Zitting van 14 05 2025
Verslag van de vorige zitting dd. 07.05.2025
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 07.05.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Feiten en context
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 07.05.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Juridische grond
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
Zitting van 14 05 2025
Statuten van de gemeentelijke seniorenadviesraad
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Statuten gemeentelijke Adviesraad voor personen met een beperking
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Data ontbijt nieuwe inwoners 2026 & 2027
Voor het jaarlijkse evenement ‘ontbijt voor nieuwe inwoners’ dienen er nieuwe data vastgelegd te worden voor de komende 2 jaren.
Gelet op de krokus- en paasvakantie en gelet op de beschikbaarheid van de gemeenschapscentra, stellen wij volgende data voor:
• Zondag 29 maart 2026 in gc St.-Jorisheem (d'Erckenteel was niet meer beschikbaar, wel rekening houden met overschakeling naar zomeruur)
• Zondag 7 maart 2027 in gc d'Erckenteel
Feiten en context
Voor het jaarlijkse evenement ‘ontbijt voor nieuwe inwoners’ dienen er nieuwe data vastgelegd te worden voor de komende 2 jaren.
Gelet op de krokus- en paasvakantie en gelet op de beschikbaarheid van de gemeenschapscentra, stellen wij volgende data voor:
• Zondag 29 maart 2026 in gc St.-Jorisheem (d'Erckenteel was niet meer beschikbaar, wel rekening houden met overschakeling naar zomeruur)
• Zondag 7 maart 2027 in gc d'Erckenteel
Juridische grond
● Gemeenteraad – DLB art. 40 en 41 regelt bevoegdheden gemeenteraad
● OCMW raad – DLB art. 77 en 78 regelt bevoegdheden OCMW raad
● College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
● Vast bureau – DLB art. 84 regelt bevoegdheden vast bureau
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Om zo veel mogelijk nieuwe inwoners aan te trekken voor het jaarlijks ontbijt, plannen we het ontbijt best buiten de schoolvakanties in. Op zondag 29 maart 2026 wordt er ook overgeschakeld naar het zomeruur. We zullen dit vermelden op de uitnodiging om verwarring over het uur te vermijden.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist om voor het jaar 2026 de datum van het evenement 'ontbijt voor nieuwe inwoners' in gc St.-Jorisheem vast te leggen op zondag 29 maart 2026.
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen beslist om voor het jaar 2027 de datum van het evenement 'ontbijt voor nieuwe inwoners' in gc d'Erckenteel vast te leggen op zondag 7 maart 2027.
Zitting van 14 05 2025
Aankoop vrachtwagen met containersysteem. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze.
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Betaalbaarstelling facturen SC
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Feiten en context
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Juridische grond
Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.
Zitting van 14 05 2025
Verkeersregeling Schoolstraat n.a.v. schoolfeest school Terkoest 18.05
Op zondag 18 mei 2025 organiseert Basisschool De Kleine Reus hun schoolfeest. Hiervoor zouden zij graag de “Schoolstraat” activeren.
D.w.z. dat de slagbomen omlaag zullen blijven die dag van 9u tot 18u. Er wordt tevens signalisatie geplaatst. Zie plan in bijlage. Hierdoor is de Parkstraat ter hoogte van de school onderbroken en is er een omleiding via de Eikendreef en de Beukenlaan. Tim Forier, directeur, zal de buurtbewoners op de hoogte brengen van de hinder. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor het activeren van de schoolstraat en het plaatsen van de nodige signalisatie.
Feiten en context
Op zondag 18 mei 2025 organiseert Basisschool De Kleine Reus hun schoolfeest. Hiervoor zouden zij graag de “Schoolstraat” activeren.
D.w.z. dat de slagbomen omlaag zullen blijven die dag van 9u tot 18u. Er wordt tevens signalisatie geplaatst. Zie plan in bijlage. Hierdoor is de Parkstraat ter hoogte van de school onderbroken en is er een omleiding via de Eikendreef en de Beukenlaan. Tim Forier, directeur, zal de buurtbewoners op de hoogte brengen van de hinder. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor het activeren van de schoolstraat en het plaatsen van de nodige signalisatie.
Juridische grond
De wet betreffende de politie over het wegverkeer;
Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Gunstig advies van de technische dienst
Gunstig advies van De Lijn
Gunstig advies van de politie
Argumentatie
Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Op zondag 18 mei 2025 organiseert Basisschool De Kleine Reus hun schoolfeest. Hiervoor zouden zij graag de “Schoolstraat” activeren.
D.w.z. dat de slagbomen omlaag zullen blijven die dag van 9u tot 18u. Er wordt tevens signalisatie geplaatst. Zie plan in bijlage. Hierdoor is de Parkstraat ter hoogte van de school onderbroken en is er een omleiding via de Eikendreef en de Beukenlaan. Tim Forier, directeur, zal de buurtbewoners op de hoogte brengen van de hinder. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor het activeren van de Schoolstraat.
Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht. De schoolstraat dient door de school zelf geactiveerd te worden.
Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.
Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.
Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de dienst evenementen politiezone LRH, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.
Zitting van 14 05 2025
Verlenging verzekering gebruik parking brouwerij tot eind mei/begin juni 2025
N.a.v. enkele grote evenementen in mei (Cristalfeesten en Feest Turnkring) werd aan de brouwerij gevraagd om het gebruik van de parking (die er al was in de weekends n.a.v. de bloesemparkings) te verlengen tot eind mei/begin juni 2025. Zij gaan hiermee akkoord. Hierdoor moet ook de bestaande verzekering alle risico's verlengd worden. Voorstel in bijlage. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor het verlengen van de verzekering "alle risico's" - elektronica "uitrusting parking" voor het gebruik van de parking van de brouwerij. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.
Feiten en context
N.a.v. enkele grote evenementen in mei (Cristalfeesten en Feest Turnkring) werd aan de brouwerij gevraagd om het gebruik van de parking (die er al was in de weekends n.a.v. de bloesemparkings) te verlengen tot eind mei/begin juni 2025. Zij gaan hiermee akkoord. Hierdoor moet ook de bestaande verzekering alle risico's verlengd worden. Voorstel in bijlage. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor het verlengen van de verzekering "alle risico's" - elektronica "uitrusting parking" voor het gebruik van de parking van de brouwerij. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.
Juridische grond
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Om gebruik te mogen maken van de parking van de brouwerij wordt er gevraagd om een verzekering "alle risico's" af te sluiten.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
€ 112,63 | Niet van toepassing | MJP001325 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: N.a.v. enkele grote evenementen in mei (Cristalfeesten en Feest Turnkring) werd aan de brouwerij gevraagd om het gebruik van de parking (die er al was in de weekends n.a.v. de bloesemparkings) te verlengen tot eind mei/begin juni 2025. Zij gaan hiermee akkoord. Hierdoor moet ook de bestaande verzekering alle risico's verlengd worden. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor de verlenging van de verzekering "alle risico's" - elektronica "uitrusting parking" voor het gebruik van de parking van de brouwerij. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.
Zitting van 14 05 2025
Verzekering alle risico's Cristalfeesten 17 mei 2025
N.a.v. de Cristalfeesten op zaterdag 17 mei 2025, dient er een verzekering afgesloten te worden voor het gehuurde materialen, namelijk licht en geluid en de tent. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor het mogen aangaan van een verzekering "alle risico's" Cristalfeesten 2025 . Voorstel in bijlage. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.
Feiten en context
N.a.v. de Cristalfeesten op zaterdag 17 mei 2025, dient er een verzekering afgesloten te worden voor het gehuurde materialen, namelijk licht en geluid en de tent. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor het mogen aangaan van een verzekering "alle risico's" Cristalfeesten 2025. Voorstel in bijlage. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.
Juridische grond
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Om het gehuurde materiaal te kunnen verzekeren bij geval van schade wordt er gevraagd om een verzekering "alle risico's" te mogen afsluiten.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien | ||
€ 747 | Niet van toepassing | MJP001325 | ||
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |||
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing | |||
Besluit
Artikel 1: N.a.v. de Cristalfeesten op zaterdag 17 mei 2025 dient er een verzekering afgesloten te worden voor het gehuurde materialen, namelijk licht en geluid en de tent. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor het mogen aangaan van een verzekering "alle risico's" Cristalfeesten 2025. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.
Zitting van 14 05 2025
Statuten van de gemeentelijke adviesraden voor cultuur, sport, jeugd, ontwikkelingssamenwerking, onderwijs, erfgoed en lokale economie
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Attest van verdeling
Op 6 mei 2025 ontvingen we van Provinciebestuur Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor een perceel gelegen aan de Steenweg, kadastraal gekend als Sie H nr. 195 F (deel van).
Feiten en context
Op 6 mei 2025 ontvingen we van Provinciebestuur Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor een perceel gelegen aan de Steenweg, kadastraal gekend als Sie H nr. 195 F (deel van).
Juridische grond
Artikel 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Het verdelingsplan, opgemaakt door Geotec op 18 april 2025, voorziet een verdeling voor het perceel, kadastraal gekend als Sie H, nr. 195F (deel van) waarbij het perceel wordt opgesplitst zoals bijgevoegd plan.
Het afgesplitste deel (50a 81ca zijnde lot 1) wordt aangekocht door de provincie Limburg voor het inrichten van een natuurterrein binnen een natuurverbindingsgebied.
Volgens het gewestplan Hasselt-Genk d.d. 03.04.1979 is het perceel gelegen in agrarisch gebied:
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen aangaande het voorgestelde attest van verdeling ingediend door het Provinciebestuur Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt voor een perceel gelegen aan de Steenweg, kadastraal gekend als Sie H nr. 195 F (deel van).
Zitting van 14 05 2025
Melding stedenbouwkundige handelingen M245
Melding met stedenbouwkundige handelingen ingediend door Maxim Vanstraelen met als contactadres Hulzenstraat 82C te 3570 Alken voor het plaatsen van een overdekt terras op een perceel, gelegen Hulzenstraat 82C, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 164 H.
De melding werd ingediend door Maxim Vanstraelen met als contactadres Hulzenstraat 82C te 3570 Alken, via het omgevingsloket op 27/04/2025.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:
“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Hulzenstraat 82C, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 164 H.
De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: het plaatsen van een overdekt terras.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) of ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
Het perceel is wel gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling dd. 07/01/1981 (intern kenmerk 318)
Er wordt voldaan aan het volgende artikel van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
Artikel 4. Voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is.
In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet.; Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd : de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw.
Bovendien voldoen de handelingen aan artikel 6 van hetzelfde besluit, aangezien ze:
● niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen;
● niet worden verricht op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites;
● niet worden uitgevoerd in een afgebakende oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;
● niet worden uitgevoerd voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 14/05/2025 HET VOLGENDE:
Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Maxim Vanstraelen met als contactadres Hulzenstraat 82C te 3570 Alken voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen.
Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.
De gemeente kan u hierbij helpen.
Beroepsmogelijkheid
Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 15 bus 130
1210 Brussel
Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:
Marie-Elisabeth Belpairegebouw
Toren Noord (2de verdieping)
Simon Bolivarlaan 17
1000 Brussel
Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).
Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.
Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:
- De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;
- De naam en het adres van de verweerder;
- Het voorwerp van het beroep of bezwaar;
- Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;
- Een inventaris van de overtuigingsstukken.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van 14 05 2025
Omgevingsvergunning 979
Aanvraag omgevingsvergunning over: het bouwen van 13 sociale woningen en aanpassing van de rooilijn ingediend door Dominique Vrancken namens Wonen in Limburg BV gevestigd te Ringlaan 20 te 3530 Houthalen-Helchteren. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Begonialaan zn. en Irislaan , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 55 A, (afd. 2) sectie F 56 A en (afd. 2) sectie F 61 B3. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Dominique Vrancken namens Wonen in Limburg BV gevestigd te Ringlaan 20 te 3530 Houthalen-Helchteren
|
Ligging van het perceel: | Begonialaan - Irislaan - Pioenplein
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie F nrs. 55A, 56A en 61B3
|
Projectnaam: | Begonialaan-Irislaan - WIL
|
Dossiernummer: | 2024155
|
Intern dossiernummer: | 979
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024141183
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
het bouwen van 13 sociale woningen en de aanpassing van de rooilijn
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Het bouwen van 13 sociale woningen
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk.(K.B.3/04/1979) –woonuitbreidingsgebieden.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor. (K.B. van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)
Het goed is niet gelegen binnen een niet-vervallen verkaveling, noch binnen de grenzen van een gemeentelijk plan van aanleg.
Het goed is gelegen binnen de contouren van het goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Langveld’, definitief aangenomen door de deputatie op 01.03.2007. Voor het bewuste perceel geldt meer specifiek artikelnummer 2 ‘zone voor ééngezinswoningen in halfopen en gesloten bebouwing’.
Art. 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg vervangen, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets:
Overwegende dat het voorliggende project de realisatie van 13 sociale ééngezinswoningen betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.
De beoogde werken impliceren de nieuwbouw van 13 grondgebonden sociale woningen, verdeeld over 3 blokken, blok 1 (3 woningen), blok 2 (4 woningen) en blok 3 (6 woningen). Alle woningen hebben een footprint van ongeveer 75m² tot 80m2. Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van telkens 5 000 liter per woning die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone per woning met een inhoud van 1655 liter voor de woningen volgens type 1 en 1 442 liter voor de woningenvolgens type 2. Er wordt een infiltratieoppervlakte van ongeveer 4m² voor de woningen in type 1 voorzien en 3,5m²² voor de woningen in type 2. Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten en een buitenkraan.
Geen enkele verharding is aangesloten op de riolering en alle verhardingen zullen worden uitgevoerd op basis van “bezinking ter plaatse”. Toegangswegen & terrassen zijn in principe uitgevoerd in waterpasserende materialen. Voor deze verhardingen kan het hemelwater afwateren op het eigen perceel gezien dit ter plaatse kan infiltreren. De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.
Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.
De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
Erfdienstbaarheden en wegenaanleg
Artikel 4.2.25. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat indien de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, dan neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
De huidige aanvraag omvat de aanpassing van de rooilijn en de ruiling van 2 percelen. Binnen deze aanvraag zullen de perceelsgrenzen van de twee percelen aangepast worden ten behoeve van een gunstiger bebouwing en om ruimte te creëren voor parkeergelegenheden. Op perceel 55A zal er 29,68 m2 van het perceel afgegeven worden. Op perceel 56 A wordt er een stukje vooraan 2,10 m2 afgegeven, en aan de kant van de Irislaan wordt er 32,60 m2 toegevoegd aan het perceel. De totale oppervlakte van de percelen blijft dus hetzelfde, maar de oppervlakte wordt verschoven tussen de twee percelen.
Hierdoor zal er een nieuwe rooilijn dienen te worden vastgesteld en daarom diende de gemeenteraad een besluit te nemen over de zaak van de wegen. De gemeenteraad heeft in de zitting van 24 april 2025 een besluit genomen aangaande de gedeeltelijke verplaatsing van de rooilijn aan de Irislaan en de Begonialaan.
Aangaande de verplaatsing van de rooilijn en het vaststellen van de nieuwe rooilijnen werd het volgende beslist:
‘Besluit GR 24 april 2025
Eenparig
Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met de gedeeltelijke verplaatsing van de rooilijn zoals bepaald op het opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Kenneth Menten dd.18.04.2024 in bijlage. Dit onder opschortende voorwaarde van het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning.
Artikel 2: Het opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Kenneth Menten dd.18.04.2024 maakt integraal deel uit van dit besluit.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal toegevoegd worden aan het dossier OMV_2024141183
De vastgestelde voorwaarden in de GR beslissing worden integraal overgenomen in deze omgevingsvergunning.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 19 december 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 26 februari 2025 |
Opening openbaar onderzoek | 6 maart 2025 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 4 april 2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | 24 april 2025 |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 7 mei 2025 |
1.f. Historiek
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Huidige aanvraag betreft de realisatie van 13 sociale grondgebonden ééngezinswoningen binnen RUP Langveld.
Huidige aanvraag omvat de ontwikkeling van een gedeelte van de zone dewelke werd aangeduid als fase 2 binnen het RUP Langveld. De inrichting van deze zone werd gefaseerd binnen het RUP Langveld. . Fase 2 kan enkel starten wanneer tenminste 75% van de percelen opgenomen in fase 1 gerealiseerd is. Gezien de loten in fase 1 nagenoeg allemaal bebouwd werden, kan er bijgevolg overgegaan worden tot de uitvoering van fase 2 binnen het RUP Langveld. Zo werd er reeds een omgevingsvergunning verleend voor de verdere verkaveling binnen zone 1 van het RUP. Huidige aanvraag situeert zich rondom het Pioenplein en aansluitend met de Irislaan en de Begonialaan
Het perceel met perceelnummer 56A in het zuidwesten zal bebouwd worden met twee woonblokken. Blok 1 bestaat uit drie woningen en blok 2 bestaat uit vier woningen. Het perceel met perceelnummer 55A in het noordoosten zal Blok 3 komen, bestaande uit zes woningen. De woningen worden ingeplant op de rooilijn aan de pleinzijde. Het betreffen halfopen en gesloten ééngezinswoningen met een breedte gaande van 6m50 voor de gesloten bebouwing tot 7m50 voor de kopwoningen. Het betreffen woningen bestaande uit 2 bouwlagen afgewerkt met een hellend dak.
De nieuwe woonblokken worden ontworpen in baksteen-architectuur, waarbij de keuze voor een roodkleurige baksteen aansluit bij de omliggende gebouwen. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in een groen aluminium en de dakafwerking zal gebeuren door rode vezelcementleien.
Er wordt zowel ter hoogte van de Irisilaan als aan de Begonialaan een parkeerzone voorzien in aansluiting met de woningen dewelke verbonden wordt met de achterliggende tuinzone voor de blokken aan de Irislaan door middel van een tuinpad.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening bepaalt in art. 4.4.1. §1. : In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Overwegende dat onderhavige aanvraag afwijkt van de voorschriften van het vigerende RUP Langvveld, meer bepaald:
“De dakvorm voor ééngezinswoningen is verplicht hellend. De dakhelling zal tussen de 30° en 45° liggen.”
De voorgestelde dakhelling bedraagt 25°. De keuze om de dakhelling niet steiler te maken, is gebaseerd op de wens om de verloren ruimte onder het hellende dak te beperken. Bij een steilere dakhelling zou de nokhoogte toenemen, waardoor het volume van de onbruikbare ruimte onder het dak groter zou worden. Bovendien zou een steiler dak de architectonische uitstraling van het gebouw aanzienlijk veranderen en een te zware, onevenwichtige indruk maken. Daarnaast willen we aangeven dat er al reeds bebouwingen zijn op aangrenzende percelen die ook buiten de gevraagde dakhelling vallen.
“Indien geen voorgevelbouwlijn van aangrenzende of aanpalende gebouwen aanwezig is, dient de voorgevelbouwlijn van de nieuw op te richten hoofd- of bijgebouwen minimaal 5,00 meter verwijderd te zijn van de grens van het openbaar domein, desgevallend de rooilijn. In geval van hoekpercelen, geschakelde woningbouw, of in functie van de afwerking van aangrenzende publieke ruimte, kan afgeweken worden van deze voorschriften op voorwaarde dat men uitgaat van goede ruimtelijke ordening en optimaal ruimtegebruik.”
In dit geval wordt er gebouwd tegen de perceelsgrens. Dit wordt gemotiveerd omdat hier geen weg langs de voorgevel van de bebouwing loopt, gezien ze gesitueerd zijn aan het Pioenplein. Een tweede reden is om de achtertuin van de woningen zo groot en kwaliteitsvol mogelijk te houden door de bebouwing niet dieper naar achter te leggen.
Voor de woningen aan de uiteindes van de hoekpercelen worden er genoeg afstand gehouden tot de openbare weg. De ruimte wordt optimaal gebruikt door hier parkeerzones te voorzien.
Voorgestelde afwijkingen kunnen ter plaatse aanvaard worden gezien ze beperkt zijn en geen hinder zullen veroorzaken ten aanzien van de aanpalende percelen en de omgeving. Het betreft een minimale toename van de normen voorzien in de geldende voorschriften waardoor deze afwijking rekening houdt met de basisvisie van het RUP Langveld en het ontwerp bijgevolg nog steeds conform is aan de ruimtelijke aanleg ter plaatse.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
Fluvius | 26 februari 2025 | 17 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
De Watergroep | 26 februari 2025 | 4 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
● De aanvraag werd op 26.02.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius - Kenniscentrum riolering. Op 17.03.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies met ref. 5000093962 ontvangen. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven
● De aanvraag werd op 26.02.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan De Watergroep. Op 04.03.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies via het omgevingsloket ontvangen. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven
2.e. Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 6 maart 2025 tot 4 april 2025.
Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Er werden naar aanleiding van het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften en/of opmerkingen ingediend.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
● Functionele inpasbaarheid: de aanvraag betreft de realisatie van 13 sociale grondgebonden ééngezinswoningen binnen RUP Langveld. De voorgestelde werken zijn functioneel aanvaardbaar, gelet op de geldende bestemmingsvoorschriften en de aanwezige bebouwingen in de onmiddellijke omgeving. De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende RUP Langveld gezien de toegestane gemotiveerde afwijkingen. De voorgestelde werken zijn bijgevolg zone-eigen en gangbaar voor deze omgeving.
● Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de oprichting van deze grondgebonden eengezinswoningen met een parkeerzone aansluitend aan de woonblokken geen invloed zal hebben op de mobiliteit.
● Schaal: Gelet op de geldende voorschriften geeft het geplande gabarit van de nieuwe woningen geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit. De op te richten bebouwingen binnen de omgeving kenmerken zich door grondgebonden ééngezinswoningen, met een profiel van één tot twee bouwlagen eventueel onder een hellend dak. Onderhavig ontwerp voorziet 2 bouwlagen afgewerkt met een hellend dak. De maximale bouwhoogte blijft beperkt en sluit aan op de geldende voorschriften binnen deze omgeving. Het ontwerp is wat omvang en gabarit betreft niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.
● Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De voorgestelde invulling past wat de korrelgrootte betreft in de specifieke ruimtelijke context. De inplanting is conform aan deze van de bestaande woningen alsook aan de voorschriften van het RUP Langveld en de goede ruimtelijke ordening wordt niet in het gedrang gebracht. De bebouwing van deze percelen blijft ook beperkt in verhouding tot het het terrein en de voorschriften van het RUP. Er blijft ook een voldoende ruime afstand behouden ten aanzien van de perceelsgrenzen.
● Visueel-vormelijke elementen: De woningen worden voorzien door middel van een rode gevelsteen. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in een groen aluminium en de dakafwerking zal gebeuren door rode vezelcementleien. De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande en voorziene bebouwing en de aanwezige infrastructuur. De werken hebben een geringe impact ten aanzien van de omgeving.
● Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
● Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf wordt niet wezenlijk gewijzigd.
● Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op het ontwerp, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden, gezien er ruim voldoende afstand behouden blijft ten aanzien van de perceelsgrenzen. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
///
Conclusie
Voorwaardelijke gunstig advies
Gunstig advies, onder volgende opschortende voorwaarden:
● De beslissing van de gemeenteraad van 24 april 2025 wordt integraal overgenomen en dient strikt nageleefd te worden. De akte van ruiling zal dienen te gebeuren voor de aanvang/uitvoering van de werken.
● De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 17.03.2025 met ref. 5000093962 dienen opgevolgd te worden.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.
● Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein. De aangeduide verhardingen op het perceel voor de inrit en het tuinpad dienen in waterdoorlatende materialen te worden uitgevoerd zowel in opbouw als in fundering.
● Het bestaande terreinprofiel dient zoveel als mogelijk behouden te blijven en aan te sluiten op de aanpalende percelen.
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 14/05/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door Dominique Vrancken namens Wonen in Limburg BV gevestigd te Ringlaan 20 te 3530 Houthalen-Helchteren, het bouwen van 13 sociale woningen en aanpassing van de rooilijn, gelegen Begonialaan zn. en Irislaan , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 55 A, (afd. 2) sectie F 56 A en (afd. 2) sectie F 61 B3 voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden opgelegd:
● De beslissing van de gemeenteraad van 24 april 2025 wordt integraal overgenomen en dient strikt nageleefd te worden. De akte van ruiling zal dienen te gebeuren voor de aanvang/uitvoering van de werken.
● De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 17.03.2025 met ref. 5000093962 dienen opgevolgd te worden.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.
● Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein. De aangeduide verhardingen op het perceel voor de inrit en het tuinpad dienen in waterdoorlatende materialen te worden uitgevoerd zowel in opbouw als in fundering.
● Het bestaande terreinprofiel dient zoveel als mogelijk behouden te blijven en aan te sluiten op de aanpalende percelen.
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 14 05 2025
Omgevingsvergunning V696 voor het verkavelen van gronden
Aanvraag omgevingsvergunning over: verkavelen van 1 lot open bebouwing ingediend door Kenneth Menten namens GEOKANTOOR MENTEN BV gevestigd te Leemkuilstraat 108 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Beukenlaan 37, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 58 W5 en (afd. 1) sectie B 58 V5. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Kenneth Menten namens GEOKANTOOR MENTEN BV gevestigd te Leemkuilstraat 108 te 3570 Alken
|
Ligging van het perceel: | Beukenlaan zn
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 1 sectie B nrs. 58W5 en 58V5
|
Projectnaam: | Beukenlaan 37 - landmeterskantoor Menten
|
Dossiernummer: | 20251
|
Intern dossiernummer: | V696
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2025023263
|
Type dossier: | Verkaveling |
1.b. Omschrijving aanvraag
Het verkavelen van 1 lot open bebouwing
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk.(K.B.3/04/1979) – woonuitbreidingsgebieden.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Het goed is gelegen binnen de contouren van het goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Terkoest’, definitief aangenomen door de gemeenteraad op 23.05.2013. Voor de bewuste percelen gelden meer specifiek artikelnummer 3 – zone voor open bebouwing.
Het goed is noch gelegen binnen een niet-vervallen verkaveling, noch binnen de grenzen van een gemeentelijk plan van aanleg. Enkele vroeger van kracht zijnde verkavelingen zijn komen te vervallen bij goedkeuring van RUP Terkoest.
Art. 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg vervangen, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1 van de gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid van 30/11/2018 werd voor deze aanvraag tot een omgevingsvergunning onderzocht of er een schadelijk effect door de werken en/of exploitatie wordt veroorzaakt.
Watertoets:
De voorliggende aanvraag heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen zoals vastgesteld in bovenvermelde regelgeving, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is, en dat de aanvraag derhalve volledig verenigbaar is met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Enkel door de toename van de verharde oppervlakte bij de bebouwing van deze percelen zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt worden; dit dient gecompenseerd te worden door de plaatsing van een hemelwaterput en de aanleg van een infiltratiezone bij de realisatie van een woning bij het verlenen van de omgevingsvergunning op deze percelen, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende verordening.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 24 februari 2025 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 24 maart 2025 |
Opening openbaar onderzoek | geen |
Afsluiten openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 7 mei 2025 |
1.f. Historiek
Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 58 W5
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
- Overwegende dat op 01/12/1993 een stedenbouwkundige vergunning (2866) voor het bouwen van een bergplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 58 V5
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Het betreft de realisatie van een verkaveling voor 1 lot open bebouwing.
De aanvraag is gelegen aan een gemeenteweg, zijnde de Beukenlaan, dewelke voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwtypes met voornamelijk open ééngezinswoningen. Het perceel is gesitueerd op de hoek van de Beukelaan met de Olmenlaan. Op het linker aanpalende perceel situeert zich een open bebouwing. De omliggende bebouwingen verschillen zowel in jaar van opbouw als in bouwstijl.
Het betreft hier de verdeling van het kadastraal perceel gelegen aan de Beukelaan waarbij voorgesteld lot als tuinzone werd benut door de aanpalende woning Beukenlaan 35. De eigenaar wenst nu het hoekperceel af te splitsen als lot voor open bebouwing.
Om het perceel bouwrijp te maken dient er een boom geveld te worden en een nieuwe boom geplant te worden in de achtertuin op minstens 5 m van de perceelsgrenzen.
De voorschriften van het RUP Terkoest zijn voor deze percelen van toepassing.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Het ontwerp is in regel met het geldende plan RUP Terkoest en in overeenstemming met het Gewestplan, woonuitbreidingsgebied.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
Fluvius | 24 maart 2025 | 1 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
De Watergroep | 24 maart 2025 | 25 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
info@wateringdeherk.be | 24 maart 2025 | 11 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 24 maart 2025 | 9 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
● De aanvraag werd op 24.03.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius System Operator. Op 01.04.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies met ref. 5000096270 ontvangen. De integrale inhoud van dit advies kan worden bijgetreden en onderschreven.
● De aanvraag werd op 24.03.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. Op 25.03.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd via het omgevingsloket. De integrale inhoud van dit advies kan worden bijgetreden en onderschreven.
● De aanvraag werd op 24.03.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan Watering de Herk. Op 11.04.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen via het omgevingsloket. De integrale inhoud van dit advies kan worden bijgetreden en onderschreven.
● De aanvraag werd op 24.03.2025 digitaal voor advies voorgelegd aan de dienst Waterlopen en domeinen, provincie Limburg. Op 09.04.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd via het omgevingsloket. De integrale inhoud van dit advies kan worden bijgetreden en onderschreven.
2.e. Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
///
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
Gezien de aanvraag in regel is met de voorschriften van het geldende RUP Terkoest wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §2 3° van de codex verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening en is ze stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
///
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
Voorwaarden
● De stedenbouwkundige voorschriften toegevoegd aan het dossier zijn niet van toepassing, de voorschriften van het RUP Terkoest zijn van toepassing voor dit lot.
● Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.
● Er dient ter compensatie van de te vellen boom een heraanplant te gebeuren op het perceel met een plantmaat 10/12.
● Er dient een voldoende groot plantgat voorzien (80 x 80 cm, 50 cm diep, (de grond wat loswoelen) en de boom op dezelfde diepte planten als in de kwekerij (vaak worden bomen te diep geplant). Minstens 1 boompaal voorzien die aan de westzijde van de boom gezet moet worden. Aanplanten tussen half november en half februari. Als er dieren lopen in het perceel, moet een voldoende hoge en sterke afrastering rond de boom gezet worden.
● De hoogstam boom moet aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de vergunning.
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
● Het advies van Fluvius d.d. 01.04.2025 met ref. 5000096270 dient strikt nageleefd te worden. De verkavelaar dient zelf en op eigen kosten de nodige stappen te ondernemen om de aansluitbaarheid van het lot op de nutsvoorzieningen te waarborgen, dit cfr. de geldende bepalingen van de verschillende nutsmaatschappijen.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening d.d. 25.03.2025 dient nageleefd te worden.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van Watering de Herk d.d. 11.04..2025 dient nageleefd te worden.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst waterlopen en domeinen, provincie Limburg, d.d. 09.04.2025 dient nageleefd te worden.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 14/05/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door Kenneth Menten namens GEOKANTOOR MENTEN BV gevestigd te Leemkuilstraat 108 te 3570 Alken, verkavelen van 1 lot open bebouwing, gelegen Beukenlaan 37, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 58 W5 en (afd. 1) sectie B 58 V5 te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:
● De stedenbouwkundige voorschriften toegevoegd aan het dossier zijn niet van toepassing, de voorschriften van het RUP Terkoest zijn van toepassing voor dit lot.
● Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.
● Er dient ter compensatie van de te vellen boom een heraanplant te gebeuren op het perceel met een plantmaat 10/12.
● Er dient een voldoende groot plantgat voorzien (80 x 80 cm, 50 cm diep, (de grond wat loswoelen) en de boom op dezelfde diepte planten als in de kwekerij (vaak worden bomen te diep geplant). Minstens 1 boompaal voorzien die aan de westzijde van de boom gezet moet worden. Aanplanten tussen half november en half februari. Als er dieren lopen in het perceel, moet een voldoende hoge en sterke afrastering rond de boom gezet worden.
● De hoogstam boom moet aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de vergunning.
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
● Het advies van Fluvius d.d. 01.04.2025 met ref. 5000096270 dient strikt nageleefd te worden. De verkavelaar dient zelf en op eigen kosten de nodige stappen te ondernemen om de aansluitbaarheid van het lot op de nutsvoorzieningen te waarborgen, dit cfr. de geldende bepalingen van de verschillende nutsmaatschappijen.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening d.d. 25.03.2025 dient nageleefd te worden.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van Watering de Herk d.d. 11.04..2025 dient nageleefd te worden.
● Het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst waterlopen en domeinen, provincie Limburg, d.d. 09.04.2025 dient nageleefd te worden.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Verval van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 102.
§ 1. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij geen nieuwe wegen worden aangelegd of het tracé van bestaande gemeentewegen niet moet worden gewijzigd, verbreed of opgeheven, vervalt van rechtswege als:
1° binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de verkoop, de verhuring voor meer dan negen jaar of de vestiging van erfpacht of opstalrecht ten aanzien van ten minste één derde van de kavels;
2° binnen een termijn van tien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot dergelijke registratie ten aanzien van ten minste twee derde van de kavels.
Voor de toepassing van het eerste lid:
1° wordt met verkoop gelijkgesteld: de nalatenschapsverdeling en de schenking, met dien verstande dat slechts één kavel per deelgenoot of begunstigde in aanmerking komt;
2° komt de verkoop, de verhuring voor meer dan negen jaar, of de vestiging van erfpacht of opstalrecht van de verkaveling in haar geheel niet in aanmerking;
3° komt alleen de huur die erop gericht is de huurder te laten bouwen op het gehuurde goed in aanmerking.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt tijdige bebouwing door de verkavelaar conform de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met verkoop gelijkgesteld.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij nieuwe wegen worden aangelegd of waarbij het tracé van bestaande gemeentewegen gewijzigd, verbreed of opgeheven wordt, vervalt van rechtswege als:
1° binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot de oplevering van de onmiddellijk uit te voeren lasten of tot het verschaffen van waarborgen betreffende de uitvoering van deze lasten op de wijze, vermeld in artikel 75;
2° binnen een termijn van tien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de in paragraaf 1 vermelde rechtshandelingen ten aanzien van ten minste één derde van de kavels;
3° binnen een termijn van vijftien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de in paragraaf 1 vermelde rechtshandelingen ten aanzien van ten minste twee derde van de kavels.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt tijdige bebouwing door de verkavelaar conform de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met verkoop gelijkgesteld.
§ 3. Als de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het verkavelingsproject, worden de termijnen van verval, vermeld in de paragrafen 1 tot en met 2, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
§ 4. Het verval, vermeld in paragraaf 1 en 2, 2° en 3°, geldt slechts ten aanzien van het niet bebouwde, verkochte, verhuurde of aan een erfpacht of opstalrecht onderworpen gedeelte van de verkaveling.
§ 5. Onverminderd paragraaf 4, kan het verval van rechtswege niet worden tegengesteld aan personen die zich op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden beroepen als zij kunnen aantonen dat de overheid na het verval en ten aanzien van een of meer van hun kavels binnen de verkaveling, wijzigingen aan deze omgevingsvergunning heeft toegestaan of stedenbouwkundige of bouwvergunningen of stedenbouwkundige attesten heeft verleend in zoverre deze door de hogere overheid of de rechter niet onrechtmatig werden bevonden.
§ 6. De Vlaamse Regering kan maatregelen treffen aangaande de kennisgeving van het verval van rechtswege.
Artikel 103.
De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9, behoudens als de verkaveling in strijd is met een vóór de datum van de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Afstand van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden
Artikel 104.
Een verkavelaar kan eenzijdig afstand doen van de rechten die hij verkregen heeft uit de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, tenzij al een aanvang werd genomen met de verwezenlijking van deze omgevingsvergunning, hetzij door het stellen van een of meer rechtshandelingen, vermeld in artikel 102, § 1, hetzij door de uitvoering van de werken waaraan de afgifte van de omgevingsvergunning verbonden werd.
Aan het geheel van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden verzaakt door de eigenaar die alle kavels heeft verworven of in geval van akkoord van alle eigenaars, ongeacht of deze omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk verwezenlijkt is.
Een verzaking wordt per beveiligde zending gemeld aan het college van burgemeester en schepenen.
Beroep tegen beslissingen genomen in laatste administratieve aanleg – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 105.
§ 1. De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning, genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename of de niet-aktename van een melding, vermeld in artikel 111, kan bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, vermeld in titel IV, hoofdstuk VIII, van de VCRO.
§ 2. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde.
De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden.
Als de aanvraag overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure behandeld is, kan het betrokken publiek alleen een beroep instellen als hij tijdens het openbaar onderzoek een gemotiveerd standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend, tenzij aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
1° het beroep is ingegeven door een wijziging aan de vergunningsaanvraag, aangebracht na het openbaar onderzoek;
2° het beroep is ingegeven door:
a) een bijzondere milieuvoorwaarde, opgelegd in de bestreden vergunning, in het geval van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit;
b) een voorwaarde, opgelegd in de bestreden vergunning, in het geval van een andere omgevingsvergunning, dan de vergunning vermeld in punt a);
3° het betrokken publiek toont aan dat hij door specifieke omstandigheden in de onmogelijkheid was om een standpunt, opmerking of bezwaar in te dienen tijdens het openbaar onderzoek.
De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, die nagelaten heeft een uitdrukkelijke beslissing te nemen in eerste administratieve aanleg, wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden, behoudens overmacht.
§ 3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een vervaltermijn van vijfenveertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening, voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.
§ 4. Elk van de personen, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, kan in de zaak tussenkomen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 14 05 2025
OMV 991 - Toepassen administratieve lus
Op 11 februari 2025 werd er door dhr. Jonckers Davy een omgevingvergunningsaanvraag ingediend voor de herbouw van een zonevreemde ééngezinswoning op een perceel gelegen Kruisstraat 33, kadastraal gekend als Afd. 1 Sie H nrs. 363/W en 363/R.
Gezien ongunstig advies van het departement Landbouw & Zeevisserij is er een aanpassing aan de plannen gebeurd. Er dient een nieuw openbaar onderzoek gevoerd te worden en opnieuw advies gevraagd te worden. Het is daarom aangewezen de administratieve lus toe te passen zodat er een bijkomende termijn van 60 dagen voorzien wordt om het dossier te behandelen.
Feiten en context
Op 11 februari 2025 werd er door dhr. Jonckers Davy een omgevingvergunningsaanvraag ingediend voor de herbouw van een zonevreemde ééngezinswoning op een perceel gelegen Kruisstraat 33, kadastraal gekend als Afd. 1 Sie H nrs. 363/W en 363/R.
Gezien ongunstig advies van het departement Landbouw & Zeevisserij is er een aanpassing aan de plannen gebeurd. Er dient een nieuw openbaar onderzoek gevoerd te worden en opnieuw advies gevraagd te worden. Het is daarom aangewezen de administratieve lus toe te passen zodat er een bijkomende termijn van 60 dagen voorzien wordt om het dossier te behandelen.
Juridische grond
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en latere wijzigingen
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.
Artikel 13 van Afdeling 6 Administratieve lus, van bovengenoemd omgevingsdecreet dat het volgende bepaalt:
“Als de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 of artikel 52, vaststelt dat een onregelmatigheid die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, is begaan, kan ze de onregelmatigheid herstellen."
De bevoegde overheid kan in voorkomend geval:
1° een nieuw openbaar onderzoek organiseren;
2° het advies van de adviesinstanties vermeld in artikel 24, artikel 42 of artikel 59, alsnog, dan wel een tweede keer inwinnen.”
- Artikel 56 §2 van het decreet lokaal bestuur: Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Om opnieuw een openbaar onderzoek te kunnen organiseren en opnieuw advies te vragen is het aangewezen een administratieve lus toe te passen zodat er een bijkomende termijn van 60 dagen voorzien wordt in de aanvraag.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de toepassing van de administratieve lus goed voor de omgevingvergunningsaanvraag OMV991, ingediend voor de herbouw van een zonevreemde ééngezinswoning op een perceel gelegen Kruisstraat 33, kadastraal gekend als Afd. 1 Sie H nrs. 363/W en 363/R.
Zitting van 14 05 2025
OMV 998 - Toepassen administratieve lus
Op 21/03/2025 werd er door Mercken Frédérique een omgevingvergunningsaanvraag ingediend voor Het bouwen van 2 halfopen woningen op een perceel gelegen Bulsstraat zn., kadastraal gekend als Afd. 1 Sie E nrs. 1090/N, 1090/P, 1090/C en 1090/E.
Na controle op 30/04/2025 bleek dat de affiche ter kennisgeving van het openbaar onderzoek niet aangeplakt werd. Hierdoor is het openbaar onderzoek, dat loopt van 24/04 tot en met 23/05/2025, ongeldig.
Feiten en context
Op 21/03/2025 werd er door Mercken Frédérique een omgevingvergunningsaanvraag ingediend voor Het bouwen van 2 halfopen woningen op een perceel gelegen Bulsstraat zn., kadastraal gekend als Afd. 1 Sie E nrs. 1090/N, 1090/P, 1090/C en 1090/E.
Na controle op 30/04/2025 bleek dat de affiche ter kennisgeving van het openbaar onderzoek niet aangeplakt werd. Hierdoor is het openbaar onderzoek, dat loopt van 24/04 tot en met 23/05/2025, ongeldig.
Juridische grond
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en latere wijzigingen
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.
Artikel 13 van Afdeling 6 Administratieve lus, van bovengenoemd omgevingsdecreet dat het volgende bepaalt:
“Als de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 of artikel 52, vaststelt dat een onregelmatigheid die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, is begaan, kan ze de onregelmatigheid herstellen."
De bevoegde overheid kan in voorkomend geval:
1° een nieuw openbaar onderzoek organiseren;
2° het advies van de adviesinstanties vermeld in artikel 24, artikel 42 of artikel 59, alsnog, dan wel een tweede keer inwinnen.”
- Artikel 56 §2 van het decreet lokaal bestuur: Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Aangezien het bleek dat na controle de affiche ter kennisgeving van het openbaar onderzoek niet aangeplakt werd is het openbaar onderzoek ongeldig. Om procedurefouten te vermijden dient er een nieuw openbaar onderzoek gevoerd te worden. Het is daarom aangewezen de administratieve lus toe te passen zodat er een bijkomende termijn van 60 dagen voorzien wordt om het dossier verder te behandelen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de toepassing van de administratieve lus goed voor de omgevingvergunningsaanvraag OMV 998, ingediend voor het bouwen van 2 halfopen woningen op een perceel gelegen Bulsstraat zn. kadastraal gekend als Afd. 1 Sie E nrs. 1090/N, 1090/P, 1090/C en 1090/E.
Zitting van 14 05 2025
Opname vergunningenregister - Bulsstraat 41A
Aanvraag tot opname in het vergunningenregister voor de woning gelegen Bulsstraat 41A te Alken.
Feiten en context
Aanvraag voor opname vergunningenregister mbt het pand Bulsstraat 41A te Alken.
Het weerlegbaar vermoeden van vergunning heeft betrekking op bestaande constructies die (naar verluid) zijn opgetrokken tussen de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan. Toont de betrokkene aan dat de constructie in die periode is gebouwd, dan wordt de constructie geacht te zijn vergund
Op 25 maart ontvingen wij een aanvraag tot opname in het vergunningenregister vanwege de huidige eigenaars voor het pand Bulsstraat 41A te Alken, met kadastrale gegevens afdeling 2 Sie E nr. 141/k.
Bij de aanvraag voor de opname van het pand in het vergunningenregister werden verschillende stukken bijgebracht ter staving van hun dossier, dewelke in bijlage werden gevoegd.
Er werd een plaatsbezoek gedaan op 28 april 2025 waarbij bleek dat de woning ongewijzigd is tov de situatie van ’75, er kon niet worden vastgesteld dat er verdere uitbreidingen noch verbouwingen zijn gebeurd aan deze woning van een later tijdstip;
Juridische grond
Overwegende dat artikel 5.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening het volgende vermeldt:
'§2. Bestaande constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden, waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel in de zin van boek III, titel III, hoofdstuk VI van het Burgerlijk Wetboek is aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, en waarvan het vergund karakter door de overheid niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie, worden in het vergunningenregister opgenomen als “vergund geacht”, onverminderd artikel 4.2.14, §3 en §4. Op de gemeentelijke overheid rust ter zake een actieve onderzoeksplicht. Het vergunningenregister vermeldt de
datum van opname van de constructie als “vergund geacht”.
De vaststelling van het feit dat bij de overheid geen geldig tegenbewijs bekend is, geldt als motivering voor een opname als “vergund geacht”.'
Adviezen
///
Argumentatie
Er werden voldoende bewijzen toegevoegd aan het dossier en de aanvraag en er werd voldaan aan artikel 5.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor de woning gelegen Bulsstraat 41A, Sie E, nr. 141/k als vergund geacht kan opgenomen worden in het vergunningenregister van de gemeente Alken.
Financiële gevolgen
///
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het verzoek tot opname van de woning gelegen Bulsstraat 41A Sie E nr. 141/k, in het vergunningenregister van de gemeente Alken als zijnde vergund geacht.
Artikel 2: Er werd voldaan aan artikel 5.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor de woning gelegen Bulsstraat 41A, Sie E nr. 141/k als vergund geacht zal opgenomen worden in het vergunningenregister van de gemeente Alken.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de aanvrager/eigenaars van dit onroerend goed, zijnde de woning gelegen Bulsstraat 41A, Sie E, nr. 141/k.
Zitting van 14 05 2025
Bulsstraat: gedeeltelijke verplaatsing rooilijn n.a.v. OMV_2024125539
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Subsidie aanplant loofbomen
Op 5 mei 2025 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door mevrouw Berden Monique, Hendrikstraat 115 te 3570 Alken een aanvraag ingediend voor toekenning van de subsidie voor aanplant van 6 hoogstamfruitbomen op het perceel gelegen op volgende perceelnummer, Afd. 1 Sectie I, perceelnummer 385H2
Feiten en context
Op 5 mei 2025 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door Berden Monique, Hendrikstraat 115 te 3570 Alken een aanvraag ingediend voor toekenning van de subsidie voor aanplant van 6 hoogstamfruitbomen op het perceel gelegen op volgende perceelnummer, Afd. 1, Sectie I, perceelnummer 385H2.
Juridische grond
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2020, houdende goedkeuring van een premieregeling voor de aanplant en/of onderhoud van kleine landschapselementen.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Met de subsidies voor het onderhoud/aanplant van de kleine landschapselementen wil de gemeente het onderhoud en de uitbreiding van kleine landschapselementen stimuleren. Voor de aanplant van een loofboom (inclusief 5 jaar vormsnoei) voorziet de gemeente €35 per boom, met een maximum van €350
Financiële gevolgen
De uitbetaling van de subsidie gebeurt als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
€210,00 | niet van toepassing | 001221 |
Datum visumaanvraag: | niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Aan mevrouw Berden Monique, Hendrikstraat 115, 3570 Alken wordt een toelage van €210,00 toegekend voor aanplant van 6 hoogstamfruitbomen, conform het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2020 inzake een gemeentelijke premieregeling voor de aanplant en/of onderhoud van kleine landschapselementen
Artikel 2: De subsidie wordt betaald van registratiesleutel MJP001221 van het budget 2025
Zitting van 14 05 2025
Subsidie verdelging van een nest Aziatische hoornaars
Op 7 mei 2025 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door Annie Raskin, Kapelstraat 9 te 3570 Alken een aanvraag ingediend voor toekenning van de subsidie voor verdelging van een nest Aziatische hoornaars, gelegen op volgend adres: Kapelstraat 9 te 3570 Alken. Met de subsidies voor verdelging van de nesten Aziatische hoornaars wil de gemeente de (honing)bijen en andere inheemse insecten beschermen. Voor het bestrijden van deze nesten voorziet de gemeente de terugbetaling van het bedrag van de factuur van de brandweer of erkende verdelger, met een maximum van €60 (incl. BTW)
Feiten en context
Op 7 mei 2025 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door Annie Raskin, Kapelstraat 9 te 3570 Alken een aanvraag ingediend voor toekenning van de subsidie voor verdelging van een nest Aziatische hoornaars, gelegen op volgend adres: Kapelstraat 9 te 3570 Alken
Juridische grond
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeenteraad van 21 december 2023, houdende goedkeuring van een subsidieregeling voor verdelging van een nest Aziatische hoornaars
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Met de subsidies voor verdelging van de nesten Aziatische hoornaars wil de gemeente de (honing)bijen en andere inheemse insecten beschermen. Voor het bestrijden van deze nesten voorziet de gemeente de terugbetaling van het bedrag van de factuur van de brandweer of erkende verdelger, met een maximum van €60 (incl. BTW).
Financiële gevolgen
De uitbetaling van de subsidie gebeurt als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
€45,00 | 21% | 002001 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Aan mevrouw Annie Raskin, Kapelstraat 9 te 3570 Alken wordt een toelage van €45,00 toegekend voor de verdelging van een nest Aziatische hoornaars, conform het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 inzake een gemeentelijke subsidieregeling voor de verdelging van Aziatische hoornaars.
Artikel 2: De subsidie wordt betaald van registratiesleutel MJP002001 van het budget 2025.
Zitting van 14 05 2025
Voorlopige verlenging statuten Klimaraad - Klimaat- en milieuraad Alken 2025
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Voorlopige verlenging statuten LABORA - Landbouwraad Alken 2025
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Statuten gemeentelijke adviesraad voor mobiliteit - wijziging
Besluit
Zitting van 14 05 2025
Weghalen 10 armaturen Laagdorp
Destijds zijn er paaltjes geplaatst om kerstverlichting in de bomen aan te sluiten.
Dit zijn lage paaltjes, gevaarlijk voor de weggebruikers, er zijn ook veel beschadigingen zichtbaar. We vroegen na bij Fluvius hoeveel het ons zou kosten om ze te verwijderen.
Naderhand zijn hiervoor armaturen aangekocht om aan te sluiten op de openbare verlichtingspalen.
In bijlage de volledige offerte van Fluvius. Het bedrag is 5462.40€ excl. BTW
Dit bedrag zal betaald worden met de overschotten van de trekkingsrechten.
Feiten en context
Destijds zijn er paaltjes geplaatst om kerstverlichting in de bomen aan te sluiten.
Dit zijn lage paaltjes, gevaarlijk voor de weggebruikers, er zijn ook veel beschadigingen zichtbaar. We vroegen na bij Fluvius hoeveel het ons zou kosten om ze te verwijderen.
Naderhand zijn hiervoor armaturen aangekocht om aan te sluiten op de openbare verlichtingspalen.
In bijlage de volledige offerte van Fluvius. Het bedrag is 5462.40€ excl. BTW
Dit bedrag zal betaald worden met de overschotten van de trekkingsrechten.
Juridische grond
niet van toepassing
Adviezen
Gunstig advies om deze 10 paaltjes te verwijderen.
Argumentatie
Destijds zijn er paaltjes geplaatst om kerstverlichting in de bomen aan te sluiten.
Dit zijn lage paaltjes, gevaarlijk voor de weggebruikers, er zijn ook veel beschadigingen zichtbaar. We vroegen na bij Fluvius hoeveel het ons zou kosten om ze te verwijderen.
Naderhand zijn hiervoor armaturen aangekocht om aan te sluiten op de openbare verlichtingspalen.
In bijlage de volledige offerte van Fluvius. Het bedrag is 5462.40€ excl. BTW
Dit bedrag zal betaald worden met de overschotten van de trekkingsrechten.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing daar het bedrag betaald wordt met overschot van trekkingsrechten.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft zijn goedkeuring om de 10 armaturen te verwijderen op het Laagdorp zoals hierboven vermeld.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.