Gemeente Alken

Zitting van 04 januari 2023

van 10:00 tot 11:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen en Alex Dubois, schepenen; Jana Appeltants, waarnemend algemeen directeur;

Verontschuldigd: Patrick Martens, schepen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 28.12.2022

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Natuurpunt Alken - Ledenfeest en AV dd 21.01.2023

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Uitnodiging opening Sint-Jorishoeve, 14.01.2022

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Personeelsfeest 2023

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist om in 2023 het personeelsfeest te organiseren op vrijdag 27 januari 2023 in gc d'Erckenteel.

Thema: Newyear's eve again

Het budget wordt bepaald op € 20 per genodigde (vaste kost) en € 30 per aanwezige (variabele kost).

De Genodigden (zonder partner) zijn:

◦Gemeente- & OCMW-raad

◦College van burgemeester en schepenen & Vast Bureau

◦Bijzonder comité van de sociale dienst

◦Personeel gemeentehuis.

◦Personeel dienst vrije tijd en bibliotheek.

◦Personeel technische dienst.

◦Personeel gemeenteschool.

◦Toezichters gemeenschapscentra en sporthallen.

◦Poetspersoneel.

◦Personeel OCMW.

◦Personeel Wijkteam Alken

◦Gepensioneerden.

◦Ereburgemeester, ereschepenen & eresecretaris.

◦Ereraadsleden (gemeente & OCMW)

°Voor personeelsleden die in 2022 uit dienst zijn gegaan

 geldt het volgende:
Volgende personeelsleden worden niet meer uitgenodigd:
 - Werknemers die ontslag genomen hebben of ontslagen zijn in 2022

            - Einde contracten bepaalde duur, reeds uit dienst
            - Einde vervangingscontracten
Volgende personeelsleden worden wel nog uitgenodigd:
            - Tijdelijke contracten die nog steeds in dienst zijn
            - Personeelsleden die nog in voltijdse loopbaanonderbreking of onbetaald verlof
              zitten 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Aanpassing reglement huldigingen/relatiegeschenken

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Reinigen ramen 2023-2026 - Goedkeuring lastvoorwaarden, gunningswijze en uit te nodigen firma's.

 

Besluit

Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2022/005 en de raming voor de opdracht “Reinigen ramen 2023-2026”, opgesteld door de dienst overheidsopdrachten. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming op jaarbasis bedraagt   9.917,36 excl. btw of € 12.000,00 incl. 21% btw (waarvan € 3.000 incl. btw ten laste van het ocmw en € 9.000 incl. btw ten laste van de gemeente)

De totale raming voor 4 jaar bedraagt € 48.000 incl. btw.

Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3 : Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Becker Cleaning, Massinweg 21 te 3511 Stokrooi;
- B&K Pro Service, Sint-Kwintensheideweg 34 te 3520 Zonhoven;
- CleanX Experts, Walenstraat 90 te 3500 Hasselt;
- Clean D, St. Truidersteenweg 179 te 3570 Alken;
- Cral ramenwasser, Pallenhof 14 te 3520 Zonhoven;
- Clever Cleaning, Patrijzenlaan 8 te 3550 Heusden-Zolder;
- Cleaning Company, Bosstraat 4 bus 2 te 3500 Hasselt;
- T'Jolyn, Ijsvogellaan 2 te 3570 Alken.

Artikel 4: Het gemeentebestuur Alken wordt gemandateerd om de procedure te voeren en in naam van OCMW Alken bij de gunning van de opdracht op te treden.

Artikel 5 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder verschillende volgnummers (exploitatiebudget).

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Voorstel nominatieve subsidie "gedeeltelijk openleggen Bapenakkerbeek en vergroenen speelplaats gemeentelijke basisschool (lager onderwijs). Goedkeuring principiële beslissing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent zijn principiële goedkeuring aan het voorstel tot "aanvraag van een nominatieve subsidie” bij het Departement Omgeving van de Vlaamse regering.

Ons voorstel bevat twee invalshoeken:

        Vanaf de Papenakkerstraat richting dorpskern wordt de Bapenakkerbeek over een lengte van ±187 meter niet alleen terug opengelegd, maar ook weer in zijn oorspronkelijke bedding aangelegd.

        De speelplaats van de leerlingen van het basisonderwijs (lager onderwijs) van de gemeentelijke basisschool wordt onthard en vergroend met een mogelijke uitbreiding naar de speelruimte ronde het lokaal van de jeugdvereniging KSA.

Artikel 2: De indicatieve raming van ons voorstel bedraagt € 400.000 incl. btw.

Voor de financiering wordt een Vlaamse toelage ten belope van 200.000 euro aangevuld met een inbreng van de gemeente ten belope van 200.000 euro (1 euro Vlaams tegenover 1 euro lokaal). De kredieten zijn voorzien in het AMJP 2022-2025 onder volgnummer MJP 001588.

Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen verleent zijn principiële goedkeuring aan de bijgevoegde projectbeschrijving en raming bijhorend aan de aanvraag tot nominatieve subsidie groenblauwe dooradering in de bebouwde kom.

Artikel 4: Voor de realisatie van dit project werd advies gevraagd aan de Provincie Limburg en VMM (coördinator Demerbekken). Met deze partijen en met Fluvius, Regionaal Landschap en Natuurpunt zal verder samengewerkt zal worden om het best mogelijke resultaat te behalen.

Artikel 5: Indien het project uitgevoerd kan worden, zullen zowel KSA als omliggende buren betrokken worden.

Artikel 6: Een afschrift van deze beslissing zal meegezonden worden met het voorstel tot nominatieve subsidie.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Wegenis- en rioleringswerken Reigerlaan: werfinspectieverslag nr.21 d.d. 14.12.2022 en werfverslag nr.44 d.d. 15.12.2022.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Betaalbaarstelling facturen

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met de facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Lijst bestelbonnen van 15/12 t/m 21/12/2022.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Lijst bestelbonnen van 22/12 t/m 28/12/2022.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Adviesvraag ontwerp BVR en ontwerp plan-MER sectorale voorwaarden windturbines

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het plan-MER sectorale voorwaarden windturbines Vlarem II en geeft hierover geen opmerkingen.

Artikel 2: Het besluit bezorgen aan het Departement Omgeving, Afdeling Beleidsontwikkeling en Juridische Ondersteuning, tav OO BVR plan-MER windturbines, Koning Albert-II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Omgevingsvergunning 704

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/01/2023 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Wendy Vannitsen wonende te Hulzenstraat 81 te 3570 Alken, de afbraak van de bestaande lemen woning en realisatie van een nieuwbouw ééngezinswoning, gelegen Hulzenstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 555 K en (afd. 1) sectie K 558 P voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        De voorwaarden zoals gesteld in het advies van de dienst Water en domeinen d.d. 29.11.2022 dienen opgevolgd te worden.

        Het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.

        De voorgestelde reliëfwijzigingen dienen beperkt te blijven tot de zone van de woning en het terras zoals aangeduid op de plannen.  Het niveau van het maaiveld dient op 1m van de perceelsgrens op gelijke hoogte te komen als het aanpalende perceel en er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.

       Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

       Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

       De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

       De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Omgevingsvergunning 705 - Het betreft een aanvraag over: de afbraak van de bestaande woning en vrijstaande garage en realisatie van een nieuwbouw ééngezinswoning.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/01/2023 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door mevrouw Jolien Bangels wonende te Kuringersteenweg 142/1.02 te 3500 Hasselt en de heer Wout Van Thienen wonende te Kuringersteenweg 142/1.02 te 3500 Hasselt, voor de afbraak van de bestaande woning en vrijstaande garage en de realisatie van een nieuwbouw ééngezinswoning, gelegen Leemkuilstraat 106, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 924 F en (afd. 2) sectie E 924 E, wordt vergund onder voorwaarden.

 

Voorwaarden:

 

       In toepassing van artikel 4.3.5. van de VCRO kan er slechts een omgevingsvergunning afgeleverd worden indien het perceel aan een voldoende uitgeruste weg gelegen is.  Gezien er een wegoverschot nl. het perceel 2e Afdeling Sie E nr. 924/A2 voor het perceel gelegen Leemkuilstraat 106 ligt, wordt deze omgevingsvergunning afgeleverd onder opschortende voorwaarde van de aankoop van dit wegoverschot.

       het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient strikt nageleefd te worden.

       Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

       De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

       De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

       Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Omgevingsvergunning 708 - Stefan Loix wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: het vellen van bomen. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Laagsimsestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 153 E.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/01/2023 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Stefan Loix wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken, het vellen van bomen, gelegen Laagsimsestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 153 E voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Binnen de perimeter van het perceel/de percelen moet per te kappen boom een nieuwe hoogstamfruitboom aangeplant worden;

        Het heraanplanten van de hoogstamfruitbomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het verlenen van de vergunning;

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, indien nodig het gebruik van een steunpaal of wortelverankering of het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;

        Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;

        Bij uitval dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel per te kappen boom een nieuwe hoogstamfruitboom tot volle wasdom te brengen;

        Alle andere hoogstamfruitbomen op het perceel dienen gespaard te worden;

        Behalve de aanplant van hoogstammige fruitbomen, mogen er geen laagstammige fruitbomen aangeplant worden onder of nabij de hoogstamfruitbomen op dit perceel.

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

OMV 686 - toepassen administratieve lus

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de toepassing van de administratieve lus goed voor de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2022102184, ingediend door de heer Klaas Schiffeleers voor de afbraak van een loods, de nieuwbouw van landbouwloods en de regularisatie van bedrijfsverharding, gelegen Stapstraat 1, kadastraal gekend als (afd. 2) sectie F 166 A, (afd. 2) sectie F 168 H, (afd. 2) sectie F 244 B, (afd. 2) sectie F 245 K, (afd. 2) sectie F 245 L en (afd. 2) sectie F 257 G.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

OMV V684 - toepassen administratieve lus

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de toepassing van de administratieve lus goed voor de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2022145725 ingediend voor het verkavelen van 4 loten halfopen bebouwing, gelegen aan de Steenweg zn., kadastraal gekend als (afd. 1) sectie H 141.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Procede RvSt RUP Sport- en recreatievelden

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Deelname Valentijnsactie 2023 - katten sterilisatie/castratie

 

Besluit

Artikel 1: De overeenkomst betreffende "kortingsbonnen voor sterilisaties/castraties verrekenen met de betrokken dierenartsen" tussen gemeente Alken (hierna opdrachtgever genoemd) en de Limburgse Dierenartsen vzw (hierna contractant genoemd), zoals vermeld in artikel 2, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2: De contractant zal de opdracht “kortingsbonnen voor sterilisaties/castraties verrekenen met de betrokken dierenartsen" uitvoeren onder de volgende voorwaarden:

 

Artikel 1: Definitie opdracht

De contractant staat in voor de uitvoering van de opdracht “kortingsbonnen voor sterilisaties/castraties verrekenen met de betrokken dierenartsen".

 

Artikel 2: Taakomschrijving

De contractant is belast met de uitvoering van volgende taken:

• Het verzamelen van de kortingsbonnen voor sterilisaties/castraties die geldig zijn tot 15 september 2023 en die na 15 september 2023 tot 15 oktober 2023 bij de Limburgse dierenartsen in ontvangst werden genomen n.a.v. de Valentijnsactie.

• Het factureren van het bedrag na afloop van de actie aan de opdrachtgever vóór 15 november 2023. Het terugstorten van de aparte bedragen na 15 december 2023 aan de Limburgse dierenartsen die kortingsbonnen in ontvangst hebben genomen.

 

De opdrachtgever is belast met volgende taken:

• Duidelijke communicatie met betrekking tot de geldigheid van de kortingsbonnen, 15 september 2023.

• Nummering van de bonnen.

• Terugstorten van het totale bedrag aan kortingsbonnen aan de contractant op rekeningnummer: BE73 0682 1406 2960 ter attentie van ‘Limburgse Dierenartsen vzw’.

 

Artikel 3: Timing - verloop werkzaamheden

De opdracht moet uitgevoerd worden vóór 30 december 2023.

 

Artikel 4: Toezicht

De leiding en het toezicht op de uitvoering van de opdracht zal geschieden door de milieudienst.

 

Beperkingen en draagwijdte mandaat : "controle en toezicht op de uitvoering alsook contactpersoon bij eventuele problemen".

 

Artikel 5: Vergoeding

Voor de uitvoering van de opdracht, beschreven in artikel 2 van deze overeenkomst, wordt aan de contractant een vergoeding toegekend van maximum 500 euro, BTW inclusief. Het totaalbedrag is afhankelijk van het aantal kortingsbonnen die in praktijk bij de Limburgse dierenartsenvereniging werden ingediend, maar zal het maximumbedrag van 500 euro niet overschrijden. De kortingsbonnen voor een sterilisatie worden verrekend aan 25 euro, de kortingsbonnen voor castratie aan 15 euro.

 

Artikel 6: Betalingen aan contractant

De betaling gebeurt na voorlegging van een reglementair opgestelde factuur ondertekend door de contractant, alsmede van de andere eventueel vereiste bescheiden.

 

Artikel 7

De opdracht dient uitgevoerd te worden binnen de budgetten van de voorgelegde begroting.

Budgetoverschrijding kan enkel na voorafgaandelijke goedkeuring door het College.

Deze meerkost zal het voorwerp zijn van een addendum, toe te voegen aan het oorspronkelijke contract.

 

Artikel 8

De contractant wordt geacht in gebreke te zijn : 

• Wanneer de geldig gegeven schriftelijke bevelen van het gemeentebestuur niet worden nageleefd.

• Wanneer de prestaties niet uitgevoerd worden volgens de voorschriften bepaald in deze overeenkomst.

 

Artikel 3: Er wordt voldoende budget voorzien op registratiesleutel: MJP001234.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

GC Taeymans - Energiebesparende initiatieven

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen besluit om het besluit van 05.10.2022 gedeeltelijk op te heffen voor wat betreft de voorlopige sluiting van GC Taeymans.

Artikel 2: De korte keten markt wordt tijdens de wintermaanden georganiseerd in GC Taeymans.

Artikel 3: GC Taeymans wordt opnieuw open gesteld voor verhuur, zij het in laatste instantie.

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023
Overzicht punten

Zitting van 04 01 2023

 

Landschapspark Hart van Haspengouw

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2023