Gemeente Alken

Zitting van 08 mei 2024

van 08:30 tot 09:30

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix en Frank Vroonen, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

Verontschuldigd: Patrick Martens en Alex Dubois, schepenen;

 

Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verslag van de vorige zitting dd. 24.04.2024

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 24.04.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 24.04.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Niet van toepassing.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Attest gebruik voetbal terreinen Terkoest

De voetbalploegen moesten hun ploegen die in de competitie 2024-2025 aantreden doorgeven aan Voetbal Vlaanderen. Vanaf 4 mei 2024 start Voetbal Vlaanderen met de indeling van de reeksen. Op vrijdag 26 april 2024 werd Voetbal Vlaanderen reeds via mail op de hoogte gebracht van de mail van FC Alken van 23 april 2024 en de beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2024. Op 30 april 2024 werd de gemeente gecontacteerd door Voetbal Vlaanderen dat men een attest van de gemeente wenst waarbij met zekerheid bevestigd wordt dat de voetbalclub Alken United over de nodige terreinen kan beschikken voor de organisatie van hun wedstrijden voor het volgende seizoen.

 

Feiten en context

De voetbalploegen moesten hun ploegen die in de competitie 2024-2025 aantreden doorgeven aan Voetbal Vlaanderen. Vanaf 4 mei 2024 start Voetbal Vlaanderen met de indeling van de reeksen. Op vrijdag 26 april 2024 werd Voetbal Vlaanderen reeds via mail op de hoogte gebracht van de mail van FC Alken van 23 april 2024 en de beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2024. Op 30 april 2024 werd de gemeente gecontacteerd door Voetbal Vlaanderen dat men een attest van de gemeente wenst waarbij met zekerheid bevestigd wordt dat de voetbalclub Alken United over de nodige terreinen kan beschikken voor de organisatie van hun wedstrijden voor het volgende seizoen. In bijlage vindt u het voorstel van attest.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur art. 56 regelt bevoegdheden college​.

De beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2024

Het cultuurpactdecreet

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Voetbal Vlaanderen start vanaf 4 mei 2024 met het opmaken van de kalender en de reeksindeling voor het volgende seizoen 2024-2025. Alken United heeft ploegen ingeschreven in competitie en Voetbal Vlaanderen wil zekerheid dat voetbalclub Alken United voor het volgende seizoen ook effectief over de nodige terreinen zal kunnen beschikken. Voetbal Vlaanderen wenst hiervoor een uitdrukkelijk attest van het bestuur te ontvangen.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college bevestigt dat Alken United, in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2024, voor het seizoen 2024-2025 over de nodige terreinen zal beschikken voor de organisatie van hun wedstrijden binnen de competitie van Voetbal Vlaanderen.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verwerken veegvuil 2024. Goedkeuring gunning en lastvoorwaarden.

Er werd een prijsvraag gehouden voor de opdracht “verwerken veegvuil 2024”. Het gaat om het veegvuil dat wordt bijeengebracht door de borstelmachine (raming ±60 ton/jaar). Twee firma’ s dienden een offerte in. De economisch meest voordelige inschrijving (op basis van de prijs) werd ingediend door Bioterra, Bilzerweg 15 te 3600 Genk met een eenheidsprijs van € 56,00 excl. btw of € 67,76 incl. btw per ton. De geraamde hoeveelheid bedraagt 60 ton waardoor het geraamde totaalbedrag € 4.065,60 incl. btw bedraagt.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer MJP001200.

 

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Verwerken veegvuil 2024” werd een bestek met nr. 2024/047 opgesteld door de technische dienst.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 3.719,01 excl. btw of € 4.500,00 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden. De opdracht wordt uitgevoerd na afroep, afhankelijk van de noodwendigheid (geschatte hoeveelheid bedraagt ±60 ton/jaar).

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:
- Bioterra, Bilzerweg 15 te 3600  Genk;
- Carmans Blue Technology nv, Kanaalstraat 14 te 3560 Lummen;
- GRC Zolder, Westlaan 262 te 3550 Heusden-Zolder.

 

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

Het besluit van de gemeenteraad van 2 september 2021 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van € 30.000,00 niet) en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 28 maart 2024 om 10.00 uur te bereiken.

Er werden 2 offertes ontvangen :
- Carmans Blue Technology nv, Kanaalstraat 14 te 3560 Lummen (Prijs/ton incl. btw: € 68,97);
- Bioterra, Bilzerweg 15 te 3600  Genk (Prijs/ton incl. btw: € 67,76);

De technische dienst stelde op 18 april 2024 het verslag van nazicht van de offertes op.

De technische dienst stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Bioterra, Bilzerweg 15 te 3600  Genk tegen een eenheidsprijs van € 67,76 incl. btw per ton.

De geraamde hoeveelheid bedraagt 60 ton waardoor het geraamde totaalbedrag € 4.065,60 incl. btw bedraagt.

Het bestelbedrag van dit raamcontract wordt beperkt tot € 4.500,00 incl. 21% btw.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€ 67,76/ton – op afroep – naar gelang noodwendigheid

21%

MJP001200

Datum visumaanvraag:

Niet vereist

Datum goedkeuring visumaanvraag:

Niet vereist

 

Besluit

Artikel 1: De technische beschrijving met nr. 2024/047 en de raming voor de opdracht “Verwerken veegvuil 2024”, opgesteld door de technische dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in de technische beschrijving en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De geraamde hoeveelheid bedraagt 60 ton waardoor het geraamde totaalbedrag € 4.065,60 incl. btw bedraagt.

Het bestelbedrag van dit raamcontract wordt beperkt tot maximum € 4.500,00 incl. 21% btw.

Artikel 2: Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 18 april 2024, opgesteld door de technische dienst.

Artikel 4: Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 5: Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Bioterra, Bilzerweg 15 te 3600  Genk tegen een eenheidsprijs van € 67,76 incl. btw per ton. De geraamde hoeveelheid bedraagt 60 ton waardoor het geraamde totaalbedrag € 4.065,60 incl. btw bedraagt.

De opdracht wordt uitgevoerd na afroep, afhankelijk van de noodwendigheid.

Het bestelbedrag van dit raamcontract wordt beperkt tot € 4.500,00 incl. 21% btw.

Artikel 6: De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2024/047.

Artikel 7: De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000001/MJP001200.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Toetreding tot aankoopcentrale aangaande duurzame voertuigen

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Belastingkohier reclamedrukwerk

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand december 2023 bedraagt 5 278,41 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Feiten en context

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand december 2023 bedraagt 5 278,41 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Juridische grond

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2019 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

5 278,41 euro

nvt

MJP001025

Datum visumaanvraag:

nvt

Datum goedkeuring visumaanvraag:

nvt

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand december 2023 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 5 278,41 euro.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Belastingkohier reclamedrukwerk - 2023/13 Extra

Het kohier "2023/13 Extra" betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten bedraagt 2 064,47 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Feiten en context

Het kohier "2023/13 Extra" betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten bedraagt 2 064,47 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Juridische grond

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2019 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

2 064,47 euro

nvt

MJP001025

Datum visumaanvraag:

nvt

Datum goedkeuring visumaanvraag:

nvt

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier "2023/13 Extra" betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 2 064,47 euro.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Betaalbaarstelling facturen SC

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.

 

Feiten en context

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
 

Juridische grond

Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
 

 Adviezen

Niet van toepassing.
 

Argumentatie

Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

De Haspengouwse Gordel, een recreatieve fiets- en wandeltocht op pinkstermaandag 20 mei 2024

Op pinkstermaandag 20 mei 2024 heeft de Haspengouwe Gordel, een recreatieve fiets- en wandeltocht plaats.

Parcours: komende van Sint-Lambrechts Herk - Blekkenbergstraat - in de richting van Stevoort ; komende van Nieuwerkerken - Hulzenveldstraat - Hulzenstraat - Boekhandsveldstraat - Steenweg - St.-Jorisstraat - Eduard Dompasstraat - Hendrikstraat - Laagsimsestraat - Grendelweg - Eikenbosweg - Pleinstraat - Kruisstraat - Slaapstraat - richting Sint-Truiden

De organisator Landelijke Gilden Sint-Truiden vraagt een toelating voor de doortocht in de gemeente Alken.

Er zijn geen wegeniswerken voorzien op het traject doorheen Alken.

 

Feiten en context

Op pinkstermaandag 20 mei 2024 heeft de Haspengouwe Gordel, een recreatieve fiets- en wandeltocht plaats.

Parcours: komende van Sint-Lambrechts Herk - Blekkenbergstraat - in de richting van Stevoort ; komende van Nieuwerkerken - Hulzenveldstraat - Hulzenstraat - Boekhandsveldstraat - Steenweg - St.-Jorisstraat - Eduard Dompasstraat - Hendrikstraat - Laagsimsestraat - Grendelweg - Eikenbosweg - Pleinstraat - Kruisstraat - Slaapstraat - richting Sint-Truiden

De organisator Landelijke Gilden Sint-Truiden vraagt een toelating voor de doortocht in de gemeente Alken.

Er zijn geen wegeniswerken voorzien op het traject doorheen Alken.

 

Juridische grond

Wet betreffende de politie over het wegverkeer.

KB 1.12.1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB 20.07.1990

Decreet lokaal bestuur

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst en Agentschap Wegen en Verkeer

 

Argumentatie

Het betreft een recreatieve fiets- en wandeltocht waarbij de weggebruiker zich steeds dient te houden aan de wegcode.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de Haspengouwse Gordel, een fiets- en wandeltocht op het grondgebied van de gemeente Alken op pinkstermaandag 20 mei 2024.  

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest O.L.Vrouwstraat op zaterdag 27 juli 2024

Op zaterdag 27 juli 2024 wensen de inwoners van de O.L.Vrouwstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.

 

Feiten en context

Op zaterdag 27 juli 2024 wensen de inwoners van de O.L.Vrouwstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.

 

Juridische grond

Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

125 EUR

Niet van toepassing

MJP001327

Datum visumaanvraag:

Niet van toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de O.L.Vrouwstraat om op zaterdag 27 juli 2024 een buurtfeest te organiseren.

Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest 't Steegjesfeest op 30 juni 2024

Op zondag 30 juni 2024 wensen de inwoners van de Ridderstraat een buurtfeest 't Steegjesfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.

 

Feiten en context

Op zondag 30 juni 2024 wensen de inwoners van de Ridderstraat een buurtfeest 't Steegjesfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.

 

Juridische grond

Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven. Om het buurtfeest veilig te kunnen laten verlopen is het aangewezen een verkeersregeling uit te werken.  

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

125 EUR

Niet van toepassing

MJP001327

Datum visumaanvraag:

Niet van toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Ridderstraat om op zondag 30 juni 2024 een buurtfeest 't Steegjesfeest te organiseren.

Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Organisatie Zandbakrock op 21 juni 2024

De ouderraad van basisschool 't Laantje wenst op vrijdag 21 juni 2024 vanaf 15u het evenement Zandbakrock te organiseren op de speelplaats van 't Laantje. Checklist in bijlage. Zij vragen een sluitingsuur aan om 01u en daarnaast vragen ze een geluidslimiet aan met als maximumnorm 95 dB(A)LAeq,15min. Zij wensen bovendien een vergunning aan te vragen voor het schenken van sterke dranken. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd.

 

Feiten en context

De ouderraad van basisschool 't Laantje wenst op vrijdag 21 juni 2024 vanaf 15u het evenement Zandbakrock te organiseren op de speelplaats van 't Laantje. Checklist in bijlage. Zij vragen een sluitingsuur aan om 01u en daarnaast vragen ze een geluidslimiet aan met als maximumnorm 95 dB(A)LAeq,15min. Zij wensen bovendien een vergunning aan te vragen voor het schenken van sterke dranken. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd.

 

Juridische grond

Het gemeentelijk administratief sanctiereglement (GAS) van 1 januari 2023.

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college

 

Adviezen

Gunstig advies van de politie.

 

Argumentatie

Met het oog op een veilig en goed verloop van de organisatie van een evenement is een schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepen nodig. Op basis van het ingediende dossier kan de organisatie goedgekeurd worden.

 

Een vergunning verlenen voor het schenken van sterke dranken op voorwaarde dat:

        Zij het verdelen van de polsbandjes, die de leeftijdscategorieën -16, +16 en +18 onderscheiden en het toepassen van het systeem ervan correct en nauwgezet doen.

        Dat een meerderjarig persoon toezicht houdt op het schenken van sterke dranken aan de juiste leeftijdscategorie.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1:Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan de Ouderraad van 't Laantje voor de organisatie van Zandbakrock op vrijdag 21 juni 2024 vanaf 15u op de speelplaats van 't Laantje. Het uiterlijke sluitingsuur wordt vastgelegd op 01u en het maximale geluidsvolume is 95 dB(A)LAeq,15min.

Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen verleent een vergunning voor het schenken van sterke dranken op voorwaarde dat:

        Zij het verdelen van de polsbandjes, die de leeftijdscategorieën -16, +16 en +18 onderscheiden en het toepassen van het systeem ervan correct en nauwgezet doen.

        Dat een meerderjarig persoon toezicht houdt op het schenken van sterke dranken aan de juiste leeftijdscategorie.

Artikel 3: De organisator is steeds de eindverantwoordelijke en dient de nodige maatregelen te nemen zodat de wettelijke bepalingen inzake geluidsoverlast, rookverbod en de verkoop van drank aan jongeren nageleefd worden.

Artikel 4: De organisator dient via een bewonersbrief de bewoners in de nabije omgeving van het evenement op de hoogte te brengen. Bezorg een kopie van de brief aan de Dienst Communicatie ter goedkeuring: communicatie@alken.be. Gelieve in de bewonersbrief steeds naam en gsm nummer van de verantwoordelijke te vermelden zodat men bij opmerkingen of vragen iemand kan bereiken.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verkeersregeling Buurtfeest Hendrikstraat 13 juli 2024

Op zaterdag 13 juli 2023 heeft in de Hendrikstraat een buurtfeest plaats.

Hierbij is het aangewezen om die dag van 12u. tot 24u. alle verkeer te verbieden in de Hendrikstraat, tussen woning nr. 56 en de spoorweg.

Een omleiding wordt voorzien via de Hendriksveldstraat, de Eduard Dompasstraat, de St.-Jorisstraat en de Steenweg. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Feiten en context

Op zaterdag 13 juli 2023 heeft in de Hendrikstraat een buurtfeest plaats.

Hierbij is het aangewezen om die dag van 12u. tot 24u. alle verkeer te verbieden in de Hendrikstraat, tussen woning nr. 56 en de spoorweg.

Een omleiding wordt voorzien via de Hendriksveldstraat, de Eduard Dompasstraat, de St.-Jorisstraat en de Steenweg. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Gunstig advies van De Lijn

Gunstig advies van de politie

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op zaterdag 13 juli 2023 heeft in de Hendrikstraat een buurtfeest plaats.

Hierbij wordt die dag van 12u. tot 24u. alle verkeer verboden in de Hendrikstraat, tussen woning nr. 56 en de spoorweg. Een omleiding wordt voorzien via de Hendriksveldstraat, de Eduard Dompasstraat, de St.-Jorisstraat en de Steenweg. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verkeersregeling Buurtfeest Parkstraat 03.08

Op zaterdag 3 augustus 2024 organiseren de bewoners van de Parkstraat een buurtfeest. Hierbij is het aangewezen om van zaterdag 3 augustus 2024 om 14u tot zondag 4 augustus 2024 om 10u30 een gedeelte van de Parkstraat, tussen de Molenstraat en de Acacialaan, af te sluiten voor alle verkeer. De nodige omleiding wordt voorzien. Situatieplan in bijlage. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling

 

Feiten en context

Op zaterdag 3 augustus 2024 organiseren de bewoners van de Parkstraat een buurtfeest. Hierbij is het aangewezen om van zaterdag 3 augustus 2024 om 14u tot zondag 4 augustus 2024 om 10u30 een gedeelte van de Parkstraat, tussen de Molenstraat en de Acacialaan, af te sluiten voor alle verkeer. De nodige omleiding wordt voorzien. Situatieplan in bijlage.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Gunstig advies van De Lijn

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het buurtfeest dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op zaterdag 3 augustus 2024 organiseren de bewoners van de Parkstraat een buurtfeest. Vanaf zaterdag 3 augustus 2024 om 14u tot zondag 4 augustus 2024 om 10u30 wordt een gedeelte van de Parkstraat, tussen de Molenstraat en de Acacialaan, afgesloten voor alle verkeer. De nodige omleiding wordt voorzien. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verkeersregeling Buurtfeest Prof. Asnongstraat 2 augustus 2024

Op vrijdag 2 augustus 2024 heeft een buurtfeest plaats in de Prof. Asnongstraat.

Teneinde een optimale veiligheid te garanderen is het wenselijk om die dag van 14u. tot 22u. alle verkeer te verbieden in de Prof. Asnongstraat tussen nr 8 en nr. 20. Enkel plaatselijk verkeer (inwoners) wordt er toegelaten. Situatieplan in bijlage. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Feiten en context

Op vrijdag 2 augustus 2024 heeft een buurtfeest plaats in de Prof. Asnongstraat.

Teneinde een optimale veiligheid te garanderen is het wenselijk om die dag van 14u. tot 22u. alle verkeer te verbieden in de Prof. Asnongstraat tussen nr 8 en nr. 20. Enkel plaatselijk verkeer (inwoners) wordt er toegelaten. Situatieplan in bijlage. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Gunstig advies van De Lijn

Gunstig advies van de politie

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het buurtfeest dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op vrijdag 2 augustus 2024 heeft een buurtfeest plaats in de Prof. Asnongstraat.

Teneinde een optimale veiligheid te garanderen wordt die dag van 14u. tot 22u. alle verkeer verboden in de Prof. Asnongstraat tussen nr 8 en nr. 20. Enkel plaatselijk verkeer (inwoners) wordt er toegelaten. Situatieplan in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verkeersregeling Cristalfeesten 1 juni 2024

Op zaterdag 1 juni 2024 van 17u tot 01u gaat het evenement "Cristalfeesten" door op het Laagdorp in Alken-Centrum. Hierdoor is het aangewezen volgende verkeersregeling uit te werken:

 

        Vanaf woensdag 29 mei 2024 om 13u t.e.m. dinsdag 4 juni 2024 om 12u wordt het Laagdorp afgesloten voor het plaatsen van de tent. Er geldt een parkeerverbod. (Deze verkeersregeling sluit aan op de verkeersregeling voor de wekelijkse markt op het Laagdorp)

        Op zaterdag 1 juni 2024 wordt vanaf 17u00 tot einde evenement de Dorpsstraat ter hoogte van het Laagdorp afgezet voor de veiligheid van de bezoekers aan het evenement. Een omleiding wordt voorzien.

        Op zaterdag 1 juni 2024 wordt van 12u tot einde van het evenement een crewparking voorzien in de Koutermanstraat en op het grasveld achter de chirolokalen en het jeugdhuis De Molen.

        De bezoekers aan de Cristalfeesten worden zoveel mogelijk aangemoedigd met de fiets te komen. Er wordt een fietsparking voorzien in de Sint-Aldegondislaan.

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Feiten en context

Op zaterdag 1 juni 2024 van 17u tot 01u gaat het evenement "Cristalfeesten" door op het Laagdorp in Alken-Centrum. Hierdoor is het aangewezen volgende verkeersregeling uit te werken: 

 

        Vanaf woensdag 29 mei 2024 om 13u t.e.m. dinsdag 4 juni 2024 om 12u wordt het Laagdorp afgesloten voor het plaatsen van de tent. Er geldt een parkeerverbod. (Deze verkeersregeling sluit aan op de verkeersregeling voor de wekelijkse markt op het Laagdorp)

        Op zaterdag 1 juni 2024 wordt vanaf 17u00 tot einde evenement de Dorpsstraat ter hoogte van het Laagdorp afgezet voor de veiligheid van de bezoekers aan het evenement. Een omleiding wordt voorzien.

        Op zaterdag 1 juni 2024 wordt van 12u tot einde van het evenement een crewparking voorzien in de Koutermanstraat en op het grasveld achter de chirolokalen en het jeugdhuis De Molen.

        De bezoekers aan de Cristalfeesten worden zoveel mogelijk aangemoedigd met de fiets te komen. Er wordt een fietsparking voorzien in de Sint-Aldegondislaan.

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Gunstig advies van De Lijn

Gunstig advies van de politie

Gunstig advies van AWV (afdeling Wegen en Verkeer)

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op zaterdag 1 juni 2024 van 17u tot 01u gaat het evenement "Cristalfeesten" door op het Laagdorp in Alken-Centrum. Hierdoor wordt volgende verkeersregeling uitgewerkt:

 

        Vanaf woensdag 29 mei 2024 om 13u t.e.m. dinsdag 4 juni 2024 om 12u wordt het Laagdorp afgesloten voor het plaatsen van de tent. Er geldt een parkeerverbod. (Deze verkeersregeling sluit aan op de verkeersregeling voor de wekelijkse markt op het Laagdorp)

        Op zaterdag 1 juni 2024 wordt vanaf 17u00 tot einde evenement de Dorpsstraat ter hoogte van het Laagdorp afgezet voor de veiligheid van de bezoekers aan het evenement. Een omleiding wordt voorzien.

        Op zaterdag 1 juni 2024 wordt van 12u tot einde van het evenement een crewparking voorzien in de Koutermanstraat en op het grasveld achter de chirolokalen en het jeugdhuis De Molen.

        De bezoekers aan de Cristalfeesten worden zoveel mogelijk aangemoedigd met de fiets te komen. Er wordt een fietsparking voorzien in de Sint-Aldegondislaan.

 

Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verkeersregeling kermis Alken-Centrum 24, 25 en 26 augustus 2024

Van zaterdag 24 augustus 2024 tot en met maandag 26 augustus 2024 gaat op het Laagdorp en in de Dorpsstraat de jaarlijkse kermis door.
Hierbij is het aangewezen om van woensdag 21 augustus 2024 om 13u. tot dinsdag 27 augustus 2024 een parkeerverbod in te stellen op het Laagdorp en de parkeerplaatsen langs de Dorpsstraat. Tevens is het aangewezen om tijdens de openingsuren van de kermis de Dorpsstraat, tussen de Hoogdorpsstraat en de Motstraat, af te sluiten voor het verkeer.

Op woensdag 21 augustus 2024 van 13u. tot 20u. wordt de Dorpsstraat, tussen de Hoogdorpsstraat en de Motstraat, afgesloten voor het verkeer, dit voor het plaatsen van de kermisattracties. De nodige omleiding wordt voorzien. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Feiten en context

Van zaterdag 24 augustus 2024 tot en met maandag 26 augustus 2024 gaat op het Laagdorp en in de Dorpsstraat de jaarlijkse kermis door.
Hierbij is het aangewezen om van woensdag 21 augustus 2024 om 13u. tot dinsdag 27 augustus 2024 een parkeerverbod in te stellen op het Laagdorp en de parkeerplaatsen langs de Dorpsstraat. Tevens is het aangewezen om tijdens de openingsuren van de kermis de Dorpsstraat, tussen de Hoogdorpsstraat en de Motstraat, af te sluiten voor het verkeer.

Op woensdag 21 augustus 2024 van 13u. tot 20u. wordt de Dorpsstraat, tussen de Hoogdorpsstraat en de Motstraat, afgesloten voor het verkeer, dit voor het plaatsen van de kermisattracties. De nodige omleiding wordt voorzien. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Gunstig advies van De Lijn

Gunstig advies van de politie

Gunstig advies van AWV (afdeling Wegen en Verkeer)

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen plaatsen / organiseren van de kermis dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Van zaterdag 24 augustus 2024 tot en met maandag 26 augustus 2024 gaat op het Laagdorp en in de Dorpsstraat de jaarlijkse kermis door.
Hierbij wordt van woensdag 21 augustus 2024 om13u. tot dinsdag 27 augustus 2024 een parkeerverbod ingesteld op het Laagdorp en de parkeerplaatsen langs de Dorpsstraat. Tevens wordt tijdens de openingsuren van de kermis de Dorpsstraat, tussen de Hoogdorpsstraat en de Motstraat, afgesloten voor het verkeer.

Op woensdag 21 augustus 2024 van 13u. tot 20u. wordt de Dorpsstraat, tussen de Hoogdorpsstraat en de Motstraat, afgesloten voor het verkeer, dit voor het plaatsen van de kermisattracties. De nodige omleiding wordt voorzien. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verkeersregeling Rommelmarkt Sint-Joris 14 juli 2024

Op zondag 14 juli 2024 heeft in Sint-Joris een rommelmarkt plaats.

Daarom is het aangewezen om volgende verkeersregeling uit te voeren:

 

        De Sint-Jorisstraat die dag van 5u00 tot 19u afsluiten voor het verkeer, dit tussen het kruispunt met de Grotstraat en het kruispunt met de Klotsveldstraat.

        Tevens is het aangewezen om de Eduard Dompasstraat die dag van 05u00 tot 19u af te sluiten voor het verkeer, dit tussen het kruispunt met de Sint-Jorisstraat tot aan de woning nr. 66. De sparwinkel blijft bereikbaar via de Eduard Dompasstraat (komende uit de richting van de Hendrikstraat) en de Vrijdaegstraat.

        Ook de Valstraat, de Schoolstraat en de Ruisenburgstraat worden afgesloten voor het verkeer.

        Er geldt een algemeen parkeerverbod van 5u00 tot 21u. Tevens geldt er een parkeerverbod op het kerkplein en op de parkeerplaatsen voor het kerkplein van 5u00 tot 21u.

        Een omleiding wordt voorzien via de Steenweg en de Hendrikstraat of via de Hemelsveldstraat. Fietsers kunnen wel te voet door met de fiets aan de hand.

 

Situatieplan in bijlage.

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Feiten en context

Op zondag 14 juli 2024 heeft in Sint-Joris een rommelmarkt plaats.

Daarom is het aangewezen om volgende verkeersregeling uit te voeren:

 

        De Sint-Jorisstraat die dag van 5u00 tot 19u afsluiten voor het verkeer, dit tussen het kruispunt met de Grotstraat en het kruispunt met de Klotsveldstraat.

        Tevens is het aangewezen om de Eduard Dompasstraat die dag van 05u00 tot 19u af te sluiten voor het verkeer, dit tussen het kruispunt met de Sint-Jorisstraat tot aan de woning nr. 66. De sparwinkel blijft bereikbaar via de Eduard Dompasstraat (komende uit de richting van de Hendrikstraat) en de Vrijdaegstraat.

        Ook de Valstraat, de Schoolstraat en de Ruisenburgstraat worden afgesloten voor het verkeer.

        Er geldt een algemeen parkeerverbod van 5u00 tot 21u. Tevens geldt er een parkeerverbod op het kerkplein en op de parkeerplaatsen voor het kerkplein van 5u00 tot 21u.

        Een omleiding wordt voorzien via de Steenweg en de Hendrikstraat of via de Hemelsveldstraat. Fietsers kunnen wel te voet door met de fiets aan de hand.

 

Situatieplan in bijlage.

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Gunstig advies van De Lijn

Gunstig advies van de politie

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van de rommelmarkt dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op zondag 14 juli 2024 heeft in Sint-Joris een rommelmarkt plaats.

Daarom is het aangewezen om volgende verkeersregeling uit te voeren:

 

        De Sint-Jorisstraat die dag van 5u00 tot 19u afsluiten voor het verkeer, dit tussen het kruispunt met de Grotstraat en het kruispunt met de Klotsveldstraat.

        Tevens is het aangewezen om de Eduard Dompasstraat die dag van 05u00 tot 19u af te sluiten voor het verkeer, dit tussen het kruispunt met de Sint-Jorisstraat tot aan de woning nr. 66. De sparwinkel blijft bereikbaar via de Eduard Dompasstraat (komende uit de richting van de Hendrikstraat) en de Vrijdaegstraat.

        Ook de Valstraat, de Schoolstraat en de Ruisenburgstraat worden afgesloten voor het verkeer.

        Er geldt een algemeen parkeerverbod van 5u00 tot 21u. Tevens geldt er een parkeerverbod op het kerkplein en op de parkeerplaatsen voor het kerkplein van 5u00 tot 21u.

        Een omleiding wordt voorzien via de Steenweg en de Hendrikstraat of via de Hemelsveldstraat. Fietsers kunnen wel te voet door met de fiets aan de hand.

 

Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Verkeersregeling bijkomend Avondmarkt 06.05

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Distributiecabine Pleinstraat: verkoop perceel aan Fluvius: principieel akkoord en aanstelling dienst Vastgoedtransacties

Feiten en context

Fluvius wenst een bijkomende distributiecabine te plaatsen in de Pleinstraat op een perceel grond met een oppervlakte van 30m², gelegen in de Pleinstraat, gekend ten kadaster 2e Afdeling Sie G, te onttrekken aan het openbaar domein, met toegekend perceelnummer 839/A volgens bijgevoegd plan met precad referentie.

De desaffectatie van het perceel  openbaar domein naar privé-domein van de gemeente zal gebeuren bij de beslissing van het voorleggen ter goedkeuring van de ontwerpakte aan de gemeenteraad.

Het college van burgemeester en schepenen dient haar principieel akkoord tot verkoop aan Fluvius tegen de verkoopprijs zoals bepaald in bijgevoegd schattingsverslag te geven en dienst Vastgoedtransacties, die ook optreedt voor Fluvius, aan te stellen voor het opstellen en verlijden van de verkoopakte.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur Artikel 41 11°

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Fluvius wenst een bijkomende distributiecabine te plaatsen in de Pleinstraat op een perceel grond met een oppervlakte van 30m², gelegen in de Pleinstraat, gekend ten kadaster 2e Afdeling Sie G, te onttrekken aan het openbaar domein, met toegekend perceelnummer 839/A volgens bijgevoegd plan met precad referentie.

De desaffectatie van het perceel openbaar domein naar privé-domein van de gemeente zal gebeuren bij de beslissing van het voorleggen ter goedkeuring van de ontwerpakte aan de gemeenteraad.

Het college van burgemeester en schepenen heeft in vergadering van 20.12.2023 de omgevingsvergunning OMV_2023141729 afgeleverd voor het plaatsen van een cabine, aan Fluvius.

Opmetingsplan dd.23.10.2023 opgemaakt door Orison met precad referentie van het perceel met een oppervlakte van 30m².

Schattingsverslag dd. 23.10.2023 opgemaakt door Orison met bepaling van de verkoopprijs op €30/m². Dit maakt een verkoopprijs van 900 euro

Het college van burgemeester en schepenen dient haar principieel akkoord tot verkoop aan Fluvius tegen de verkoopprijs zoals bepaald in bijgevoegd schattingsverslag te geven en dienst Vastgoedtransacties, die ook optreedt voor Fluvius, aan te stellen voor het opstellen en verlijden van de verkoopakte.

Alle kosten m.b.t. het opstellen en verlijden van de verkoopakte zijn ten laste van Fluvius.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de verkoop aan Fluvius van het perceel grond met een oppervlakte van 30m², gelegen te Alken, Pleinstraat, gekend ten kadaster 2e Afdeling Sie G, te onttrekken aan het openbaar domein, met toegekend perceelnummer 839/A volgens bijgevoegd plan met precad referentie.

Artikel 2:De verkoopprijs is vastgesteld op 900 euro.

Artikel 3: Alle kosten m.b.t. het opstellen en verlijden van de verkoopakte zijn ten laste van Fluvius.

Artikel 4: Dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid, wordt opgesteld voor het opstellen en verlijden van de verkoopakte aan Fluvius.

Artikel 5: De desaffectie van openbaar domein naar privé-domein van de gemeente, zal gebeuren bij de beslissing van  het voorleggen ter goedkeuring aan de gemeenteraad van de ontwerpakte.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Gecorrigeerde beslissing - Omgevingsvergunning 855

Op 17 april 2024 verleende het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning aan mevrouw Barbara van Hek voor het verbouwen van een zonevreemde woning, gelegen Lindestraat 162A, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 340 K.

Echter werd er een materiële vergissing vastgesteld waardoor er een correctie van de toegekende omgevingsvergunning dient te gebeuren. 

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

mevrouw Barbara van Hek wonende te Lindestraat 162A te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Lindestraat 162A

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie A nr. 340K

 

Projectnaam:

Lindestraat 162A - Van Hek Barbara

 

Dossiernummer:

2023165

 

Intern dossiernummer:

855

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2023148069

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

verbouwen van een zonevreemde woning

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

Het verbouwen en uitbreiden van een woning

Het aanleggen van een buffer -& infiltratievijver in de voortuin

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

 

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 agrarisch gebied.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP alsook niet binnen de omschrijving van een niet-vervallen verkaveling.

 

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan

 

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

 

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een bestaande woning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt. De totale oppervlakte van de af te wateren dakoppervlak bedraagt 203,2m². Het dakoppervlak watert af naar een bestaande hemelwaterput van 3000 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening van 5880 liter en een infiltratieoppervlakte van 19,6m².. De bestaande verhardingen en tuinaanleg blijft zo veel mogelijk ongewijzigd. Het hemelwater kan via de waterdoorlatende verharding infiltreren of op natuurlijke wijze afwateren en infiltreren op eigen terrein. Het afvalwater dient gescheiden afgevoerd te worden tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte. De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Milieu:

///

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

23 november 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

16 januari 2024

Opening openbaar onderzoek

25 januari 2024

Afsluiten openbaar onderzoek

23 februari 2024

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

 

 

1.f. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 08/07/1981 een stedenbouwkundige vergunning (1819) voor het bouwen van eengezinswoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 09/07/2003 een stedenbouwkundige vergunning (4086) voor het regulariseren van een veranda werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag is gelegen in een landelijke omgeving, langs een geasfalteerde gemeenteweg, zijnde de Lindestraat, die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De bebouwing langs dit deel van de Lindestraat wordt gekenmerkt door overwegend hoeves, vrijstaande eengezinswoningen, en landbouwbedrijfsgebouwen in een uitgesproken landelijke omgeving.

 

De aanvraag heeft als doel de bestaande woning te verbouwen en uit te breiden op de verdieping. Gezien het gezin bestaat uit een nieuw samengesteld gezin is er nood aan extra leefruimte en slaapkamers. De bouwheer wil de huidige woning in Spaanse stijl ook een meer moderne en hedendaagse uitstraling geven.

De woning werd vergund zonder kelder. Bij de bouw van de woning werd er toch een kleine kelder (9,7m2) aangebracht. Deze kelder kan in deze aanvraag mee geregulariseerd worden.

Aan de achterzijde wordt de bestaande veranda en een deel van de keuken afgebroken. Tegen de achtergevel komt een nieuwe uitbouw met veel glas en een plat dak. Hierdoor verbeterd de relatie keuken – eetruimte – bureau. In de garage wordt 1 poort dichtgemetseld. Er blijft plaats om 1 wagen binnen te parkeren. Andere wagens hebben voldoende plaats op de oprit om te parkeren. De rest van de gelijkvloerse ruimten blijven ongewijzigd. Aan de voorzijde wordt de bestaande overdekte inkom met de typische Spaanse bogen afgebroken. De overdekte inkom wordt vervangen door een luifel met plat dak. Deze luifel wordt doorgetrokken tot op 3m00 van de rechter perceelsgrens. De luifel wordt op het einde ondersteund door vertikale metalen spijlen in dezelfde kleur als het buitenschrijnwerk.

Door de hellende daken af te breken kan er links en rechts van de bestaande verdieping uitgebreid worden in de vorm van een optopping. De extra ruimte voorziet 3 slaapkamers, een grote en een kleine badkamer. De bestaande kamers en badkamer op de verdieping blijven ongewijzigd. De optoppingen en de bestaande verdieping wordt volledig afgewerkt met een plat dak. De uitbreidingen krijgen voornamelijk ramen in de achtergevel met zicht op de ruime achtertuin.

De bestaande en nieuwe gevels worden volledig ingepakt met 20cm isolatie en afgewerkt in een witte buitenpleister. Het buitenschrijnwerk is in donkere aluminium. De volledige woning krijgt een plat dak. De hoogste dakrand bevind zich op 6m22 tov het maaiveld. De dakrand is in aluminium en in dezelfde kleur als het buitenschrijnwerk. Door deze aanpassingen krijgt de woning een strakke moderne uitstraling. Tegen de rechtergevel hangt een rookafvoer in inox. De afstanden tot de perceelsgrenzen worden gerespecteerd.

De woning heeft een bouwvolume van 984,2m3.

De bestaande verhardingen en tuinaanleg blijft zo veel mogelijk ongewijzigd. Het hemelwater kan via de waterdoorlatende verharding infiltreren of op natuurlijke wijze afwateren en infiltreren op eigen terrein. Tegen de linkerperceelsgrens langs de woning staat een onvergunde houten tuinberging (2m64x6m00). Deze tuinberging wordt afgebroken en vervangen door gras en haagafsluiting.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is principieel niet in overeenstemming met het geldende gewestplan, wat betreft de verbouwing van de woning. De bestaande woning is  zonevreemd. Echter is van toepassing:

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening –Afdeling 2 Basisrechten voor zonevreemde constructies Onderafdeling 2 Bestaande zonevreemde constructies Artikel 4.4.12. - 4.4.19.

 

Sectie 1 Bestaande zonevreemde woningen Artikel 4.4.12. - 4.4.15.

 

Subsectie 1 Verbouwen Artikel 4.4.12. Artikel 4.4.12.

In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten

 

Subsectie 4 Uitbreiden Artikel 4.4.15. Artikel 4.4.15.

Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde woning is vergunbaar, voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1 000 m3 en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten.

 

Uit bovenvermelde beschrijving van de werken kan worden opgemaakt dat de voorliggende aanvraag voldoet aan de bepalingen van de vermelde artikelen van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening inzake de basisrechten voor de zonevreemde woningen alsook het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen. De aanvraag betreft de verbouwing van de woning. Het volume van de woning blijft beperkt tot het maximum toegelaten bruto-volume van 1000m³. Het volume van de woning komt op 984,2m³ volgens de berekeningen vermeld in de beschrijvende nota van de architect, dus valt nog binnen het toegestane maximale brutovolume van 1000 m3. Het aantal woongelegenheden zijnde één wordt niet gewijzigd. Daarenboven is een agrarisch gebied geen ruimtelijk kwetsbaar gebied.

Gelet op de hoger geciteerde wetgeving kunnen de aangevraagde werken tot verbouwing en uitbreiding bijgevolg ter plaatse aanvaard worden.

 

Lasten instrumentendecreet

 

Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024. In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO. Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO. Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder: De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:

● Er dienen 2 extra inlandse bomen te worden aangeplant op het perceel van de woning met een plantmaat 10/12

● Er dient een voldoende groot plantgat voorzien (80 x 80 cm, 50 cm diep, de grond wat loswoelen) en de boom op dezelfde diepte planten als in de kwekerij (vaak worden bomen te diep geplant). Minstens 1 boompaal voorzien die aan de westzijde van de boom gezet moet worden. Aanplanten tussen half november en half februari. Als er dieren lopen in het perceel, moet een voldoende hoge en sterke afrastering rond de boom gezet worden.

● De bomen moeten aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag

● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.

 

Vergunningen in toepassing van de regelgeving rond zonevreemde constructies zijn een uitzondering, zijnde een afwijking. Van de vergunninghouder wordt dan ook verwacht dat hij via een opgelegde last bijdraagt tot het realiseren van één van volgende doelstellingen:

● Het uitbouwen van de landschappelijke en ecologische kwaliteit van de open ruimte

● Het uitbouwen van een duurzaam waterbeheer

● Het verhogen van de biodiversiteit

● Het tegengaan van klimaatverandering. Het aanplanten van 2 inlandse bomen maakt deel uit van de verwezenlijking van groene ruimten en verhoogt de landschappelijke kwaliteit en de ecologische kwaliteit van de open ruimte en verhoogt de biodiversiteit.

 

De last in natura bevindt zich in de nabijheid van het project (nl. op het eigen perceel) en is redelijk en in verhouding tot het vergunde project en kan verwezenlijkt worden door de aanvrager zonder toedoen van derden.

 

De uitvoering van de last wordt gedekt door het opleggen van een financiële waarborg volgens artikel 77 OVD.

 

Op het plan staan op de bestaande toestand geen bomen en op de nieuwe toestand 2 bomen (achteraan het terrein).

Op het plan staan op de bestaande toestand geen hagen en op de nieuwe toestand staan achteraan het terrein verschillende hagen (circa 70 meter in een vierkant met openingen)

Op de luchtfoto’s van 10 jaar geleden is af te leiden dat de verschillende hagen + 2 bomen achteraan het perceel toen reeds aanwezig waren. Op het plan van de bestaande toestand zijn die groenelementen dus niet aangeduid. De 2 inlandse bomen van deze opgelegde last dienen extra aangeplant te worden de 2 reeds aanwezige, op het inplantingsplan nieuwe toestand vermelde bomen komen hiervoor niet in aanmerking.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Limburg

17 januari 2024

18 januari 2024

geen advies

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd op 17.01.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan het departement Landbouw en Visserij. Op 18.01.2024 gaf deze dienst aan geen advies te verlenen.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 25 januari 2024 tot 23 februari 2024.

Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 25 januari 2024 tot 23 februari 2024. Er werden geen bezwaarschriften en/of opmerkingen ingediend.

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- Functionele inpasbaarheid: Gelet op de geldende regelgeving omtrent de basisrechten van zonevreemde woningen, is het gevraagde functioneel aanvaardbaar binnen de geldende zonering.

- Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag, zijnde de verbouwing van een reeds bestaande woning geen invloed zal hebben op de mobiliteit.

- Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: Naar ruimtegebruik, schaal en bouwdichtheid vormt de verbouwing en uitbreiding van de woning en afbreken van de tuinberging geen verschil m.b.t. het ruimtebeslag. De voorgestelde verbouwing is ruimtelijk inpasbaar gezien het bestaande gebouw behouden blijft en de spaanse bouwstijl uitgevlakt zal worden. De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven bewaard.

- Visueel-vormelijke elementen: de uitbreiding wordt voorzien in materialen die aansluiten op elkaar en waarbij er naar vormgeving, materiaalgebruik en architectuur gestreefd werd naar een harmonisch geheel. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande omgeving. De werken hebben een geringe impact ten aanzien van de omgeving en brengen de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang. Het gevraagde kan als visueel vormelijk in harmonie zijnde met zijn omgeving worden beschouwd.

- Cultuurhistorische aspecten: De eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

- Het bodemreliëf: Het ontwerp wijzigt het bodemreliëf niet.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de voorgestelde verbouwing van de woning, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving Er kan gesteld worden dat de gevraagde werken geen hinder zullen veroorzaken voor de buren en de omgeving

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Gunstig advies, onder volgende voorwaarde:

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

        overloop van het bufferbekken naar vuilwaterafvoer is niet toegelaten

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

 

Lasten instrumentendecreet

Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024. In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO. Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO. Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder: De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:

 

● Er dienen 2 inlandse bomen  te worden aangeplant op het perceel van de woning met een plantmaat 10/12. De 2 reeds aanwezige, op het inplantingsplan nieuwe toestand vermelde bomen komen hiervoor niet in aanmerking.

 

● Er dient een voldoende groot plantgat voorzien (80 x 80 cm, 50 cm diep, (de grond wat loswoelen) en de boom op dezelfde diepte planten als in de kwekerij (vaak worden bomen te diep geplant). Minstens 1 boompaal voorzien die aan de westzijde van de boom gezet moet worden. Aanplanten tussen half november en half februari. Als er dieren lopen in het perceel, moet een voldoende hoge en sterke afrastering rond de boom gezet worden.

● De bomen moeten aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag

● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.

 

Financiële waarborg

Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt verplicht een financiële waarborg bij lasten in natura opgelegd.

● De waarborg voor deze aanvraag bedraagt 2 X 90 euro, zijnde 180 euro €.

● De waarborg kan worden geleverd met een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

● Een bewijs van waarborg dient afgeleverd te worden aan het college van burgemeester en schepenen alvorens er mag over gegaan worden tot uitvoering van de omgevingsvergunning.

● De vergunning is pas uitvoerbaar nadat de aanvrager de financiële waarborg heeft gesteld.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

De aanvraag kan niet meer binnen de decretaal voorziene termijnen worden beslist.

Aangezien het hier enkel een rechtzetting van een materiële beslissing betreft en geen impact heeft op de beoordelingsgronden waarop de initiële beslissing genomen werd, is dat ook niet nodig en stellen wij voor dat het college van burgemeester en schepenen deze rechtzetting opneemt als een gecorrigeerde beslissing van de omgevingsvergunning OMV_2023148069, beslist op 17 april 2024.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 08/05/2024 HET VOLGENDE:

 

1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de rechtzetting goed van de toegekende omgevingsvergunning OMV_2023148069 van 17/04/2024 voor het verbouwen van een zonevreemde woning, gelegen te Lindestraat 162A, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 340 K.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Melding van een IIOA M200

Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door Geoffrey Zambuto namens ZAMEX BVBA gevestigd te Staatsbaan 76 te 3545 Halen voor het plaatsen van een bronvemaling voor de realisatie van appartementen op een perceel, gelegen Paradijsstraat 20, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 725 D, (afd. 2) sectie F 726 F, (afd. 2) sectie F 727 D, (afd. 2) sectie F 730 X2, (afd. 2) sectie F 730 H2, (afd. 2) sectie F 746 H en (afd. 2) sectie F 748 C3.

 

De melding werd ingediend door ZAMEX, te Staatsbaan 76, te 3545 Halen via het omgevingsloket op 29/04/2024.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

Voorwerp van de melding

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Merelstraat - Lijsterstraat, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F nr. 4069/A.

 

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

 

De IIOA omvat: Een tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van een doorlopende kelderverdieping van twee appartementsgebouwen.

 

Rubrieken

Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°b)1°

Bemaling i.k.v. het plaatsen van een doorlopende kerlderverdieping: 46.167 m³/jaar gedurende max. 120 dagen. Oppompen uit een bouwput van 77m lengte, 50 m breedte: bronbemaling van max. 818 m³/dag (nieuw) (tijdelijk)

3

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°b)1°

Bemaling i.k.v. het plaatsen van een doorlopende kerlderverdieping: 46.167 m³/jaar gedurende max. 120 dagen. Oppompen uit een bouwput van 77m lengte, 50 m breedte: bronbemaling van max. 818 m³/dag (nieuw) (tijdelijk)

3

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.

 

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 – woonuitbreidingsgebieden.

 

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan RUP en niet binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

 

Omschrijving aanvraag

Er wordt een bemaling aangevraagd in het kader van de bouw van twee appartementsgebouwen met een doorlopende kelderverdieping. De bemaling gebeurt via een bouwput van 77 m op 50 m en heeft een debiet van maximaal 818 m³/dag gedurende maximaal 120 dagen. Het grondwater wordt verlaagd tot 3,75 m-mv.

 

Beoordeling

Het cascadesysteem dat gehanteerd wordt voor het lozen van bemalingswater is eerst infiltratie ter plaatse, indien dit technisch niet mogelijk is, lozen in de gracht en enkel in uitzonderlijke gevallen, wanneer kan aangetoond worden dat voorgaande opties technisch niet haalbaar zijn, kan er geloosd worden in de openbare riolering.

 

Er wordt geloosd op een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.

Het onttrokken water zal worden geloosd op de RWA op de hoek tussen de Lijsterlaan en de Koolmeeslaan. Op deze manier zal het water naar infiltratievoorziening ten noorden geleid worden. Deze RWA is dus aangesloten op de infiltratievoorzieningen met overloop naar de Bapenakkerbeek. 

 

Volgens het OVAM-geoloket is er geen dossier bekend.

 

Een bemalingsnota is opgenomen in de aanvraag met volgende parameters:

       Bemalingskader: breedte: 50,00 m, lengte: 77,00 m en diepte 3,25 m-mv met het oorspronkelijk peil op 1,4 m-mv

       Bemalingskenmerken: gewenste verlaging tot 3,75 m-mv, duur bemaling: 120 dagen, grondsoort: zand

       Er wordt geen verontreiniging vermeld.

        Er wordt geen PFAS risico verwacht volgens de PFAS-verkenner.

 

Op basis van deze parameters berekent het rekeninstrument van Dupuit en Sichard volgende data:

       Initieel debiet: max. 818 m³/dag

       Gemiddeld debiet (na de initiële fase): 366 m³/dag

       Invloedstraal: 344 m

        Zettingsberekening: De theoretische absolute eindzettingen bedragen respectievelijk 1,1 mm, 2,2 mm en 1,0 mm. Hieruit blijkt dat een grondwaterverlaging tot 3,75 m-mv mogelijk is zonder dat hierbij ontoelaatbare theoretische zettingen ontstaan van meer dan 20 mm.

Het maximale debiet bedraagt 818 m³ gedurende 120 dagen met rubriek 53.2.2°a (klasse 3).

 

Vanuit de Vlarem-wetgeving is een debietmeter op de pomp verplicht, waardoor het effectief opgepompte debiet achterhaald wordt. Het bijhouden van de begin- en eindstand van de bemalingshoeveelheid met een foto en logdocument is aangeraden om op te nemen als voorwaarde.

 

De effecten op de omgeving vermelden dat een tijdelijke opstelling van een bronbemaling minimale geluidshinder vormen gedurende de periode van max. 120 dagen.

 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:

        1° het merk en serienummer;

        2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

        Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.

       Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.

       Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.

       De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.

       Het grondwater dat onttrokken wordt bij de bronbemaling zal geloosd worden in de RWA-riolering ter hoogte van de Reigerlaan. Via deze RWA-leiding wordt het water afgevoerd richting de waterloop "Herk".

        De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.

        De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:

       De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.

       De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.

       De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.

       Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.

       De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 120 dagen

       De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 08/05/2024 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door ZAMEX, te Staatsbaan 76, te 3545 Halen voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°b)1°

Bemaling i.k.v. het plaatsen van een doorlopende kerlderverdieping: 46.167 m³/jaar gedurende max. 120 dagen. Oppompen uit een bouwput van 77m lengte, 50 m breedte: bronbemaling van max. 818 m³/dag (nieuw) (tijdelijk)

3

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Merelstraat - Lijsterstraat, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F nr. 4069/A.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

Hoofdstukken 4

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 5.53

Sectorale milieuvoorwaarden - winning van grondwater

 

2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:

        1° het merk en serienummer;

        2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

        Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.

       Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.

       Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.

       De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.

       Het grondwater dat onttrokken wordt bij de bronbemaling zal geloosd worden in de RWA-riolering ter hoogte van de Reigerlaan. Via deze RWA-leiding wordt het water afgevoerd richting de waterloop "Herk".

        De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.

        De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:

       De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.

       De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.

       De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.

       Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.

       De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 120 dagen

       De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.

 

De gemeente kan u hierbij helpen.

 

Beroepsmogelijkheid

 

Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

 

Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 15 bus 130

1210 Brussel

 

Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:

Marie-Elisabeth Belpairegebouw

Toren Noord (2de verdieping)

Simon Bolivarlaan 17

1000 Brussel

 

Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.

Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

- De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;

- De naam en het adres van de verweerder;

- Het voorwerp van het beroep of bezwaar;

- Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;

- Een inventaris van de overtuigingsstukken.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Omgevingsvergunning 870

 

Aanvraag omgevingsvergunning over: afbraak van de bestaande woning met bijgebouwen en verhardingen en de realisatie van twee halfopen ééngezinswoningen ingediend door de heer Bart Synaeve met als contactadres Groeningenweg 16 bus 3 te 3590 Diepenbeek en Bart Synaeve namens SYNAEVE BOUWPROJECTEN BV met als contactadres Groeningenweg 16 bus 3 te 3590 Diepenbeek. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen O. L. Vrouwstraat 187, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 165 N2. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

de heer Bart Synaeve met als contactadres Groeningenweg 16 bus 3 te 3590 Diepenbeek en Bart Synaeve namens SYNAEVE BOUWPROJECTEN BV met als contactadres Groeningenweg 16 bus 3 te 3590 Diepenbeek

 

Ligging van het perceel:

O. L. Vrouwstraat 187

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie A nr. 165N2

 

Projectnaam:

Onze-Lieve-Vrouwstraat 187 - Synaeve bouwprojecten

 

Dossiernummer:

2023185

 

Intern dossiernummer:

870

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2023126642

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

Afbraak van de bestaande woning met bijgebouwen en verhardingen en de realisatie van twee halfopen ééngezinswoningen

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

        Afbraak van de bestaande woning

        Afbraak van de bijgebouwen

        Afbraak van de verhardingen

        Realisatie van 2 halfopen ééngezinswoningen

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 03.04.1979 – woongebied met landelijk karakter  (eerste 50m vanaf de rooilijn) en agrarisch gebied (achterliggend gedeelte).

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen de agrarische gebieden enkel mogen bevatten, de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in het geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

   -  .

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan of niet-vervallen verkaveling.

 

Het blijft echter de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen:

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project de afbraak van de bestaande woning betreft samen met de bijgebouwen en verhardingen en de realisatie van 2 halfopen ééngezinswoningen, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

 

De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 143, 24m² voor de woning links en 140,49m² voor de rechter woning.  Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter per woning die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 3 700 liter per woning en een infiltratieoppervlakte van 10,36m².  Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten, het wasmachine en een buitenkraan.

 

Er werd op de plannen aangeduid dat er verhardingen zullen worden aangelegd voor de inrit en een tuinpad.  Voor deze verhardingen kan het hemelwater afwateren op het eigen perceel gezien dit ter plaatse kan infiltreren.  De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.  De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Sloopopvolgingsplan

Voor deze aanvraag werd geen sloopopvolgingsplan opgesteld gezien dit een ééngezinswoning betreft.

 

Asbestinventaris

Er werd wel een asbestinventaris toegevoegd aan het dossier waaruit blijkt dat er asbesthoudend materiaal aanwezig is. Bepaalde asbesthoudende materialen mogen zelf verwijderd worden met de nodige voorzorgsmaatregelen (bepaalde hechtgebonden asbest).  Voor complexere asbestverwijdering (vb. niet hechtgebonden asbest) moet een erkende asbestverwijderingsfirma ingeschakeld worden.  Meer info via www.vlaanderen.be/asbest.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

21 december 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

18 maart 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Anne Hermans

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

2 mei 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie A 165 N2

De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvrager wenst de bestaande woning met bijgebouwen en verhardingen te slopen en daarna 2 halfopen ééngezinswoningen te realiseren op het perceel.

 

Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gewestweg, zijnde de Onze Lieve Vrouwstraat, gelet op de plaatselijke toestand.  De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een variatie aan bebouwingen en dit in verschillende typologieën en bouwstijlen.  Zowel op het linker als rechter aanpalende perceel bevindt zich een open ééngezinswoning.

 

Allereerst zal de bestaande woning met bijgebouwen op het perceel worden afgebroken om zo tot een braakliggend terrein te komen.  De bestaande woning heeft ongeveer een oppervlakte van 72,82m² en een volume van 491,89m³.  Ook het achterliggende bijgebouw met een oppervlakte van 110,43m² en 321,59m³ wordt mee afgebroken.  Verder staan er nog 2 vrijstaande bijgebouwen van ongeveer 6m² die eveneens zullen worden verwijderd.  Ook de verharding rondom de woning met een oppervlakte van 130,65m² zal worden opgebroken.  Verder zullen er een aantal struiken verwijderd worden op het perceel om zo een braakliggend terrein te bekomen.

 

Op het vrijgekomen perceel wordt er een nieuwbouw tweewoonst voorzien op ongeveer 8m30 van de voorliggende rooilijn.  Voorgesteld ontwerp betreft 2 halfopen grondgebonden woningen bestaande uit twee volwaardige bouwlagen afgewerkt met een plat dak constructie.  Het ontwerp voorziet een bebouwing over een breedte van 18m07 aan de straatzijde met een zijdelingse bouwvrije zijtuinstrook van ongeveer 3m38 aan de linkerzijde en 3m55 aan de rechterzijde.  De totale diepte van de tweewoonst komt op 15m74 op het gelijkvloers niveau en op max 12m60 op het niveau van de verdieping.  De tweewoonst heeft een dakrandhoogte van 6m48 voor de zone bestaande uit 2 bouwlagen en een hoogte van ongeveer 3m45 voor de gelijkvloerse bouwlaag die verder loopt als de verdieping.  Ook aan de voorzijde van de bebouwing wordt er een variatie gebracht in de gevelopbouw door het voorzien van een lager volume over 1 bouwlaag een diepte van 1m, hierdoor vangt de 2e bouwlaag pas aan op 1m van de voorgevellijn.

 

De tweewoonst wordt opgetrokken in een grijs genuanceerde baksteen met zwart aluminium buitenschrijnwerk en een plat dak afwerking.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan, woongebied met landelijk karakter.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

AWV - District Zuid-Limburg

18 maart 2024

 

 

Fluvius

18 maart 2024

2 april 2024

voorwaardelijk gunstig

De Watergroep

18 maart 2024

20 maart 2024

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

       De aanvraag werd op 18.03.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan het agentschap Wegen en Verkeer.  Er werd geen advies ontvangen vanwege het agentschap Wegen en Verkeer, waardoor we aan deze adviesvereiste mogen voorbij gaan.

       De aanvraag werd op 18.03.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius- Kenniscentrum riolering.  Op 02.04.2024 heeft Fluvius via het omgevingsloket een voorwaardelijk gunstig advies verleend met ref. 5000063330.  Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

       De aanvraag werd op 18.032024 digitaal voorgelegd aan de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.  Op 20.03.2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen via een melding op het omgevingsloket.  Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

       Functionele inpasbaarheid: de aanvraag betreft enerzijds de afbraak van een oudere woning met bijgebouwen en anderzijds het bouwen van 2 grondgebonden halfopen ééngezinswoningen.  De voorgestelde werken zijn functioneel aanvaardbaar, gelet op de geldende bestemmingsvoorschriften en de aanwezige bebouwingen in de onmiddellijke omgeving.  De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende gewestplan.  De voorgestelde werken zijn bijgevolg zone-eigen en gangbaar voor deze omgeving.

       Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de oprichting van 2 halfopen eengezinswoningen met elk een inpandige parkeerplaats geen invloed zal hebben op de mobiliteit.  Er worden standplaatsen voorzien op het eigen terrein voor het stallen van voertuigen.

       Schaal: Gelet op de geldende voorschriften geeft het geplande gabarit van de nieuwe halfopen woningen geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit.  De op te richten bebouwingen binnen de omgeving kenmerken zich door ééngezinswoningen, met een profiel van één tot twee bouwlagen eventueel onder een hellend dak.  Onderhavig ontwerp voorziet 2 bouwlagen afgewerkt met een plat dak.  De maximale bouwhoogte blijft beperkt en sluit aan op de geldende voorschriften binnen deze omgeving.  Het ontwerp is wat omvang en gabarit betreft niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

       Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De voorgestelde invulling past wat de korrelgrootte betreft in de specifieke ruimtelijke context.  De inplanting is conform aan deze van de aanpalende percelen en de goede ruimtelijke ordening wordt niet in het gedrang gebracht.  De bebouwing van het perceel blijft ook beperkt in verhouding tot het perceel.  Er blijft ook een voldoende ruime afstand behouden ten aanzien van de zijdelingse perceelsgrenzen.

       Visueel-vormelijke elementen: De woningen worden opgetrokken in een licht grijs genuanceerde gevelsteen in combinatie met een zwart aluminium buitenschrijnwerk en een dakafwerking met een zwart dakrandprofiel.  De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande en voorziene bebouwing en de aanwezige infrastructuur.  De werken hebben een geringe impact ten aanzien van de omgeving.

       Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument.  De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

       Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf wordt niet gewijzigd.

       Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op het ontwerp, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden, gezien er ruim voldoende afstand behouden blijft ten aanzien van de perceelsgrenzen.  De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.

 

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

///

 

Conclusie

Voorwaardelijke gunstig advies

 

Gunstig advies, onder volgende opschortende voorwaarden:

        De gebouwen en verhardingen die op het plan staan als af te breken dienen te worden gesloopt zodat er een braakliggend terrein wordt bekomen alvorens de nieuwbouw kan uitgevoerd worden.

        Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.

        De algemene en bijzondere voorwaarden van het agentschap Wegen en verkeer dienen gevolgd te worden.

        De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 02.04.2024 met ref. 5000063330 dienen opgevolgd te worden.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.

        Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.  De aangeduide verhardingen op het perceel voor de inrit en het tuinpad dienen in waterdoorlatende materialen te worden uitgevoerd zowel in opbouw als in fundering.

        Het bestaande terreinprofiel dient behouden te blijven en aan te sluiten op de aanpalende percelen.

        De infiltratievoorzieningen achteraan het perceel dienen binnen een straal van max. 20m van de woningen voorzien te worden en op min. 1m afstand van de perceelsgrenzen.

        Indien er asbesthoudend materiaal aanwezig is, dient de aannemer voor en tijdens de sloop de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen.  Het opgestelde risico- en werkplan (beheerplan) dient gevolgd te worden en gemeld te worden aan de gemeente via omgeving@alken.be en aan de lokale directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 08/05/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door de heer Bart Synaeve met als contactadres Groeningenweg 16 bus 3 te 3590 Diepenbeek en Bart Synaeve namens SYNAEVE BOUWPROJECTEN BV met als contactadres Groeningenweg 16 bus 3 te 3590 Diepenbeek, afbraak van de bestaande woning met bijgebouwen en verhardingen en de realisatie van twee halfopen ééngezinswoningen, gelegen O. L. Vrouwstraat 187, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 165 N2 voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        De gebouwen en verhardingen die op het plan staan als af te breken dienen te worden gesloopt zodat er een braakliggend terrein wordt bekomen alvorens de nieuwbouw kan uitgevoerd worden.

        Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.

        De algemene en bijzondere voorwaarden van het agentschap Wegen en verkeer dienen gevolgd te worden.

        De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 02.04.2024 met ref. 5000063330 dienen opgevolgd te worden.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.

        Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.  De aangeduide verhardingen op het perceel voor de inrit en het tuinpad dienen in waterdoorlatende materialen te worden uitgevoerd zowel in opbouw als in fundering.

        Het bestaande terreinprofiel dient behouden te blijven en aan te sluiten op de aanpalende percelen.

        De infiltratievoorzieningen achteraan het perceel dienen binnen een straal van max. 20m van de woningen voorzien te worden en op min. 1m afstand van de perceelsgrenzen.

        Indien er asbesthoudend materiaal aanwezig is, dient de aannemer voor en tijdens de sloop de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen.  Het opgestelde risico- en werkplan (beheerplan) dient gevolgd te worden en gemeld te worden aan de gemeente via omgeving@alken.be en aan de lokale directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Omgevingsvergunning 888

 

Aanvraag omgevingsvergunning over: de regularisatie van een overwelving van een gracht ingediend door de heer Johan Stappers wonende te Koosterstraat 52 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Koosterstraat 52, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 69 L. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

de heer Johan Stappers wonende te Koosterstraat 52 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Koosterstraat 52

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie B nr. 69L

 

Projectnaam:

Koosterstraat 52 - Stappers Johan

 

Dossiernummer:

202421

 

Intern dossiernummer:

888

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024024854

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

de regularisatie van een overwelving van een gracht

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

regulariseren overwelving

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

 

Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woonuitbreidingsgebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

Overwegende dat het goed ligt in het RUP Terkoest definitief vastgesteld op 29.11.2012 door de gemeenteraad van Alken en goedgekeurd door de deputatie op 23.05.2013. Overwegende dat de voorschriften van het RUP Terkoest primeren op die van het gewestplan.

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets :

Inzake de watertoets werd op 2 april 2024 een ongunstig advies ontvangen van de Provincie Limburg Directie omgeving Waterbeheer. Dit advies stelt dat :

 

Gelegen in een pluviaal overstromingsgevoelig gebied

 

Waterloop en machtiging

• stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: KOZENBEEK, nr 172, categorie: 2de

• watering: gelegen in de Watering De Herk

• andere betrokken waterbeheerder: nee

 

 

 

 

Voorafgaande adviezen/vergunningen

 

De in vet gedrukte tekst hier onder heeft betrekking op de overwelving van de waterloop.

 

• vergunning voor de bouwen van een eengezinswoning d.d. 1 december 1999

• vergunning voor de bouwen van een zwembad d.d. 3 november 2004

• ongunstige adviezen bindende bepalingen en watertoets voor het slopen van een bestaande constructie en het uitbreiden van de woning met een achterbouw d.d. 3 maart 2023

• ongunstige adviezen bindende bepalingen en watertoets voor het slopen van een bestaande constructie en het uitbreiden van de woning met een achterbouw d.d. 22 mei 2023

• weigering vergunning d.d. 14 juni 2023

• ongunstige adviezen bindende bepalingen en watertoets voor de afbraak van de bestaande veranda en de realisatie van een nieuwe veranda d.d. 3 maart 2023

• weigering vergunning d.d. 27 september 2023

• Op 13 november 2023 heeft de toezichthouder van Provincie Limburg een aanvankelijk Proces Verbaal betreffende de illegale overwelving van de Kozenbeek opgesteld en een bestuurlijke maatregel opgelegd om deze te verwijderen.

• ongunstige adviezen bindende bepalingen en watertoets voor de afbraak van de bestaande veranda en de realisatie van een nieuwe veranda d.d. 23 november 2023

• Beroep d.d. 28 november 2023 tegen de bestuurlijke maatregelen van de toezichthouder van Provincie Limburg d.d. 13 november 2023.

• Vergunning door deputatie d.d. 17 januari 2024 voor het project ‘afbraak en bouw van een veranda’. Er werd geen regularisatie van de inrit gevraagd en dit maakt dan ook geen deel uit van de vergunning. • Besluit d.d. 27 februari 2024 van de Vlaamse Minister en justitie en handhaving, omgeving, energie en toerisme, houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit houdende bestuurlijke maatregelen van 13 november 2023 van de provinciaal toezichthouder milieuhandhaving van Limburg omgelegd aan de heer Johan Stappers:

- Het beroep van 28 november 2023 wordt ongegrond verklaard.

- De bestuurlijke maatregel d.d. 13 november 2023 wordt bevestigd.

 

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)

 

1 Beschrijving van het watersysteem

• Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie. • Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied

• Het perceel is daarenboven gelegen in: o het bekken van de Demer o het deelbekken van de Herk

 

2 Waterplannen

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.

 

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2

Het perceel ligt in het ambtsgebied van de Watering De Herk.

 

De adviesvraag handelt over:

• richtlijn gewijzigd overstromingsregime

 

RICHTLIJN GEWIJZIGD OVERSTROMINGSREGIME

Het perceel is gelegen in een pluviaal overstromingsgevoelig gebied.

 

Het kritisch overstromingspeil (huidig klimaat) bedraagt 32,70 m TAW.

In huidige aanvraag wordt de regularisatie van een onvergunde verbreding van de toegang tot het perceel over de Kozenbeek gevraagd.

 

BEOORDELING

Elke overwelving of overbrugging van een waterloop, vergund of onvergund, heeft een ongunstig effect op het overstromingsregime. Omwille van de noodzakelijke toegangen tot aanpalende percelen kan deputatie echter alsnog een machtiging geven, zij het onder strikte voorwaarden waarbij het negatief effect beperkt blijft en elke aangelande dezelfde rechten krijgt.

 

De onvergunde verbreding van de inrit resulteert in een onnodig negatief effect op het overstromingsregime van de waterloop omdat:

 

• Bij een open waterloop kan het water vrij doorstromen, en “gelijkmatig” overstromen.

• Bij een (gedeeltelijke) overbrugging, zal het water eerst opwaarts de brug buiten de oevers treden en wordt het water rond de brug geleid tot het waterpeil zodanig gestegen is dat ook de brug onder water staat

 

• Hoe groter de lengte (L) van de overwelving, hoe groter de stuwhoogte (Dh) achter de overwelving. Dit wordt aangetoond door de bewegingsvergelijking van Berlamont.

 

Dh = K * Q² * L

 

 

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER

 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat de regularisatie van een overwelving van een gracht een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft.

 

Deze verandering heeft een schadelijk effect op het watersysteem.

 

 

 

Milieu:

///

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

21 februari 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

18 maart 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

26 april 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 69 L

De woning dateert van 2003 en wordt geacht vergund te zijn.

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 01/12/1999 een stedenbouwkundige vergunning  (3583) voor bouwen van een eengezinswoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 27/06/2001 een stedenbouwkundige vergunning  (3845) voor het bouwen van een tuinhuis en siervijver werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 03/11/2004 een stedenbouwkundige vergunning  (4438) voor plaatsen van een zwembad werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 17/01/2024 een omgevingsvergunning  (806) voor de afbraak van de bestaande veranda en de realisatie van een nieuwe veranda werd bekomen door de Bestendige Deputatie.

- Overwegende dat op 01/10/1970 een verkavelingsvergunning  (167) voor nieuwe verkaveling werd geweigerd door de deputatie.

- Overwegende dat op 28/10/1981 een verkavelingsvergunning  (309) voor nieuwe verkaveling werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag is gelegen aan een gemeentelijke weg, zijnde de Koosterstraat, dewelke voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwtypes met voornamelijk open ééngezinswoningen. Op het linker aanpalende perceel bevindt zich een open ééngezinswoning, het rechter aanpalend perceel is onbebouwd. De omliggende bebouwingen verschillen zowel in jaar van opbouw, bestemming, als in bouwstijl.

 

De aanvraag betreft het regulariseren van een bredere overwelving van de beek. De overwelving over de beek werd  breder uitgevoerd dan toegelaten. Deze overwelving is een dubbele overwelving die langs de rechterzijde van het perceel perceel van huisnummer 52 en op de linkse perceelsgrens van de bouwgrond nr 50 is aangebracht en deze 2 percelen ontsluit. De vergunde breedte betrof 8m , dus 4m per perceel. Deze overwelving ter hoogte van huisnummer 52, is 4m breder gemaakt, wat de totale breedte tot 12m brengt. Waarvan 8m voor perceel 52.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het RUP Terkoest d.d. 23.05.2013.

 

2.c. Adviezen

 

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

info@wateringdeherk.be

18 maart 2024

3 april 2024

ongunstig

provincie Limburg - afdeling Waterbeheer

18 maart 2024

3 april 2024

ongunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

 

De aanvraag werd op 188 maart 2024 digitaal voor advies voorgelegd aan provincie Limburg - afdeling Waterbeheer. Op 3 april 2024 werd er een ongunstig advies in verband met bindende bepalingen en machtigingen rond onbevaarbare waterlopen van tweede of derde categorie ontvangen. Dit advies stelt het volgende:

- Op 3 april 2024 werd tevens een ongunstig advies in verband met de watertoets ontvangen dit advies is opgenomen bij de watertoets.

 

 - De aanvraag werd op 18.03.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan Watering de Herk. Op 3 april 2024 werd er een ongunstig advies ontvangen. Dit advies stelt het volgende:

 

Watering de Herk geeft voor wat betreft de bindende bepalingen ivm de waterloop (afstandsregels en machtigingen) als in het kader van de watertoets een ongunstig advies. 

 

De watering is waterbeheerder voor dit projectgebied, maar voor zowel het advies in het kader van de bindende bepalingen in verband met de waterloop (afstandsregels en machtigingen) als het advies in het kader van de watertoets treedt de Dienst Water en Domeinen van de provincie Limburg op als ondersteunende adviesverlenende instantie.

De watering neemt dit advies met de hierin opgenomen beoordeling en conclusie over en maakt dit advies tot het hare.

 

De integrale inhoud van deze adviezen kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

De aanvraag in regel is met de voorschriften van het RUP Terkoest d.d. 23.05.2013 echter is de aanvraag niet in regel met de watertoets en tevens niet in regel met de bindende bepalingen en machtigingen rond onbevaarbare waterlopen. De ongunstige adviezen van provincie Limburg - afdeling Waterbeheer en Watering De Herk worden onderschreven en bijgetreden. Hierdoor wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §1 4° van de codex geweigerd.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Ongunstig advies

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 08/05/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door de heer Johan Stappers wonende te Koosterstraat 52 te 3570 Alken, de regularisatie van een overwelving van een gracht, gelegen Koosterstraat 52, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 69 L te weigeren.

 

Deze weigering stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Omgevingsvergunning 892

 

Aanvraag omgevingsvergunning over: het vellen van 2 hoogstammige bomen ingediend door Cathérine Deflandre wonende te Leemkuilstraat 51 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Leemkuilstraat 51, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 761 B. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Deflandre Cathérine wonende te Leemkuilstraat 51 te 3570 Alken

Ligging van het perceel:

Leemkuilstraat 51, 3570 Alken

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie E nr. 761/B

 

Projectnaam:

Leemkuilstraat 51 - Deflandre Cathérine

 

Dossiernummer:

202426

 

Intern dossiernummer:

892

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024033947

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject 2024

 

 

1.b. Omschrijving aanvraag

Het betreft het verwijderen van twee hoogstambomen (eikenbomen).

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 – Woongebied met landelijk karakter en Agrarisch gebied.

 

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Overwegende dat het perceel gelegen is binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling nr. V656 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 3 juni 2020.

 

De voorschriften van de verkaveling primeren op die van het gewestplan.

 

Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1 van de gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid van 30/11/2018 werd voor deze aanvraag tot een omgevingsvergunning onderzocht of er een schadelijk effect door de werken en/of exploitatie wordt veroorzaakt.

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het verwijderen van bomen niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.

Milieu:

Bij elke kapping dient er minstens een gelijkwaardige compensatie te worden voorzien. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

        Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

        Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

        Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998.

 

 

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

6/03/2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

19/04/2024

Opening openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Afsluiten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Gemeenteraad voor wegenwerken

Niet van toepassing

Dossierbehandelaar

Charlotte Beerten

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum verslag GOA

19/04/2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie E nr. 761/B

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 23 januari 1980 voor het bouwen van een eengezinswoning: vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 11 juni 2014 voor het plaatsen van een carport: vergund.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het vellen van twee hoogstambomen. De bomen zijn volgens de bijgevoegde VTA studie ziek. Het perceel waar de aanvraag betrekking op heeft is een perceel in woongebied met landelijk karakter en de bomen staan in de tuin gelegen in agrarisch gebied in de Leemkuilstraat 51 te 3570 Alken met kadastrale gegevens: afdeling 2 sectie E nr. 761/B. De Brabantsestraat is een gemeentelijke weg in asfalt. De weg is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand.

Voor het vellen van de bomen moet de aanvrager een compensatie voorzien. Bij dergelijke aanvragen moet steeds rekening gehouden worden met de zorgplicht opgelegd door artikel 14 en de bepalingen van artikel 16 inzake het tegengaan van vermijdbare schade en het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die vermoedelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bv. door het herstellen of vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen, enz.

De bomen worden vervangen door het aanplanten van 2 hoogstambomen. Deze zullen aangeplant worden op hetzelfde perceel achteraan.

Verantwoording van de aanvraag

De aanvrager schrijft: “Sinds 14 november 2023 zijn wij de nieuwe eigenaars van de woning.

Bij een veiligheidsinspectie van de bomen naar aanleiding van de renovatie van de tuin is gebleken dat 2 eiken bomen ziek zijn en geveld dienen te worden voor de veiligheid.” De VTA attesten van Groenservice Thijs geven volgend advies:

        Voor de zomereik rechts in de tuin tegen de waterloop: verhoogd risico (dringende) kapping aanbevolen

        mogelijke aantasting door honingzwam (bijkomend onderzoek nodig),

        naargelang de standplaats van de boom (op de rand van waterloop), niet in gezonde conditie,

        krijgt volle wind, staat niet beschut door andere bomen en momenteel sterk verzwakt.

        Voor de zomereik tussen 2 andere eiken in het midden van het perceel: Verhoogd risico (dringende) kapping aanbevolen

        boom in scheefstand,

        aangestaste voet,

        overhellend naar eigendom van de buren,

        boom weghalen uit veiligheid en om de andere 2 gezonde eiken de ruimte te geven.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is gelegen in een Herbevestigd Agrarisch en Groen Gebied (HAG) deelruimte vochtig Haspengouw.

De aanvraag is niet gelegen in of in de nabije omgeving van een Habitatrichtlijngebied of Vogelrichtlijngebied.

De aanvraag is niet gelegen in een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied).

Het perceel is ingedeeld volgens de biologische waarderingskaart (versie 2) als biologisch waardevol met een soortenrijk permanent cultuurgrasland.

 

Hier geldt de zorgplicht die voortvloeit uit het stand-still principe dat is verankerd in het Natuurdecreet. Bij elke aanvraag moet bekeken worden welke gevolgen de aanvraag heeft op de natuur. Dit is de natuurtoets. De aanvrager neemt volgende maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen:

Een compensatie zal geplaatst worden van 2 hoogstambomen (een Lindeboom en een Okkernotenboom) op geruime afstand van elkaar achter aan het terrein.

 

2.c. Adviezen

Niet van toepassing

 

2.d. Bespreking van de adviezen

Niet van toepassing

 

2.e. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld. Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- Functionele inpasbaarheid: De aanvraag m.b.t. het vellen van 2 hoogstambomen (eikenbomen) past binnen de voorschriften van het gewestplan. De aanvraag is niet in strijd met de geldende voorschriften.

- Mobiliteitsaspect: Het vellen van de bomen, zal in alle redelijkheid, geen invloed hebben op de mobiliteit.

- Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat het kappen van de bomen geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit aangezien de aanvrager voor het vellen van de bomen, een gelijkwaardige compensatie voorziet. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

- Ruimtegebruik en bouwdichtheid: Het vellen van de bomen is niet in strijd met het ruimtegebruik en zal geenszins de draagkracht van het terrein overschrijden. 

- Visueel-vormelijke elementen: Het verwijderen van de hoogstammige bomen heeft enkele visueel – vormelijke gevolgen. Er wordt opgelegd dat de aanvrager compensatie van deze groenelementen moet voorzien. De aanvrager voorziet het aanplanten van minimaal 2 hoogstambomen.

- Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden. Het vellen van de bomen wijzigt het bodemreliëf niet.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat door het vellen van de bomen de privacy van de omwonenden geenszins kan worden geschonden.

 

Conclusie

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

De aanvraag ingediend door de mevrouw Deflandre Cathérine voor het verwijderen van 2 hoogstambomen en de heraanplant met 2 hoogstambomen, op de percelen gelegen te Leemkuilstraat 51, 3570 Alken, afdeling 2 sectie E nr. 761/B, wordt voorwaardelijk vergund met volgende voorwaarden:

 

        Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = 15 maart tot 15 juli);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 2 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte hoogstambomen, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het kappen van de bomen, op hetzelfde perceel en met minimale plantmaat 12/14;

        De heraanplant van de bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen. Het eventueel verkrijgen van subsidies en de timing daarvan kan niet verbonden worden aan de uitvoering van een omgevingsvergunning.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in en eventueel het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat;

        Bij uitval wordt in het eerstvolgende plantseizoen de boom of bomen terug geplant. In ieder geval dient per te kappen boom minimum één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom gebracht te worden;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur.

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden.

        Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;

        Alle andere bomen op het perceel dienen gespaard te worden.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 08/05/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Cathérine Deflandre wonende te Leemkuilstraat 51 te 3570 Alken, het vellen van 2 hoogstammige bomen, gelegen Leemkuilstraat 51, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 761 B voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = 15 maart tot 15 juli);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 2 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte hoogstambomen, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het kappen van de bomen, op hetzelfde perceel en met minimale plantmaat 12/14;

        De heraanplant van de bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen. Het eventueel verkrijgen van subsidies en de timing daarvan kan niet verbonden worden aan de uitvoering van een omgevingsvergunning.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in en eventueel het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat;

        Bij uitval wordt in het eerstvolgende plantseizoen de boom of bomen terug geplant. In ieder geval dient per te kappen boom minimum één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom gebracht te worden;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur.

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden.

        Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;

       Alle andere bomen op het perceel dienen gespaard te worden.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Brief dd. 19/04/2024 van Agentschap Onroerend Erfgoed betreffende de definitieve opheffing van de bescherming als dorpsgezicht van de landelijke omgeving van de vakwerkhoeves te Grootstraat 102 en 114 in Alken.

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

WIL: project Langveld beleidstoets

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Aanvraag deelname Project aanpak probleemlocaties van Mooimakers

Een projectaanvraag wordt ingediend bij Mooimakers voor een project 'aanpak probleemlocaties en fracties'. Het project zal zich in Alken focussen in het gebied van het skatepark en de parking aan de Alk en sporthal (zie afbakening in bijlage). Dit is een project met begeleiding en een financiële ondersteuning door Mooimakers. Het project is onderhevig aan een aantal verplichtingen en zal maximum 2 jaar duren. Hierdoor past het binnen de timing van uitvoering Alken Vallei. Daarnaast is het technisch mogelijk de ondergrondse compacte vuilnisbakken indien nodig te demonteren en elders terug op te bouwen.

Het project start vanaf de goedkeuring van de aanvraag. Het lokaal bestuur krijgt de vergoeding van max. € 15.000 als minstens de minimale acties werden uitgevoerd en de eindrapportering wordt goedgekeurd door Mooimakers. Na goedkeuring voor deelname komt het plan van aanpak gebaseerd op het projectvoorstel (in bijlage) ter goedkeuring.

 

Feiten en context

Een projectaanvraag wordt ingediend bij Mooimakers voor een project 'aanpak probleemlocaties en fracties'. Het project zal zich in Alken focussen in het gebied van het skatepark en de parking aan de Alk en sporthal (zie afbakening in bijlage). Dit is een project met begeleiding en financiële ondersteuning door Mooimakers. Er zijn enkele verplichte acties:

        Deelname aan een gratis opleiding van mooimakers rond aanpak probleemlocaties en fracties.

        De oprichting van een werkgroep netheid met alle betrokken partijen.

        De opmaak van een nulmeting op de specifieke locatie.

        Het uitwerken van een plan van aanpak en de uitrol, monitoring, evaluatie en bijsturing hiervan.

        In het plan van aanpak moet verplicht de pijler handhaving aan bod komen en 3 andere pijlers uit de 6-pijler aanpak van Mooimakers (handhaving, participatie, preventie, infrastructuur, omgeving en communicatie).

        Naar inwoners communiceren over de aanpak en resultaten via diverse kanalen.

        Een tussentijdse rapportering 6 maanden na de opstart van het project.

Een project duurt maximum 2 jaar, hierdoor past het binnen de timing van uitvoering Alken Vallei. Daarnaast is het technisch mogelijk de ondergrondse compacte vuilnisbakken indien nodig te demonteren en elders terug op te bouwen.

Het project start vanaf de goedkeuring van de aanvraag. Het lokaal bestuur krijgt de vergoeding van max. € 15.000 als minstens de minimale acties werden uitgevoerd en de eindrapportering wordt goedgekeurd door Mooimakers. Na goedkeuring voor deelname komt het plan van aanpak gebaseerd op het projectvoorstel (in bijlage) ter goedkeuring.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 40-41 omtrent de bevoegdheden van de gemeenteraad

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

De technische dienst stelt vast dat de projectlocatie (het skatepark en de parking aan de Alk en de sporthal met 143 parkeerplaatsen) een probleemlocatie is voor zwerfvuil en overvolle openbare vuilnisbakken. Door in te stappen op het project van Mooimakers kan er een financiële ondersteuning ontvangen worden van max. € 15.000 tegemoetkoming. In het projectvoorstel is rekening gehouden met het veranderlijk karakter van de omgeving door het Alken Vallei project.

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de inschrijving aan het Project 'aanpak probleemlocaties en fracties' van Mooimakers goed met het project voorstel zoals in bijlage.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Subsidie aanplant en 5 jaar vormsnoei

Op 23 april 2024 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door Jouck Lieven, Steenweg 88 te 3590 Diepenbeek een aanvraag ingediend voor toekenning van een subsidie voor de aanplant van 18 hoogstamfruitbomen en 5 jaar vormsnoei op het perceel gelegen op volgende perceelnummer, Afd. 3, Sectie C, nr. 123b2 en perceelnummer Afd. 2, Sectie G, nr. 387y

 

Feiten en context

Op 23 april 2024 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door Jouck Lieven, Steenweg 88 te 3590 Diepenbeek een aanvraag ingediend voor toekenning van de subsidie voor de aanplant en 5 jaar vormsnoei van 18 fruitbomen op de percelen gelegen te Alken op volgende perceelnummer, Afd. 3, Sectie C, nr. 123b2 en perceelnummer Afd. 2, Sectie G, nr. 387y

 

Juridische grond

Het gemeenteraadsbesluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2020, houdende goedkeuring van een premieregeling voor de aanplant en/of onderhoud van kleine landschapselementen.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Met de subsidies voor de aanleg/aanplant en het onderhoud van de kleine landschapselementen wil de gemeente het onderhoud en de uitbreiding van kleine landschapselementen stimuleren. Voor de aanplant van hoogstamboomgaard voorziet de gemeente een subsidie van €35 per boom met een maximum van €350 in totaal

 

Financiële gevolgen

De uitbetaling van de subsidie gebeurt als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€350

niet van toepassing

001221

Datum visumaanvraag:

niet van toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Aan de heer Jouck Lieven, Steenweg 88, 3590 Diepenbeek wordt een toelage van €350 toegekend voor de aanplant van 18 hoogstamfruitbomen, conform het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2020 inzake een gemeentelijke premieregeling voor de aanplant en/of onderhoud van kleine landschapselementen

Artikel 2: De subsidie wordt betaald van registratiesleutel MJP001221 van het budget 2024

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 08 05 2024

 

Brief Natuurpunt - Natuur als oplossing en niet als probleem

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.