Gemeente Alken

Zitting van 26 mei 2021

van 15:30 tot 16:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 19/05/2021

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Lidmaatschap Mayors for Peace

 

Besluit

Artikel 1: Het college beslist om niet in te gaan op de vraag om lidgeld van Mayors for Peace.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Verbouwing en uitbreiding gebouwen technische dienst - Goedkeuring vorderingsstaat 7.

 

Besluit

Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 7 van Algemene  Bouwonderneming Vandebos nv, Bisschopsweyerstraat 17 te 3570 Alken voor de opdracht “Verbouwing en uitbreiding gebouwen technische dienst” voor een bedrag van € 398,53 excl. btw of € 482,22 incl. 21% btw (€ 83,69 Btw medecontractant), waardoor de werken een bedrag bereiken van € 429.407,06 excl. btw of € 519.582,53 incl. 21% btw en aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering  (Vorderingsstaat 7) van 14 mei 2021.

Artikel 2 : De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000047/MJP000345.

Artikel 3 : De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Verbouwing en uitbreiding gebouwen technische dienst - Goedkeuring vorderingsstaat 7bis.

 

Besluit

Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 7 - bis van Algemene  Bouwonderneming Vandebos nv, Bisschopsweyerstraat 17 te 3570 Alken voor de opdracht “Verbouwing en uitbreiding gebouwen technische dienst” voor een bedrag van € 2.755,62 excl. btw of € 3.334,30 incl. 21% btw (€ 578,68 Btw medecontractant), waardoor de bisstaten een bedrag bereiken van € 23.689,05 excl. btw of € 29.502,21 incl. 21% btw en aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering  (Vorderingsstaat 7 - bis) van 14 mei 2021.

Artikel 2 : De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000047/MJP000345.

Artikel 3 : De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Werken Sassenbroekstraat  werfverslag nr. 9 d.d. 20.05.2021.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Werken Sassenbroekstraat werfinspectieverslag 2 d.d. 12.05.2021

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Betaalbaarstelling facturen

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met de facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Belastingkohier reclamedrukwerk Rol 2020-41/2, 42/2, 43/2, 45/2, 46/2, 47/2, 48/2, 50/2, 51/2 en 52/2

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/41/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand januari 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 244,13.

 

Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/42/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand februari 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 368,88.

 

Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/43/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand maart 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 410,05.

 

Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/45/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand mei 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 398,04.

 

Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/46/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand juni 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 449,95.

 

Artikel 6: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/47/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand juli 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 96,14.

 

Artikel 7: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/48/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand augustus 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 395,61.

 

Artikel 8: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/50/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand oktober 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 283,62.

 

Artikel 9: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/51/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand november 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 148,07.

 

Artikel 10: Het college van burgemeester en schepenen stelt belastingkohier nr. 2020/52/2 op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand december 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van € 200,14.

 

Artikel 11: De verzendingsdatum wordt bepaald op 27/05/2021 en de betalingsdatum op 27/07/2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Standpunt bestuur ivm 20 % loonverlies door quarantaine na besmetting door uitoefening van het werk.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Aanvraag toelating organisatie Superpapa op vaderdag 13 juni 2021

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan Viva-SVV en SOSbabysit om in de week van 7 juni 2021 een actie te organiseren rond vaderdag. Om een aantal “Superpapa’s” te verrassen willen ze over gans Vlaanderen in een aantal gemeenten per provincie max. 10 “zwerftassen” plaatsen op plekjes waar papa’s al eens voorbijkomen: school, speeltuin, … en dit een paar dagen vóór vaderdag van 13 juni 2021. Zij gaan hier nog een promo-actie rond voeren via de mutualiteit, hun nieuwsbrieven en Facebook zodat dit zo breed mogelijk bekend geraakt. Ook de pers wordt hierover geïnformeerd. Uiteraard volgen zij ook op of de pakketjes opgehaald zijn, maandag 14 juni. Mocht het niet zo zijn, dan nemen ze ze terug mee, zodat het geen “zwerfvuil” wordt in de gemeente.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Aanvraag toelating organisatie Kermis Terkoest 12, 13 en 14 juni 2021 en uitdelen kermisbonnen

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor de organisatie van de kermis in Terkoest tijdens het weekend van 12, 13 en 14 juni 2021, zonder nevenactiviteiten en volgens de opgelegde coronamaatregelen die dan van toepassing (zullen) zijn. Er zullen voorafgaand afspraken gemaakt worden met de kermisstandhouders om alles te laten verlopen zoals het moet. De kermissen dienen het protocol van de markten te volgen.

Het college van burgemeester en schepenen geeft tevens toelating om tijdens de kermis in Terkoest kermisbonnen te mogen uitdelen aan de kinderen die in Alken naar school gaan. De waarde van een kermisbon wordt vastgelegd op € 1. Ieder kind krijgt 1 kermisbon. Op de website zal een tekst geplaatst worden waar in staat dat elke jongere tot 12 jaar die school loopt buiten Alken zijn bon op de dienst vrije tijd, mits afspraak, mag afhalen, waar de ouders een verklaring voor moeten tekenen. Ter controle zal hiervan een lijst bijgehouden worden. Het reglement laat toe dat de kermisbonnen als toelage uitbetaald worden. De uitbetaling kan van MJP001329.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Pasdag Jeval Alken: sporthal De Alk

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft de toestemming aan Jeval Alken om op zaterdag 5 juni een pasdag te organiseren in sporthal De Alk. Deze dient volledig coronaproof te verlopen zoals vooropgesteld door Jeval Alken.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Plaatsing TV-scherm voor EK aan Café De Sportwereld van 11 juni t.e.m. 11 juli 2021.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring aan Café De Sportwereld om, n.a.v. het opkomende Europese voetbal tornooi, een TV-scherm te plaatsen op het plein voor Café De Sportwereld zodat iedereen vanuit zijn bubbel en vanop het terras zo op een corona-veilige manier naar de voetbalmatchen kan kijken.

Het Europees kampioenschap vind plaats van 11 juni tem 11 juli 2021. Het scherm wordt een paar dagen op voorhand geplaatst en wordt ook zo gauw als mogelijk terug afgebroken. De gemeente is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan het materiaal.

Café De Sportwereld zal rekening houden met de fiets-en voetgangersverbindingen die er zijn naar de Koutermanstraat zodat deze geen hinder ondervinden van het scherm.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Aanvraag organisatie en drankvergunning Pop up zomerbar Suc6 Events van 10 juni tot 19 september 2021.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan Jan Smets, Suc6 events, voor de organisatie van een pop up zomerbar in de gebouwen en op de terrassen van de leegstaande Kolmen-boerderij van de familie Houbrechts van donderdag 10 juni 2021 t.e.m. zondag 19 september 2021 telkens op donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag. Op donderdag vrijdag en zaterdag is de zomerbar geopend van 16u tot 01u (of de op dat moment geldende maatregelen) en op zondag van 12u tot 22u. De zomerbar dient de op de moment geldende coronamaatregelen en meer bepaald het horecaprotocol te volgen.

Artikel 2: Het maximale toegelaten geluidsvolume is 80db(A)Laeq,15min.

Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning aan Jan Smets, Suc6 events, voor het verkopen, verstrekken en schenken van gegiste dranken
Artikel 4: De in artikel 2 verleende vergunning wordt verleend onder voorbehoud van het voldoen aan de bepalingen van het provinciaal horecareglement inzake brandveiligheid zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 januari 2017, de bepalingen van het brandpreventieonderzoek van 28 april 2021 betreffende brandbeveiligingsmaatregelen en mits naleving van alle ter zake geldende wettelijke bepalingen betreffende het verstekken van gegiste en alcoholhoudende sterke dranken en onder voorwaarde van het naleven van de vereisten inzake hygiëne en het treffen van de nodige maatregelen voor het verzekeren van de brandveiligheid, de openbare orde en de veiligheid in het algemeen.

Artikel 5: Een gunstig brandweeradvies dient nog vóór opening bezorgd te worden aan de gemeentelijke diensten.

Artikel 6: Afschrift van deze vergunning wordt overgemaakt aan de aanvrager en de lokale politie.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Princiepsaanvraag subsidie tijdsregistratietoren A.C.A.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de uitkering van een subsidie aan atletiekclub Alken voor het plaatsen van een tijdsregistratietoren aan de atletiekpiste, onder voorbehoud van het bekomen van een omgevingsvergunning.

Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord om maximaal 75% van de geraamde kosten, inclusief btw, toe te kennen.  Dit komt neer op een bedrag van maximum € 13.304,59.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Uitbetaling subsidie Chiro Joento 2020 - onderhoud lokalen branddetectie.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating om het subsidiebedrag van € 495, aangevraagd in 2020 door vzw De Wilg, Chiro Joento, conform het subsidiereglement voor het onderhoud van jeugdlokalen met een recht van opstal te mogen uitbetalen op basis van de beslissing in 2020 op voorwaarde echter dat zij dit jaar geen nieuwe aanvraag indienen daar er volgens het reglement slechts één aanvraag/uitbetaling per jaar kan gebeuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Trainingsdag Manège Allius

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan manege Allius Alken om op zondag 6 juni een trainingsdag te organiseren conform de huidige coronarichtlijnen.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Verhuis skatetoestellen zomermaanden 2021

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent de toelating om, net zoals de vorige jaren, de skatetoestellen die momenteel in Alken-centrum staan tijdens de zomervakantie van 2021 tijdelijk te verplaatsen volgens onderstaande planning.

 

          Juli 2021: de skatetoestellen verhuizen van 5 juli 2021 tot 1 augustus 2021 naar Terkoest (Pastoriestraat - Claes d'Erckenteelplein)

 

          Augustus 2021: de skatetoestellen verhuizen van 2 augustus 2021 tot 29 augustus 2021 naar een gedeelte van de parking van gc. St-Jorisheem.

 

Vanaf 30 augustus 2021 gaan de skatetoestellen terug naar het centrum.

Een tijdelijke verkeersregeling zal uitgewerkt worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Beroep inzake omgevingsvergunning OMV 396 - Geramax Invest

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen heeft met betrekking tot dit dossier reeds een advies verleend in 1e aanleg waarbij er een omgevingsvergunning werd geweigerd op 17 februari 2021 voor het slopen van de bestaande gebouwen en het bouwen van een nieuw gebouw met vier appartementen en kantoorruimte. Het college wenst haar advies en beslissing van 17 februari 2021 te behouden.

Artikel 2: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de Provincie Limburg via het omgevingsloket.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Beroep inzake omgevingsvergunning OMV 398 - Porta-Houbaer

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen heeft met betrekking tot dit dossier reeds een advies verleend in 1e aanleg waarbij er een omgevingsvergunning  werd geweigerd op 24 februari 2021 voor de regularisatie van een zonnepanelenveld en het bouwen van 2 vrijstaande bijgebouwen. Het college wenst haar advies en beslissing van 24 februari 2021 te behouden.

Artikel 2: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de Provincie Limburg via het omgevingsloket.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Beroep inzake omgevingsvergunning OMV 440 - Mrak B.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen heeft met betrekking tot dit dossier reeds een advies verleend in 1e aanleg waarbij er een omgevingsvergunning  werd afgeleverd op 17 maart 2021 voor de afbraak van de bestaande woning en bijgebouwen en de realisatie van een nieuwe ééngezinswoning met zwemvijver. Het college wenst haar advies en beslissing van 17 maart 2021 te behouden.

Artikel 2: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de Provincie Limburg via het omgevingsloket.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Melding van een IIOA M104 - de heer Dries Schevenels wonende te Daaleindestraat 55 te 3720 Kortessem. Het betreft een aanvraag over: grondbemaling.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Grootstraat 255A, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie D 203 D2.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 26/05/2021 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door de heer Dries Schevenels wonende te Daaleindestraat 55 te 3720 Kortessem voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

De bemaling bedraagt maximaal 30.000 m3 per jaar (Nieuw)

30000 m³/jaar

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM

2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden

          Het grondwater dat onttrokken wordt bij de bronbemaling zal geloosd worden in de openbare riolering.  Voorafgaandelijk dient nagegaan te worden of het lozingspunt het debiet aankan. De exploitant of beheerder dient geïnformeerd te worden. Bij lozingen op riolering van debiet hoger dan 10 m³/u dient een overeenkomst gesloten te worden.

          Het grondwaterpeil wordt maximaal tot 3,0 m onder het maaiveld verlaagd.

          In geval van een droogteperiode moet de bemaling sondegestuurd zijn. Dit betekent dat de pompen worden afgezet als het peil laag genoeg staat en pas weer worden aangezet wanneer het water te hoog komt te staan. Op deze manier wordt niet constant gepompt en zal uiteindelijk minder water verloren gaan.

          Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.

          De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.

          De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.

          Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst Omgeving.

          De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:

          De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.

          De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.

          De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.

          Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.

          De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 120 dagen. De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

-          200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

-          100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. 

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

-          het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

-          het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

-          het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

-          Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Omgevingsvergunning 456 - Conny Lammens wonende te Pleinstraat 151 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: het plaatsen van een tuinhuis en de aanleg van verhardingen. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Pleinstraat 151, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 655 G.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 26/05/2021 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Conny Lammens wonende te Pleinstraat 151 te 3570 Alken, plaatsen van een tuinhuis en de aanleg van verhardingen, gelegen Pleinstraat 151, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 655 G te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

          De aanvrager dient voldoende maatregelen te nemen voor het garanderen van de opvang van het hemelwater op het eigen perceel zonder wateroverlast te brengen aan de aanpalende percelen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Omgevingsvergunning 465 - de heer Steven Martens wonende te Steenweg 415 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: verbouwing van een bestaande woning. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg 415, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie H 142 D en (afd. 1) sectie H 142 E.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 26/05/2021 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door de heer Steven Martens wonende te Steenweg 415 te 3570 Alken, verbouwing van een bestaande woning, gelegen Steenweg 415, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie H 142 D en (afd. 1) sectie H 142 E te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

          Er dient steeds een afstand van min. 1m bewaard te blijven tussen de keermuur/reliëfwijziging en de linker perceelsgrens, waardoor de waterhuishouding van dit aanpalende perceel niet nadelig wordt beïnvloed en er dient in deze strook een groene haag te worden aangeplant.  De aanvrager zal zelf de nodige stappen dienen te ondernemen voor de vastlegging van de afpaling en grensbepaling van zijn eigendom door middel van een proces-verbaal van afpaling ondertekend voor akkoord door beide partijen.

          Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein waarbij er een drainage dient voorzien te worden ter hoogte van de perceelsgrens links.

          De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van (Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 20.04.2021 met ref. 0000287599 dienen strikt opgevolgd te worden.

          het advies van het departement Landbouw d.d. 29.04.201 ref. 2021_002187_v1 dient strikt nageleefd te worden, zijnde de waterhuishouding van het linker aanpalende perceel mag niet nadelig worden beïnvloed.  Gelet op de meer dan aanzienlijke voortuin moet het perceelsgedeelte achter de woning dan ook vrij blijven van verdere bebouwing en verharding.

          het voorwaardelijk gunstig advies  van het Agentschap Wegen en Verkeer, met ref. AV/719/2021/00196 d.d. 26.04.2021 dient strikt nageleefd te worden.

          Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

          De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

          De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Omgevingsvergunning 476 - de heer Bavo Joosten wonende te Motstraat 50/3 te 3570 Alken en mevrouw Riet Notermans wonende te Daalstraat 38 te 3840 Borgloon. Het betreft een aanvraag over: het bouwen van een halfopen ééngezinswoning met carport en het vellen van een hoogstammige boom. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Laagsimsestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 99 R en (afd. 2) sectie G 99 T.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 26/05/2021 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag werd ingediend door de heer Bavo Joosten wonende te Motstraat 50/3 te 3570 Alken en mevrouw Riet Notermans wonende te Daalstraat 38 te 3840 Borgloon, het bouwen van een halfopen ééngezinswoning met carport en het vellen van een hoogstammige boom, gelegen Laagsimsestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 99 R en (afd. 2) sectie G 99 T te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

          De tweede oprit/parkeerplaats, links voor de woning, bestaande uit waterdoorlaatbare kiezelverharding met een oppervlakte van 31.07 m², wordt uitgesloten uit deze vergunning en mag bijgevolg niet gerealiseerd worden.

          Het volledige advies van Elia Asset met ref. GS/N/1041068-1 /BA/JHA  d.d. 27.04.2021. dient strikt nageleefd te worden.

          De volledige advies van Fluvius Operator System met ref. 0000287575_SBVA21 dd. 16.04.2021 dienen strikt nageleefd te worden.

          Het volledige advies van Provincie Limburg - Afdeling Water & Domeinen met ref. 2021N081386 - 2021 – 579 d.d. 03.05.2021 dient strikt nageleefd te worden.

          Het volledige advies van Watering de Herk d.d.11.05.2021 dient strikt nageleefd te worden.

          Voor het kappen van de bomen moet de aanvrager een compensatie voorzien. Bij dergelijke aanvragen moet steeds rekening gehouden worden met de zorgplicht opgelegd door artikel 14 en de bepalingen van artikel 16 inzake het tegengaan van vermijdbare schade en het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die vermoedelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bv. door het herstellen of vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen, enz.

          Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

          Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

          De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

          De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Omgevingsvergunning 485 - Kimberly Vanvinckenroye wonende te Steenweg 230 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: het plaatsen van een reclametotem. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg 230, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 255 T.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 26/05/2021 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Kimberly Vanvinckenroye wonende te Steenweg 230 te 3570 Alken, het plaatsen van een reclametotem, gelegen Steenweg 230, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 255 T te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

          Het advies d.d. 04.05.2021 van Agentschap Wegen en Verkeer met ref. AV/719/2021/00219-20210504 dient strikt gevolgd te worden.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Verkoopbaarheidsattest OMG V664 - notaris Philippe Odeurs - Steenweg zn.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat er aan de opgelegde voorwaarde werd voldaan, betreffende de verkavelingsvergunning met gemeentelijk kenmerk V664 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 7 april 2021 aan de heer Appeltans Rik voor het verkavelen van een perceel in 2 loten open bebouwing op een perceel met als adres Steenweg zn. en kadastraal gekend als afdeling 1 sie B nrs. 747/S en 747/W;

 

Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen levert aan notaris Philip Odeurs, Houtmarkt 3 3800 Sint-Truiden een attest van verkoopbaarheid conform artikel 4.2.16 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening af.

 

Artikel 3: De volgende voorwaarden bij de verkavelingsvergunning blijven van toepassing:

          Het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius d.d. 19.03.2021 met ref. D287234 dient strikt nageleefd te worden.

          Het voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 03.02.2021 met ref. AV/719/2021/00032.

          De stedenbouwkundige voorschriften worden aangepast inzake de terrassen op de verdieping, dewelke worden uitgesloten. En de voorschriften inzake de vrijstaande bijgebouwen worden aangepast naar de regelgeving inzake het vrijstellingenbesluit voor vrijstaande bijgebouwen.

          De verkavelaar dient zelf en op eigen kosten de nodige stappen te ondernemen om de aansluitbaarheid van het lot op de nutsvoorzieningen te waarborgen, dit cfr. de geldende bepalingen van de verschillende nutsmaatschappijen.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

P18 Nagels - Beslissing deputatie

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Subsidie aanplant haag en hoogstamboomgaard - Roegies Sylvie

 

Besluit

Artikel 1:

Aan Roegies Sylvie, Grootstraat 114 bus 3 te 3570 Alken, wordt een toelage van €450 toegekend voor het aanplanten van een haag en hoogstamfruitbomen, conform het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2020 inzake een gemeentelijke premieregeling voor de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen.

 

Artikel 2:

De subsidie wordt betaald van registratiesleutel MJP001221 van het budget 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 05 2021

 

Subsidie aanplant haag en hoogstamfruitbomen - Coenegrachts Els

 

Besluit

Artikel 1:

Aan Els Coenegrachts, Grootstraat 112 bus 4 te 3570 Alken, wordt een toelage van € 335 toegekend voor de aanplant van 55m haag en 8 hoogstamfruitbomen op de percelen gelegen op hetzelfde adres, Sie E delen van nrs. 669/m, 699/l, 701/h, 707/l, 707/m, conform het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2020 inzake een gemeentelijke premieregeling voor de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen.

 

Artikel 2:

De subsidie wordt betaald van registratiesleutel MJP001221 van het budget 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.