Gemeente Alken

Zitting van 23 oktober 2024

van 08:30 tot 09:30

 

Aanwezig: Pascal Giesen, Algemeen directeur; Marc Penxten, Burgemeester; Cindy Vandormael,Ingrid Loix,Frank Vroonen,Alex Dubois, Schepenen;

 

Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Verslag van de vorige zitting dd. 16.10.2024

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 16.10.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 16.10.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Niet van toepassing.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Punt bijlagen/links Notulen SC 16-10-2024.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Uitnodiging concert Amarylliskoor, 24.11.2024

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Aankoop stoelen Sint-Jorisheem - Goedkeuring gunning en lastvoorwaarden

De stoelen in het Sint-Jorisheem zijn verouderd en versleten. Ze zijn aan vervanging toe.

De huidige stoelen zullen ter beschikking gesteld worden volgens volgende cascaderegeling:

- 1° - stoelen voor de harmonie (te gebruiken in de kerk van Terkoest)

- 2° - stoelen voor de verenigingen die over een eigen lokaal beschikken

- 3° - overige stoelen in de volgende online verkoop mee te nemen.

In het kader van de opdracht “Aankoop stoelen Sint-Jorisheem” werd een technische beschrijving met nr. 2024/078 opgesteld door de Dienst vrije tijd.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 14.875,60 excl. btw of € 17.999,48 incl. 21% btw.

Er werden 3 offertes ontvangen :
- Flanders Furniture, Ijzerdijk 91a te 8600 Diksmuide (€ 9.625,28 excl. btw of € 11.646,59 incl. 21% btw);
- Procos, Langveldweg 23 te 3910 Pelt (€ 14.853,20 excl. btw of € 17.972,37 incl. 21% btw);
- Salens nv, Beernemsteenweg 77 te 8750 Wingene (€ 18.714,00 excl. btw of € 22.643,94 incl. 21% btw);

De Dienst vrije tijd stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Flanders Furniture, Ijzerdijk 91a te 8600 Diksmuide tegen het nagerekende offertebedrag van € 9.625,28 excl. btw of € 11.646,59 incl. 21% btw.

(Toezichthoudend ambtenaar: Nathalie Brantz)

 

Feiten en context

De stoelen in het Sint-Jorisheem zijn verouderd en versleten. Ze zijn aan vervanging toe.

De huidige stoelen zullen ter beschikking gesteld worden volgens volgende cascaderegeling:

- 1° - stoelen voor de harmonie (te gebruiken in de kerk van Terkoest)

- 2° - stoelen voor de verenigingen die over een eigen lokaal beschikken

- 3° - overige stoelen in de volgende online verkoop mee te nemen.

In het kader van de opdracht “Aankoop stoelen Sint-Jorisheem” werd een technische beschrijving met nr. 2024/078 opgesteld door de Dienst vrije tijd.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 14.875,60 excl. btw of € 17.999,48 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:
- Salens nv, Beernemsteenweg 77 te 8750 Wingene;
- Procos, Langveldweg 23 te 3910 Pelt;
- Flanders Furniture, Ijzerdijk 91a te 8600 Diksmuide.

 

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

Het besluit van de gemeenteraad van 2 september 2021 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van € 30.000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 25 september 2024 om 10.00 uur te bereiken.

Er werden 3 offertes ontvangen :
- Flanders Furniture, Ijzerdijk 91a te 8600 Diksmuide (€ 9.625,28 excl. btw of € 11.646,59 incl. 21% btw);
- Procos, Langveldweg 23 te 3910 Pelt (€ 14.853,20 excl. btw of € 17.972,37 incl. 21% btw);
- Salens nv, Beernemsteenweg 77 te 8750 Wingene (€ 18.714,00 excl. btw of € 22.643,94 incl. 21% btw);

De Dienst vrije tijd stelde op 9 oktober 2024 het verslag van nazicht van de offertes op.

De Dienst vrije tijd stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Flanders Furniture, Ijzerdijk 91a te 8600 Diksmuide tegen het nagerekende offertebedrag van € 9.625,28 excl. btw of € 11.646,59 incl. 21% btw.

 

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 24400000/02/0705 (actie/raming AC000014/MJP000284).

Een visum is vereist van de financieel directeur. De financieel directeur verleende gunstig visum.

 

Besluit

Artikel 1: De technische beschrijving met nr. 2024/078 en de raming voor de opdracht “Aankoop stoelen Sint-Jorisheem”, opgesteld door de Dienst vrije tijd worden goedgekeurd. De raming bedraagt € 14.875,60 excl. btw of € 17.999,48 incl. 21% btw.

Artikel 2: Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Artikel 3: Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 9 oktober 2024, opgesteld door de Dienst vrije tijd.

Artikel 4: Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 5: Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Flanders Furniture, Ijzerdijk 91a te 8600 Diksmuide tegen het nagerekende offertebedrag van € 9.625,28 excl. btw of € 11.646,59 incl. 21% btw.

Artikel 6: De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000014/MJP000284.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Betaalbaarstelling facturen SC

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.

 

Feiten en context

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
 

Juridische grond

Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
 

Adviezen

Niet van toepassing.
 

Argumentatie

Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Dotatie Hulpverleningszone Zuid-West Limburg 2025

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

11 novemberviering 2024

Naar jaarlijkse gewoonte wordt er een 11-novemberviering georganiseerd in onze gemeente. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het volgend programma goed te keuren:

Programma:

- 9.15u Neerleggen van bloemen aan het vliegtuigmonument in St.Joris.

Toespraak van de burgemeester, Bart Smets en afgevaardigde van Friends of the 115th Squardon Royal Air Force. In aanwezigheid van legervoertuigen.

- 9.50u Samenkomst aan de Sint Aldegondiskerk.

- 10u Viering verzorgd door de 3 parochies met het Sint Joriskoor.

Na de viering is er een bloemenhulde voorzien (rond 10.50u) aan het monument van de gesneuvelde op het kerkplein met speech van de burgemeester en Johan Van Overbeke als afgevaardigde van V.O.V. De leerlingen van de 3 de graad van Wonderwijs wordt gevraagd om één of twee gedichten voor te lezen.

De koninklijke Harmonie Sint Aloysius zorgt voor de muzikale omkadering en begeleidt de genodigden naar het gc Taeymans waar de receptie plaatsvindt.

Praktische regelingen

Bediening voor KUB catering 3 personen aan €35/per persoon 381,62 (MJP1318)

Drank : koffie, bier,wijn,fruitsap en water

Versnapering: 1/2 boterhammen met kaas en kip-kap aan 300 stuks geleverd door Matteshoeve €420 (MJP1318)

1 bloemstuk met Belgische driekleurig lint voor de hulde aan t monument van €70 en een boeket van €30 voor het oorlogsmonument van Bloemen Oyen (MJP1321)

Bevlagging aan het monument op het kerkplein en aan het oorlogsmonument ( door de technische dienst)

Verkeersregeling voor het kerkplein verkeersvrij van 8u tot 13 uur( gans het plein behalve voor de legervoertuigen. De parking voor mensen met beperking kan gebruikt worden.

Politiebegeleiding voor de optocht naar het gc Taeymans

Uitnodiging in bijlage

 

Feiten en context

Naar jaarlijkse gewoonte wordt er een 11-novemberviering georganiseerd in onze gemeente. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het volgend programma goed te keuren:

Programma:

- 9.15u Neerleggen van bloemen aan het vliegtuigmonument in St.Joris.

Toespraak van de burgemeester, Bart Smets en afgevaardigde van Friends of the 115th Squardon Royal Air Force. In aanwezigheid van legervoertuigen.

- 9.50u Samenkomst aan de Sint Aldegondiskerk.

- 10u Viering verzorgd door de 3 parochies met het Sint Joriskoor.

Na de viering is er een bloemenhulde voorzien (rond 10.50u) aan het monument van de gesneuvelde op het kerkplein met speech van de burgemeester en Johan Van Overbeke als afgevaardigde van V.O.V. De leerlingen van de 3 de graad van Wonderwijs wordt gevraagd om één of twee gedichten voor te lezen.

De koninklijke Harmonie Sint Aloysius zorgt voor de muzikale omkadering en begeleidt de genodigden naar het gc Taeymans waar de receptie plaatsvindt.

Praktische regelingen

Bediening voor KUB catering 3 personen aan €35/per persoon 381,62 (MJP1318)

Drank : koffie, bier,wijn,fruitsap en water

Versnapering: 1/2 boterhammen met kaas en kip-kap aan 300 stuks geleverd door Matteshoeve €420 (MJP1318)

1 bloemstuk met Belgische driekleurig lint voor de hulde aan t monument van €70 en een boeket van €30 voor het oorlogsmonument van Bloemen Oyen (MJP1321)

Bevlagging aan het monument op het kerkplein en aan het oorlogsmonument ( door de technische dienst)

Verkeersregeling voor het kerkplein verkeersvrij van 8u tot 13 uur( gans het plein behalve voor de legervoertuigen. De parking voor mensen met beperking kan gebruikt worden.

Politiebegeleiding voor de optocht naar het gc Taeymans

Uitnodiging in bijlage

 

Juridische grond

College - DLB art.56 regelt de bevoegdheden schepencollege

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Naar jaarlijkse gewoonte wordt de 11 novemberviering georganiseerd.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

 

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€100

 

MJP 1321

€420

 

MJP 1318

€381,15

 

MJP 1318

Datum visumaanvraag:

niet van toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1:  Het college van burgemeester en schepenen geeft de goedkeuring voor de organisatie van de 11-novemberviering volgens het programma zoals voorgesteld.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Bijkomend parkeerverbod Halloweentocht St.-Joris n.a.v. werken Fluvius/APK

Op donderdag 31 oktober 2024 gaat de Halloweentocht door in St.-Joris en werd er een verkeersregeling uitgewerkt. Momenteel zijn er werken bezig van Fluvius uitgevoerd door APK in de Hendriksveldstraat en Grotstraat. De aannemer liet weten dat de werken tegen 31/10 voorbij zouden zijn. Echter zal de weg dan nog maar net terug aangelegd zijn waardoor het aangewezen is om een parkeerverbod te plaatsen op de locaties van de huidige werken. In bijlage een plannetje. De parkeerverboden zullen geplaatst worden waar de stippenlijn getekend werd. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd hiervoor.

 

Feiten en context

Op donderdag 31 oktober 2024 gaat de Halloweentocht door in St.-Joris en werd er een verkeersregeling uitgewerkt. Momenteel zijn er werken bezig van Fluvius uitgevoerd door APK in de Hendriksveldstraat en Grotstraat. De aannemer liet weten dat de werken tegen 31/10 voorbij zouden zijn. Echter zal de weg dan nog maar net terug aangelegd zijn waardoor het aangewezen is om een parkeerverbod te plaatsen op de locaties van de huidige werken. In bijlage een plannetje. De parkeerverboden zullen geplaatst worden waar de stippenlijn getekend werd. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd hiervoor.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de politie.

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van het evenement dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op donderdag 31 oktober 2024 gaat de Halloweentocht door in St.-Joris en werd er een verkeersregeling uitgewerkt. Momenteel zijn er werken bezig van Fluvius uitgevoerd door APK in de Hendriksveldstraat en Grotstraat. De aannemer liet weten dat de werken tegen 31/10 voorbij zouden zijn. Echter zal de weg dan nog maar net terug aangelegd zijn waardoor het aangewezen is om een parkeerverbod te plaatsen op de locaties van de huidige werken. In bijlage een plannetje. De parkeerverboden zullen geplaatst worden waar de stippenlijn getekend werd. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating hiervoor.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Attest van verdeling

Op 3 oktober 2024 ontvingen we van notarissen Gilissen & Janssen, Luikersteenweg 165, 3500 Hasselt de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor een perceel gelegen ter plaatse genaamd "Alken Het Dorp", kadastraal gekend als Sie F nr. 316/T.

 

Feiten en context

Op 3 oktober 2024 ontvingen we van notarissen Gilissen & Janssen, Luikersteenweg 165, 3500 Hasselt de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor een perceel gelegen ter plaatse genaamd "Alken Het Dorp", kadastraal gekend als Sie F nr. 316/T.

 

Juridische grond

Artikel 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Het perceel, kadastraal gekend als Sie F, nr. 316/T is in eigendom van mevrouw Linda Geerdens. Aangezien het perceel geschonken wordt dient er een attest van verdeling afgeleverd te worden.

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een BPA of RUP. Het perceel is wel gelegen binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling (nr. 77 en latere wijzigingen).

Volgens het gewestplan Hasselt-Genk d.d. 03.04.1979 is het perceel is gelegen in woongebied:

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen aangaande het voorgestelde attest van verdeling ingediend door notarissen Gilissen & Janssen voor het perceel gelegen ter plaatse genaamd "Alken Het Dorp", kadastraal gekend als Sie F. nr. 316/T.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Grootstraat langs huisnummer 173: principieel akkoord met verkoop wegoverschot aan aangelanden en aanstelling notaris

De heer Jan Senden is eigenaar van het perceel gelegen te Alken, Grootstraat, 2e Afdeling Sie D nr 242c-ex. Hier kan echter geen omgevingsvergunning afgeleverd worden gezien voor dit perceel nog een wegoverschot ligt nl. perceel 2e Afdeling Sie D nr.243/2c (prekad nr 999 A P0000) met een oppervlakte van 5 ca dat eerst nog aangekocht dient te worden.

 

Feiten en context

De heer Jan Senden is eigenaar van het perceel gelegen te Alken, Grootstraat, 2e Afdeling Sie D nr 242c-ex. Hier kan echter geen omgevingsvergunning afgeleverd worden gezien voor dit perceel nog een wegoverschot ligt nl. perceel 2e Afdeling Sie D nr.243/2c (prekad nr 999 A P0000) met een oppervlakte van 5 ca dat eerst nog aangekocht dient te worden.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur Artikel 41 11°

Artikel 4.3.5. van de VCRO: er kan slecht een omgevingsvergunning afgeleverd worden indien het perceel ligt aan een voldoende uitgeruste weg.

Decreet Lokaal Bestuur Artikel 56 3°

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

De heer Jan Senden is eigenaar van het perceel gelegen te Alken, Grootstraat, 2e Afdeling Sie D nr 242c-ex. Hier kan echter geen omgevingsvergunning afgeleverd worden gezien voor dit perceel nog een wegoverschot ligt nl. perceel 2e Afdeling Sie D nr.243/2c (prekad nr 999 A P0000)met een oppervlakte van 5 ca dat eerst nog aangekocht dient te worden.

Opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Denise Ballet dd.04.09.2024.

Het college dient principieel akkoord te gaan met de verkoop van dit wegoverschot en dient een notariskantoor aan te stellen.

De koper vraagt om zijn notaris hiervoor aan te stellen, gezien deze ook de schenkingsakte voor het aangelande perceel opgesteld en verleden heeft.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de verkoop van het wegoverschot gelegen Grootstraat 2e Afdeling Sie D nr. 243/2c (prekad nr 999 A P0000)

met een oppervlakte van 5ca aan de aangelanden.

Artikel 2: Notariskantoor Bart Drieskens | Frank Goddeeris, Ringlaan 28 te Houthalen-Helchteren wordt aangesteld voor het opstellen en verlijden van de akte.

Artikel 3: Alle kosten m.b.t. het samenstellen van het dossier (schattingsverslag), en opstellen en verlijden van de akte zijn ten laste van de koper.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Melding van een IIOA M215

Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door de heer Tom Penxten wonende te Hameestraat 36 te 3570 Alken voor de overdracht van een vergunning (Brandepoel) op een perceel, gelegen Brandepoelstraat, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie H 75 E.

 

De melding werd ingediend door meneer Penxten Tom, Hameestraat 36 te 3570 Alken via het omgevingsloket op 14/10/2024.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

Voorwerp van de melding

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Brandepoelstraat zn te 3570 Alken, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie H nr. 75/E.

De melding omvat de overname van exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

De IIOA omvat de overname van de exploitatie van een grondwaterwinning.

De overdrager: Danny en Tom Penxten, Bisschopsweyerstraat 14, 3570 Alken.

De overnemer: Tom Penxten, Hameestraat 36, 3570 Alken.

Inrichtingsnummer: 20200708-0067.

 

Historiek:

Volgende vergunning is bekend:

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 18 november 2020 op naam van Danny en Tom Penxten voor de exploitatie van een grondwaterwinning voor een termijn tot 18 november 2040.

 

Rubrieken

Volgende inrichting of activiteit volgens de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II zijn opgenomen in de over te nemen vergunning:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.8.1.b)

Grondwaterwinning bestaande uit 1 geboorde put met een diepte van 50 meter en een maximum debiet van 144 m³/dag en 3.000 m³/jaar

2

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.

 

Het eigendom is gelegen in agrarische gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het origineel gewestplan Hasselt - Genk:

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens

bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf

noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor

zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische

bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht

worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een

woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand

van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De

overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Beoordeling

Dhr. Tom Penxten neemt de vergunning over van dhr. Danny en Tom Penxten. Beiden hebben dit bevestigd in deze melding als ondertekenaar.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een gunstig advies.

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/10/2024 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding van overname van een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) op naam van Danny en Tom Penxten (CBS 18/11/2020) door Tom Penxten, Hameestraat 36 te 3570 Alken, voor de in het meldingsdossier opgenomen rubriek volgens bijlage 1 van Vlarem II:

 

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.8.1.b)

Grondwaterwinning bestaande uit 1 geboorde put met een diepte van 50 meter en een maximum debiet van 144 m³/dag en 3.000 m³/jaar

2

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Brandepoelstraat zn te 3570 Alken, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie H nr. 75/E.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

hoofdstukken 4

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 5.53

Sectorale milieuvoorwaarden – winning van grondwater

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.

 

De gemeente kan u hierbij helpen.

 

Beroepsmogelijkheid

Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 15 bus 130

1210 Brussel

 

Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:

Marie-Elisabeth Belpairegebouw

Toren Noord (2de verdieping)

Simon Bolivarlaan 17

1000 Brussel

 

Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.

Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

- De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;

- De naam en het adres van de verweerder;

- Het voorwerp van het beroep of bezwaar;

- Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;

- Een inventaris van de overtuigingsstukken.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Melding van een IIOA M216

Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door de heer Tom Penxten wonende te Hameestraat 36 te 3570 Alken voor de overdracht van een vergunning (Hameestraat) op een perceel, gelegen Hameestraat 36 , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 982 C en (afd. 2) sectie F 982 D.

 

De melding werd ingediend door meneer Penxten Tom, Hameestraat 36 te 3570 Alken via het omgevingsloket op 14/10/2024.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

Voorwerp van de melding

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Hameestraat 36 te 3570 Alken, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie F nr. 982/C en 982/D.

De melding omvat de overname van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

De IIOA omvat de overname van de exploitatie van een fruitbedrijf.

De overdrager: Danny en Tom Penxten, Bisschopsweyerstraat 14, 3570 Alken.

De overnemer: Tom Penxten, Hameestraat 36, 3570 Alken.

Inrichtingsnummer: 20240605-0091.

 

Historiek:

Volgende vergunning is bekend:

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 27 september 2017 op naam van Danny en Tom Penxten voor de exploitatie van een fruitbedrijf voor onbepaalde duur.

 

Rubrieken

Volgende inrichting of activiteit volgens de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II zijn opgenomen in de over te nemen vergunning:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

16.3.1.1°

Koelinstallaties met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 12 kW

3

19.6.2°c)

Opslag van 300 m³ palloxen in een lokaal

2

53.8.1.b)

Grondwaterwinning bestaande uit 1 geboorde put met een diepte van 30 meter en een maximum debiet van 25 m³/dag en 3.500 m³/jaar

2

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.

 

Het eigendom is gelegen in Agrarische gebieden volgens het origineel gewestplan Hasselt - Genk:

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Beoordeling

Dhr. Tom Penxten neemt de vergunning over van dhr. Danny en Tom Penxten. Beiden hebben dit bevestigd in deze melding als ondertekenaar.

 

Vlarem II bijlage 1 is gewijzigd sindsdien, zodat de huidige indeling van ingedeelde activiteiten of inrichtingen de volgende wordt:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

16.3.2°a)

Koelinstallaties met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 12 kW

3

19.6.2°c)

Opslag van 300 m³ palloxen in een lokaal

2

53.8.1.b)

Grondwaterwinning bestaande uit 1 geboorde put met een diepte van 30 meter en een maximum debiet van 25 m³/dag en 3.500 m³/jaar

2

 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een gunstig advies.

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/10/2024 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding van overname van een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) op naam van Danny en Tom Penxten (CBS 27/09/2017) door Tom Penxten, Hameestraat 36 te 3570 Alken, voor de in het meldingsdossier opgenomen rubriek volgens bijlage 1 van Vlarem II:

 

Rubriek

Omschrijving

Klasse

16.3.2°a)

Koelinstallaties met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 12 kW

3

19.6.2°c)

Opslag van 300 m³ palloxen in een lokaal

2

53.8.1.b)

Grondwaterwinning bestaande uit 1 geboorde put met een diepte van 30 meter en een maximum debiet van 25 m³/dag en 3.500 m³/jaar

2

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Hameestraat 36 te 3570 Alken, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie F nr. 982/C en 982/D.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

hoofdstukken 4

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 5.16

Sectorale milieuvoorwaarden – behandelen van gassen

Hoofdstuk 5.19

Sectorale milieuvoorwaarden – opslagplaatsen voor hout

Hoofdstuk 5.53

Sectorale milieuvoorwaarden – winning van grondwater

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.

 

De gemeente kan u hierbij helpen.

 

Beroepsmogelijkheid

Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

 

Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 15 bus 130

1210 Brussel

 

Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:

Marie-Elisabeth Belpairegebouw

Toren Noord (2de verdieping)

Simon Bolivarlaan 17

1000 Brussel

 

Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.

Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

- De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;

- De naam en het adres van de verweerder;

- Het voorwerp van het beroep of bezwaar;

- Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;

- Een inventaris van de overtuigingsstukken.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Melding van een IIOA M217

Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door de heer Erik Jankelevitch wonende te Vorststraat 19 te 3500 Hasselt voor het plaatsen van een bronbemaling op een perceel, gelegen Pleinstraat 30, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 186 K.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

De melding werd ingediend door dhr. Erik Jankelevitch, Vorststraat 19, te 3500 Hasselt via het omgevingsloket op 15/10/2024.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

Voorwerp van de melding

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Pleinstraat 30, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G nr. 186/K.

 

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

 

De IIOA omvat: Een bronbemaling voor de aanleg van een zwembad.

 

Rubrieken

Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°a)

Bemaling voor het plaatsen van een zwembad: 2.503 m³/jaar gedurende max. 30 dagen. (nieuw) (tijdelijk)

3

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°a)

Bemaling voor het plaatsen van een zwembad: 2.503 m³/jaar gedurende max. 30 dagen. (nieuw) (tijdelijk)

3

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.

 

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 in woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens

bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf

noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor

zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische

bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht

worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een

woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand

van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De

overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd RUP.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

Omschrijving aanvraag

Er wordt een bemaling aangevraagd in het kader van een zwembad. De bemaling gebeurt via een bouwput van circa 12 m op 5 m en heeft een debiet van maximaal 134 m³/dag gedurende maximaal 30 dagen. Het grondwater wordt verlaagd tot 2,2 m-mv.

 

Beoordeling

Het cascadesysteem dat gehanteerd wordt voor het lozen van bemalingswater is eerst infiltratie ter plaatse, indien dit technisch niet mogelijk is, lozen in de gracht en enkel in uitzonderlijke gevallen, wanneer kan aangetoond worden dat voorgaande opties technisch niet haalbaar zijn, kan er geloosd worden in de openbare riolering.

 

In de omgeving is er geen open gracht aanwezig, waarop geloosd kan worden. Het onttrokken water zal worden geloosd op de riolering van de Pleinstraat, volgens de aanvraag.

 

Volgens het OVAM-geoloket is er geen dossier bekend.

 

Een bemalingsberekening is opgenomen in de aanvraag met volgende parameters:

       Bemalingskader: breedte: circa 12 m, lengte: circa 5 m met het oorspronkelijk peil op 1,2 m-mv

       Bemalingskenmerken: gewenste verlaging tot 2,2 m-mv, duur bemaling: 30 dagen, grondsoort: matig fijn zand

       Er wordt geen verontreiniging vermeld – enkel op een afstand van 150 meter tov het centrum van de bemaling.

        Er wordt geen PFAS risico verwacht volgens de PFAS-verkenner.

 

Op basis van deze parameters berekent het rekeninstrument van Dupuit en Sichardt volgende data:

       Initieel debiet (5 dagen): max. 134 m³/dag

       Gemiddeld debiet (na de initiële fase): max. 73 m³/dag

       Invloedstraal (rondom centrum bouwput): 116 m

       In totaal 2.503 m³ gedurende 30 dagen (rubriek 53.2.2°a))

        Er is geen zettingsberekening toegevoegd.

 

De bouwput bevindt zich centraal op het terrein, achter de eigen woning. De impact van zettingen zal dus in eerste instantie plaatsvinden op de eigen woning. Overwegende de beperkte grondwaterverlaging, in combinatie met de positie van de bouwput, wordt het risico op zettingen beperkt geacht.

 

Vanuit de Vlarem-wetgeving is een debietmeter op de pomp verplicht, waardoor het effectief opgepompte debiet achterhaald wordt. Het bijhouden van de begin- en eindstand van de bemalingshoeveelheid met een foto en logdocument is aangeraden om op te nemen als voorwaarde.

 

De effecten op de omgeving vermelden dat een tijdelijke opstelling van een bronbemaling minimale geluidshinder vormen gedurende de periode van max. 30 dagen.

 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:

        1° het merk en serienummer;

        2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

        Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.

       Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.

       Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.

       De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.

        De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.

        De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:

       De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.

       De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.

       De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.

       Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.

       De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 30 dagen.

       De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/10/2024 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door dhr. Erik Jankelevitch, Vorststraat 19, te 3500 Hasselt voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°a)

Bemaling voor het plaatsen van een kelder: 2.503 m³/jaar gedurende max. 30 dagen. (nieuw) (tijdelijk)

3

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Pleinstraat 30, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G nr. 186/K.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

Hoofdstukken 4

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 5.53

Sectorale milieuvoorwaarden - winning van grondwater

 

2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:

        1° het merk en serienummer;

        2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

        Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.

        Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.

        Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.

        De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.

        De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.

        De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:

        De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.

        De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.

        De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.

        Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.

        De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 30 dagen.

        De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.

 

De gemeente kan u hierbij helpen.

 

Beroepsmogelijkheid

Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 15 bus 130

1210 Brussel

 

Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:

Marie-Elisabeth Belpairegebouw

Toren Noord (2de verdieping)

Simon Bolivarlaan 17

1000 Brussel

 

Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.

Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

- De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;

- De naam en het adres van de verweerder;

- Het voorwerp van het beroep of bezwaar;

- Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;

- Een inventaris van de overtuigingsstukken.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Omgevingsvergunning 917

Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning naar twee halfopen ééngezinswoningen ingediend door Fausto Fierro namens CASA BUILD BV gevestigd te L.Hoelenstraat 6 te 3550 Heusden-Zolder en de heer Fausto Fierro wonende te L.Hoelenstraat 6 te 3550 Heusden-Zolder. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Koosterstraat 16, kadastraal bekend: Afdeling 1 Sie A nrs. 204/s en 204/r . Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Fausto Fierro namens CASA BUILD BV gevestigd te L.Hoelenstraat 6 te 3550 Heusden-Zolder en de heer Fausto Fierro wonende te L.Hoelenstraat 6 te 3550 Heusden-Zolder

 

Ligging van het perceel:

Koosterstraat 16

 

Kadastrale gegevens:

Afdeling 1 Sie A nrs. 204/s en 204/r

 

Projectnaam:

Koosterstraat 16 - Casa Build

 

Dossiernummer:

202461

 

Intern dossiernummer:

917

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024066738

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning naar twee halfopen ééngezinswoningen

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

        De afbraak van bestaande bijgebouwen

        Het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning naar 2 halfopen ééngezinswoningen

        Het plaatsen van een carport

        De realisatie van omgevingswerken

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, Koninklijk besluit van 3 april 1979 – parkgebied.

 

De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of niet vervallen verkaveling.

 

De aanvraag ligt wel binnen de contouren van het RUP Terkoest d.d. 23.05.2013 – zone voor open bebouwing.

 

Art. 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg vervangen, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.

 

Overwegende dat de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan primeren op deze van het gewestplan.

 

Verordeningen:

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project de afbraak van de bestaande bijgebouwen en verhardingen betreft en de verbouwing van de bestaande woning naar 2 halfopen ééngezinswoningen.  Het perceel is gelegen in een pluviaal overstromingsgevoelig gebied.  Er werd advies gevraagd aan de bevoegde instanties voor water, zijnde de dienst waterlopen provincie Limburg alsook Watering de Herk.  Zij verleende beide een voorwaardelijk gunstig advies aangaande huidige aanvraag. (zie de algemene en bijzondere voorwaarden opgenomen in hun advies onder deel 2 en 3)

 

De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt  voor woning 1 bedraagt 91,66m² en voor woning 2 bedraagt 103,63m² .  Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van telkens 7 500 liter per woning die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 4 500 liter en een infiltratieoppervlakte van 135,29m².  Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten en een buitenkraan.

 

Er werd op de plannen aangeduid dat er verhardingen zullen worden aangelegd voor de inrit en een tuinpad.  Voor deze verhardingen kan het hemelwater afwateren op het eigen perceel gezien dit in waterdoorlatende materialen wordt voorzien en bijgevolg ter plaatse kan infiltreren.  De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.  Voor de terrassen aan de achterzijde van de woningen kan het hemelwater langs deze verharding infiltreren in de omliggende tuinzone.

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.  De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

7 juni 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

15 juli 2024

Opening openbaar onderzoek

7 september 2024

Afsluiten openbaar onderzoek

6 oktober 2024

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Anne Hermans

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

17 oktober 2024

 

 

1.f. Historiek

De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.

 

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvrager wenst de bestaande woning te verbouwen naar 2 halfopen ééngezinswoningen.

 

Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg, zijnde de Koosterstraat, gelet op de plaatselijke toestand.  De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een variatie aan bebouwingen en dit in verschillende typologieën en bouwstijlen.  Zowel op het linker als rechter aanpalende perceel bevindt zich een halfopen ééngezinswoning.

 

Allereerst zullen de bestaande bijgebouwen op het perceel worden afgebroken om zo tot een te verbouwen hoofdvolume te komen.  Zo worden de bijgebouwen aan de achterzijde van de bestaande woning allemaal afgebroken.  Aansluitend aan het bestaande volume zal er aan de rechterzijde een nieuwbouw woning opgetrokken worden.  De bestaande bouwlijn wordt hierbij behouden, zijnde 8m38 van de voorliggende rooilijn.  De totale bouwdiepte op het gelijkvloers niveau komt op 11m93 en op de verdieping tot op 7m53.  Het hoofdgebouw voorziet een zadeldak (34°) met een kroonlijsthoogte van 5m35 gemeten vanaf het afgewerkt vloerpeil en een nokhoogte van 7m85.  De gelijkvloerse uitbouw is voorzien van een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3m20.

 

Aan de rechterzijde van de woning rechts zal er tot tegen de zijdelingse perceelsgrens in de zijtuinstrook een carport voorzien worden.  Dit betreft een open constructie met een oppervlakte van ongeveer 15m² dewelke met een plat dak zal afgewerkt worden met een hoogte van ongeveer 3m20 vanaf het maaiveld.

 

De woningen worden voorzien in gevels die gekaleid worden in een gebroken witte kleur in combinatie met een lichtgrijze gevelplint en de uitbreiding zal voorzien worden in recuperatiegevelsteen.  Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in een combinatie van een zwart aluminium en een natuurkleur hout.  De carport wordt eveneens in hout uitgevoerd.  De dakbedekking van het hoofddak bestaat uit rode dakpannen.  De afvoeren worden voorzien in zink.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is in strijd met de voorschriften van het RUP Terkoest voor wat betreft de bouwbreedte en de realisatie van de carport in de zijtuinstrook.  De aanvrager wenst dan ook af te wijken van de voorschriften voor de realisatie van dit ontwerp.

 

Conform artikel 4.4.1.§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordeningen kunnen in een stedenbouwkundige vergunning, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft:

 

1° de bestemming;

2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;

3° het aantal bouwlagen.

 

De voorschriften van het RUP Terkoest stellen dat:

‘3.2 ZONE VOOR OPEN BEBOUWING

3.2.2. Inplanting

De afstand van een niet gemeenschappelijke zijgevel tot de laterale grens van de kavel moet ten minste 3 m bedragen. De breedte van de voorgevel bedraagt minimum 7 m en maximum 2/3 van de kavelbreedte.’

 

Het ontwerp voorziet de uitbreiding van een bestaande woning naar 2 halfopen ééngezinswoningen waarbij de totale voorgevelbreedte van deze woningen komt op 18m90, dit is meer dan de toegestane 2/3 regel voorzien in artikel 3.2.2 van het RUP.  Echter het perceel is voldoende breed, zijnde 24m96 om in dergelijke bebouwing te voorzien waarbij er aan beide zijden nog 3m behouden blijft tussen het hoofdvolume en de zijdelingse perceelsgrens.  Beide woningen hebben elk een voorgevelbreedte van 9m60 wat niet overdreven is en aanvaardbaar in de omgeving.  Voorgestelde bouwbreedte is bijgevolg niet overdreven op het perceel en door de verspinging in de voorgevel komt dit ook niet storend en te volumieus over in het straatbeeld, gezien er op de aanpalende percelen tevens halfopen bebouwingen gesitueerd zijn.  Voorgestelde afwijking kan bijgevolg ter plaatse aanvaard worden.  Verder voorziet het ontwerp een schakelelement zijnde een carport binnen de bouwvrije zijtuinstrook aan de rechterzijde.  De aanpalende eigenaar werd ook aangetekend aangeschreven binnen het openbaar onderzoek en hier werd er geen bezwaar ingediend.  Het betreft een beperkte constructie bestaande uit een luifel afgewerkt met een plat dak over een breedte van 3m op een diepte van 5m, zijnde ongeveer 15m².  Voorgestelde afwijking kan ter plaatse aanvaard worden gezien ze beperkt is en geen hinder zal veroorzaken ten aanzien van de aanpalende percelen en de omgeving.  Er werden ook geen bezwaarschriften ingediend door de aanpalende percelen waardoor men in de veronderstelling kan zijn dat deze aanpalende eigenaars akkoord kunnen gaan met het voorgesteld ontwerp.  Deze afwijkingen betreffen een minimale toename van de normen voorzien in het RUP Terkoest waardoor deze afwijking rekening houdt met de basisvisie van het RUP en het ontwerp bijgevolg nog steeds conform is  aan de ruimtelijke aanleg ter plaatse.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

info@wateringdeherk.be

30 augustus 2024

6 september 2024

voorwaardelijk gunstig

provincie Limburg - afdeling Waterbeheer

30 augustus 2024

5 september 2024

voorwaardelijk gunstig

provincie Limburg - afdeling Waterbeheer

15 juli 2024

30 juli 2024

ongunstig

info@wateringdeherk.be

15 juli 2024

31 juli 2024

ongunstig

Fluvius

15 juli 2024

18 juli 2024

voorwaardelijk gunstig

De Watergroep

15 juli 2024

16 juli 2024

geen bezwaar

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd voor een eerste keer voor advies voorgelegd aan de adviesinstanties op 15.07.2024, echter omwille van een ongunstig advies van de dienst Water en domeinen en Watering de Herk werd er een bijkomende nota toegevoegd en de plannen verduidelijkt en opnieuw voor advies voorgelegd aan deze adviesinstanties.  Enkel de laatste adviezen, dewelke in rekening worden genomen voor de beoordeling van het project worden hierbij overgenomen.

 

       De aanvraag werd op 30.08.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan de Provincie Limburg ( afdeling Waterbeheer).  Op 05.09.2024 verleende de Provincie Limburg ( afdeling Waterbeheer) een voorwaardelijk gunstig advies via het omgevingsloket met ref. 2024N120848 - 2024 - 1246.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.

       De aanvraag werd op 30.08.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan Watering De Herk. Op 06.09.2024 verleende Waterring de Herk een voorwaardelijk gunstig advies via het omgevingsloket.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.

       De aanvraag werd op 15.07.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius- Kenniscentrum riolering.  Op 18.07.2024 heeft Fluvius via het omgevingsloket een voorwaardelijk gunstig advies verleend met ref. . 5000073932  Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

       De aanvraag werd op 15.07.2024 digitaal voorgelegd aan de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.  Op 16.07.2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen via een melding op het omgevingsloket.  Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 25 juli 2024 tot 23 augustus 2024.

 

Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren

 

Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een administratieve lus door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 7 september 2024 tot 6 oktober 2024.

 

Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Er werden naar aanleiding van het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften en/of opmerkingen ingediend.

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

       Functionele inpasbaarheid: de aanvraag betreft enerzijds de afbraak van verouderde bijgebouwen en anderzijds het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning naar 2 grondgebonden halfopen ééngezinswoningen.  De voorgestelde werken zijn functioneel aanvaardbaar, gelet op de geldende bestemmingsvoorschriften en de aanwezige bebouwingen in de onmiddellijke omgeving.  De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende RUP gezien de toegestane afwijkingen.  De voorgestelde werken zijn bijgevolg zone-eigen en gangbaar voor deze omgeving.

       Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de oprichting van 2 halfopen eengezinswoningen met enerzijds een inpandige parkeerplaats en anderzijds een carport geen invloed zal hebben op de mobiliteit.  Er worden standplaatsen voorzien op het eigen terrein voor het stallen van voertuigen.

       Schaal: Gelet op de geldende voorschriften geeft het geplande gabarit van de nieuwe halfopen woningen geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit.  De op te richten bebouwingen binnen de omgeving kenmerken zich door ééngezinswoningen, met een profiel van één tot twee bouwlagen eventueel onder een hellend dak.  Onderhavig ontwerp voorziet 2 bouwlagen afgewerkt met een hellend dak.  De maximale bouwhoogte blijft beperkt en sluit aan op de geldende voorschriften binnen deze omgeving.  Het ontwerp is wat omvang en gabarit betreft niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

       Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De voorgestelde invulling past wat de korrelgrootte betreft in de specifieke ruimtelijke context.  De inplanting is conform aan deze van de bestaande woning dewelke wordt uitgebreid alsook aan de aanpalende percelen en de goede ruimtelijke ordening wordt niet in het gedrang gebracht.  De bebouwing van het perceel blijft ook beperkt in verhouding tot het perceel.  Er blijft ook een voldoende ruime afstand behouden ten aanzien van de zijdelingse perceelsgrenzen.

       Visueel-vormelijke elementen: De woningen worden voorzien door middel van een gekaleide gevel in een gebroken witte kleur in combinatie met een lichtgrijze gevelplint en de uitbreiding zal voorzien worden in recuperatiegevelsteen.  Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in een combinatie van een zwart aluminium en een natuurkleur hout.  De carport wordt eveneens in hout uitgevoerd.  De dakbedekking van het hoofddak bestaat uit rode dakpannen.  De afvoeren worden voorzien in zink.  De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande en voorziene bebouwing en de aanwezige infrastructuur.  De werken hebben een geringe impact ten aanzien van de omgeving.

       Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument.  De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

       Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf wordt niet gewijzigd.

       Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op het ontwerp, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden, gezien er ruim voldoende afstand behouden blijft ten aanzien van de perceelsgrenzen.  De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijke gunstig advies

 

Gunstig advies, onder volgende opschortende voorwaarden:

        De gebouwen en verhardingen die op het plan staan als af te breken dienen te worden gesloopt zodat er een braakliggend terrein wordt bekomen alvorens de nieuwbouw kan uitgevoerd worden.

        Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van de provincie Limburg, dienst waterbeheer, d.d. 05.09.2024 met ref. 2024N120848 - 2024 - 1246  dient strikt nageleefd te worden.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van Watering de Herk d.d. 06.09.2024 dient strikt nageleefd te worden.

        De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 18.07.2024 met ref. 5000073932 dienen opgevolgd te worden.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.

        Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.  De aangeduide verhardingen op het perceel voor de inrit en het tuinpad dienen in waterdoorlatende materialen te worden uitgevoerd zowel in opbouw als in fundering.

        Het bestaande terreinprofiel dient behouden te blijven en aan te sluiten op de aanpalende percelen.

        Indien er asbesthoudend materiaal aanwezig is, dient de aannemer voor en tijdens de sloop de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen.  Het opgestelde risico- en werkplan (beheerplan) dient gevolgd te worden en gemeld te worden aan de gemeente via omgeving@alken.be en aan de lokale directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/10/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Fausto Fierro namens CASA BUILD BV gevestigd te L.Hoelenstraat 6 te 3550 Heusden-Zolder, het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning naar twee halfopen ééngezinswoningen, gelegen Koosterstraat 16, kadastraal bekend: Afdeling 1 Sie A nrs. 204/s en 204/rvoorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        De gebouwen en verhardingen die op het plan staan als af te breken dienen te worden gesloopt zodat er een braakliggend terrein wordt bekomen alvorens de nieuwbouw kan uitgevoerd worden.

        Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van de provincie Limburg, dienst waterbeheer, d.d. 05.09.2024 met ref. 2024N120848 - 2024 - 1246  dient strikt nageleefd te worden.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van Watering de Herk d.d. 06.09.2024 dient strikt nageleefd te worden.

        De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 18.07.2024 met ref. 5000073932 dienen opgevolgd te worden.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.

        Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.  De aangeduide verhardingen op het perceel voor de inrit en het tuinpad dienen in waterdoorlatende materialen te worden uitgevoerd zowel in opbouw als in fundering.

        Het bestaande terreinprofiel dient behouden te blijven en aan te sluiten op de aanpalende percelen.

        Indien er asbesthoudend materiaal aanwezig is, dient de aannemer voor en tijdens de sloop de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen.  Het opgestelde risico- en werkplan (beheerplan) dient gevolgd te worden en gemeld te worden aan de gemeente via omgeving@alken.be en aan de lokale directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Omgevingsvergunning 940

Aanvraag omgevingsvergunning over: het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw ingediend door Leen en Stefan Martens - Vervoort wonende te Klameerstraat 25 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Klameerstraat 25, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 686 E. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Leen en Stefan Martens - Vervoort wonende te Klameerstraat 25 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Klameerstraat 25

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie F nr. 686E

 

Projectnaam:

Klameerstraat 25 -Vervoort-Martens

 

Dossiernummer:

202493

 

Intern dossiernummer:

940

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024112878

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in woongebied met landelijk karakter en in agrarisch gebied volgens het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal- culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP.

De aanvraag is ook niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project de van een bijgebouw betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is..

 

De verordening is niet van toepassing als het hemelwater op eigen terrein in de onverharde zone infiltreert zonder dat hiervoor een afvoersysteem moet worden aangelegd, dakgoten en standpijpen uitgezonderd.
De onverharde zone moet een minimale oppervlakte hebben van een vierde van de afwaterende oppervlakte 

 

Het dakoppervlak watert af naar 2 infiltratiezones van 10.73m² samen goed voor ¼ van de dakoppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

21 augustus 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

1 oktober 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

 

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie F 686 E

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 04/05/2016 een stedenbouwkundige vergunning (6517) voor het bouwen van een eengezinswoning met praktijk werd verleend door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een bijgebouw van 85,8m². De aanvraag is gelegen langs een gemeentelijke weg, nl. Klameerstraat. Een straat die voldoende is uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. De omgeving wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk woningen in open bouwvorm.

 

Het nieuwe bijgebouw doet dienst als tuinhuis, hobbystal voor paarden en een overkapping. De weide achter het perceel wordt als paardenweide gebruikt.

Het gehele gebouw staat binnen het woongebied met landelijk karakter.

De afstand tot de perceelsgrens is 3m.

Het gebouw heeft 1 bouwlaag en een zadeldak.

Het gebouw wordt volledig opgetrokken in hout, het dak krijgt dezelfde kleur als de voorliggende woning.

Het regenwater wordt niet opgevangen en loopt over op het terrein. Er wordt ¼ van de oppervlakte van het gebouw voorzien als overloop op het terrein

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.

 

2.c. Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

///

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- Functionele inpasbaarheid: De aanvraag betreft het bouwen van een bijgebouw en is functioneel inpasbaar en niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

- Mobiliteitsaspect: De aanvraag voor het bouwen van een bijgebouw, zal in alle redelijkheid, geen invloed hebben op de mobiliteit.

- Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de aanvraag geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit gezien de aanvraag een voldoende samenhangend geheel vormt. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

- Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag voor het bouwen van een bijgebouw, is niet in strijd met het ruimtegebruik en zal geenszins de draagkracht van het terrein overschrijden. Er is nog voldoende kwalitatieve niet-verharde buitenruimte/tuin aanwezig.

- Visueel-vormelijke elementen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de aanvraag geen negatieve invloed zal hebben op de visueel-vormelijke elementen. De afwerking van het bijgebouw is in kwalitatieve materialen en passend in de omgeving.

- Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en deze bebouwing ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden. De aanvraag wijzigt het bodemreliëf niet.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat door de plaatsing van het bijgebouw, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden

 

        De inrit mag ter hoogte van de aansluiting met het openbaar domein maximum 4;5m bedragen het resterende deel van perceel dient niet overrijdbaar afgesloten te worden Er is slechts 1 inrit/aansluiting op het openbaar domein toegestaan.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

        De maximum oppervlakte aan bijgebouwen is bereikt met deze aanvraag

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/10/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Leen en Stefan Martens - Vervoort wonende te Klameerstraat 25 te 3570 Alken, het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw, gelegen Klameerstraat 25, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 686 E voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        De inrit mag ter hoogte van de aansluiting met het openbaar domein maximum 4;5m bedragen het resterende deel van perceel dient niet overrijdbaar afgesloten te worden Er is slechts 1 inrit/aansluiting op het openbaar domein toegestaan.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

        De maximum oppervlakte aan bijgebouwen is bereikt met deze aanvraag

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Omgevingsvergunning 944

Aanvraag omgevingsvergunning over: het beperkt vellen van bomen: zieke kersenboom ingediend door Miet Nelissen wonende te Moggeweidestraat 4 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Moggeweidestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 394 R. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvrager(s):

Mevrouw Miet Nelissen wonende te Moggeweidestraat 4 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Moggeweidestraat z/n

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie F nr. 394R

 

Projectnaam:

Moggeweidestraat - Nelissen Miet

 

Dossiernummer:

2024100

 

Intern dossiernummer:

944

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024121329

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

Datum aanvraag:

 

06/09/2024

 

1.b. Omschrijving aanvraag

Het betreft het verwijderen van een hoogstammige kersenboom.

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

De aanvraag ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  - woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

 

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

///

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het verwijderen van bomen niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.

Milieu:

Bij elke kapping dient er minstens een gelijkwaardige compensatie te worden voorzien. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

                    Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

                    Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

                    Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

06/09/2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

30/09/2024

Opening openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Afsluiten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Gemeenteraad voor wegenwerken

Niet van toepassing

Dossierbehandelaar

Charlotte Beerten

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum verslag GOA

26/09/2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie F, nr. 394R

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 16/08/1967 voor een nieuwe verkaveling: vergund.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Het vellen van een solitaire hoogstammige kersenboom op het perceel te Alken, 2de afdeling, Sectie F, nummer 394R. Het perceel waar de aanvraag betrekking op heeft is gelegen in woongebied en de boom staat op een perceel zonder gebouwenstructuur in de Moggeweidestraat tussen Doktoorstraat 31 en Moggeweidestraat 6. De Moggeweidestraat is een gemeentelijke weg in asfalt en is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. Er wordt geen voorstel tot compensatie gedaan.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is niet gelegen in een Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG), een Habitatrichtlijngebied of Vogelrichtlijngebied, een Ramsar-gebied, een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied) of de biologische waarderingskaart (versie 2).

Hier geldt de zorgplicht die voortvloeit uit het stand-still principe dat is verankerd in het Natuurdecreet. Bij elke aanvraag moet bekeken worden welke gevolgen de aanvraag heeft op de natuur. Dit is de natuurtoets. De aanvrager neemt geen maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen.

Verantwoording van de aanvraag:

De aanvrager beschrijft dat de kersenboom ziek is en het dode hout in de boom is duidelijk vast te stellen op de foto’s door het missen van blaren in het kruin op de zomer beelden.

 

2.c. Adviezen

Niet van toepassing.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

Niet van toepassing.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

2.g. Beoordeling

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

 het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

 het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

 

De aanvraag handelt over het vellen van 1 hoogstammige kersenboom.

 

        Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.

        Mobiliteitsaspect: De impact op de mobiliteit wordt ingeschat als minimaal. De aanvrager moet ervoor zorgen dat er geen vervuiling met grond of ander materiaal voorkomt door de werken en moet het nodige doen om dit teniet te doen, mocht dit toch voorvallen.

        Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en visueel vormelijke elementen: Een heraanplant met inheemse bomen is passend in deze omgeving.

        Visueel-vormelijke elementen: Het verwijderen van de hoogstammige boom heeft enkele visueel – vormelijke gevolgen. Er wordt opgelegd dat de aanvrager compensatie van dit groenelement moet voorzien door het aanplanten van minimaal 1 hoogstamboom.

        Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

        Bodemreliëf: Het bestaande maaiveld wordt maximaal behouden.

        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er wordt een beperkte hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.

 

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving

 

Conclusie:

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

De aanvraag ingediend door mevrouw Miet Nelissen voor het vellen één hoogstammige kersenboom op het perceel gelegen nabij de Moggeweidestraat, afdeling 2, sectie F, nr. 394R wordt voorwaardelijk vergund met volgende voorwaarden:

        Het kappen van de boom gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 1 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte plantensoorten, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de hoogstammige boom, binnen de perimeter van het perceel en met minimale plantmaat 12/14;

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur;

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;

        Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 1 hoogstamboom tot volle wasdom te brengen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit.

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 2/11/2024 HET VOLGENDE:

1. De aanvraag ingediend door mevrouw Miet Nelissen wonende te Moggeweidestraat 4, 3570 Alken, voor het vellen van 1 hoogstamboom, gelegen Moggeweidestraat z/n, 3570 Alken, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie F nr. 394R te vergunnen.

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

        Het kappen van de boom gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 1 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte plantensoorten, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de hoogstammige boom, binnen de perimeter van het perceel en met minimale plantmaat 12/14;

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur;

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;

        Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 1 hoogstamboom tot volle wasdom te brengen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/10/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Miet Nelissen wonende te Moggeweidestraat 4 te 3570 Alken, het beperkt vellen van bomen: zieke kersenboom, gelegen Moggeweidestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 394 R voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Het kappen van de boom gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 1 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte plantensoorten, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de hoogstammige boom, binnen de perimeter van het perceel en met minimale plantmaat 12/14;

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur;

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;

        Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 1 hoogstamboom tot volle wasdom te brengen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 23 10 2024

 

Alken Vallei DB-PPS: aanstelling notaris

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 09.10.2024 om de opdracht 'PPS Alken Vallei' te gunnen aan TM Valles Molendinum.

Voor het opstellen en het verlijden van de verkoopakte en opstalakte dient een notariskantoor aangesteld te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 09.10.2024 om de opdracht 'PPS Alken Vallei' te gunnen aan TM Valles Molendinum.

Voor het opstellen en het verlijden van de verkoopakte en opstalakte dient een notariskantoor aangesteld te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur artikel 56 3°

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 09.10.2024 om de opdracht 'PPS Alken Vallei' te gunnen aan TM Valles Molendinum.

Voor het opstellen en het verlijden van de verkoopakte en opstalakte dient een notariskantoor aangesteld te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële gevolgen

- TM Valles Molendinum draagt alle kosten met betrekking tot de verkoop van het rijkswachtgebouw, met inbegrip van (niet-limitatief):

*de (notaris)kosten, taksen, lasten en naheffingen aan het (verlijden van) de notariële verkoopakte rijkswachtgebouw

* de registratie- en overschrijvingskosten

- TM Valles Molendinum draagt alle kosten met betrekking tot de respectievelijke opstalrechten van de overige projectgronden, met inbegrip van (niet-limitatief):

*de (notaris)kosten, taksen, lasten en naheffingen aan het (verlijden van) de notariële opstalakten m.b.t. de overige projectgronden

* de registratie- en overschrijvingskosten

 

Besluit

Artikel 1: Notariskantoor NOTALIM-ACTACERTA, Stationstraat 123 te 3570 Alken wordt aangesteld voor het opstellen en verlijden van:

        een akte tot koop-/verkoop met betrekking tot de volle eigendom van het Rijkswachtgebouw (incl. bijhorend grondaandeel) gelegen te Stationsstraat 17, 17A en 17B, 3570 Alken en kadastraal gekend als Alken, Afdeling 2, Sectie F, 432P, 432R en 432S;

        en een akte tot het vestigen van enerzijds een opstalrecht m.b.t. de site Taeymans, gelegen te Laagdorp 25, 27 en 29, 3570 Alken en kadastraal gekend als Alken, Afdeling 2, Sectie F, nrs. 486P, 486R en 490B2 en anderzijds een opstalrecht m.b.t. het achterliggend gedeelte site Rijkswachtkazerne, gelegen te Het Dorp, 3570 Alken en kadastraal gekend als Alken, Afdeling 2, Sectie F, nr. 432M.

door de gemeente Alken aan de TM Valles Molendinum.

Artikel 2: TM Valles Molendinum draagt alle kosten met betrekking tot de verkoop van het rijkswachtgebouw, met inbegrip van (niet-limitatief):

*de (notaris)kosten, taksen, lasten en naheffingen aan het (verlijden van) de notariële verkoopakte rijkswachtgebouw

* de registratie- en overschrijvingskosten

Artikel 3:  TM Valles Molendinum draagt alle kosten met betrekking tot de respectievelijke opstalrechten van de overige projectgronden, met inbegrip van (niet-limitatief):

*de (notaris)kosten, taksen, lasten en naheffingen aan het (verlijden van) de notariële opstalakten m.b.t. de overige projectgronden

* de registratie- en overschrijvingskosten

 

 

Publicatiedatum: 30/10/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.