Zitting van 07 05 2025
Verslag van de vorige zitting dd. 30.04.2025
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 30.04.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Feiten en context
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 30.04.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Juridische grond
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
Zitting van 07 05 2025
Stakingsaanzegging ACV-CSC dd. 22.05.2025
Besluit
Zitting van 07 05 2025
Melding van recreatief terrein paramotor
Besluit
Zitting van 07 05 2025
Kerkenbeleidsplan Alken
Besluit
Zitting van 07 05 2025
Wegenis- en rioleringswerken Klinkstraat, Oftingenstraat en Thielenstraat. Werfverslag nr. 14 d.d. 24.04.2025.
Besluit
Zitting van 07 05 2025
Belastingkohier reclamedrukwerk - Januari 2025 bis
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand januari 2025 bis bedraagt 2.142,29 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Feiten en context
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand januari 2025 bis bedraagt 2.142,29 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Juridische grond
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2023 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
2.142,29 euro | nvt | MJP001025 |
Datum visumaanvraag: | nvt | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | nvt |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand januari 2025 bis vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 2.142,29 euro.
Zitting van 07 05 2025
Betaalbaarstelling facturen SC
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Feiten en context
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Juridische grond
Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.
Zitting van 07 05 2025
Aanvraag tijdelijke terrasuitbreiding café Ter Linde
De heer Eddy Strouwen, eigenaar van Café Ter Linde, Pastoriestraat 2 te Alken, heeft zoals de voorbije jaren een tijdelijke uitbreiding van zijn horecaterras gevraagd in het weekend van Terkoest kermis. De uitbreiding zal plaatsvinden op het openbaar domein op de hoek van de Pastoriestraat / O.L-Vrouwstraat van zaterdag 31 mei 2025 tot dinsdag 2 juni 2025. Verder vraag hij ook een de toestemming om een open terras in te richten op 5 parkeerplaatsen ter hoogte van voormalig café Toi-Toi aan het Claes d'Erckenteelplein en in het voor verkeer afgesloten deel van de Pastoriestraat (zie bijlage).
De parkeerplaatsen voor het voormalige pand van Maison fieke blijven beschikbaar.
Op voorwaarde dat deze terrassen gelegen zijn op het openbaar domein van de gemeente;
Op voorwaarde dat het gedeelte van het terras langs de O.L.-Vrouwstraat gelegen is op openbaar gewestdomein;
In bijlage zijn volgende documenten terug te vinden:
- plan terrasuitbreiding Café Ter Linde
Feiten en context
De heer Eddy Strouwen, eigenaar van Café Ter Linde, Pastoriestraat 2 te Alken, heeft zoals de voorbije jaren een tijdelijke uitbreiding van zijn horecaterras gevraagd in het weekend van Terkoest kermis. De uitbreiding zal plaatsvinden op het openbaar domein op de hoek van de Pastoriestraat / O.L-Vrouwstraat van zaterdag 31 mei 2025 tot dinsdag 2 juni 2025. Verder vraag hij ook een de toestemming om een open terras in te richten op 5 parkeerplaatsen ter hoogte van voormalig café Toi-Toi aan het Claes d'Erckenteelplein en in het voor verkeer afgesloten deel van de Pastoriestraat (zie bijlage).
De parkeerplaatsen voor het pand van het voormalige Maison fieke blijven beschikbaar.
Op voorwaarde dat deze terrassen gelegen zijn op het openbaar domein van de gemeente;
Op voorwaarde dat het gedeelte van het terras langs de O.L.-Vrouwstraat gelegen is op openbaar gewestdomein;
In bijlage zijn volgende documenten terug te vinden:
- plan terrasuitbreiding Café Ter Linde
Juridische grond
Het gemeentelijk reglement betreffende de inrichting van horecaterrassen op het openbaar domein, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 maart 2017;
Artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet;
Adviezen
Op voorwaarde dat er een gunstig advies wordt afgeleverd van het Agentschap wegen en verkeer.
Argumentatie
Omdat er tijdens de kermis al tijdelijke verkeersregelingen gelden in Terkoest en de eigenaar van Café Ter Linde het terras op dezelfde manier als vorig jaar wil plaatsen, zal dit niet voor problemen zorgen
Financiële gevolgen
niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Aan de heer Eddy Strouwen wordt toelating verleend om, ter gelegenheid van kermis Terkoest, van zaterdag 31 mei 2025 tot dinsdag 2 juni 2025 het terras van Café Ter Linde uit te breiden met een open terras op de stoep op de hoek O.L.-Vrouwstraat / Pastoriestraat. .
Artikel 2: De in artikel 1 genoemde vergunning wordt verleend op voorwaarde dat naast de toelating door het gemeentebestuur ook een vergunning voor de uitbreiding van het terras op de stoep langs de O.L.-Vrouwstraat wordt verleend door het Agentschap Wegen en Verkeer.
Artikel 3: Aan de heer Eddy Strouwen wordt toelating verleend om, ter gelegenheid van kermis Terkoest, van zaterdag 31 mei 2025 tot dinsdag 2 juni 2025 een open terras in te richten op 5 parkeerplaatsen ter hoogte van voormalig café Toi-Toi aan het Claes d'Erckenteelplein en in het voor verkeer afgesloten deel van de Pastoriestraat.
Artikel 4: De in artikel 1 en 2 genoemde vergunningen worden verleend op voorwaarde dat er steeds een vrije doorgang van 1,5 m voor voetgangers en rolstoelgebruikers gelaten wordt, dat de veiligheid gegarandeerd wordt, er geen (geluids)overlast veroorzaakt wordt, de regels inzake corona (en specifiek het horecaprotocol) nageleefd worden en de doorgang ter hoogte van de het pand van de voormalige handelszaak Maison Fieke vrijgehouden wordt.
Artikel 5: Afschrift van deze vergunning wordt overgemaakt aan de aanvrager en de politie.
Zitting van 07 05 2025
Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest 't Steegjesfeest op zondag 29 juni.
Op zondag 29 juni wensen de inwoners van het steegje (straatje tussen de Ridderstraat en Hoogdorp) een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Feiten en context
Op zondag 29 juni wensen de inwoners van het steegje (straatje tussen de Ridderstraat en Hoogdorp) een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Juridische grond
Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
125 EUR | Niet van toepassing | MJP001327 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van het steegje om op zondag 29 juni een buurtfeest te organiseren.
Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.
Zitting van 07 05 2025
Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest Hoveniersstraat op zaterdag 23 augustus 2025
Op zaterdag 23 augustus 2025 wensen de inwoners van de Hoveniersstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Feiten en context
Op zaterdag 23 augustus 2025 wensen de inwoners van de Hoveniersstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Juridische grond
Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
125 EUR | Niet van toepassing | MJP001327 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Hoveniersstraat om op zaterdag 23 augustus een buurtfeest te organiseren.
Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.
Zitting van 07 05 2025
Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest Leemkuilstraat op zaterdag 9 augustus
Op zaterdag 9 augustus wensen de inwoners van de Leemkuilstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten. Tenslotte wensen zij het uitwerken van een verkeersregeling aan te vragen.
Feiten en context
Op zaterdag 9 augustus wensen de inwoners van de Leemkuilstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten. Tenslotte wensen zij het uitwerken van een verkeersregeling aan te vragen.
Juridische grond
Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.
Om het buurtfeest veilig te kunnen laten verlopen is het aangewezen een verkeersregeling uit te werken.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
125 EUR | Niet van toepassing | MJP001327 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Leemkuilstraat om op zaterdag 9 augustus een buurtfeest te organiseren.
Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.
Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating voor het opstellen van een verkeersregeling.
Zitting van 07 05 2025
Advies CBS inzake omgevingsvergunning P35
Adviesvraag van de provincie Limburg aangaande een aanvraag omgevingsvergunning over: "het project Datwyler – waterzuiveringsinstallatie + lozingsvoorwaarden". Dit dossier werd ingediend door DATWYLER PHARMA, PACKAGING BELGIUM NV gevestigd te Industrieterrein Kolmen 1519 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een perceel Nijverheidsstraat 1414 te 3570 Alken, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 120A5. Dit dossier werd ingediend bij de provincie Limburg.
ADVIES VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE ALKEN
Aanvragers: | DATWYLER PHARMA PACKAGING BELGIUM NV gevestigd te Industrieterrein Kolmen 1519 te 3570 Alken
|
Ligging van het perceel: | Nijverheidsstraat 1414 te 3570 Alken
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie C nr. 120A5
|
Projectnaam: | Datwyler – WZI + lozingsvwd
|
Dossiernummer: | 202537
|
Intern dossiernummer: | P35
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2025008019
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.a. Aanvraag
1.b. Omschrijving aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag bevat milieutechnische handelingen. De aanvraag omvat een andere verandering dan een beperkte verandering van een ingedeelde inrichting, namelijk de vraag tot het uitstellen van de toepassing van de lozingsnormen van 1/05/2025 naar 1/09/2025 om moeilijkheden tijdens de opstart van de installatie vergunningstechnisch te borgen.
Rubrieken
Volgende inrichting of activiteit volgens de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
3.2.2°a) | Uitbreiding met 3.000 m³ huishoudelijk afvalwater per jaar. | 3 |
3.4.2° | Bedrijfsafvalwater afkomstig van de containerstalling (600 m²): 10 m³/uur - 24,5 m³/dag – 510 m³/jaar | 2 |
3.6.3.2° | Een afvalwaterzuiveringsinstallatie voor bedrijfsafvalwater met inbegrip van het lozen van effluent: 25 m³/uur 200 m³/dag – 100.000 m³/jaar Overgangsperiode tot 1/09/2025: 500 m³/dag | 2 |
17.3.2.1.2.1 | Opslag van 2 ton additieven WZI in verplaatsbare recipiënten | 3 |
17.3.4.1.a | Opslag van 2 ton additieven WZI in verplaatsbare recipiënten | 2 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
3.2.2°a) | Het lozen van 6.000 m³ huishoudelijk afvalwater per jaar. | 3 |
3.4.2° | Bedrijfsafvalwater afkomstig van de containerstalling (600 m²): 10 m³/uur - 24,5 m³/dag – 510 m³/jaar | 2 |
3.6.3.2° | Een afvalwaterzuiveringsinstallatie voor bedrijfsafvalwater met inbegrip van het lozen van effluent: 25 m³/uur 200 m³/dag – 100.000 m³/jaar Overgangsperiode tot 1/09/2025: 500 m³/dag | 2 |
4.3.c)3° | Een afdeling (omniflex) voor aanbrengen van een inerte oppervlakte laag op rubberen producten bestaande uit spuitinstallaties, tunnelovens, drogers, persluchtbehandelingsunits en menginstallaties met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 442 kW. | 2 |
4.4 | 6 tunnelovens bestemd voor het opsmelten van een coatinglaag met elk een geïnstalleerd elektrisch verwarmingsvermogen variërend tussen 30 kW en 50 kW, en elk een niet verwarmingsvermogen van maximaal 15 kW. Het inwendig volume varieert tussen 4 en 8 m³. | 2 |
4.6.a) | Het verbruik van 350 kg/u organische oplosmiddelen. | 1 |
4.6.b) | Het verbruik van 1200 ton/jaar organische oplosmiddelen. | 1 |
6.4.2° | Opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 65.000 liter waarvan 56.200 liter in vaste houders en 8.800 liter in verplaatsbare recipiënten. | 2 |
12.2.2° | 6 transformatoren van elk 1.250 kVA | 2 |
15.1.1° | Stallen van circa 20 bedrijfsvoertuigen, waaronder elektrische reachtrucks, heftrucks, heftrucks stapelaars en transpallets. | 3 |
16.3.1° | Koelinstallaties, warmtepompen en airco's met een gezamenlijke hoeveelheid van 3.200 ton CO2-equivalent. | 1 |
16.3.2°b) | 3 luchtcompressoren met een totaal geïnstalleerd vermogen van 410 kW en diverse luchtbehandelingsinstallaties en chillers met een totaal geïnstalleerd vermogen van 2.200 kW – totaal : 2.610 kW | 2 |
17.1.2.1.2° | Opslag van 1.500 liter stikstof opgeslagen als batterij en 4.100 liter andere gassen in gasflessen bestaande uit o.a. zuurstof, argon, lachgas, acetyleen, propaan, waterstof en helium; de totale opslag van volle en lege recipiënten bedraagt 5.600 liter. | 2 |
17.1.2.2.2° | Opslag van stikstof in een vaste reservoir met een waterinhoudsvermogen van 6.000 liter. | 2 |
17.3.2.1.2.1°) | Opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 7 ton. | 3 |
17.3.2.2.3°b) | Opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 75.000 kg, waarvan 67.370 kg in vaste reservoirs en 7.630 kg in verplaatsbare recipiënten. | 1
|
17.3.2.1.1°a) | De opslag van overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 500 kg. | 3 |
17.3.3.1°a) | Opslag van 200 kg oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen. | 3 |
17.3.4.1°a) | Opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 22.000 kg in verplaatsbare recipiënten. | 3 |
17.3.6.2°a) | Opslag van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100.000 kg waarvan 67.370 kg in een vaste houder en 32.630 kg in verplaatsbare recipiënten. | 2 |
17.3.7.1°a) | Opslag van vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 20.000 kg. | 3 |
17.3.8.2° | Opslag van vloeistoffen en vaste stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS09, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 15.000 kg in verplaatsbare recipiënten. | 3 |
17.4 | Opslagplaatsen voor 5.000 kg/l gevaarlijke producten en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van max. 30 liter of 30kg. | 3 |
19.6.1°a) | Binnenopslag van een voorraad paletten om ingepakte goederen te versturen, circa 300 m³. | 3 |
24.4 | Drie labo's: onderzoekslabo ontwikkeling, tussentijdse controle IPC, en labo eindcontrole kwaliteit. | 3 |
29.5.2.1°a) | Een gereedschapsmakerij voor herstellen, vervaardigen en reinigen van vormen en stempels met totaal geïnstalleerd vermogen van circa. 190 kW en een onderhoudsafdeling waar onderhoudsactiviteiten van het machinepark gebeuren met divers klein materieel. Het totaal geïnstalleerd vermogen bedraagt circa 200 kW. | 3 |
29.5.4.1°a) | Twee vormstraalcabines voor reinigen van vormen met glasparel met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 100 kW. | 3 |
33.4.1°a) | Opslag van kartonnen verpakkingsmaterialen met een maximumvoorraad van 40 ton. | 3 |
36.3.1°b)1) | Het totaal geïnstalleerd vermogen van deze rubriek bedraagt: 11.852 kW, bestaande uit: een mengafdeling (2.500 kW), een persafdeling (4.000 kW), een nabewerking (400 kW), de FirstLine hoge kwaliteitsfabriek (3.000 kW), een magazijn (10 kW), omniflex afdeling (442 kW), afdeling alu-caps (1000 kW), de afdeling Top Coating (300 kW) en laboratoriummachines in labo R&D (200 kW). | 2 |
36.4.1° | Opslag van 1.950 ton rubber, bestaande uit: 1000 ton rubber als grondstof, 250 ton rubber als halffabricaat en 700 ton rubber als eindproduct. | 2 |
39.1.2° | Één Stoomketel met een thermisch vermogen van 1.500 kW en een waterinhoud van 3.800 liter en 1 Stoomketel met een thermisch vermogen van 441 kW en een waterinhoud van 90 liter. | 2 |
43.1.3° | 5 stookinstallaties op aardgas voor ruimteverwarming en verwarming productiewater, met een totaal warmtevermogen van 2.207 kW, bestaande uit: 1 x225 kW, 2 x 700 kW, 2 x 291 kW; 3 katalytische naverbrandings-installaties op aardgas voor de verbranding van ketonen uit het productieproces: (500 kW; 750 kW; 550 kW); 1 stoomketel met een thermisch vermogen van 1.500 kW en een waterinhoud van 3800 liter; 1 stoomketel met een thermisch vermogen van 441 kW en een waterinhoud van 90 liter; 4 stoomketels met een waterinhoud kleiner dan 25L, en met een totaal warmtevermogen van 670 kW. Het totaal warmtevermogen bedraagt 6.618 kW. | 1 |
53.8.3° | 1 grondwaterwinning bestaande uit een 148 m diepe put waaruit max. 25 m³/u, 350 m³/dag en 90.000 m³/jaar grondwater wordt onttrokken, voor de bevoorrading van gans het bedrijf zowel voor industriële toepassingen als voor de sanitaire toepassingen. * twee grondwaterwinningen, bestaande uit 160 meter diepe putten, waaruit maximaal een gezamenlijk debiet wordt onttrokken van 37 m³/u, 400 m³/dag en 104.000 m³/jaar voor de bevoorrading van het bedrijf. | 1 |
59.15.1° | Activiteit waar een inerte oppervlaktelaag d.m.v. ketonen wordt aangebracht op rubberen producten (installatie vergund onder rubriek 4.3.b.2). De oplosmiddelen worden afgezogen en gezuiverd in een katalytische naverbrandingsinstallatie - zie ook rubriek 43.1.3. Het opslagmiddelenverbruik bedraagt ca. 1.200 ton op jaarbasis. | 1 |
Volgende bijstellingen van de bijzondere voorwaarde uit de vergunning worden gevraagd:
● Lozen van bedrijfsafvalwater op de openbare riolering via een nieuw lozingspunt “bedrijfsafvalwater 1519” waarbij het debiet maximaal 25 m³/uur, 200 m³/dag en 100.000 m³/jaar zal bedragen. In afwijking van het dagdebiet wordt gedurende een korte overgangsperiode een maximaal debiet van 500 m³/dag toegestaan tot 1 september 2025.
● In aanvulling en/of afwijking van de algemene lozingsvoorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater op de openbare riolering gelden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:
○ Het geloosd bedrijfsafvalwater voldoet aan volgende normen voor dagvrachten
■ BOD < 130 kg/dag
■ COD < 108 kg/dag
■ ZS < 72 kg/dag
■ Ntotaal < 8 kg/dag
■ Ptotaal < 1,6 kg/dag
○ Het geloosd bedrijfsafvalwater voldoet vanaf 1/05/2026 aan volgende normen voor concentraties (gebaseerd op de dagvrachten, 200 m³/dag en reservefactor 2):
■ COD < 1.080 mg/l
■ ZS < 720 mg/l
■ Ntotaal < 80 mg/l
■ Ptotaal < 16 mg/l
Volgende bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II wordt gevraagd:
● Het bedrijf is vrijgesteld van de plaatsing van een meetgoot of evenwaardig alternatief. Een controleput van waaruit op eenvoudige wijze een schepmonster genomen kan worden volstaat.
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan Hasselt-Genk (K.B. 3/04/1979) - industriegebied.
De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)
Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften
De aanvraag is gelegen binnen de contouren van het gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Kolmen dat op datum van 23 augustus 2012 bij besluit van de deputatie goedgekeurd werd;
Ligging volgens verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de omschrijving van een niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Kolmen goedgekeurd op 23.08.2012 door de deputatie Limburg.
Voor dit perceel geldt meer specifiek artikel 1. “zone voor lokaal bedrijventerrein” van de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP;
Art. 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg vervangen, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.
Overeenstemming met dit plan
Het ontwerp is in regel met het geldende RUP Kolmen.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
///
Watertoets:
///
Milieu:
///
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 17/02/2025 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 26/03/2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | Geen |
Dossierbehandelaar | Charlotte Beerten |
Omgevingsambtenaar | Charlotte Beerten |
Datum advies CBS | 7/05/2025 |
1.f. Historiek
Voor het betrokken perceel en de betrokken aanvrager (zijnde in zijn huidige
rechtsvorm of in een vroegere variant hiervan) werden in de loop der jaren
een 50-tal vergunningen afgeleverd.
De huidige omgevingsvergunning (hernieuwing van de vergunning) dateert van 23 november 2022. Ze werd verleend voor onbepaalde duur, behalve voor de grondwaterwinning waarvoor de vergunning werd verleend voor een termijn van 10 jaar. Een verandering van de omgevingsvergunning werd verleend op 8 februari 2024.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Datwyler Pharma Packaging Belgium nv is een bedrijf voor de productie van rubberen en aluminium verpakkingsmaterialen voor de farmaceutische industrie.
De exploitatie is gelegen op het Industrieterrein Kolmen te Alken. De huidige omgevingsvergunning (hernieuwing van de vergunning) dateert van 23 november 2022. Ze werd verleend voor onbepaalde duur behalve voor de grondwaterwinning waarvoor de vergunning werd verleend voor een termijn van 10 jaar.
In de bijzondere voorwaarden van het vergunningenbesluit van 23 november 2022 werd een tijdelijke periode van ongeveer 2,5 jaar ingeschreven waar er minder strenge lozingsvoorwaarden voor het bedrijfsafvalwater werden toegestaan. Dit werd in onderling overleg beslist om het bedrijf uiteindelijk in de mogelijkheid te stellen om de finale stap, na jarenlang onderzoek en pilootinstallaties, van het project voor afvalwaterzuivering en -hergebruik te realiseren. Mocht hier alsnog niet op ingaan worden, dat zullen de strengere eisen voor lozing op de RWZI Alken vanaf 1 mei 2025 van toepassing zijn.
De plaatsing van de installaties voor waterzuivering is op datum van indienen van deze aanvraag op schema. Echter, de nodige rioleringswerken lopen, onder andere door het uitermate natte weer, een aantal weken vertraging op. Het bedrijf blijft echter mikken om in mei op te starten (al blijft dit uiteraard afhankelijk van het weer).
Naar de vergunning toe werd met de VMM de mogelijkheid besproken om parameters zoals geloosd debiet met enkele maanden uit te stellen. De bedoeling is niet alleen de vertraging door het weer op te vangen maar ook een soort korte overgangsperiode te voorzien om moeilijkheden tijdens de opstart van de installatie (inclusief de validaties voor kwaliteit) ook vergunningstechnisch te borgen. Het bedrijf stelt daarom voor om deze overgangsperiode te voorzien tot 1/09/2025, waardoor ook de zomervakantie gecoverd is.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Het ontwerp is in regel met het geldende RUP Kolmen.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid.
2.d. Bespreking van de adviezen
Externe Adviezen
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid.
2.e. Openbaar onderzoek
Een openbaar onderzoek werd opgestart op 1 april 2025 en eindigt op 30 april 2025.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid.
2.g. Beoordeling
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het betreft een aanvraag van een andere verandering dan een beperkte verandering van een ingedeelde inrichting, namelijk de vraag tot het uitstellen van de toepassing van de lozingsnormen van 1/05/2025 naar 1/09/2025 om moeilijkheden tijdens de opstart van de installatie vergunningstechnisch te borgen. Bijhorende bijstelling van voorwaarden worden eveneens aangevraagd (zie eerder).
Het betreft een bestaand ingedeelde inrichting of activiteit klasse 1.
MER
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
Lozen van huishoudelijk afvalwater (rubriek 3.2.2°a)):
De hoeveelheid HAW verdubbelt, hetgeen resulteert uit de hoeveelheden afkomstig van de tellingen van het drinkwater en wordt als een regularisatie beschouwd.
Lozen van bedrijfsafvalwater (rubriek 3.4.2° en 3.6.3.2°):
Deze hoeveelheid wijzigt in functie van de overgangsperiode tot 1/09/2025.
Opslag van gevaarlijke stoffen (rubriek 17.3.2.1.2.1° en 17.3.4.2°a):
Deze hoeveelheid neemt toe met telkens met 2 ton en wordt gezien als een actualisatie, gekoppeld aan de WZI.
Effecten op bodem
Ten behoeve van de waterzuiveringsinstallatie en hergebruik installatie werd een gebouw voorzien waarin ook een aantal pompen geplaatst werden. Alle toestellen zijn opgesteld in het gebouw voorzien van vloeistofdichte vloeren waardoor emissies naar de bodem en/of grondwater, als gevolg van lekkages of calamiteiten nagenoeg onmogelijk geacht worden. Aangezien de lozing van bedrijfsafvalwater zal gebeuren via nog slechts één lozingspunt werden alle afvoerleidingen van afvalwater (en ook afgekoppeld regenwater) via nieuwe kanalisatie naar de ingang van het bedrijf gebracht waar de waterzuiveringsinstallatie / hergebruik installatie werd ingeplant. Uiteraard heeft het vervangen van diverse oude leidingen ervoor gezorgd dat lekken van afvalwater in de bodem worden voorkomen. Voor alle werkzaamheden die voorzien worden zullen de voorschriften van VLAREM en de toepasselijke codes van goede praktijk, rekening houdend met de beste beschikbare technieken, worden nageleefd. Alle gevaarlijke producten (incl. additieven WZI) worden opgeslagen in chemiekasten en/of op vloeistofdichte vloeren.
Effecten op het watersysteem
vervuilde verharding 1519”. Deze aansluiting (paars op het plan) betreft een resterende afvalwaterstroom van regenwater welk op een mogelijk vervuild oppervlak terecht komt. Hier valt onder andere een oppervlakte met open containers voor de dagelijkse inzameling van vast niet gevaarlijk bedrijfsafval onder. De afvalstroom bestaat in hoofdzaak uit rubber. Op het containerpark worden circa 2.000 ton afvalstoffen per jaar verzameld (of circa 50 ton aanwezig op een dag). Op basis van deze hoeveelheden zijn de sectorale lozingsvoorwaarden van Vlarem II, bijlage 5.3.2.48 niet van toepassing. Deze beperkte hoeveelheid water wordt niet door de buffer- en infiltratie units geleid, en kan ook niet hergebruikt worden. Het afvalwater wordt (in overleg met de VMM heffingen en de VMM vergunningen) aangesloten op de DWA, weliswaar na de debietmeter. Dit is beslist in hoofdzaak om de toegestane limieten voor lozingsdebiet (maximaal 200 m³/dag) niet afhankelijk te laten worden van regen. De heffing zal bepaald worden door middel van een forfaitaire aanrekening. De oppervlakte bedraagt circa 600 m². Een controleputje voor het nemen van schepstalen wordt vlak voor de straataansluiting DWA voorzien, ter hoogte van de plaats waar dit water samen met het andere water wordt gevoegd.
“regenwater daken”. Het regenwater van de daken wordt opgevangen in een buffer met een capaciteit van circa 570 m³. De bedoeling is dit gebufferd water van daken op termijn volledig te hergebruiken (in uitvoering van de watertoets op de nieuwbouw van de zuivering, vastgelegd in de vorige vergunningsaanvraag voor de bouw, is alles voorzien om nu in de nieuwbouw wat regenwater te hergebruiken). De overloop van de buffer gaat alvorens lozing naar de infiltratie-elementen (infiltratieelementen hebben een totaal doorlaatbare oppervlakte van circa 70 m²). De overloop van deze elementen gaat naar de RWA.
“regenwater bestrating niet vervuild”. Het regenwater van de ganse bestrating, doorgangen en parking (op de stroom “vervuilde verharding 1519” na) wordt verzameld in de eerder genoemde infiltratie-elementen. De overloop van deze elementen gaat naar de RWA.
Effecten op luchtkwaliteit
Volgende maatregelen tegen geuroverlast worden genomen bij het ontwerp van de biologische afvalwaterzuivering bij Datwyler:
● Contact van afvalwater met de buitenlucht wordt geminimaliseerd door zoveel mogelijk gebruik te maken van overdekte procesunits:
○ Ondergrondse buffertank en pompput.
○ DAF flotatie voorbehandeling (indien nodig) en MBR filtratie op skid worden in het technisch gebouw opgesteld. Technisch gebouw, indien nodig, uitgerust met een actief kool geurfilter.
○ Geen eigen slibontwatering. Opslag van spuislib in afwachting van afvoer in een gesloten silo (indien nodig, uitgerust met een actief kool geurfilter).
● Enkel het beluchtingsbekken staat in contact met de buitenlucht (omdat dit in de praktijk moeilijk anders uitgevoerd kan worden). Volgende maatregelen worden getroffen om geuroverlast en risico op anaërobe omstandigheden te voorkomen:
○ Grootste risico is een zuurstoftekort door overbelasting of falen van de beluchtingsventilator:
■ Beluchtingssysteem wordt (over)gedimensioneerd om pieken in vuilvracht te kunnen verwerken.
■ Beluchtingsventilatoren worden redundant uitgevoerd.
○ Voeding van ruw afvalwater aan het beluchtingsbekken gebeurt onder het waterniveau om direct contact met de buitenlucht te minimaliseren.
Samengevat kan er gesteld worden dat enkel de beluchtingstank direct contact met de buitenlucht maakt (en dus de potentieel enige directe geurbron kan zijn). Een correct gedimensioneerd aëroob actief slib systeem zal weinig tot geen storende geur produceren. Actief slib processen zijn eerder bekend om hun vermogen om geuremissies zoals van ammoniak, waterstofsulfide en vluchtige organische stoffen effectief te verminderen door biologische afbraak van deze componenten.
Effecten op geluid of trillingen
Op bedrijfsniveau wordt er steeds veel aandacht geschonken aan de nodige maatregelen bij het installeren van afzuigventilatoren en procesinstallaties in het algemeen en nu dus eveneens bij het installeren van de pompen van de waterzuiveringsinstallatie / hergebruik installatie. De pompen werden geplaatst in het nieuwe gebouw waarbij de nodige aandacht besteed werd aan de trillingsvrije en geluidsarme opstelling ervan. Hierdoor zal er geen geluidsoverdracht van de toestellen naar buiten toe zijn.
Conclusie
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een gunstig advies.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent een gunstig advies.
Artikel 2: Een afschrift van dit advies zal worden overgemaakt aan de Provincie Limburg via het Omgevingsloket.
Zitting van 07 05 2025
Alken Vallei: akte aanpassing openbaar domein Gemeente/Aquafin/VMM volgens rooilijnplan: aanstellen notaris
De gemeenteraad stelde in vergadering van 24.10.2024 het rooilijnenplan n.a.v. OMV 2024086201 (G14) definitief vast, onder opschortende voorwaarde van het afleveren van de omgevingsvergunning door Departement Omgeving Vlaanderen.
De omgevingsvergunning werd door Departement Omgeving Vlaanderen op 03.02.2025 afgeleverd.
Het aanpassen van het openbaar domein door dit rooilijnenplan zowel voor de gemeente, als Aquafin en VMM dient echter nog geregeld te worden door een authentieke akte.
Hier dient dus het notariskantoor voor aangesteld te worden.
Feiten en context
De gemeenteraad stelde in vergadering van 24.10.2024 het rooilijnenplan n.a.v. OMV 2024086201 (G14) definitief vast, onder opschortende voorwaarde van het afleveren van de omgevingsvergunning door Departement Omgeving Vlaanderen.
De omgevingsvergunning werd door Departement Omgeving Vlaanderen op 03.02.2025 afgeleverd.
Het aanpassen van het openbaar domein door dit rooilijnenplan zowel voor de gemeente, als Aquafin en VMM dient echter nog geregeld te worden door een authentieke akte.
Hier dient dus het notariskantoor voor aangesteld te worden.
Juridische grond
Decreet Lokaal Bestuur Artikel 56 °3
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
De gemeenteraad stelde in vergadering van 24.10.2024 het rooilijnenplan n.a.v. OMV 2024086201 (G14) definitief vast, onder opschortende voorwaarde van het afleveren van de omgevingsvergunning door Departement Omgeving Vlaanderen.
De omgevingsvergunning werd door Departement Omgeving Vlaanderen op 03.02.2025 afgeleverd.
Het aanpassen van het openbaar domein door dit rooilijnenplan zowel voor de gemeente, als Aquafin en VMM dient echter nog geregeld te worden door een authentieke akte.
Hier dient dus het notariskantoor voor aangesteld te worden.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Notariskantoor NOTALIM-ACTACERTA, Steenweg 123 te Alken, wordt aangesteld voor het opstellen en verlijden van de akte m.b.t. de aanpassingen van het openbaar domein m.b.t. gemeente, Aquafin en VMM i.f.v. het rooilijnenplan Alken Vallei.
Artikel 2: Alle kosten m.b.t. deze akte zijn ten laste van de gemeente.
Zitting van 07 05 2025
Cabine Fluvius Bulsstraat: principieel akkoord met verkoop en aanstelling dienst Vastgoedtransacties
Fluvius wenst een bijkomende distributiecabine te plaatsen in de Bulsstraat op een perceel grond met een oppervlakte van 23m², gelegen in de Bulsstraat, gekend ten kadaster 2e Afdeling Sie E nr. 121/2-ex, privé-domein van de gemeente Alken.
Het college van burgemeester en schepenen dient haar principieel akkoord tot verkoop aan Fluvius te verlenen en dienst Vastgoedtransacties, die ook optreedt voor Fluvius, aan te stellen voor het opstellen en verlijden van de akte.
Zodra de akte ontvangen wordt van dienst Vastgoedtransacties, zal deze vervolgens ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Feiten en context
Fluvius wenst een bijkomende distributiecabine te plaatsen in de Bulsstraat op een perceel grond met een oppervlakte van 23m², gelegen in de Bulsstraat, gekend ten kadaster 2e Afdeling Sie E nr. 121/2-ex, privé-domein van de gemeente Alken.
Het college van burgemeester en schepenen dient haar principieel akkoord tot verkoop aan Fluvius te verlenen en dienst Vastgoedtransacties, die ook optreedt voor Fluvius, aan te stellen voor het opstellen en verlijden van de akte.
Zodra de akte ontvangen wordt van dienst Vastgoedtransacties, zal deze vervolgens ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Juridische grond
Decreet Lokaal Bestuur Artikel 56°3
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Fluvius wenst een bijkomende distributiecabine te plaatsen in de Bulsstraat op een perceel grond met een oppervlakte van 23m², gelegen in de Bulsstraat, gekend ten kadaster 2e Afdeling Sie E nr. 121/2-ex, privé-domein van de gemeente Alken.
Het college van burgemeester en schepenen dient haar principieel akkoord tot verkoop aan Fluvius te verlenen en dienst Vastgoedtransacties, die ook optreedt voor Fluvius, aan te stellen voor het opstellen en verlijden van de akte.
Zodra de akte ontvangen wordt van dienst Vastgoedtransacties, zal deze vervolgens ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Opmetingsplan opgesteld door landmeter-expert Arne Pyferoen dd.24.08.2024
Schattingsverslag opgesteld door landmeter-expert Arne Pyferoen dd.29.01.2025
Het college van burgemeester en schepenen heeft in vergadering van 22/01/2025 de omgevingsvergunning OMV_2024156226 afgeleverd voor het plaatsen van een cabine, aan Fluvius.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de verkoop aan Fluvius van het perceel grond met een oppervlakte van 23m², gelegen te Alken, Bulsstraat, gekend ten kadaster 2e Afdeling Sie E nr 121/2-ex, aangeduid als lot 2 met gereserveerd precadnummer 73302 E 121/2B/P0000.
Artikel 2: De verkoopprijs is vastgesteld op 2100 euro.
Artikel 3: Alle kosten m.b.t. het opstellen en verlijden van de verkoopakte zijn ten laste van Fluvius.
Artikel 4: Dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid, wordt aangesteld voor het opstellen en verlijden van de verkoopakte aan Fluvius.
Zitting van 07 05 2025
Melding van een IIOA M244
Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door de heer Ben Lenaers wonende te O. L. Vrouwstraat 43 te 3570 Alken voor het plaatsen van een bronbemaling op een perceel, gelegen O. L. Vrouwstraat 43 en 43A, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 405 H en (afd. 1) sectie B 405 K.
De melding werd aangevraagd door dhr. Lenaers Ben, O.L. Vrouwstraat 43, te 3570 Alken via het omgevingsloket op 24/04/2025.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:
“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te O.L. Vrouwstraat 43 en 43A, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B nr. 405/H en 405/K.
De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.
De IIOA omvat: Een bronbemaling voor het verbouwen van twee woningen tot een woning met een kelder.
Rubrieken
Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.1° | Bemaling i.k.v. verbouwen van twee woningen tot een woning met een kelder: oppompen uit 24 putten, max. 5.784 m³ gedurende max. 90 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan RUP of een bijzonder plan van aanleg.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
Omschrijving aanvraag
Er wordt een bemaling aangevraagd voor het verbouwen van 2 woningen tot 1 woning met kelder. De bemaling gebeurt via een werfput van 19,0 m op 19,0 m met een diepte van 3,4 m (bemaling tot 0,5 m onder de aanzet werken dus 3,9 m). Het maximum totaal debiet bedraagt 5.784m³ gedurende een maximum totaal periode van 90 dagen.
Beoordeling
Het cascadesysteem dat gehanteerd wordt voor het lozen van bemalingswater is eerst infiltratie ter plaatse, indien dit technisch niet mogelijk is, lozen in de gracht en enkel in uitzonderlijke gevallen, wanneer kan aangetoond worden dat voorgaande opties technisch niet haalbaar zijn, kan er geloosd worden in de openbare riolering.
Omwille van de afwezigheid van oppervlaktewater in de buurt van de bemaling alsook geen voldoende ruimte voor infiltratie op eigen terrein zal het bemalingswater geloosd worden in de riolering aan de straatzijde van de O.L. Vrouwstraat.
Binnen de invloedstraal bevindt zich geen OVAM dossier met vervuiling (dichtstbijzijnde op 150m). Een sonderingsverslag is toegevoegd.
Een bemalingsnota is opgenomen in de aanvraag met volgende parameters:
● Bemalingskader: breedte: circa 19 m, lengte: circa 19 m en diepte 3,4 m met het oorspronkelijk peil op 2,3 m-mv
● Bemalingskenmerken: gewenste verlaging tot 3,9 m-mv, duur bemaling: 90 dagen, grondsoort: 19 matig fijn zand
● Er wordt verontreiniging vermeld op 150 m tot het centrum van de bemaling.
● Er wordt geen PFAS risico verwacht volgens de PFAS-verkenner.
Op basis van deze parameters berekent het rekeninstrument van Dupuit en Sichard volgende data:
● Initieel debiet: max. 3,53 m³/uur of 85 m³/dag
● Stationair debiet: 2,20 m³/uur of 53 m³/dag
● Invloedstraal: circa 142 m
● Zettingsberekening: De zettingen voldoen aan de gebruikelijke norm voor een algemene funderingsplaat van maximaal 5 cm zetting. Dit volstaat voor een gemiddelde uitbreiding met een volledige kelder, een gelijkvloers en één volwaardige verdieping.
Vanuit de Vlarem-wetgeving is een debietmeter op de pomp verplicht, waardoor het effectief opgepompte debiet achterhaald wordt. Het bijhouden van de begin- en eindstand van de bemalingshoeveelheid met een foto en logdocument is aangeraden om op te nemen als voorwaarde.
Er wordt gebruik gemaakt van een geïsoleerde pomp om de geluidsoverlast voor de buurt tot een minimum te herleiden.
Er wordt geadviseerd om te werken met een sonde gestuurde bemaling zodoende enkel bemaald wordt indien nodig en het pijl van 3,9 m niet wordt overschreden.
De duur van de bemaling mag maximaal 60 dagen zijn omdat de invloedstraal op de rand van de perimeter van de verontreiniging ligt en de omvang van deze perimeter niet exact gekend is.
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.1° | Bemaling i.k.v. verbouwen van twee woningen tot een woning met een kelder: oppompen uit 24 putten, max. 5.784 m³ gedurende max. 60 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
○ 1° het merk en serienummer;
○ 2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
● Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter.
● Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
● De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 60 dagen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 07/05/2025 HET VOLGENDE:
Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door dhr. Lenaers Ben, O.L. Vrouwstraat 43, te 3570 Alken voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.1° | Bemaling i.k.v. verbouwen van twee woningen tot een woning met een kelder: oppompen uit 24 putten, max. 5.784 m³ gedurende max. 60 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te O.L. Vrouwstraat 43 en 43A, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B nr. 405/H en 405/K.
Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
Hoofdstukken 4 | Algemene milieuvoorwaarden - algemeen |
Hoofdstuk 5.53 | Sectorale milieuvoorwaarden - winning van grondwater |
2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
○ 1° het merk en serienummer;
○ 2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
● Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter.
● Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
● De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 60 dagen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.
De gemeente kan u hierbij helpen.
Beroepsmogelijkheid
Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 15 bus 130
1210 Brussel
Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:
Marie-Elisabeth Belpairegebouw
Toren Noord (2de verdieping)
Simon Bolivarlaan 17
1000 Brussel
Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).
Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.
Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:
- De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;
- De naam en het adres van de verweerder;
- Het voorwerp van het beroep of bezwaar;
- Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;
- Een inventaris van de overtuigingsstukken.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van 07 05 2025
Melding van een IIOA M246
Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door mevrouw Natalie Maes met als contactadres Anthonis De Jonghestraat 84 te 9100 Sint-Niklaas voor het plaatsen van een bronbemaling op een perceel, gelegen ter hoogte van Hendrikstraat 47, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 410 G.
De melding werd ingediend door mevrouw Natalie Maes, wonende te Regentiestraat 40, te 9100 Sint-Niklaas via het omgevingsloket op 25/04/2025.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:
“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein ter hoogte van Hendrikstraat 47, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I nr. 410/G.
De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.
De IIOA omvat: Een bronbemaling voor het uitvoeren van herstellingswerken aan een riolering.
Rubrieken
Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.1° | Bemaling voor de herstellingswerken aan een riolering met een volume max. totaal debiet van 5.950 m³ gedurende max. 90 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.1° | Bemaling voor de herstellingswerken aan een riolering met een volume max. totaal debiet van 5.950 m³ gedurende max. 90 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan RUP of een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
Omschrijving aanvraag
Het betreft een bronbemaling in het kader van herstellingswerken uit te voeren aan een riolering ter hoogte van Hendrikstraat 47 te Alken. De projectzone is gelegen in woongebied. De bemaling is van tijdelijke duur, het maximum totaal debiet bedraagt 106 m³/dag gedurende een maximum periode van 90 dagen.
Beoordeling
Het cascadesysteem dat gehanteerd wordt voor het lozen van bemalingswater is eerst infiltratie ter plaatse, indien dit technisch niet mogelijk is, lozen in de gracht en enkel in uitzonderlijke gevallen, wanneer kan aangetoond worden dat voorgaande opties technisch niet haalbaar zijn, kan er geloosd worden in de openbare riolering.
Er wordt een afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van VLAREM aangevraagd voor wat betreft: Artikel 5.53.6.1.3 §5 van Vlarem II.
Lozing op een openbare riolering is alleen toegestaan als het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is om zich op een andere manier van dat water te ontdoen. Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, mag bemalingswater niet geloosd worden in de openbare riolering als via openbaar domein een kunstmatige afvoer voor hemelwater of oppervlaktewater bereikt kan worden door een leiding van maximaal 200 meter vanaf de locatie waar de bemalingspomp staat.
● Motivatie: Gezien de zeer beperkte tijdsduur van de bemaling en het hoge ijzergehalte in het grondwater en desgevolgs de hoge kans op dichtslibben van de infiltratievoorzieningen tgv ijzerfloculatie is het niet aangewezen om een retourbemaling op te starten. De waterloop die op < 200m gelegen is van de projectzone, Klotsveldbeek, is moeilijk bereikbaar via openbaar terrein. Er dient een weg overgestoken te worden en 3 privé-inritten.
● Voorstel alternatief/aanvulling: Lozen van het effluent in DWA. Gezien het beperkte debiet zorgt dit niet voor overlast.
Er is 1 OVAM-dossier gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling. Echter verklaard de aanvrager dat het over een OBO gaat die reeds 5jaar oud is, waardoor verondersteld wordt dat er geen problematische vervuiling aanwezig is, anders zou er een BBO opgemaakt zijn in deze tijdsspanne. Van zodra dit dossier toekomt, zal het toegevoegd worden aan het dossier en omgevingsloket.
Een bemalingsnota is opgenomen in de aanvraag met volgende parameters:
● Bemalingskader: breedte: circa 2 m, lengte: circa 10 m met het oorspronkelijk peil op 0,50 m-mv
● Bemalingskenmerken: gewenste verlaging tot 3,50 m-mv, duur bemaling: 90 dagen, grondsoort: zandig leem en fijn kleiig zand
● Er wordt geen PFAS risico verwacht volgens de PFAS-verkenner.
Op basis van deze parameters berekent het rekeninstrument van Dupuit en Sichard volgende data:
● Initieel debiet: max. 4,38 m³/uur of 105,12 m³/dag
● Gemiddeld debiet (stationair): max. 2,66 m³/uur of 63,82 m³/dag
● Invloedstraal: max. 172,22 m
● Zettingsberekening: Daar een verlaging van de grondwatertafel een verhoging van de korrelspanning teweegbrengt kan dit zettingen teweegbrengen. De te verwachten zettingen worden ifv de watertafel verlaging bepaald adhv de samendrukkingswet van Terzaghi.
○ Absoluut: 8,28 mm
○ differentieel: 0,28/1000
Het maximale debiet bedraagt 5.950 m³ gedurende 90 dagen met rubriek 53.2.1° (klasse 3).
Vanuit de Vlarem-wetgeving is een debietmeter op de pomp verplicht, waardoor het effectief opgepompte debiet achterhaald wordt. Het bijhouden van de begin- en eindstand van de bemalingshoeveelheid met een foto en logdocument is aangeraden om op te nemen als voorwaarde.
De effecten op de omgeving van de bronbemaling zullen slechts tijdelijk zijn, vermits de werken gedurende maximaal 3 maanden zullen worden uitgevoerd.
● Water
Volgens de waterlopenkaart is er binnen een straal van 200m rond de inrichting de Klotsveldbeek gelegen, deze is echter moeilijk bereikbaar via het openbaar domein. Er is ook geen RWA gelegen in de onmiddellijke omgeving.
De inrichting is niet gelegen in fluviaal overstroombaar gebied volgens het huidig en toekomstig klimaat én niet gelegen in pluviaal overstroombaar gebied volgens het huidig en toekomstig klimaat.
De inrichting is niet gelegen in grondwaterwingebied of -beschermingszone.
De invloedstraal van de ingreep zelf is zoals berekend in de bemalingsnota, ongeveer 160m rond de bemaling.
De debieten worden periodiek geregistreerd in een logboek en opgevolgd.
● Natuur
Binnen de invloedstraal van de bronbemaling is geen Vogel- of Habitatrichtlijngebied, VEN/IVON-gebied of andere speciale beschermingszone gelegen. De inrichting maakt geen deel uit van een biologisch waardevol gebied volgens de Biologische waarderingskaart. Er zijn derhalve geen aanzienlijke effecten te verwachten ten gevolge van deze aanvraag op de speciale beschermingszones, bijzondere gebieden of natuurwaarden.
Uit de online voortoets komt naar voren dat er geen risico op betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied (SBZ-H) wordt verwacht.
● Bodem
Bij aanleg worden de filters geplaatst door een erkende boorfirma zodat de kans op verontreiniging van bodem en/of grondwater miniem is.
Gezien het mogelijk is om dmv een bronbemaling bestaande bodemverontreinigingen te laten migreren, is het noodzakelijk om alle bestaande verontreinigingen uit de omgeving in kaart te brengen om na te gaan of deze kunnen beïnvloed worden door de huidige bemaling. Binnen de invloedsstraal van de bemaling, zijnde 160m, is er een OVAM-dossiers gekend, een OBO uit 2020 op 120m ten zuidoosten van de projectzone.
● Geluid
De pompinstallaties kunnen geluidshinder veroorzaken voor de omgeving, aangezien de werken worden uitgevoerd in de directe nabijheid van woningen. De exploitant zal dan ook de nodige maatregelen treffen opdat er geen overdreven hinder voor de omgeving ontstaat, door het plaatsen van elektrische, geluidsarme pompen.
● Algemeen
De nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien wordt het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid uitgevoerd om het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof worden onmiddellijk van de werf verwijderd en boven een opvanglade geplaatst.
De risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, water, de natuur en de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de bronbemaling worden tot een aanvaardbaar niveau beperkt door het volgen van de milieuvergunningenvoorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:
● Het OVAM-dossier gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling dient geüpload te worden vooraleer de start van de bemaling.
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
○ 1° het merk en serienummer;
○ 2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
● Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter.
● Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
● De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 90 dagen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 07/05/2025 HET VOLGENDE:
Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door mevrouw Natalie Maes, wonende te Regentiestraat 40, te 9100 Sint-Niklaas voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.1° | Bemaling voor de herstellingswerken aan een riolering met een volume max. totaal debiet van 5.950 m³ gedurende max. 90 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
De melding heeft betrekking op een terrein ter hoogte van Hendrikstraat 47, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I nr. 410/G.
Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
Hoofdstukken 4 | Algemene milieuvoorwaarden - algemeen |
Hoofdstuk 5.53 | Sectorale milieuvoorwaarden - winning van grondwater |
2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
● Het OVAM-dossier gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling dient geüpload te worden vooraleer de start van de bemaling.
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
○ 1° het merk en serienummer;
○ 2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
● Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter.
● Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
● De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 90 dagen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.
De gemeente kan u hierbij helpen.
Beroepsmogelijkheid
Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 15 bus 130
1210 Brussel
Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:
Marie-Elisabeth Belpairegebouw
Toren Noord (2de verdieping)
Simon Bolivarlaan 17
1000 Brussel
Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).
Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.
Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:
- De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;
- De naam en het adres van de verweerder;
- Het voorwerp van het beroep of bezwaar;
- Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;
- Een inventaris van de overtuigingsstukken.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van 07 05 2025
Omgevingsvergunning 993 - Jan en Hélène Senden - Asnong met als contactadres Langstraat 2 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: het bouwen van een ééngezinswoning. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie D 999 A.
Aanvraag omgevingsvergunning over: het bouwen van een ééngezinswoning ingediend door Jan en Hélène Senden - Asnong met als contactadres Langstraat 2 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie D 999 A. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Jan en Hélène Senden - Asnong met als contactadres Langstraat 2 te 3570 Alken
|
Ligging van het perceel: | Grootstraat zn
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie D nr. 999A
|
Projectnaam: | Grootstraat zn - Senden-Asnong
|
Dossiernummer: | 202519
|
Intern dossiernummer: | 993
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2025019120
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
Het bouwen van een ééngezinswoning
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Het bouwen van een ééngezinswoning
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied met landelijk karakter eerste 50m vanaf de rooilijn) en agrarisch gebied (achterliggend gedeelte).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Overwegende dat de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP.
De aanvraag is ook niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.
Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaatse, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets:
Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het bouwen van een ruime open eengezinswoning, geen omvangrijke oppervlakte heeft en niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van hemelwater in de bodem beperkt.
De horizontale dakoppervlakte bedraagt ongeveer 254,46m². Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 25 500 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening van 10 000 liter met een infiltratieoppervlakte van 29m². De diepte van de infiltratievoorziening bedraagt 50 cm.
Er werd op de plannen melding gemaakt van het voorzien van een inrit, een terras en tuinpad. Deze verharding kan dan op het eigen perceel infiltreren naast de verharding. Voor de inrit dient de verharding zoveel als mogelijk met waterdoorlatende verharding te worden voorzien zowel in opbouw als in fundering.
Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.
Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de spoeling van de toiletten en een buitenkraan. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 19 februari 2025 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 12 maart 2025 |
Opening openbaar onderzoek | geen |
Afsluiten openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 30 april 2025 |
1.f. Historiek
Perceelnummer : (afd. 2) sectie D 999 A
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvrager wenst een open ééngezinswoning met vrijstaand bijgebouw te realiseren.
Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg, zijnde de Grootstraat, gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een variatie aan bebouwingen en dit in verschillende typologieën en bouwstijlen. Op het linker aanpalende perceel is er een open ééngezinswoning gesitueerd. Het rechter aanpalende perceel betreft een braakliggend terrein.
De nieuwbouw woning wordt ingeplant op ongeveer 9m45 uit de as van de voorliggende weg voor het gedeelte van de garages, dit is gelijk met de bebouwing op het linker aanpalende perceel. Het hoofdvolume waar de woning gesitueerd is komt op ongeveer 20m uit de as van de voorliggende weg en op 10m80 van de rooilijn. Deze bouwlijn is gekozen in functie van de bestaande bebouwing in de omgeving. Op deze manier ontstaat een vloeiende overgang van bebouwing tussen de oudere woning op het linker aanpalende perceel waar de garages op gelijke hoogte worden ingeplant en het hoofdvolume dat hierachter op aansluit.
Het betreft een woning opgebouwd in een verschillende volumes waarbij er aan de linker voorzijde een garage wordt voorzien dewelke dwars wordt voorzien ten aanzien van het hoofdvolume. Zowel het gedeelte van de garage als het hoofdvolume wordt afgewerkt met een hellend dak. Aan de voorzijde, rechterzijgevel en achterzijde van de woning wordt er tevens een volume voorzien afgewerkt met een plat dak en bestaande uit slechts één bouwlaag. De totale bouwbreedte van deze woning komt op ongeveer 16m waarbij er aan beide zijden van de woning een ruime bouwvrije strook behouden blijft van min. 3m aan de linkerzijde en rechterzijde echter door het voorzien van een luifel van 50cm aan de rechterzijde van de woning blijft de vrije ruimte hier 2m50. Deze bouwbreedte wordt echter ten aanzien van het straatbeeld minder imposant gezien de configuratie uit verschillende volumes zal bestaan. De woning heeft een gevarieerde hoogte door middel van de verschillende volumes gaande van 3m10 voor het voorliggend volume van de garage naar 5m30 voor het hoofdvolume dat bestaat uit 2 volwaardige bouwlagen en 3m45 voor de volumes afgewerkt met een plat dak constructie.
Het hoofdvolume heeft een totale bouwdiepte van 22m op het gelijkvloers niveau met aansluitend nog een muurtje dat wordt doorgetrokken over een diepte van 1m80. Door het feit dat het hoofdvolume pas aanvangt op 9m70 van de bouwlijn zal de verdieping komen tot op een diepte van 17m80 ten aanzien van de bouwlijn. Het betreft een landelijk ontwerp met grote raampartijen aan de achterzijde van de woning in aansluiting met de tuin. Aan de linkerzijgevel worden op de verdieping geen raamopeningen voorzien, hierbij blijft de privacy van zowel de eigen woning als van de aanpalende percelen gegarandeerd.
Voorgestelde woning wordt opgetrokken in een gevelsteen dewelke gekaleid zal worden in een wit/grijze kleur gecombineerd met een zwart buitenschrijnwerk. De dakafwerking zal gebeuren door genuanceerde antraciete dakpannen voor de hellende daken en een aluminium zwarte dakrand voor de platte daken. De goten en afvoeren worden uitgevoerd in zink.
Achter de woning zal nog een vrijstaand bijgebouw opgetrokken worden dat voldoet aan het vrijstellingenbesluit.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
De Watergroep | 12 maart 2025 | 13 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
Fluvius | 12 maart 2025 | 18 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
● De aanvraag werd op 12.03.2025 digitaal voorgelegd aan Fluvius System Operator. Op 18.03.2025 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies verleend. Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.
● De aanvraag werd op 12.03.2025 digitaal voorgelegd aan de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. Op 13.03.2025 werd een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen via een melding op het omgevingsloket. Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.
2.e. Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
///
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
- Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande bebouwing en de aanwezige infrastructuur. De werken zijn qua functie (wonen) inpasbaar in de omgeving.
- Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de oprichting van één open eengezinswoning geen invloed zal hebben op de mobiliteit. Er werden voldoende staanplaatsen ingetekend op het eigen perceel voor het stallen van voertuigen.
- Schaal: Gelet op de bebouwing in de onmiddellijke omgeving geeft het geplande ontwerp van deze eengezinswoning geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit. Het volume van de woning blijft beperkt in verhouding tot de oppervlakte van het perceel gezien het terrein voldoende ruim is om in dergelijke bebouwing te kunnen voorzien. Er blijft ook nog voldoende afstand behouden ten aanzien van de perceelsgrenzen. Ook blijft er op het perceel nog voldoende vrije ruimte beschikbaar om te kunnen voorzien in een tuin- en groenzone bij de woning. Het ontwerp is qua omvang en gabarit niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg binnen deze omgeving worden aanvaard waar er in de onmiddellijke omgeving ook ruimere bebouwingen werden gerealiseerd.
- Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De op te richten woning overschrijdt de draagkracht van het terrein niet en de voorgestelde invulling past wat de korrelgrootte betreft in de specifieke ruimtelijke context. Er worden voldoende ruime afstanden tot de perceelsgrenzen bewaard ten aanzien van het hoofdvolume en de goede ruimtelijke ordening wordt niet in het gedrang gebracht.
- Visueel-vormelijke elementen: De gevels worden opgetrokken in een gevelsteen dewelke gekaleid zal worden in een wit/grijze kleur gecombineerd met een zwart buitenschrijnwerk. De dakafwerking zal gebeuren door genuanceerde antraciete dakpannen voor de hellende daken en een aluminium zwarte dakrand voor de platte daken. De goten en afvoeren worden uitgevoerd in zink. Qua vorm sluit het gebouw aan bij de omgeving aangezien deze wordt gekenmerkt door een veelheid aan verschillende dakvormen en geveluitvoeringen in verschillende stijlen, waardoor het gevraagde niet zal leiden tot onverenigbare stedenbouwkundige situaties in de omgeving.
- Cultuurhistorische aspecten: Het perceel ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan een monument.
- Het bodemreliëf: Het bestaande terrein wordt ter hoogte van de inplanting van de woning aangevuld. Echter zal het niveau van het terrein achter de woning terug gebracht worden naar het huidige maaiveld en zal er geen bijkomende hinder gebracht worden naar de aanpalende percelen.
- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de inplanting van het gebouw op voldoende ruime afstand van de aanpalende percelen, dat de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en –kwaliteit van de omgeving.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
///
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
Gunstig advies, onder volgende voorwaarden:
● Alle verhardingen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden en zich te beperken tot de woonzone.
● Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.
● De algemene en bijzondere richtlijnen van Fluvius in hun advies d.d. 18.03.2025 met ref. 5000095169 dienen nageleefd te worden
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 07/05/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door Jan en Hélène Senden - Asnong met als contactadres Langstraat 2 te 3570 Alken, voor het bouwen van een ééngezinswoning, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie D 999 A wordt goedgekeurd onder voorwaarden.
Voorwaarden:
● Alle verhardingen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden en zich te beperken tot de woonzone.
● Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.
● De algemene en bijzondere richtlijnen van Fluvius in hun advies d.d. 18.03.2025 met ref. 5000095169 dienen nageleefd te worden
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 07 05 2025
Omgevingsvergunning 994
Aanvraag omgevingsvergunning over: aanpassing plannen verbouwing woning ingediend door Rogier Engelbosch namens REALaw CommV gevestigd te Leemkuilstraat 45 te 3570 Alken en Rogier en Sophie Engelbosch - Stevens met als contactadres Fabiolalaan 1A te 3800 Sint-Truiden. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Leemkuilstraat 45, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 760 B. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Rogier Engelbosch namens REALaw CommV gevestigd te Leemkuilstraat 45 te 3570 Alken en Rogier en Sophie Engelbosch - Stevens met als contactadres Fabiolalaan 1A te 3800 Sint-Truiden
|
Ligging van het perceel: | Leemkuilstraat 45
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie E nr. 760B
|
Projectnaam: | Leemkuilstraat - Engelbosch-Stevens
|
Dossiernummer: | 202524
|
Intern dossiernummer: | 994
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2025020501
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
Aanpassing plannen verbouwing woning
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
Aanpassing plannen verbouwing woning
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA ofRUP.
De aanvraag is ook niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.
Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen :
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets :
Overwegende dat het voorliggende project aanpassingen betreft aan de vorig jaar verleende vergunning voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning tot eengezinswoning met praktijk, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.
De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 145,1m². Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 4000 liter en een infiltratieoppervlakte van 9,5m. Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten, wasmachine en een buitenkraan.
De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.
Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.
De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 5 maart 2025 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 3 april 2025 |
Opening openbaar onderzoek | geen |
Afsluiten openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Carla Van Acker |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 25 april 2025 |
1.f. Historiek
Perceelnummer : (afd. 2) sectie E 760 B
De woning dateert van 1977 en wordt geacht vergund te zijn.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
- Overwegende dat op 10/03/1976 een stedenbouwkundige vergunning (1347) voor bouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
- Overwegende dat op 16/10/2024 een omgevingsvergunning (925) voor het verbouwen van een ééngezinswoning naar ééngezinswoning met praktijkruimte werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft aanpassingen aan de vorig jaar verleende vergunning voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning tot eengezinswoning met praktijk.
De aanvraag is gelegen aan een gemeenteweg, zijnde de Leemkuilstraat, dewelke voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwtypes met voornamelijk open en halfopen ééngezinswoningen. De omliggende bebouwingen verschillen zowel in opbouw als in bouwstijl.
De bestaande woning dateert van voor de opmaak van de gewestplannen. We bezitten uitvoeringsplannen die in 1976 werden opgemaakt.
Er werd een vergunning afgeleverd voor de verbouwing van de woning onder nr. OMV_2024087019. De bouwheer wenst echter een paar wijzigingen aan de aanvraag door te voeren.
De verbouwing is grotendeels gelijkaardig aan de bestaande vergunning. De nieuwe aanvraag wijkt af op enkele details zonder echter een wezenlijk te verschillen met de vergunde plannen:
De dakvorm wordt een schilddak met een kleine oversteek in plaats van een zadeldak. De kroonlijsthoogte en nokhoogte worden niet gewijzigd
Aan de linkerzijde wordt er een inham gemaakt aan de inkom. Deze wordt benadrukt met een kleine dakuitbouw.
Er zijn enkele ramen aangepast.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.
2.c. Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
2.d. Bespreking van de adviezen
///
2.e. Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
///
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
Functionele inpasbaarheid: De aanvraag voor het wijzigen van de plannen van de vergunning voor het verbouwen van een eengezinswoning tot een eengezinswoning met praktijk ligt binnen woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan. De aanvraag is niet in strijd met de geldende voorschriften.
- Mobiliteitsaspect: De aanvraag zal in alle redelijkheid geen invloed hebben op de mobiliteit.
- Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de beperkte planaanpassingen geen invloed zullen hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit gezien de aanvraag een voldoende samenhangend geheel vormt. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.
- Ruimtegebruik en bouwdichtheid: Het ruimtebeslag op het perceel blijft beperkt. De aanvraag voorziet enkele aanpassingen aan het dak en de ramen tov de vorige vergunning. Het ontwerp is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard. De aanvraag heeft geen invloed op het bestaande ruimtegebruik. De tuinzone voor de ééngezinswoning is voldoende ruim en gesitueerd aan de achterzijde van de woning De aanvraag is niet in strijd met het ruimtegebruik en zal geenszins de draagkracht van het terrein overschrijden.
- Visueel-vormelijke elementen: Het betreft een sober en eenvoudig ontwerp dat met duurzame en kwalitatieve materialen wordt opgetrokken. De nieuwe materialen passen architecturaal gezien in de omgeving. De aanvraag kan als visueel-vormelijk in harmonie zijnde met zijn omgeving worden beschouwd.
- Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden. De aanvraag wijzigt het bodemreliëf niet.
- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat gelet op de inplanting van het gebouw, omwonenden geenszins wordt geschonden. Er wordt ook voldoende parkeerruimte voorzien op eigen terrein volgens de parkeerverordening.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
Gunstig advies, onder volgende voorwaarden
● De inrit mag ter hoogte van de aansluiting met het openbaar domein maximum 4;5m bedragen het resterende deel van perceel dient niet overrijdbaar afgesloten te worden.
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 07/05/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door Rogier Engelbosch namens REALaw CommV gevestigd te Leemkuilstraat 45 te 3570 Alken en Rogier en Sophie Engelbosch - Stevens met als contactadres Fabiolalaan 1A te 3800 Sint-Truiden, aanpassing plannen verbouwing woning, gelegen Leemkuilstraat 45, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 760 B voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden opgelegd:
● De inrit mag ter hoogte van de aansluiting met het openbaar domein maximum 4;5m bedragen het resterende deel van perceel dient niet overrijdbaar afgesloten te worden.
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 07 05 2025
Fluvius: vrijstelling plaatsing cabines op openbaar domein
Besluit
Zitting van 07 05 2025
Adviesraad voor verkeer en mobiliteit
Omdat er een aantal dringende dossiers te behandelen zijn en sommige reeds ter sprake kwamen op de gemeenteraad, vraagt het college dat de huidige adviesraad nog een keer samenkomt binnen een termijn van 3 weken.
Feiten en context
Omdat er een aantal dringende dossiers te behandelen zijn en sommige reeds ter sprake kwamen op de gemeenteraad, vraagt het college dat de huidige adviesraad nog een keer samenkomt binnen een termijn van 3 weken.
Juridische grond
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2027, o.a. art. 56.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Het college van burgemeester en schepenen vraagt dat de huidige adviesraad nog een keer samenkomt binnen een termijn van 3 weken met de volgende agenda:
○ er wordt gevraagd naar een veilige oversteek (b.v. met bakens in het midden) op de O.L.Vrouwstraat in Terkoest voor overstekende leerlingen (i.s.m. AWV)
○ is er al zicht op de oversteekinrichting in de toekomstige fase van de Steenweg t.h.v. de Sint-Jorisstraat - Boekhandveldstraat? Is daar al een plan van? Doordat er niet altijd een GMO-er is durven ouders hun kinderen niet meer met de fiets laten gaan.
○ er wordt gevraagd naar een zebrapad voor het oversteken van de Hoogdorpsstraat t.h.v. de Sint-Aldegondislaan gezien de GMO-er er soms niet staat en er een tekort aan GMO'ers is.
○ er wordt ook gevraagd naar een zebrapad op de Papenakkerstraat voor het oversteken van leerlingen komende uit de fietsverbinding vanaf parking Kapittel naar de Merellaan
○ er wordt gevraagd naar een zebrapad op de Eikendreef t.h.v. het kruispunt met de Parkstraat
○ er wordt gevraagd naar een toegangskaart voor de schoolstraat aan het Schommelbootje voor een gehandicapte die de gehandicaptenparking wil gebruiken
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Omdat er een aantal dringende dossiers te behandelen zijn en sommige reeds ter sprake kwamen op de gemeenteraad vraagt het college van burgemeester en schepenen dat de huidige adviesraad nog een keer samenkomt binnen een termijn van 3 weken met de volgende agenda:
○ er wordt gevraagd naar een veilige oversteek (b.v. met bakens in het midden) op de O.L.Vrouwstraat in Terkoest voor overstekende leerlingen (i.s.m. AWV)
○ is er al zicht op de oversteekinrichting in de toekomstige fase van de Steenweg t.h.v. de Sint-Jorisstraat - Boekhandveldstraat? Is daar al een plan van? Doordat er niet altijd een GMO-er is durven ouders hun kinderen niet meer met de fiets laten gaan.
○ er wordt gevraagd naar een zebrapad voor het oversteken van de Hoogdorpsstraat t.h.v. de Sint-Aldegondislaan gezien de GMO-er er soms niet staat en er een tekort aan GMO'ers is.
○ er wordt ook gevraagd naar een zebrapad op de Papenakkerstraat voor het oversteken van leerlingen komende uit de fietsverbinding vanaf parking Kapittel naar de Merellaan
○ er wordt gevraagd naar een zebrapad op de Eikendreef t.h.v. het kruispunt met de Parkstraat
○ er wordt gevraagd naar een toegangskaart voor de schoolstraat aan het Schommelbootje voor een gehandicapte die de gehandicaptenparking wil gebruiken
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.