Gemeente Alken

Zitting van 18 september 2019

van 15:30 tot 16:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 11.09.2019

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Mededeling agenda gemeenteraad d.d. 26.09.2019

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen neemt er kennis van dat de voorzitter van de gemeenteraad, de heer Patrick Martens, de gemeenteraad samenroept op donderdag 26 september 2019 om 20u00.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Bijkomende leverancier aan te schrijven vernieuwen regeling en sturing HVAC-installaties

 

Besluit

Artikel 1: De volgende firma's:

- Van Laeken E.W.K. BVBA, Nijverheidslaan 5130, 3800 Sint-Truiden

- LKB Zonhoven, Kapelhof 11, 3520 Zonhoven

- RGB bvba, Herzieningslaan 70, 1070 Brussel

- IVV technieken, Henry Fordlaan 53, 3600 Genk

worden toegevoegd aan de lijst van de aan te schrijven firma's en zullen het bestek ontvangen.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Bestelbonnen, mandaten en invorderingsstaten

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist :

- de bestelbonnen van het dienstjaar 2019 goed te keuren. Het betreft hier de bestelbonnen van nummer 1073 tot en met nummer 1137.

- de betalingsbevelen van het dienstjaar 2019 betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan. Het betreft hier de mandaten van nummer 229 tot en met nummer 231.

- de invorderingen van het dienstjaar 2019 invorderbaar te stellen. Het betreft hier de invorderingsstaten van nummer 99 tot en met nummer 100.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Openverklaring VT deskundige ICT niveau B (B4-B5) in te vullen via bevordering.

 

Besluit

Artikel 1: Er wordt overgegaan tot de openverklaring van de voltijdse functie van contractuele deskundige ICT, niveau B (B4-B5).

Deze functie kan ingevuld worden via bevordering.

 

Artikel 2: de kandidaten voor deze functie dienen aan de hierna bepaalde toelatingsvoorwaarden te voldoen:

1° de burgerlijke en politieke rechten genieten

2° medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie

3° gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor gesolliciteerd wordt

4° bijzondere voorwaarden voor bevorderingskandidaten:

- vast benoemd zijn of contractueel aangesteld zijn na het doorlopen van een volledige aanwervingsprocedure

- 5 jaar dienstanciënniteit in niveau B (B1-B3) of 5 jaar dienstanciënniteit in niveau C (C4-C5)

- gunstig resultaat bij laatste helikoptergesprek

5° slagen voor de vergelijkende bevorderingsproeven

 

Artikel 3: Examenprogramma:

1. Mondelinge proef :

In deze uitgebreide mondelinge proef kunnen volgende items aan bod komen:

- organisatievermogen

- probleemoplossend vermogen

- motivatie

- algemene kennis

2. Schriftelijke proef :

in deze proef kunnen volgende items aan bod komen :

- rapportering over een onderwerp dat verband houdt met de functie

- case-studie in functie van de dienst : de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere probleemsituaties die zich tijdens de uitoefening van de functie kunnen voordoen; de totale context van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat tracht een oplossing uit te werken

- postbakoefening

- kennis van de werking van het gemeentebestuur en van de wetgeving in functie van de dienst

 

De jury legt autonoom de inhoud van elke proef en de puntenverdeling vast.

Om geslaagd te zijn voor het examen, moet de kandidaat 60 % van de punten behalen op de mondelinge proef en 60 % op de schriftelijke proef.

 

Artikel 4: De uiterste inschrijvingsdatum voor de kandidaturen wordt vastgelegd op 10/10/2019.

 

Artikel 5: Alle personeelsleden van gemeente en OCMW die in aanmerking komen voor de bevordering worden persoonlijk via mail op de hoogte gebracht van deze vacature.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Kübb Törnöi 20 oktober 2019

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Ouderraad 't Laantje voor de organisatie van een Kubb Tornooi op zondag 20 oktober 2019 vanaf 12u in TC De Alk. Het uiterlijke sluitingsuur wordt vastgelegd op 20u. De organisator is steeds de eindverantwoordelijke en dient de nodige maatregelen te nemen zodat de wettelijke bepalingen inzake geluidsoverlast, rookverbod en de verkoop van drank aan jongeren nageleefd worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Scholencross 2019

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de organisatie van de scholencross op dinsdag 1 oktober 2019 op de atletiekpiste in het recreatiedomein De Alk. (Reservedatum: dinsdag 8 oktober 2019)

Registratiesleutels voor de kosten voor de organisatie van deze scholencross:

1419/001.010.003.014/0740/60001000

1419/001.010.003.014/0740/60101000

1419/001.010.003.014/0740/61310060

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Uitbetaling kermisbonnenactie 2019

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist dat er € 383 mag uitbetaald worden aan Dhr. Jochen Spruyt. Tijdens de kermissen in Alken die plaatsvonden in april, mei, juni en augustus 2019 werden er in totaal 383 kermisbonnen gebruikt door de kinderen. Dhr. Jochen Spruyt heeft de bonnen opgehaald en iedere foorkramer reeds zijn/haar deel uitbetaald. Dit bedrag mag op Dhr. Spruyt zijn rekening gestort worden. Rekeningnummer: BE61 3350 6615 1117 (Volmachthouder Jochen Spruyt - rijksregisternummer: 73111610555 - adres: Kasteelstraat 49, 3840 Hoepertingen) en kan betaald worden van actie 1419/001.004.001.001 sleutel 0719/64999999.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Verkeersregeling wielerwedstrijden Pleinstraat op zaterdag 12 en zondag 13 oktober 2019

 

Besluit

Artikel 1: Op zaterdag 12 oktober 2019 van 14.30u tot 17.30u en op zondag 13 oktober 2019 van 13u tot 18u is alle verkeer in de Pleinstraat, de Bisschopweyerstraat, de Simsebeekweg, de Hendrikstraat en de Laagsimsestraat slechts toegelaten in de richting van de wielerwedstrijd.

Artikel 2: Uitzondering op artikel 1 is enkel van toepassing voor de bussen van de Lijn;

Artikel 3: In de straten vernoemd in artikel 1 geldt een algemeen parkeerverbod op zaterdag 12 oktober 2019 van 13u tot 17u30 en op zondag 13 oktober 2019 van 12u tot 18u.

Artikel 4: Voor het verkeer richting Hoepertingen wordt een omleiding voorzien via de Weyerstraat, de Stoukstraat en de Kruisstraat op zaterdag 12 oktober 2019 van 14u30 tot 17u30 en op zondag 13 oktober 2019 van 13u tot 18u. Er geldt dan éénrichtingsverkeer, in de Weyerstraat, dit in de richting van de Stoukstraat.

Artikel 5: Voor het verkeer op de Stationsstraat richting Sint-Joris wordt een omleiding voorzien via de Broosveldstraat en de Lokerstraat op zaterdag 12 oktober 2019 van 14u30 tot 17u30 en op zondag 13 oktober 2019 van 13u tot 18u.

Artikel 6: Voor het verkeer op de Stationsstraat richting Wellen wordt een omleiding voorzien via de Motstraat en de Snoekstraat op zaterdag 12 oktober 2019 van 14u30 tot 17u30 en op zondag 13 oktober 2019 van 13u tot 18u.

Artikel 7: De organisatie staat in voor de aanwezigheid van seingevers die de veiligheid verzekeren bij de kruispunten langsheen het traject van de wielerwedstrijden (zie schets).

Artikel 8: De inrichters zorgen deels zelf voor de beschikbaarheid van de nodige signalisatie.

Artikel 9: De nodige signalisatie zal door Wielerclub Alken wettelijk worden aangebracht, zoals weergegeven op de schets in bijlage, en na afloop van de wedstrijden onmiddellijk weer verwijderd worden.

Artikel 10: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk 24uren voor het ingaan van de verkeersregeling worden geplaatst.

Artikel 11: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de organisator, het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweercommandant, de ambulancedienst Ambi-Care, De Lijn en de technische dienst van de gemeente.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Melding stedenbouwkundige handelingen M36 - mevrouw Nele Moens met als contactadres Verbindingsstraat 12 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 422 D2.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/09/2019 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding ingediend door mevrouw Nele Moens met als contactadres Verbindingsstraat 12 te 3570 Alken voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

-200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

-100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. 

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

-het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

-het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

-het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

-Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Omgevingsvergunning 190 - Mieke Vanlangenaeker wonende te Daaleindestraat 2 te 3720 Kortessem. Het betreft een aanvraag over: reliëfwijzigingen - aanleg van een poel. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Bulsstraat 15, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 129.

 

Besluit

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Mieke Vanlangenaeker wonende te Daaleindestraat 2 te 3720 Kortessem

 

Ligging van het perceel:

Bulsstraat 15

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie E nr. 129

 

Projectnaam:

reliëfwijzigingen - aanleg van een poel

 

Dossiernummer:

201979

 

Intern dossiernummer:

190

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2019078200

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject 2019

1.b. Omschrijving aanvraag

reliëfwijzigingen - aanleg van een poel

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd: reliëfwijziging - aanleg van een poel

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van van 3 april 1979  - agrarisch gebied .

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan of niet-vervallen verkaveling.

Verordeningen :

-          Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

-          Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

-          Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

-          Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Het decreet integraal waterbeleid :

Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid, dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

 

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het uitvoeren van reliëfwijzigingen waarbij een poel wordt aangelegd, waarbij de veranderingen een gunstig effect hebben op het milieu en het perceel niet gelegen is in overstroomd gebied of overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

Milieu:

Er werd aangaande de huidige aanvraag een advies gevraagd aan Agentschap Natuur en Bos op 14.08.2019 en er werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend op 05.09.2019 met ref. 19-215181, zijnde:

• De poel moet aangelegd worden in een grillige vorm. Een grillige oeverlijn vergroot de lengte van de grenslijn water/land wat gunstig is voor plant en dier;

• De poel moet een minimaal oppervlak van 50m² hebben. Ideaal zijn poelen van 150 tot 200m²;

• De ideale diepte situeert zich tussen 150 en 200 cm. De uit te graven diepte zal echter afhankelijk zijn van de aanwezige grondwatertafel;

• Het diepste bodemgedeelte moet een oppervlakte hebben van minstens enkele vierkante meters;

• Er moeten ook enkele ondiepere zones worden voorzien in de poel;

• Langs noordwestelijke zijde moet de bodem vanaf de rand zacht hellend aflopen (1:20 = 5 centimeter per meter, tot maximaal 1:4 = 25 centimeter per meter). Hierdoor ontstaat een ondiepe oeverzone, waardoor warmt het water sneller op wat ideaal is voor allerlei organismen;

• Er moet van binnen naar buiten gegraven worden, eerst de diepste delen zodat de helling nadien geleidelijk aangepast kan worden. Details als extra reliëf en grillige oeverrand kunnen nadien desnoods met de spade uitgevoerd worden;

• Er mogen geen vissen, schildpadden, eenden of ganzen op de poel uitgezet worden. Zij vormen een bedreiging voor de amfibieën; de poel moet op natuurlijke wijze met organismen gekoloniseerd worden;

• Er moet voldoende lichtinval zijn - hiertoe kunnen storende struiken en bomen in hakhoutvorm gebracht worden. Gelet op de ligging in bos, moet de kapping van deze bomen en struiken worden aangevraagd en vergund worden volgens art. 81 van het Bosdecreet;

• Aanplanting van uitheemse waterplanten wordt niet toegestaan;

• Aanbrengen van oeverversteviging wordt niet toegestaan;

• Er wordt geen toestemming verleend om de uitgegraven grond uit te spreiden rondom de poel, De uitgegraven grond moet afgevoerd worden of uitgespreid worden op de naastliggende weide (moestuin);

• De graafwerken en afvoeren van de grond dient uitgevoerd te worden met een rupskraan tijdens droge perioden;

• De werken mogen niet uitgevoerd worden in de periode van 1 april t.e.m. 30 juni;

• Na de aanleg moet de poel onderhouden worden zoals voorzien in de Code Goede Natuurpraktijk.

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

• Artikel 90, 2de lid Decreet Bosdecreet van 13.06.1990 • Artikel 96 Decreet Bosdecreet van 13.06.1990

• Artikel 97 §2 Decreet Bosdecreet van 13.06.1990

• Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

• Artikel 7 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998

• Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998 Onderstaande doelstellingen of zorgplichten zijn hierbij van toepassing:

• Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

18 juni 2019

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

14 augustus 2019

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Lieselotte Vinken

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

16 september 2019

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie E 129

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het wijzigen van het reliëf door het maken van een poel.

De aanvraag is gelegen op een perceel langs de Bulsstraat links van nr. 15. Een gemeentelijke weg die voldoende uitgerust is, gelet op de plaatselijke toestand. De omgeving wordt gekenmerkt door schaarse open bebouwing, landbouwgronden en graslanden.

De oppervlakte voor de natuurlijke poel is 150 m². De poel is op haar diepste punt 1,5 meter, zodat ze het jaar rond water kan houden. De poel wordt aangelegd met zacht hellende oevers waarvan de helling varieert tussen 1:3 (zuidelijke oever) en 1:5 (noordelijke oever). Dit om een maximale natuurwaarde te kunnen garanderen. Door te zorgen voor voldoende variatie in diepte en oeverlijn wordt een gevarieerd microreliëf gecreëerd, wat de biodiversiteit in de poel ten goede zal komen. De grond die uit de poel vrijkomt kan rondom de poel dun uitgespreid worden en als kleine buffer aan de rand van de poel dienen.

De aanvrager voorziet om de hoeveelheid grond, afkomstig van het uitgraven van de poel, uit te spreiden rondom de poel en als een kleine buffer aan de rand van de poel. Vermits het uitspreiden van de grond schade aan bosbodem, de kruidlaag en struiklaag zal veroorzaken, kan het Agentschap voor Natuur en Bos (advies dd 05 september 2019 met ref. 19-215181) niet akkoord gaan met dit voorstel. De grond afkomstig van het graven van de poel dient te worden uitgespreid op de weide (moestuin) van het betreffende perceel of dient afgevoerd te worden.

De aanleg van de poel kadert binnen het Biodiversiteitsproject rond de kamsalamander in het Viergemeentepunt van Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren.

In 2018 werd een provinciaal Biodiversiteitsproject goedgekeurd waarbij het Regionaal Landschap de komende 2 jaar kan werken aan de versterking van de populatie kamsalamanders door oa de aanleg van nieuwe poelen. In het grensgebied tussen de gemeenten Alken, Wimmertingen, Kortessem en Wellen (viergemeentepunt) ligt één van de laatste Haspengouwse populaties van kamsalamander. Het gebied bestaat vooral uit landbouwgronden, graslanden, bossen,… allen in private eigendom. Het perceel binnen de aanvraag is gelegen in dit aandachtsgebied. Deze regio is een gebied waar het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren en de lokale natuurverenigingen, met partnerschap van de gemeenten Alken, Wellen, Kortessem, Hasselt en het provinciebestuur o.a. werken aan de aanleg van poelen. De Kamsalamander is in belangrijke mate gebonden aan rivier- en beekvalleien; voornamelijk in smalle valleien en aanpalende natte terreinen langs beken.

Een recente grondige inventarisatie in 2017-2018 blijkt dat de kamsalamander zich nog kan handhaven in twee brongebieden met respectievelijk 4 en 6 poelen. Om de toekomst voor de kamsalamander te verzekeren streven we naar een uitbreiding van de populatie door de aanleg van bijkomende poelen.

Verder is de kamsalamander een Habitatrichtlijn II en IV-soort en opgenomen als Europees te beschermen soort in het SBZ-H gebied BE2200038 ‘bossen en kalkgraslanden van Haspengouw’ waartoe het projectgebied behoort. In deze omgeving liggen nog enkele poelen waar de kamsalamander waargenomen is. Deze nieuw aan te leggen poel is dan ook een welkome aanvulling als biotoop voor de aanwezige amfibieënpopulatie.

Tevens is de kamsalamander op Rode Lijst als zeldzaam opgenomen. Hij houdt van een gebied waar verschillende poelen bij elkaar liggen. Kaderend binnen dit project worden acties voor deze soort ingezet waarbij nieuwe poelen worden aangelegd en oude worden hersteld. Het zijn oa de poelen en andere kleine landschapselementen (hagen, knotbomen, struwelen, hoogstamfruitbomen,...) die kenmerkend en belangrijk zijn voor de natuur- en landschapswaarden in Haspengouw. En omdat poelen essentiële waterbiotopen in het landschap zijn en belangrijke stapstenen in vaak (natuurarme) omgevingen herbergen ze naast kamsalamanders ook tal van andere dier- en plantensoorten. Daarenboven is de kamsalamander een Limburgse Soort (opgenomen in de soortenkorf provincie Limburg) en komt ook voor in de lijst van Limburgse Soorten voor Hasselt & Wellen in de gemeentelijke natuurrapporten (PNC, 2018). Bovendien heeft Wellen de kamsalamander opgenomen als doelsoort in hun gemeentelijk Biodiversiteitscharter. Tenslotte is het projectgebied aangemeld als aandachtsgebied in het Vlaamse Soortbeschermingsplan voor kamsalamander dat in opmaak is en dankzij dit project willen we concrete uitvoer geven aan dit SBP.

Uit het dossier blijkt dat er geen vermijdbare schade aan de natuur zal veroorzaakt worden indien er voldaan wordt aan de voorwaarden, opgelegd in het advies van agentschap Natuur en Bos dd. 05 september 2019 met ref. 19-215181.

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is niet in regel met de voorschriften van het gewestplan. Maar volgens de VCRO, artikel 4.4.5 is de aanvraag wel mogelijk:

Onderafdeling 5   Medegebruik inzake natuurschoon

Artikel 4.4.5 (29/06/2019 - …)

In alle bestemmingsgebieden kunnen, naast de handelingen die gericht zijn op de verwezenlijking van de bestemming, ook handelingen worden vergund die gericht zijn op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van landschapswaarden, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.

De aanvraag heeft een beperkte impact en brengt de algemene bestemming niet in het gedrang. De aanvraag valt dan ook onder de vereenvoudigde procedure en hierdoor moet er geen openbaar onderzoek georganiseerd worden. 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Vlaamse Overheid - Departement Landbouw & Visserij

14 augustus 2019

16 augustus 2019

gunstig

Agentschap Natuur & Bos

14 augustus 2019

5 september 2019

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

-          De aanvraag werd op 14.08.2019 digitaal voorgelegd aan departement Landbouw en Visserij. Op 16.08.2019 werd een gunstig advies ontvangen met ref. 2019_004159_v1. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

-          De aanvraag werd op 14.08.2019 digitaal voorgelegd aan Agentschap Natuur en Bos. Op 05.09.2019 werd een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen met ref. 19-215181. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

/

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

 

 

-Functionele inpasbaarheid: De aanvraag m.b.t. het wijzigen van het reliëf door het               aanleggen van een poel, past niet binnen de voorschriften van het gewestplan. Toch kan de aanvraag vergund worden naar aanleiding van art. 4.4.5. (Medegebruik inzake natuurschoon): gezien het handelingen betreft die gericht zijn op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden. De handeling betreft een beperkte impact en brengt de algemene bestemming niet in het gedrang. De aanvraag is dus niet in strijd met de geldende voorschriften en kan ter plaatse aanvaard worden overeenkomstig het voorwaardelijk gunstig advies van agentschap Natuur en Bos dd. 5 september 2019.

 

-Mobiliteitsaspect: Het aanleggen van de poel, zal in alle redelijkheid, geen invloed               hebben op de mobiliteit.

 

-Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat het kappen van de bomen               geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit aangezien het betreffende perceel volgens de landbouwregistratie niet in professioneel landbouwgebruik is. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

 

-Ruimtegebruik: Het aanleggen van de poel betreft een handeling gericht op de               instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden. De handeling brengt de algemene bestemming niet in het gedrang omdat de impact ervan beperkt is. De aanvraag kadert ook binnen het binnen het Biodiversiteitsproject rond de kamsalamander (tevens een zeldzame amfibie) in het Viergemeentepunt van Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren en kan daarom enkel positief beoordeeld worden naar ruimtegebruik. Uit de aanvraag blijkt dat de aanleg van de poel ook geen vermijdbare schade aan de natuur zal veroorzaken.

 

-Visueel-vormelijke elementen: Het aanleggen van de poel zal enkele visueel –               vormelijke gevolgen hebben. De zone in het bos waar de poel wordt aangelegd wordt beschouwd als een open plek in het bos. De lichtinval is ook nodig voor de ontwikkeling van de biodiversiteit van de poel. Bijgevolg worden deze gevolgen inzake de visueel – vormelijke elementen aanvaard.

 

-Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

 

-Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf wordt door de aanleg van de poel               gewijzigd.  De aanleg wordt aangelegd volgens de normen die het agentschap Natuur en Bos voor de aanleg van poelen hanteert. Uit de aanvraag blijkt dat er geen vermijdbare schade aan de natuur zal veroorzaakt worden. Enkel voorziet de aanvrager om de hoeveelheid grond, afkomstig van het uitgraven van de poel, uit te spreiden rondom de poel en als kleine buffer aan de rand van de poel te stockeren. Dit wordt niet aanvaard, gezien het uitspreiden van de grond schade aan de bosbodem, de kruidlaag en struiklaag zal veroorzaken. De grond afkomstig van het graven van de poel dient te worden uitgespreid op de weide (moestuin) van het betreffende perceel of dient afgevoerd te worden.

 

 

 

-Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat door het aanleggen van de poel de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

 

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

-          Het advies van agentschap Natuur en Bos met ref. . 19-215181 dient strikt gevolgd te worden.

-Er moet voldoende lichtinval zijn - hiertoe kunnen storende struiken en bomen in hakhoutvorm gebracht worden. Gelet op de ligging in bos, moet de kapping van deze bomen en struiken worden aangevraagd en vergund worden volgens art. 81 van het Bosdecreet;

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/09/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Mieke Vanlangenaeker wonende te Daaleindestraat 2 te 3720 Kortessem, reliëfwijzigingen - aanleg van een poel, gelegen Bulsstraat 15, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 129 te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

-          Het advies van agentschap Natuur en Bos met ref. . 19-215181 dient strikt gevolgd te worden.

-Er moet voldoende lichtinval zijn - hiertoe kunnen storende struiken en bomen in hakhoutvorm gebracht worden. Gelet op de ligging in bos, moet de kapping van deze bomen en struiken worden aangevraagd en vergund worden volgens art. 81 van het Bosdecreet;

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Omgevingsvergunning 197 - Claudia en Nick COOLEN - Michielsen wonende te Bremberg 17 te 3118 Rotselaar. Het betreft een aanvraag over: bouwen van een ééngezinswoning. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Merellaan zn (verkaveling Kerkveld lot 64&65) , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 1067 B.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/09/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Claudia en Nick COOLEN - Michielsen wonende te Bremberg 17 te 3118 Rotselaar, bouwen van een ééngezinswoning, gelegen Merellaan zn (verkaveling Kerkveld lot 64&65) , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 1067 B te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

-De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van Fluvius d.d. 13.08.2019 met ref. 0000277997 dienen opgevolgd te worden.

-Het werfverkeer voor de ontwikkeling van het gebied Kerkveld dient te gebeuren langs de aansluiting met de Motstraat volgens het plan in bijlage van de vergunning.

-Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

-De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

-De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

-Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Omgevingsvergunning 199 - Hannah Billen met als contactadres Hoogdorpsstraat 2 bus 1 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: verbouwing van een tuinberging en de ingebruikname als tijdelijke woonst voor de periode van restauratie van de vakwerkhoeve. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg 334, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 336 E, (afd. 1) sectie K 336 D en (afd. 1) sectie K 339 F.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/09/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Hannah Billen met als contactadres Hoogdorpsstraat 2 bus 1 te 3570 Alken, verbouwing van een tuinberging en de ingebruikname als tijdelijke woonst voor de periode van restauratie van de vakwerkhoeve, gelegen Steenweg 334, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 336 E, (afd. 1) sectie K 336 D en (afd. 1) sectie K 339 F te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

De voorwaarden en opmerkingen zoals gesteld in het advies van Fluvius d.d. 30.07.2019 met ref. 0000277751 dienen gevolgd te worden.

Het advies van Onroerend Erfgoed d.d. 30.07.2019 met ref.4.002/73001/124.2 dient te worden nageleefd.

Advies AV/719/2019/00250 van Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 06.08.2019 dient strikt nageleefd te worden

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Inventaris 2019 -bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing bedrijfsruimten

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Melding IIOA M35 – Synaeve Bart

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/09/2019 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1.

Er wordt akte genomen van de melding van de exploitatie van een bronbemaling, ingediend door de heer Synaeve Bart, wonende Kapelstraat 85 te 3590 Diepenbeek, dewelke volgende rubriek van bijlage I van Vlarem II omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

 

Hoeveelheid

53.2.2°a)

Bronbemaling voor de aanleg van een kelder - Bulsstraat 62B

4000m³/jaar

 

 

De melding heeft betrekking op het terrein, gelegen  Bulsstraat 62B te 3570 Alken, kadastraal gekend: afdeling 2, sectie E, nr. 1082N.

 

Artikel 2.

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3.

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.

 

Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM  is raadpleegbaar op de milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt: “BEKENDMAKING MELDINGSAKTE”.

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handeling meer dan drie openvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheden

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgend adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

-200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

-100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in:

-Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;

-Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

-Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges;

-Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Melding IIOA M33 – TV Kouterman

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/09/2019 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1:

Er wordt akte genomen van de melding van de exploitatie van een bronbemaling, ingediend door TV Koutermans, Boskoopweg 1, 3570 Alken. De akte wordt verleend onder voorwaarde dat het opgepompte water naar het bestaande bufferbekken wordt afgevoerd, zoals aangeduid op het inrichtingsplan. De akte omvat volgende rubriek van bijlage I van Vlarem II:

 

Rubriek

 

Omschrijving

 

Hoeveelheid

53.2.2°b)1°

Bronbemaling voor de aanleg van een kruipkelder en rioleringswerken bij de nieuwbouw van een  rusthuis

Max. 27m³/uur en 68040m³/jaar

 

 

De melding heeft betrekking op het terrein, gelegen  Boskoopweg 1, 3570 Alken, kadastraal gekend: afdeling 2, sectie E, nr. 1070B3.

 

Artikel 2:

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3:

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM en de bijzonder voorwaarde: het opgepompte water dient naar het bestaande bufferbekken afgevoerd te worden, zoals aangeduid op het inrichtingsplan.

 

Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM  is raadpleegbaar op de milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt: “BEKENDMAKING MELDINGSAKTE”.

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handeling meer dan drie openvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheden

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgend adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

-200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

-100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in:

-Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;

-Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

-Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges;

-Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Energiescans zorg gerelateerde gebouwen

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het laten uitvoeren van gratis potentieelscans voor de gebouwen van de buitenschoolse kinderopvang door het Vlaams EnergieBedrijf.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Feestbus oudejaarsnacht 2019-2020

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist deel te nemen aan de oudejaarsbussen 2019-2020. De kostprijs voor de gemeente bedraagt 510 euro. De route dient minimaal Alken Centrum, Terkoest en Sint-Joris te verbinden met Hasselt met een frequentie van 60 minuten.

Artikel 2 : De nodige kredieten zijn voorzien in het budget op volgende sleutel 1419/001.013.001.001 0705/61500050.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 18 09 2019

 

Toekenning Investeringssubsidie onderhoud Brabantsestraat

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/09/2019