. Door zorgvuldig en volgens de geldende regelgeving te werken, worden risico’s naar de omgeving toe, en potentiële risico’s voor de menselijke gezondheid, tot een minimum beperkt. Momenteel zijn geen aanwijzingen voorhanden die erop wijzen dat van de bodem t.h.v. de projectsite een potentieel risico op de menselijke gezondheid uitgaat. In geval van calamiteiten door onvoorziene gebeurtenissen, dient de schadegevallenprocedure van het Bodemdecreet gevolgd te worden.
Er zal een beperkte afname in verharding zijn. In het totaal wordt er 4100 m² bestaande verharding weggenomen en 3900 m² verharding aangelegd waarvan 3420 m2 in asfalt en 480 m2 in klinkers. Hierdoor wordt er geen bijkomend risico op erosie van de bodem verwacht in de omgeving.
Er worden geen rechtstreekse emissies naar de bodem verwacht binnen het projectgebied, noch in de aanlegfase, noch in de exploitatiefase.
Effecten op het watersysteem:
Gedurende de aanlegfase zullen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen worden om elke accidentele lozing te vermijden. Hiertoe dienen de richtlijnen uit de ‘good practice’ nageleefd te worden, en moet de bestaande regelgeving, waaronder o.m. de regelgeving grondverzet, te allen tijde gerespecteerd worden.
Het projectgebied heeft in de actuele toestand geen kans op fluviale overstromingen, wel is er een middelgrote kans op pluviale overstroming. Wel zal het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen. Het project voorziet in het inbuizen van een bestaande gracht, deze wordt over een lengte van 6 m gedempt waarbij het uiteinde geherprofileerd wordt. De gracht bevindt zich tussen de Lokers en Weyerstraat. Er wordt ingeschat dat de impact op het watersysteem beperkt zal zijn vanwege de verwaarloosbare grootte van de demping en omdat de gracht niet wordt gekenmerkt door overstromingsgevoeligheid.
In totaal is er afname van verharding van +- 200 m². Hierdoor is de impact minimaal. Het water van de verhardingen stroomt daar waar mogelijk af naar groenbermen waar het op natuurlijke wijze kan infiltreren. Hierbij is er bijzondere aandacht geschonken aan het vermijden van wateroverlast naar naastliggende percelen. Het afstromen van regenwater naar private percelen wordt volledig vermeden door het voorzien van afvoergeulen en kolken daar waar nodig.
Effecten op de luchtkwaliteit:
Huidige luchtkwaliteit in het projectgebied, op basis van de meetgegevens voor het jaar 2023:
Tijdens de aanlegfase is hoofdzakelijk werfverkeer relevant in functie van luchtemissies. De impact van de luchtverontreiniging ten gevolge van het werfverkeer zal verwaarloosbaar zijn. Het project zal geen positief of negatief effect op de hoeveelheid verkeer t.h.v. de site hebben. Bijgevolg zal het project geen negatieve impact op de luchtkwaliteit hebben. Aangezien de luchtkwaliteit ter hoogte van het projectgebied in de huidige situatie voldoet aan de relevante grens- en advieswaarden en er geen significant (negatief) effect op de hoeveelheid verkeer wordt verwacht ter hoogte van de locatie, kan er aangenomen worden dat de luchtkwaliteit ook na de werkzaamheden goed zal zijn.
Effecten op geluid of trillingen:
Aanlegfase: De werkzaamheden gedurende de aanlegfase veroorzaken geluidshinder en trillingen. Deze effecten zijn echter tijdelijk, vinden enkel/voornamelijk overdag plaats, en hebben betrekking op de omliggende woningen (< 25 m). Daarom moet steeds de code van goede praktijk worden toegepast voor het kiezen van uitvoeringstechnieken en het gebruik van machines. Werfmachines worden zo ver als mogelijk van de bestaande woonontwikkeling geplaatst. Er worden een aantal specifieke bepalingen opgelegd in het aannemingsbestek. Hierbij worden minimaal volgende richtlijnen gerespecteerd:
● 1. inrichting van de werfzone:
○ a. opstellen en opvolgen van werkprocedures die periodiek op hun efficiëntie worden gecontroleerd;
○ b. oordeelkundige inplanting van tijdelijke werfinstallaties en machines rekening houdend met de ligging van gevoelige receptoren (het woongebied).
● 2. minder hinder aspecten:
○ a. de uitvoering van het project gebeurt in meerdere fasen, vnl. in functie van de verkeersafwikkeling;
○ b. de uitvoering gebeurt met respect voor de omgeving, i.e. minimaliseren van werfverkeer door onder andere maximaal gebruik te maken van de capaciteit van transportmiddelen;
○ c. opvolgen trillingshinder t.a.v. nabijgelegen woningen;
○ d. beperken van geluidshinder:
○ e. gebruiken van geluidsarme (cfr. KB van februari 2006) en goed onderhouden machines
○ f. vermijden van hinder bij dichtklappen van laadkleppen en lossen van materiaal.
Exploitatiefase: De projectlocatie bevindt zich reeds in een gebied dat gekenmerkt wordt door een eerder hoge geluidsbelasting. Deze is afkomstig van het verkeer op de Lokers ter hoogte van het projectgebied. Aangezien het project niet zal leiden tot een toename van de verkeershoeveelheid tijdens de exploitatiefase, zal de geluidsbelasting en overlast door trillingen niet verder toenemen als gevolg van het project.
Effecten op de biodiversiteit:
Om voor een groen en biodivers straatbeeld te zorgen en ter compensatie van de biologische waarde die mogelijk deels verloren gaat door het dempen/inbuizen van de grachten, zullen de onverharde delen tussen de rijbanen en de fietspaden worden ingezaaid met biodiverse bloemrijke zaaimengels. Hierdoor kunnen de biodiversiteitswaarden in het projectgebied verder opgekrikt worden.
Het dichtstbijzijnde VEN gebied ligt op 2,8 km ten Westen van het projectgebied, namelijk “Nieuwenhoven Duras”. SBZ-gebieden Voorliggend project valt niet samen Europees Habitatrichtlijngebied. Op ca. 1km ten zuidwesten van de project site bevindt zicht “Bossen en kalkgraslanden van Haspengouw” (BE2200038) het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied. Binnen een afstand van 10 km tot het projectgebied zijn geen Europese Vogelrichtlijngebieden gelegen.
De biologische waarderingskaart toont aan dat deel van het project gebied overlapt met biologisch waardevolle vegetatie. Het gaat o.m. over de berm tussen de Weyerstraat en de N80, dewelke gekarteerd staat als jong loofbos (n). Deze kartering is echter verouderd, gezien er geen bos meer aanwezig is. In realiteit is er verruigd grasland aanwezig. Het perceel tussen de N80 en de Hemelsveldstraat staat gekarteerd als minder dichte bebouwing (ua), hoewel er in realiteit jong loofbos aanwezig is.
Er gaat geen SBZ of VEN gebied verloren wel zal er vegetatie verdwijnen in de vorm van ontbossing en het dempen van de gracht. Voor de ontbossing werd een B23 opgesteld voor boscompensatie. Van de 1409 m² bos zal er 171 m² worden gekapt. De compensatiefactor is 2 omdat het gaat over bos dat voor minstens 80% bestaat uit inheems loofhout. De ontbossing zal financieel gecompenseerd worden voor de prijs van 1915,20 euro. Het project voorziet in het dempen van 6 m gracht waarbij het uiteinde van de gracht geherprofileerd wordt. Er werd een vegetatiewijzigingsnota opgesteld voor de reliëfwijziging van de gracht met grazige vegetatie. Er bleek geen nood voor een voortoets of passende beoordeling.
De werkzaamheden zorgen voor tijdelijke geluidsemissies, die verstoring kunnen inhouden voor de fauna die rond het projectgebied voorkomt. Doordat er reeds een verhoogd geluidsniveau (55-75 dB) aanwezig is rondom het projectgebied, zullen de werken echter niet zorgen voor een significante verhoging van het geluidsniveau in de omgeving. Bovendien bestaat er hierdoor reeds een mate van gewenning aan een verhoogd geluidsniveau voor de aanwezige fauna. De werken vinden hoofdzakelijk overdag plaats, waardoor gebruik van werfverlichting tot een minimum beperkt wordt. Op deze manier zullen er geen significante effecten van geluid- of lichtverstoring optreden.
Het dempen/inbuizen van de grachten houdt mogelijk een wijziging van de waterhuishouding van de omliggende vegetaties in. Gezien het echter slechts om een zeer beperkte lengte te dempen grachten gaat, is de verwachte wijziging in waterhuishouding zeer beperkt. Bovendien valt de omliggende vegetaties niet onder SBZ of VEN gebied. Het project voorziet niet in een bemaling, waardoor er tijdens de aanlegfase geen tijdelijke verdrogingseffecten zullen optreden. Er wordt op vlak van wijziging in hydrologie geen significant negatief effect verwacht op de biodiversiteit.
Tijdens de aanlegfase kan er tijdelijk stikstofemissie plaatsvinden door gebruik van de werfmachines. De aanlegwerken zijn van tijdelijke aard, ze zullen ca. 3 maanden in beslag nemen. Door de zeer beperkte aard en duur van de werken, zal de stikstofdepositiebijdrage als gevolg van het project ook zeer beperkt zijn. De SBZ en VEN gebieden liggen op respectievelijk 1 en 2,8km van het project gebied waardoor het effect verwaarloosbaar wordt geacht. Er was hierdoor ook geen voortoets of verscherpte natuurtoets nodig. De meest stikstofgevoelige habitat binnen het SBZ-H gebied “Bossen en kalkgraslanden van Haspengouw” is 6230_ha (soortenrijke graslanden van het struisgrasverbond) met een kritische depositiewaarde van 12 kg N/(ha*j). Rekening houdend met de beperkte en bovendien zeer tijdelijke stikstofdepositie van voorliggend project alsook de grote afstand tot beschermde natuurgebieden, worden er als gevolg van stikstofemissies in de aanlegfase geen significant negatieve effecten verwacht op de biodiversiteit.
In de exploitatiefase veroorzaakt het project geen wijzigingen in het aantal bewegingen van gemotoriseerd verkeer. Ook in de exploitatiefase zal het project dus geen significant negatieve effecten hebben op de biodiversiteit.
Effecten op het onroerend erfgoed:
Er bevindt zich geen archeologische site en UNESCO werelderfgoed in de omgeving van het projectgebied. Wel is er inventaris bouwkundig erfgoed aanwezig. Net buiten het projectgebied bevindt zich een langgestrekte hoeve en verder op in de Wolfstraat bevindt zich een hoeve met losstaande bestanddelen. Voor de inventaris landschappelijk erfgoed bevindt zich een semi-gesloten hoeve en Sint-Joriskapel op zo een 300 tot 500 meter van de site, deze zijn ook als bouwkundig erfgoed geregistreerd en als beschermde stads-en dorpsgezichten. Op 1,8 km van de site bevindt zich het geheel van “oud bos, kastelen en parken van Nieuwenhoven, Nonnemielen, Spinveld, Terkelen, Nieuwerkerken en Kortenbos”. Het projectgebied voorziet in een af te graven oppervlakte tijdens de aanlegfase.
De werkzaamheden concentreren zich in de zone van bestaande weginfrastructuur en blijven buiten de locaties waar onroerend erfgoed aanwezig is. Er is geen bemaling en bijgevolg dus geen risico’s door zettingen op het aanwezige onroerende erfgoed. Er kan gesteld worden dat vanwege de tijdelijke, kortdurende en beperkte aard van de werken er geen significant negatief effect zal zijn. Aangezien de afgravingen voornamelijk plaatsvinden op plekken waar reeds aan verharding en/of afgraving gebeurd is wordt er geen significant negatief effect verwacht op archeologie.
Effecten op licht of straling:
Aangezien normaliter enkel overdag tijdens de gangbare werkuren gewerkt zal worden, zal over het algemeen geen werfverlichting dienen gebruikt te worden. In de situaties waar werfverlichting wel vereist is, zal deze verlichting op een efficiënte manier georganiseerd worden, zodat zo weinig mogelijk hinder naar de omgeving toe veroorzaakt wordt.
De zone van het project gebied is reeds goed verlicht en hier zullen weinig aanpassingen aan gebeuren. Bijgevolg kan aangenomen worden dat dit geen significant negatief effect zal hebben. Er worden daarom geen significant effecten van lichtverstoring verwacht.
Beoordeling van de vegetatiewijzigingen:
Volgende vegetatiewijziging wordt aangevraagd tussen 1 januari 2025 tot en met 12 december 2025:
● Inkorten en herprofileren van grachten
Het gaat om de gracht tussen de Weyerstraat en N80. Op de biologische waarderingskaart staat de gracht niet gekarteerd. Het perceel waar de gracht gelegen is staat gekarteerd als jong loofbos (n). De aanvrager geeft aan dat hier in werkelijkheid geen jong loofbos aanwezig is, maar een grazige vegetatie in de grachten. Om voor een groen en biodivers straatbeeld te zorgen en ter compensatie van de biologische waarde die mogelijk deels verloren gaat door het dempen/inbuizen van de grachten, zullen de onverharde delen tussen de rijbanen en de fietspaden worden ingezaaid met biodiverse bloemrijke zaaimengels. Hierdoor kunnen de biodiversiteitswaarden in het projectgebied verder opgekrikt worden.
Conclusie
Gunstig advies
Werken
Volgende werken worden gunstig geadviseerd:
● Infrastructuurwerken en technische werken
○ slopen van bestaande verhardingen
○ Nieuw aan te leggen verhardingen
● Terreinaanlegwerken
○ Reliëfwijzigingen
○ Ontbossen
● Vegetatiewijziging wordt aangevraagd:
○ Inkorten en herprofileren gracht
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen levert een gunstig advies af voor volgende handelingen:
● Infrastructuurwerken en technische werken
○ slopen van bestaande verhardingen
○ Nieuw aan te leggen verhardingen
● Terreinaanlegwerken
○ Reliëfwijzigingen
○ Ontbossen
● Vegetatiewijziging wordt aangevraagd:
○ Inkorten en herprofileren gracht
Artikel 2: Een afschrift van dit advies zal via het Omgevingsloket bezorgd worden aan de Vlaamse overheid.
Zitting van 30 04 2025
Melding van een IIOA M241
Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door Rob Geuens namens STADSBADER CONTRACTORS NV gevestigd te Antoon van Osslaan 1 te 1120 Brussel voor het plaatsen van een werfinrichting op een perceel, gelegen Boskoopweg 1, 3 en 5, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 1069 K, (afd. 2) sectie E 1069 H, (afd. 2) sectie E 1069 M, (afd. 2) sectie E 1069 L en (afd. 2) sectie E 1070 B3.
De melding werd ingediend door NV STADSBADER CONTRACTORS, Antoon van Osslaan 1, te 1120 Brussel via het omgevingsloket op 15/04/2025.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:
“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Boskoopweg 1, 3 en 5, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie E nr. 1070 B/3, 1069/H, 1069/M, 1069/K en 1069/L.
De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.
De IIOA omvat: Een tijdelijke plaatsing van een werfinstallatie voor het project Alken Vallei.
Rubrieken
Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
17.3.6.1°b) | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.7.1°b) | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.8.1° | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
6.5.1° | Mazout in dubbelwandige werftank en 1 verdeelslang/tankpistool ten behoeve van de werftuigen van de bouwfirma op het project. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.2.1.1.1°b | Opslag van 1,7 ton mazout ten behoeve van de werftuigen van de bouwfirma op het project. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.2.2.1° | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.4 | De opslag van 500 kg gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen. Zakken cement en herstelmortels 25 kg/stuk. White spirit en kuisproducten in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter. Benzine (2-takt en 4-takt) in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter gestockeerd op lekbakken, als brandstof voor het materieel van de aannemer (trilplaat, betonzaagmachine, …). Biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter. De stockage gebeurt in een geventileerde ruimte en onttrokken aan het zicht. Vloeistoffen staan per soort op een lekbak. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
17.3.6.1°b) | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.7.1°b) | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.8.1° | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
6.5.1° | Mazout in dubbelwandige werftank en 1 verdeelslang/tankpistool ten behoeve van de werftuigen van de bouwfirma op het project. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.2.1.1.1°b | Opslag van 1,7 ton mazout ten behoeve van de werftuigen van de bouwfirma op het project. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.2.2.1° | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.4 | De opslag van 500 kg gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen. Zakken cement en herstelmortels 25 kg/stuk. White spirit en kuisproducten in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter. Benzine (2-takt en 4-takt) in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter gestockeerd op lekbakken, als brandstof voor het materieel van de aannemer (trilplaat, betonzaagmachine, …). Biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter. De stockage gebeurt in een geventileerde ruimte en onttrokken aan het zicht. Vloeistoffen staan per soort op een lekbak. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 in woonuitbreidingsgebied.
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd plan van aanleg Centrum 2 in een zone voor koeren en hovingen, een zone voor parking, een zone voor voetpad en een zone voor sociale woningbouw.
Het eigendom is deels gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kouterman zone voor zorgcampus en aanvullende voorzieningen.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
Omschrijving aanvraag
Om de bouwwerkzaamheden vlot en met een minimale hinder voor de omgeving te organiseren, is een tijdelijke werfinstallatie noodzakelijk. Deze tijdelijke werfinstallatie bestaat uit een centrale locatie met kantoor, refter, kleedruimte en sanitair voor de medewerkers van de aannemer die de werken uitvoert. Hier gebeurt de stalling van werftuigen en opslag van materialen en producten die op de werf worden gebruikt. Zodra de werkzaamheden het toelaten, wordt de tijdelijke werfinstallatie verwijderd.
Beoordeling
Deze aanvraag heeft uitsluitend betrekking op de tijdelijke werfinstallatie die noodzakelijk is om
werkzaamheden met een minimale hinder te kunnen uitvoeren.
Gelet dat de bepalingen omschreven in het informatie projectplan met betrekking tot milieu en hinder gevolgd moeten worden. Verder dienen de ingedeelde activiteiten en inrichtingen van tijdelijke aard te zijn en worden ze toegestaan voor maximaal 1 jaar na de aktename.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:
● Voorafgaand dient een inname openbaar domein aangevraagd te worden bij de gemeente Alken.
● De bepalingen omschreven in het informatie projectplan met betrekking tot milieu en hinder moeten gevolgd worden.
● De ingedeelde activiteiten en inrichtingen dienen van tijdelijke aard te zijn en worden toegestaan voor maximaal 1 jaar na de aktename.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 30/04/2025 HET VOLGENDE:
Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door NV STADSBADER CONTRACTORS, Antoon van Osslaan 1, te 1120 Brussel voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
17.3.6.1°b) | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.7.1°b) | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.8.1° | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
6.5.1° | Mazout in dubbelwandige werftank en 1 verdeelslang/tankpistool ten behoeve van de werftuigen van de bouwfirma op het project. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.2.1.1.1°b | Opslag van 1,7 ton mazout ten behoeve van de werftuigen van de bouwfirma op het project. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.3.2.2.1° | Meervoudige rubricering: Opslag van 0,5 ton biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in vaten van 200 liter. Identiek product als in rubriek 17.4 maar anders verpakt. Indien het ontkistingsmiddel in vaten wordt gebruikt vermindert de effectieve hoeveelheid in rubriek 17.4. Stockage op lekbakken in een container, afgeschermd tegen neerslag en directe zon en voorzien van ventilatieopeningen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
17.4 | De opslag van 500 kg gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen. Zakken cement en herstelmortels 25 kg/stuk. White spirit en kuisproducten in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter. Benzine (2-takt en 4-takt) in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter gestockeerd op lekbakken, als brandstof voor het materieel van de aannemer (trilplaat, betonzaagmachine, …). Biologisch afbreekbaar ontkistingsmiddel in afzonderlijke gesloten bidons van maximaal 25 liter. De stockage gebeurt in een geventileerde ruimte en onttrokken aan het zicht. Vloeistoffen staan per soort op een lekbak. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Boskoopweg 1, 3 en 5, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie E nr. 1070 B/3, 1069/H, 1069/M, 1069/K en 1069/L.
Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
Hoofdstukken 4 | Algemene milieuvoorwaarden - algemeen |
Hoofdstuk 5.17 | Sectorale milieuvoorwaarden – opslag van gevaarlijke producten |
Hoofdstuk 5.6 | Sectorale milieuvoorwaarden – brandstoffen en brandbare vloeistoffen |
2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
● Voorafgaand dient een inname openbaar domein aangevraagd te worden bij de gemeente Alken.
● De bepalingen omschreven in het informatie projectplan met betrekking tot milieu en hinder moeten gevolgd worden.
● De ingedeelde activiteiten en inrichtingen dienen van tijdelijke aard te zijn en worden toegestaan voor maximaal 1 jaar na de aktename.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).
U bent een rolrecht verschuldigd van:
● 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
● 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.
U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer info
De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in
● het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,
● het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
● het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.
● Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van 30 04 2025
Omgevingsvergunning 977
Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van een woning in gesloten bebouwing ingediend door de heer Piet Franck wonende te Motstraat 6 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Motstraat 6, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 760 Y2 en (afd. 2) sectie F 760 Z2. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | de heer Piet Franck wonende te Motstraat 6 te 3570 Alken
|
Ligging van het perceel: | Motstraat 6
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie F nrs. 760Y2 en 760Z2
|
Projectnaam: | Motstraat 6 - Franck Piet
|
Dossiernummer: | 2024151
|
Intern dossiernummer: | 977
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024161438
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
het verbouwen van een woning in gesloten bebouwing
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Verbouwen van een ééngezinswoning
● Afbraak van een bijgebouw
● Realisatie van een nieuwe tuinberging
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan -gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.
De gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen
Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd RUP CENTRUM V Zuid definitief vastgesteld bij besluit van de Gemeenteraad op 24.06.2021 – zone voor gemeenschapsvoorzieningen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet vervallen verkaveling.
De voorschriften van het RUP Centrum V Zuid zijn van toepassing op dit perceel.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets:
Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een gesloten ééngezinswoning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.
De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 140,84m². Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter. Aangezien de achtertuin merkelijk hoger gelegen is dan de straat is het technisch niet mogelijk om in het kader van de hemelwaterverordening het water van daken/verhardingen af te voeren naar een open infiltratievoorziening in deze tuin. Daarom voorziet de bouwheer bij wijze van uitzondering een ondergrondse infiltratieput, en een dijkje in de tuin waardoor bijkomend ook het afstromende water vanuit deze tuin afgeremd wordt.
Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten, een wasmachine en een buitenkraan.
Alle nieuwe verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of worden zo
aangelegd dat het water erlangs op eigen terrein kan infiltreren. Deze maken bijgevolg geen deel
uit van de verordening. De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.
Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.
De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater rekening houdend met de toegestane afwijking in het kader van de realisatie van de infiltratievoorziening dewelke deels ondergronds zal gebeuren.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegenererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 18 december 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 5 februari 2025 |
Opening openbaar onderzoek | 13 februari 2025 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 14 maart 2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 24 april 2025 |
1.f. Historiek
De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvraag omvat de verbouwing en uitbreiding van een gesloten ééngezinswoning, de afbraak van een luifel en de realisatie van een nieuwbouw tuinhuis.
Het perceel is gelegen aan een gewestweg, nl. de Motstraat, een geasfalteerde weg die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De straat is gesitueerd midden in het centrum van Alken en wordt gekenmerkt door verschillende bebouwingen voornamelijk bestaande uit handelsruimten, kantoorruimten eventueel in combinatie met appartementen en uitsluitend appartementsgebouwen en dit voornamelijk in gesloten bebouwing. Zowel aan de linker als de rechterzijde van het perceel bevindt zich een ééngezinswoning waartegen de huidige woning aansluit gezien dit een gesloten bebouwing betreft. Aan de achterzijde links van het perceel grenst de tuin eveneens aan de schoolgebouwen van de gemeentelijke basisschool. Deze schoolgebouwen begrenzen de tuin aan deze zijde.
Huidige aanvraag betreft de grondige verbouwing en renovatie van de bestaande gesloten ééngezinswoning. Zo zal onder andere het hellend dak en het buitenschrijnwerk volledig vernieuwd worden. De voorgevel zal op het gelijkvloers aangepast worden, gezien dit een vitrine voor een bloemenwinkel was en nu een woonfunctie zal krijgen. De grote vitrines worden vervangen door verticale raamopeningen achter een houten lamellenstructuur. Op deze manier krijgen we veel licht in de leefruimtes zonder dat er een grote inkijk in de privé zal zijn. Het gedeelte van de voorgevel op de verdieping zal volledig gereinigd en hersteld worden in zijn oorspronkelijke staat (zoals de woning van de rechterbuur). Het hoofdgebouw wordt intern grondig verbouwd. De inkomdeur, inkomhal en trap worden verplaatst, zodat de circulatie in de woning logischer is en er een grote leefruimte met annex bureau gecreëerd wordt. De keuken en eethoek in het nieuwe gedeelte zijn bereikbaar via de zithoek en staan in relatie met de leefruimte via een patio.
De bijgebouwen achter het hoofdgebouw worden afgebroken en vervangen door een nieuwe hedendaagse uitbreiding met 1 bouwlaag en plat dak. In de huidige toestand is er namelijk weinig tot geen contact met de mooie achterliggende tuinzone. Het nieuwe gedeelte zal plaats bieden aan een ruime keuken en eethoek, waarbij veel licht en uitzicht naar de tuin gerealiseerd worden. Naast een keuken een eethoek wordt het nieuwe gedeelte ook voorzien van een overdekt terras. Het dak vormt een architecturaal geheel met het nieuwe volume. De totale bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 16m08, exclusief het overdekt terras. Het overdekt terras heeft een bouwdiepte van 2m75 op het breedste punt. In totaliteit bedraagt de bouwdiepte inclusief overdekt terras bijgevolg 18m83.
Het terras wordt 5cm lager voorzien dan het vloerpeil binnen. Aangezien het maaiveld van de tuin ongeveer 40cm omhoog helt naar achter toe, zal het maaiveld ter hoogte van het terras en de onmiddellijke zone hierachter een beetje verlaagd worden (+/- 10 à 20cm) om verder naar achter geleidelijk aan terug aan het sluiten op het bestaande maaiveld.
De gevels van de woning worden voorzien van een cementering/sierpleister in een grijze betonlook in combinatie met zwart aluminium buitenschrijnwerk.
In de achtertuin zal er tegen de bestaande scheidingsmuur van het schoolgebouw aan de linkerzijde van het perceel een tuinberging bijgebouwd worden. Het volume met plat dak omvat een oppervlakte van 40m² en een hoogte van 3m22 ten opzichte van het maaiveld. Voor het gevelmateriaal gaan we dezelfde roodbruine gevelsteen gebruiken als die van de scheidingsmuur, zodat het nieuwe volume een geheel vormt met de scheidingsmuur.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De aanvraag is principieel niet in overeenstemming met het geldende gewestplan en het RUP, wat betreft de aanvraag tot de renovatie en uitbreiding van de ééngezinswoning . Gezien gesitueerd binnen een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Echter is van toepassing:
‘Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening - Afdeling 2 Basisrechten voor zonevreemde constructies
Sectie 1 Bestaande zonevreemde woningen
Subsectie 1 Verbouwen
Artikel 4.4.12.
In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten.
Subsectie 4 Uitbreiden
Artikel 4.4.15.
Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde woning is vergunbaar, voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1 000 m3 en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten.
De mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, gelden niet in :
1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
2° recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding « recreatie » sorteren.
Uit bovenvermelde beschrijving van de werken kan worden opgemaakt dat de voorliggende aanvraag voldoet aan de bepalingen van de vermelde artikelen van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening inzake de basisrechten voor de zonevreemde woningen. Op basis van een bouwhistorisch, cartografisch en materiaal-technisch onderzoek dat gevoegd werd bij de aanvraag kan de bestaande woning als vergund geacht worden beschouwd. Het gebouw kan dan ook niet aanschouwt worden als ‘verkrot’, aangezien het tot op heden gebruikt wordt als woning.
De aanvraag betreft de verbouwing en het uitbreiden van de bestaande gesloten ééngezinswoning. Het volume van de woning met realisatie van de nieuwe ruimte blijft beperkt tot het maximum toegelaten bruto-volume van 1000m³. Het volume van de woning komt volgens de berekeningen opgenomen in de beschrijvende nota van de architect op 926,41m³, dus dit is binnen het toegestane maximale bruto-volume van 1000 m3. Het aantal woongelegenheden zijnde één wordt niet gewijzigd. Daarenboven is een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut geen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De bestaande woning dateert volgens de kadastrale gegevens van de periode tussen 1919-1930, waarbij ze conform haar huidige inplanting en afmetingen als dusdanig wordt weergegeven. Gelet op de hoger geciteerde wetgeving kunnen de aangevraagde werken tot verbouwing en uitbreiding bijgevolg ter plaatse aanvaard worden.
Lasten instrumentendecreet
Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024.
In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO.
Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO.
Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:
De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:
● Er dient een haag te worden aangeplant over een lengte van min. 30 lopende meter.
● De haag moet aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
Vergunningen in toepassing van de regelgeving rond zonevreemde constructies zijn een uitzondering, zijnde een afwijking. Van de vergunninghouder wordt dan ook verwacht dat hij via een opgelegde last bijdraagt tot het realiseren van één van volgende doelstellingen:
● Het uitbouwen van de landschappelijke en ecologische kwaliteit van de open ruimte
● Het uitbouwen van een duurzaam waterbeheer
● Het verhogen van de biodiversiteit
● Het tegengaan van klimaatverandering
Het aanplanten van deze bijkomende haag maakt deel uit van de verwezenlijking van groene ruimten en verhoogt de landschappelijke kwaliteit en de ecologische kwaliteit van de open ruimte en verhoogt de biodiversiteit.
De last in natura bevindt zich in de nabijheid van het project (nl. op het eigen perceel) en is redelijk en in verhouding tot het vergunde project en kan verwezenlijkt worden door de aanvrager zonder toedoen van derden.
De uitvoering van de last wordt gedekt door het opleggen van een financiële waarborg volgens artikel 77 OVD.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 5 februari 2025 | 25 februari 2025 | geen advies |
Fluvius | 5 februari 2025 | 20 februari 2025 | voorwaardelijk gunstig |
AWV - District Zuid-Limburg | 5 februari 2025 | 26 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
● De aanvraag werd op 05.02.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan dienst waterlopen, provincie Limburg. Op 25.02.2025 hebben zij via het omgevingloket laten weten geen officieel advies te willen uitbrengen in dit dossier.
● De aanvraag werd op 05.02.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius - Kenniscentrum riolering. Op 20.02.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies met ref. 5000091867 ontvangen. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven
● De aanvraag werd op 05.02.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan het agentschap Wegen en Verkeer. Op 26.03.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies via het omgevingsloket ontvangen. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven
2.e. Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 13 februari 2025 tot 14 maart 2025.
Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en een digitaal bezwaar
Behandeling van de bezwaren:
Bezwaar1
Datum 11 maart 2025
Inhoud van het bezwaar
eigendomsgrenzen en inplanting tuinhuis
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Overwegende dat het openbaar onderzoek werd gehouden van 13.02.2025 tot en met 14.03.2025 omwille van het feit dat voorliggend ontwerp afwijkt van de voorschriften.
Na het openbaar onderzoek kan de bevoegde overheid toestaan dat de vergunningsaanvrager wijzigingen aanbrengt in zijn vergunningsaanvraag. Het verzoek daartoe gaat uit van de vergunningsaanvrager.
Er moet geen nieuw openbaar onderzoek worden georganiseerd, wanneer met de aanpassing van de plannen tegemoet gekomen wordt aan de adviezen en/of aan de bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek werden geformuleerd: dit houdt niet in dat de planaanpassingen volledig aan de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren en opmerkingen moeten tegemoetkomen (RvVb 17 april 2018, nr. RvVb/A/1718/0784)
Er werd op 03.04.2025 een gewijzigde projectinhoud aanvaard waarbij er een aanpassing van de plannen werd gedaan in functie van het ingediende bezwaar.
Het perceel werd opgemeten door landmeter Kenneth Menten, dit opmetingsplan werd bijkomend toegevoegd aan het dossier. Hieruit is gebleken dat het perceel (t.t.z. de tuin) van de linkerbuur officieel een stuk kleiner is, dan waar nu de afsluiting geplaatst is.
Naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft de opdrachtgever opnieuw contact opgenomen met de linkerbuur en is men tot een gulden middenweg gekomen, waarbij de omheining verplaatst zal worden tot op de hoek van het schoolgebouw en zal de tuinberging 1m naar achter geschoven worden.
De buren hebben dit voorstel voor akkoord ondertekend op het nieuwe inplantingsplan, dat ook bijkomend toegevoegd werd aan het dossier.
De aangepaste tekeningen van de tuinberging en de aangepaste inplantingsplannen werden eveneens vervangen.
Er werd bijgevolg voldaan aan de opmerkingen ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
● Functionele inpasbaarheid: het perceel is volgens het gewestplan gelegen binnen een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Ook het RUP Centrum II Zuid bepaalt dezelfde bestemming voor deze percelen. De aanvraag is principieel niet in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan, echter kan er toepassing gemaakt worden van enkele afwijkingen voorzien in de VCRO op basis van artikels 4.4.12 t.e.m. 4.4.15 met betrekking tot de basisrechten van de zonevreemde woningen. De aanvraag is dus functioneel inpasbaar op basis van voorgaande afwijkingen binnen de VCRO. Gelet op de geldende regelgeving omtrent de basisrechten van zonevreemde woningen, is het gevraagde functioneel aanvaardbaar binnen de geldende zonering.
● Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag, zijnde de verbouwing en uitbreiding van een bestaande gesloten ééngezinswoning geen invloed zal hebben op de mobiliteit. Er wordt niks gewijzigd aangaande de parkeermogelijkheden op dit perceel, de bestaande woning staat ingeplant op de voorliggende rooilijn met het openbaar domein en er is geen ruimte voor het stallen van een voertuig op het perceel. Echter valt deze aanvraag buiten het toepassingsgebied van de verordening. Gelet ook op het feit van de bestaande situatie en het feit dat het technisch onmogelijk is om een parkeerplaats te realiseren. Gezien het perceel tevens gesitueerd is in het centrum van Alken zijn er in de onmiddellijke omgeving voldoende parkeermogelijkheden voorhanden.
● Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: Naar ruimtegebruik, schaal en bouwdichtheid vormt de voorgestelde verbouwing en uitbreiding een voldoende samenhangend geheel zodat er geen overdreven ruimtebeslag is. De wijzigingen ten opzichte van de bestaande toestand verbeteren en de verbouwingen met renovatie/restauratie van de bestaande gesloten woning is conform de hedendaagse normen en woonkwaliteit . Het volume van de woning na renovatie en uitbreiding blijft beperkt tot 926,41m³ dus onder de maximum toegelaten 1.000m³ gelet op de regelgeving met betrekking tot de zonevreemde woningen. Een negatieve impact op de bedoelde beoordelingsaspecten kan worden uitgesloten gezien het voorgestelde ontwerp voldoet aan de artikels 4.4.12 t.e.m. 4.4.15 van de VCRO. Het voorgestelde ontwerp is ruimtelijk inpasbaar gezien de bestaande gebouwenstructuur behouden blijft.
● Visueel-vormelijke elementen: De nieuw te realiseren delen passen inzake vorm en uitzicht bij de bestaande bebouwingen in de omgeving gezien het een sober ontwerp blijft. Het betreft een sober en eenvoudig ontwerp dat met duurzame en kwalitatieve materialen wordt opgetrokken die eigen zijn aan de omgeving. De afzonderlijke onderdelen worden gerenoveerd, met behoud van hun oorspronkelijk karakter naar een woning die beantwoord aan de hedendaagse normen en het hedendaags wooncomfort.. Voorgestelde materialen kunnen ter plaatse aanvaard worden en passen binnen de bestaande omgeving. Het gevraagde kan als visueel-vormelijk in harmonie zijnde met zijn omgeving worden beschouwd.
● Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
● Het bodemreliëf: Het ontwerp wijzigt het bodemreliëf beperkt zoals beschreven in de nota en aangeduid op de plannen dit omwille van het feit dat de achtertuin merkelijk hoger gelegen is dan de straat. Echter de niveau verschillen beperken zich tot het strikt noodzakelijk voor de realisatie van het ontwerp.
● Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de voorgestelde ingediende plannen waarbij er enkel wijzigingen zullen gebeuren binnen de bestaande gebouwenconfiguratie, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving Er kan gesteld worden dat de gevraagde werken geen hinder zullen veroorzaken voor de buren en de omgeving gezien de bebouwing op voldoende afstand ten aanzien van de perceelsgrenzen is gesitueerd.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
///
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
Gunstig advies, onder volgende voorwaarde:
● Het advies van het agentschap Wegen en Verkeer d.d. 26.03.2025 met ref. AV/719/2025/00092 dient strikt nageleefd te worden.
● Het advies van Fluvius d.d. 20.02.2025 met ref. 5000091867 dient nageleefd te worden.
● Bij de afbraak van de bestaande achterbouw dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woningen geen schade te berokkenen. Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.
● Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Lasten instrumentendecreet
Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024.
In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO.
Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO.
Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:
De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:
● Er dient een haagaanplant te gebeuren door middel van een inheemse haag (zoals eenstijlige meidoorn, hazelaar, haagbeuk, veldesdoorn, Gelderse roos, hondsroos, rode kornoelje, gele kornoelje, gewone kardinaalsmuts, sleedoorn, wilde liguster ) over 30 lopende meter op het perceel aansluitend bij de woning (tuinzone).
● De haag moet aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
Financiële waarborg
Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt verplicht een financiële waarborg bij lasten in natura opgelegd.
● De waarborg voor deze aanvraag bedraagt: 12 euro/meter, 30 X 12 euro, zijnde 360 euro €.
● de waarborg kan worden geleverd met een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
● Een bewijs van waarborg dient afgeleverd te worden aan het college van burgemeester en schepenen alvorens er mag over gegaan worden tot uitvoering van de omgevingsvergunning.
● De vergunning is pas uitvoerbaar nadat de aanvrager de financiële waarborg heeft gesteld.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 30/04/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door de heer Piet Franck wonende te Motstraat 6 te 3570 Alken, het verbouwen van een woning in gesloten bebouwing, gelegen Motstraat 6, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 760 Y2 en (afd. 2) sectie F 760 Z2 voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden en lasten opgelegd:
● Het advies van het agentschap Wegen en Verkeer d.d. 26.03.2025 met ref. AV/719/2025/00092 dient strikt nageleefd te worden.
● Het advies van Fluvius d.d. 20.02.2025 met ref. 5000091867 dient nageleefd te worden.
● Bij de afbraak van de bestaande achterbouw dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woningen geen schade te berokkenen. Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.
● Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Lasten instrumentendecreet
Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024.
In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO.
Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO.
Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:
De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:
● Er dient een haagaanplant te gebeuren door middel van een inheemse haag (zoals eenstijlige meidoorn, hazelaar, haagbeuk, veldesdoorn, Gelderse roos, hondsroos, rode kornoelje, gele kornoelje, gewone kardinaalsmuts, sleedoorn, wilde liguster ) over 30 lopende meter op het perceel aansluitend bij de woning (tuinzone).
● De haag moet aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
Financiële waarborg
Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt verplicht een financiële waarborg bij lasten in natura opgelegd.
● De waarborg voor deze aanvraag bedraagt: 12 euro/meter, 30 X 12 euro, zijnde 360 euro €.
● de waarborg kan worden geleverd met een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
● Een bewijs van waarborg dient afgeleverd te worden aan het college van burgemeester en schepenen alvorens er mag over gegaan worden tot uitvoering van de omgevingsvergunning.
● De vergunning is pas uitvoerbaar nadat de aanvrager de financiële waarborg heeft gesteld.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 30 04 2025
OMV 953 - Toepassen administratieve lus
Op 7 oktober 2024 werd er door dhr. Vanholst Eddy een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor afbraak van de bestaande toonzaal en kantoorruimte en realisatie van een kantoorruimte met woongelegenheid op een perceel gelegen O.L. Vrouwstraat 188, kadastraal gekend als Afd. 1 Sie A nrs. 161/T, 161/V en 159/H.
Gezien er enkele ongunstige adviezen werden afgeleverd is er een aanpassing aan de plannen doorgevoerd. Er dient opnieuw advies gevraagd te worden aan externe adviesinstanties. Om voldoende tijd te voorzien om het dossier te behandelen is het aangewezen een administratieve lus toe te passen zodat er een termijn van 60 dagen wordt toegevoegd aan de aanvraag.
Feiten en context
Op 7 oktober 2024 werd er door dhr. Vanholst Eddy een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor afbraak van de bestaande toonzaal en kantoorruimte en realisatie van een kantoorruimte met woongelegenheid op een perceel gelegen O.L. Vrouwstraat 188, kadastraal gekend als Afd. 1 Sie A nrs. 161/T, 161/V en 159/H.
Gezien er enkele ongunstige adviezen werden afgeleverd is er een aanpassing aan de plannen doorgevoerd. Er dient opnieuw advies gevraagd te worden aan externe adviesinstanties. Om voldoende tijd te voorzien om het dossier te behandelen is het aangewezen een administratieve lus toe te passen zodat er een termijn van 60 dagen wordt toegevoegd aan de aanvraag.
Juridische grond
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en latere wijzigingen
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.
Artikel 13 van Afdeling 6 Administratieve lus, van bovengenoemd omgevingsdecreet dat het volgende bepaalt:
“Als de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 of artikel 52, vaststelt dat een onregelmatigheid die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, is begaan, kan ze de onregelmatigheid herstellen."
De bevoegde overheid kan in voorkomend geval:
1° een nieuw openbaar onderzoek organiseren;
2° het advies van de adviesinstanties vermeld in artikel 24, artikel 42 of artikel 59, alsnog, dan wel een tweede keer inwinnen.”
- Artikel 56 §2 van het decreet lokaal bestuur: Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Om opnieuw advies te kunnen vragen en om voldoende tijd te voorzien om het dossier te behandelen is het aangewezen een administratieve lus toe te passen zodat er een bijkomende termijn van 60 dagen voorzien wordt in de aanvraag.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de toepassing van de administratieve lus goed voor de omgevingsvergunningsaanvraag OMV 953, ingediend voor de afbraak van de bestaande toonzaal en kantoorruimte en realisatie van een kantoorruimte met woongelegenheid op een perceel gelegen O. L. Vrouwstraat 188, kadastraal gekend als Afd. 1 Sie A nrs. 161/T, 161/V en 159/H.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.