Gemeente Alken

Zitting van 04 september 2019

van 15:30 tot 16:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 28.08.2019

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Vernieuwen regeling en sturing van de HVAC–installaties van het gemeentehuis - Goedkeuring starten procedure en lijst uit te nodigen firma's

 

Besluit

Artikel 1: De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor de opdracht “Vernieuwen regeling en sturing van de HVAC–installaties van het gemeentehuis” wordt opgestart.

Artikel 2: Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

- Imtech Belgium nv, Hendrikstraat 120 te 3570 Alken;

- Penxten bvba, Motstraat 30 te 3570 Alken;

- Croes-Bellen nv, Industrieterrein Kolmen 1208 te 3570 Alken.

Artikel 3: De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 30 september 2019 om 10.00 uur.

Artikel 4: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2019, op budgetcode GEM/22100007/0119 (actie 1419/001/013/001/001).

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Bestelbonnen, mandaten en invorderingsstaten

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist :

- de bestelbonnen van het dienstjaar 2019 goed te keuren. Het betreft hier de bestelbonnen van nummer 998 tot en met nummer 1.026.

- de betalingsbevelen van het dienstjaar 2019 betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan. Het betreft hier de mandaten van nummer 213 tot en met nummer 222.

- de invorderingen van het dienstjaar 2019 invorderbaar te stellen. Het betreft hier de invorderingsstaten van nummer 95 tot en met nummer 96.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Aanstelling Karolien Coenen-toezichthouder milieu.

 

Besluit

Artikel 1: Karolien Coenen, milieu- en duurzaamheidsambtenaar bij ons bestuur, wordt aangewezen als lokale toezichthouder milieuhandhaving voor de gemeente Alken, in het kader van:

- het Decreet van 21 december 2007 tot aanvulling van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, met een titel XVI 'Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen' (B.S.29 februari 2008), gewijzigd bij Decreet van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 (B.S. 4 februari 2009), 30 april 2009 (B.S. 25 juni 2009) en 22 november 2013 (B.S. 21 januari 2014) – Handhavingsdecreet;

- het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van Titel XVI 'Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen' van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, (B.S. 10 februari 2009), en latere wijzigingen – Uitvoeringsbesluit.

 

Artikel 2: Onderhavig besluit zal samen met de certificaten lokale toezichthouder- milieuhandhaving, worden overgemaakt aan het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel, voor verdere afhandeling en aanvraag van het bekwaamheidsbewijs en het legitimatiebewijs.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Arbeidsreglement - wijziging bijlagen 1 en 2

 

Besluit

Artikel 1: Het model van de bijlagen 1 en 2 bij het arbeidsreglement voor het personeel wordt goedgekeurd zoals voorgesteld;

 

Artikel 2: Het goedgekeurde model van bijlage 1 en 2 bij het arbeidsreglement wordt op woensdag 18/09/2019  ter onderhandeling voorgelegd aan de vakbonden

 

Artikel 3: Het goedgekeurde model van bijlage 1 en 2 bij het arbeidsreglement wordt op 26/09/2019 ter goedkeuring voorgelegd aan de raad.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Verkeersregeling wielerwedstrijd - Dorpelingen te Nieuwerkerken op zaterdag 14 september 2019

 

Besluit

Artikel 1: Op zaterdag 14 september 2019 van 18u. tot 19.30u. wordt een verkeersbaken geplaatst in de Heiligenbornstraat ter hoogte van de Steenweg met de signalisatie dat het verkeer wordt verboden in de Heiligenbornstraat in Alken. Enkel het plaatselijk verkeer wordt er toegelaten.

Artikel 2: De nodige signalisatie zal door de organisator wettelijk worden aangebracht en na afloop van de wedstrijd onmiddellijk verwijderd worden.

Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de organisator, het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de ambulancedienst Ambi-Care, de brandweercommandant, en het hoofd van de technische dienst.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Pleinkermis 11, 12 en 13 oktober 2019

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent de toelating aan vriendenkring De Plein voor de organisatie van Pleinkermis op 11, 12 en 13 oktober 2019. Het programma ziet er uit als volgt:

 

          Vrijdag 11 oktober: eucharistieviering om 19u met aansluitend een comedy-avond en een dansavond.

          Zaterdag 12 oktober: start van de dag om 12u met een wielerwedstrijd Juniores om 15u en een dansavond vanaf 19u tot 03u.

          Zondag 13 oktober: start van de dag om 11u met een wielerwedstrijd liefhebbers om 13u30 en een wielerwedstrijd nieuwelingen om 16u.

 

Het uiterlijke sluitingsuur wordt op vrijdag en zaterdag vastgelegd op 03u en het maximale geluidsvolume is 95dB(A)Laeq,15min. Op zondag echter dient het einduur vastgelegd te worden op 24u en dient vanaf 22u het maximale geluidsvolume verlaagd te worden naar 85dB(A)Laeq,15min. De organisator is steeds de eindverantwoordelijke en dient de nodige maatregelen te nemen zodat de wettelijke bepalingen inzake geluidsoverlast, rookverbod en de verkoop van drank aan jongeren nageleefd worden. Een keuring van de tent dient vastgelegd te worden met de brandweer alsook een veiligheidsplan van de brandweer dient ingevuld te worden. Het college geeft de toelating voor de plaatsing van publiciteitsborden naast de Alkense gemeente- en gewestwegen op de voorgestelde plaatsen op voorwaarde dat er voor de gewestwegen ook een vergunning wordt afgeleverd door het agentschap wegen en verkeer. Er wordt ook toelating verleend voor het opmaken van een verkeersregeling. Tenslotte komt de organisatie in aanmerking voor een gemeentelijke ondersteuning in het kader van het ondersteuningsreglement voor evenementen. Het maximale ondersteuningsbedrag wordt vastgelegd op max. € 500.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Startdag Chiro Jokadi 14 september 2019 - publiciteitsborden

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Chiro Jokadi voor, n.a.v. hun startdag op zaterdag 14 september 2019, de plaatsing van publiciteitsborden naast de Alkense gemeente- en gewestwegen op de voorgestelde plaatsen op voorwaarde dat er voor de gewestwegen ook een vergunning wordt afgeleverd door het agentschap wegen en verkeer. De publiciteitsborden naast gemeentewegen mogen max. 6 weken op voorhand geplaatst worden en dienen ten laatste een week na de activiteit opgeruimd te worden. Voor de borden naast gewestwegen geldt de vergunning van het agentschap wegen en verkeer.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Startweekend Chiro Joento - logistieke ondersteuning

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen geeft aan Chiro Joento, voor hun startweekend op 6 en 7 september 2019, toelating voor een logistieke ondersteuning in de vorm van +/- 100m elektriciteitskabel (63A).

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Verlenging Foute avond Café De Sportwereld

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Café De Sportwereld voor de verdere organisatie van een foute avond op zondag 8 september, zondag 15 september, zondag 22 september en zondag 29 september 2019 in Café De Sportwereld zelf. Omdat het hier over een wekelijks terugkerende activiteit gaat, verleent het college wel enkel toestemming voor de activiteit in openlucht op het eigen terras tot 22u. Vanaf 22u. mag de activiteit enkel nog binnen in de eigen accommodatie georganiseerd worden (en dus niet meer in openlucht).

Het uiterlijke einduur wordt vastgelegd op 24u en het maximale geluidsvolume is 95 dB(A)Laeq,15min. De organisator is steeds de eindverantwoordelijke en dient de nodige maatregelen te nemen zodat de wettelijke bepalingen inzake geluidsoverlast, rookverbod en de verkoop van drank aan jongeren nageleefd worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Aanvraag plaatsen poort aan parking Terkoest

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent geen toelating aan de heer Marc Linten voor het plaatsen van een poort in de afsluiting tussen zijn woning gelegen Eikendreef 6 en de parking gelegen op het perceel kadastraal gekend als 1e Afdeling Sie B nr.108/E3, eigendom van de gemeente Alken. Dit gezien de parkeerplaatsen te allen tijde gevrijwaard dienen te blijven en daarnaast dat indien er nu  een toelating gegeven wordt, een precedent geschept wordt en zodoende alle buren die uitkomen op deze parking een poort zouden kunnen plaatsen en daardoor alle parkeerplaatsen niet te allen tijde gebruikt kunnen worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Omgevingsvergunning 198 - Marc Vanherpe namens LA LORRAINE ALKEN NV gevestigd te Nijverheidsstraat 1514 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: heraanleg bedrijfsterrein. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Nijverheidsstraat 1514, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 73 P.

 

Besluit

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Marc Vanherpe namens LA LORRAINE ALKEN NV gevestigd te Nijverheidsstraat 1514 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Nijverheidsstraat 1514

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie C nr. 73P

 

Projectnaam:

Heraanleg bedrijfsterrein

 

Dossiernummer:

201988

 

Intern dossiernummer:

198

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2019084617

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject 2019

1.b. Omschrijving aanvraag

Heraanleg bedrijfsterrein

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd: Heraanleg buitenverharding

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  - industriegebied.

 

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het goed is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling.

 

De aanvraag is wel gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk  ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Kolmen” d.d. 23.08.2012. Voor het perceel geldt meer specifiek artikel 1. “zone voor lokaal bedrijventerrein” van de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP;

 

Art. 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg vervangen, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.

 

De voorschriften van het RUP Kolmen primeren op die van het gewestplan.

Verordeningen :

-          Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

-          Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

-          Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

-          Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Het decreet integraal waterbeleid :

Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid, dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

 

Watertoets :

Het voorliggende project betreft de heraanleg van de bestaande buitenverharding, meer bepaald het gedeelte van het terrein gelegen aan de voorzijde van de gebouwen en het gedeelte langs de spoorweg.

Het betreft enerzijds de bezoekersparking en de personeelsparking; en anderzijds de logistieke zone aan de zuidwestzijde van de productiegebouwen en langs de spoorweg.

De beide parkeerterreinen worden volledig heraangelegd:

- rijwegen in waterdoorlatende klinkers

- parkeerstroken in met grind gevulde grasdallen

 

Het logistieke terrein wordt heraangelegd in 3 zones:

- Toegangszone personeel (incl. fietsenstalling), aangelegd in waterdoorlatende klinkers

- circulatiezone vrachtwagens, aangelegd in betonverharding

- parkeerzone vrachtwagens, aangelegd in betonverharding

- Langsheen de grbouwen wordt een grindstrook voorzien met een breedte van ca. 0.50m à 0.75m

- Langsheen de spoorweg wordt een groenstrook voorzien, aangelegd in kiezelgras (tegen ongedierte) met inplanting van helmgras à rato van 4 stuks/m²

 

Samen met de heraanleg van de verharding van de logistieke zone wordt de bestaande bezinkput & vetafscheider en meetgoot verplaatst naar een nieuwe groenzone met een oppervlakte, aangezien deze niet overrijdbaar zijn.

 

Op het terrein werden in het verleden reeds hemelwaterputten met inhoud 80+10=90m³ en een

bufferbekken met inhoud 125m³ aangelegd. Deze hebben als referentie-oppervlak (90+125)/0,025 =

8.600m². De bestaande gebouwen hebben een totale horizontale dakoppervlakte van ca. 6.910m². De bestaande verhardingen in niet-doorlatende materialen (zone loskade + verharding aan noordoostelijke perceelsgrens) hebben een totaal oppervlak van ca. 1.500m²

Totaal “bestaande verharde oppervlakte” = ca. 8.410m²

 

Rekening houdend met de reeds bestaande hemelwaterputten en bufferbekken,

en rekening houdend met de voorziene nieuwe verhardingen, waarvan louter de logistieke zone in niet-waterdoorlatende materialen, met een oppervlakte van 3.120m², wordt een nieuw buffer- en infiltratiebekken aangelegd met inhoud 78.440liter en infiltratie-oppervlak 169,60m². Dit bekken wordt gerealiseerd m.b.v. 424 infiltratiekratten, met afmetingen 1,0x0,5x0,4m en inhoud 185liter.

 

Aldus wordt  een buffer- en infiltratiebekken gerealiseerd met,

Inhoud minimaal 3.120 x 25 = 78.000liter

Infiltratie-oppervlak minimaal 3.120/25 = 124,80m²

 

Aangezien het hemelwater, dat wordt afgevoerd naar dit nieuwe bekken, afkomstig is

van de logistieke zone (circulatie & parking), wordt voor het bekken een kws-afscheider met

coalescentiefilter geplaatst.

 

Aangaande de huidige aanvraag werd er ook advies gevraagd aan Infrax – kenniscentrum riolering. Binnen de gestelde termijn werd er geen advies ontvangen. Aan deze adviesvraag kan worden voorbijgegaan.

 

Inzake de  infiltratie van hemelwater kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen aangezien de aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten.

 

Bovendien worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater mits de toegestane afwijking inzake de inhoud van de regenwaterput.

 

Milieu:

De voorliggende aanvraag betreft ook het kappen van 2 bestaande hoogstammige bomen.

Bij elke kapping dient er minstens een gelijkwaardige compensatie te worden voorzien. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

-Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

-Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

-Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.101997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998.

De aanvrager voorziet een compensatie door de aanplanting van 3 hoogstammige moeraseiken. Deze maken deel uit van een nieuwe aangelegde groenzone van ca. 280m² met inplanting van helmgras à rato van 4 stuks/m².

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

2 juli 2019

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

23 juli 2019

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Lieselotte Vinken

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

02 september 2019

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie C 73 P

De woning dateert van 1974 en wordt geacht vergund te zijn.

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 17/07/1974 een stedenbouwkundige vergunning  (1224) voor het bouwen van een kippenslachterij werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 07/08/1974 een stedenbouwkundige vergunning  (1224/bis) voor het bouwen van een kippenslachterij werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 27/10/2004 een stedenbouwkundige vergunning  (4487) voor uitbreiding van een bestaande industriële bakkerij werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 09/12/1992 een milieuvergunning (0517) voor de (verdere) exploitatie van een industriële bakkerij werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvrager wenst de bestaande buitenaanleg te heraanleggen, meer bepaald het gedeelte van het terrein gelegen aan de voorzijde van de gebouwen en het gedeelte langs de spoorweg.

Het betreft enerzijds de bezoekersparking en de personeelsparking; en anderzijds de logistieke zone aan de zuidwestzijde van de productiegebouwen en langs de spoorweg.

Het perceel is gelegen binnen het industrieterrein Kolmen, ten noorden van de kern van Alken.  De voorliggende aanvraag situeert zich op een perceel gelegen aan de Nijverheidsstraat 1514.  Deze percelen zijn gelegen binnen de zone voor lokaal bedrijventerrein volgens het geldende RUP Kolmen.  De omliggende percelen betreffen eveneens bedrijfsgebouwen binnen dit bedrijventerrein.

 

Vandaag  zijn de beide parkeerterreinenverhard met klinkers, kws-verharding en grind.

Het logistieke terrein is deels verhard met beton en grind; deels onverhard.

 

De beide parkeerterreinen worden volledig heraangelegd:

Rijwegen in waterdoorlatende klinkers ca. 1335m²

Parkeerstroken in met grind gevulde grasdallen ca. 1475m²

Het aantal parkeerplaatsen bedraagt op heden ca. 78

Na heraanleg bedraagt het aantal parkeerplaatsen 13 (bezoekers) + 104 (personeel)

 

Het logistieke terrein wordt heraangelegd in 3 zones:

Toegangszone personeel (inclusief fietsenstalling), aangelegd in waterdoorlatende klinkers

Circulatiezone vrachtwagens, aangelegd in betonverharding ca. 2600m²

Parkeerzone vrachtwagens, aangelegd in betonverharding, ca. 610m²

Langsheen de gebouwen wordt een grindstrook met breedte ca. 0,50 à 0,75m voorzien (tegen

ongedierte)

Langsheen de spoorweg wordt een groenstrook voorzien, aangelegd in kiezelgras (tegen

ongedierte) met inplanting van helmgras à rato van 4 stuks/m2. De groenstroken hebben een oppervlakte van ca. 720m².

De 2 bestaande hoogstammige bomen worden gerooid.

 

Samen met de heraanleg van de verharding van de logistieke zone wordt de bestaande

bezinkput&vetafscheider en meetgoot verplaatst naar een nieuwe groenzone, aangezien deze niet

overrijdbaar zijn.

 

Langs de Nijverheidsstraat wordt de bestaande groenzone heraangelegd en uitgebreid tot een oppervlakte van ca. 280m²:

Aanplanting 3 hoogstammige moeraseiken

Aanleg met kiezelgras (tegen ongedierte) met inplanting helmgras à rato van 4 stuks/m2.

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is in regel met de geldende voorschriften van het gemeentelijk  ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Kolmen” d.d. 23.08.2012.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Brandweerzone Zuid-West-Limburg

23 juli 2019

29 juli 2019

voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

23 juli 2019

-

Geen advies

Infrabel Asset Management

23 juli 2019

30 juli 2019

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

- De aanvraag werd op 23.07.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Brandweerzone Zuid-West-Limburg.  Op 29.07.2019 werd er een voorwaardelijk gunstig advies met ref. HA-96-033-002 ontvangen.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

- De aanvraag werd op 23.07.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Infrax - Kenniscentrum riolering.  Binnen de gestelde termijn werd geen advies ontvangen. Aan deze adviesvraag kan worden voorbijgegaan.

- De aanvraag werd op 23.07.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Infrabel Asset Management.  Op 30.07.2019 werd er een voorwaardelijk gunstig advies met ref. 3516.2019.329.ALKEN ontvangen.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

/

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

Gezien de aanvraag in regel is met de voorschriften van het geldende RUP Kolmen wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §2 3° van de codex verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening en is ze stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

-Het advies van de Brandweerzone Zuid-West-Limburg, d.d. 29.07.2019 met ref. HA-96-033-002 dient nageleefd te worden.

 

-Het advies van Infrabel Asset Management, d.d. 30.07.2019 met ref. 3516.2019.329.ALKEN dient nageleefd te worden.

 

- De heraanplant van de boom dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de boom.

- De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

- Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.

Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden.

- Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich – voor men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient er contact te worden opgenomen met het agentschap voor Natuur en Bos.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/09/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Marc Vanherpe namens LA LORRAINE ALKEN NV gevestigd te Nijverheidsstraat 1514 te 3570 Alken, heraanleg bedrijfsterrein, gelegen Nijverheidsstraat 1514, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 73 P te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

-Het advies van de Brandweerzone Zuid-West-Limburg, d.d. 29.07.2019 met ref. HA-96-033-002 dient nageleefd te worden.

 

-Het advies van Infrabel Asset Management, d.d. 30.07.2019 met ref. 3516.2019.329.ALKEN dient nageleefd te worden.

 

- De heraanplant van de boom dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de boom.

 

- De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

 

- Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.

 

Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden.

 

- Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich – voor men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient er contact te worden opgenomen met het agentschap voor Natuur en Bos.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Omgevingsvergunning 200 - de heer Jo Huyskens met als contactadres Steenberg 36 te 3500 Hasselt. Het betreft een aanvraag over: verbouwing en uitbreiding van een ééngezinswoning. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Snoekstraat 57, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 618 N en (afd. 2) sectie F 619 E.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 4 SEPTEMBER 2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door de heer Jo Huyskens met als contactadres Steenberg 36 te 3500 Hasselt, verbouwing en uitbreiding van een ééngezinswoning, gelegen Snoekstraat 57, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 618 N en (afd. 2) sectie F 619 E te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

Advies 0000277774 van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 29.07.2019 dient strikt nageleefd te worden

Advies AV/719/2019/00253 van Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 06.08.2019 dient strikt nageleefd te worden

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Omgevingsvergunning 202 - Martijn Wanten namens Artas BVBA gevestigd te Steenweg 194 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: nieuwbouw ééngezinswoning met garage en zwembad. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg zn , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 585 D.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/09/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Martijn Wanten namens Artas BVBA gevestigd te Steenweg 194 te 3570 Alken, nieuwbouw ééngezinswoning met garage en zwembad, gelegen Steenweg zn , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 585 D te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

          Advies 0000277777 van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 29.07.2019 dient strikt nageleefd te worden

          Advies AV/719/2019/00254 van Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 06.08.2019 dient strikt nageleefd te worden

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 04 09 2019

 

Omgevingsvergunning 205 - Brent en Sigrid Marynissen - Louwet wonende te Langstraat 28 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: verbouwing van een ééngezinswoning. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Langstraat 28, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 193 B2.

 

Besluit

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Brent en Sigrid Marynissen - Louwet wonende te Langstraat 28 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Langstraat 28

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie B nr. 193B2

 

Projectnaam:

Verbouwing van een ééngezinswoning

 

Dossiernummer:

201998

 

Intern dossiernummer:

205

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2019092707

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject 2019

1.b. Omschrijving aanvraag

Verbouwing van een ééngezinswoning

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd: Het verbouwen van een eengezinswoning

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  - woongebied .

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de omschrijving van een niet-vervallen verkaveling, ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg. .

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Verordeningen :

-          Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

-          Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

-          Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

-          Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Het decreet integraal waterbeleid :

Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid, dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

 

Watertoets :

De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning binnen de bestaande buitenmuren van het gebouw. Er is geen uitbreiding van horizontale dakoppervlakte of verharding.

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het intern verbouwen van een eengezinswoning,  niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.

Milieu:

/

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

15 juli 2019

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

24 juli 2019

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Lieselotte Vinken

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

02 september 2019

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 193 B2

De woning dateert van 1964 en wordt geacht vergund te zijn.

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

 

- Overwegende dat op 18/10/1963 een stedenbouwkundige vergunning  (0111) voor bouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 05/01/1977 een stedenbouwkundige vergunning  (1413) voor het bouwen van een opslagplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning. De aanvraag is gelegen langs een gemeentelijke weg, nl. de Langstraat. De geasfalteerde weg is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. De omgeving wordt gekenmerkt door open, halfopen bebouwing en landbouwactiviteiten.

De verbouwing van deze vrijstaande woning blijft binnen de grenzen van de bestaande toestand en de stedenbouwkundige voorschriften.

De raampartijen van de woning zullen vervangen worden. 3 bestaande ramen in de woonkamer worden uitgebroken tot op het afgewerkte vloerpeil binnen. Dit brengt een wijziging teweeg in de voorgevel, achtergevel en linkerzijgevel van de woning.  Het buitenschrijnwerk wordt vervangen in PVC, zwart.

De vloerplaat op vollegrond zal opgebroken worden zodat deze geïsoleerd kan worden.

De dragende wand tussen de woonkamer en keuken zal verwijderd worden om een open ruimte te creëren. Om deze wand op te vangen zal er een stalen ligger geplaatst worden.

Het samenvoegen van de woonkamer en de keuken en het vergroten van de raamoppervlakte zal zorgen voor een grotere lichtinval en een kwalitatievere leefruimte. Het groter maken van de raamoppervlaktes zal het uitzicht van de woning niet nadelig beïnvloeden.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is niet in strijd met de geldende gewestplanvoorschriften.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Fluvius System Operator

24 juli 2019

29 juli 2019

voorwaardelijk gunstig

Watering de Herk

24 juli 2019

23 augustus 2019

gunstig

Provincie Limburg - Afdeling Water & Domeinen

24 juli 2019

21 augustus 2019

gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

-  De aanvraag werd op 24.07.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius System Operator.  Op 29.07.2019 werd voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht met ref. 0000277773 . De integrale inhoud kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

-  De aanvraag werd op 24.07.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Watering de Herk.  Op 23.08.2019 werd gunstig advies uitgebracht. De integrale inhoud kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

Het advies luidt als volgt:

Watering de Herk geeft een gunstig advies.

De watering is waterbeheerder voor dit projectgebied, maar voor zowel het advies in het kader van de bindende bepalingen in verband met de waterloop (afstandsregels en machtigingen) als het advies in het kader van de watertoets treedt de Dienst Water en Domeinen van de provincie Limburg op als ondersteunende adviesverlenende instantie.

De watering neemt dit advies met de hierin opgenomen beoordeling en conclusie over en maakt dit advies tot het hare.

 

-  De aanvraag werd op 24.07.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Provincie Limburg, afdeling Water en Domeinen.  Op 21.08.2019 werd gunstig advies uitgebracht met ref. 2019N054667 – 2019 - 825. De integrale inhoud kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

/

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

-Functionele inpasbaarheid:

De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende gewestplan.

-Mobiliteitsaspect:

Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de  aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit.

-Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid:

Voorliggende aanvraag betreft de verbouwing van een eengezinswoning waarbij schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid, conform  de omgeving en bijgevolg aanvaardbaar zijn. Voorliggende aanvraag overstijgt geenszins de draagkracht van het perceel.

-Visueel-vormelijke elementen:

De aanvraag is naar materiaalgebruik en uitwerking aanvaardbaar. Naar vormgeving, materiaalgebruik en architectuur wordt er gestreefd naar een harmonisch geheel. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande woonomgeving.

-Cultuurhistorische aspecten:

Het perceel en deze eigendom liggen niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument.  De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

-Het bodemreliëf: Het ontwerp wijzigt het bodemreliëf niet.

-Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen:

Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden.  De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en –kwaliteit van de omgeving.

 

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden

-          Het advies van 24.07.2019 van Fluvius System Operator met ref. 0000277773 dient gevolgd te worden.

-          Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN  HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Brent en Sigrid Marynissen - Louwet wonende te Langstraat 28 te 3570 Alken, verbouwing van een ééngezinswoning, gelegen Langstraat 28, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 193 B2 te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

-          Het advies van 24.07.2019 van Fluvius System Operator met ref. 0000277773 dient gevolgd te worden.

-          Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019