Gemeente Alken

Zitting van 22 januari 2025

van 09:00 tot 10:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, Aangewezen-burgemeester; Cindy Vandormael,Andres Lesire,Frank Vroonen,Elien Secretin,Pierrette Putzeys, Schepenen; Pascal Giesen, Algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Verslag van de vorige zitting dd. 15.1.2025

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 15.1.2025 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 15.1.2025 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Niet van toepassing.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Punt bijlagen/links Notulen SC 15-01-2025.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Gemeenteraad - Mededeling Definitieve Agenda dd. 30.1.2025

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur wordt de agenda van de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad dd. 30.1.2025 bekendgemaakt. 

Deze agenda, zie bijlage, wordt ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur wordt de agenda van de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad dd. 30.1.2025 bekendgemaakt.

Deze agenda, zie bijlage, wordt ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Niet van toepassing.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen neemt er kennis van dat de voorzitter van de gemeenteraad, de heer Jan Robeyns, de gemeenteraad samenroept op donderdag 30.1.2025 om 20u00.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Punt bijlagen/links Agenda GR 30-01-2025.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Stakingsaanzegging ACV - 13.2.2025

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Uitnodiging viering Geschiedkundige Kring dd. 15.2.2025

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Samenwerkingsovereenkomst IGPW - Opzeg door ELZ Herkenrode

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Samenwerkingsovereenkomst Pleegzorg - hernieuwing

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

BurgerApp via S-Lim - Goedkeuring gunning en lastvoorwaarden.

Op 5 november 2024 ontving het gemeentebestuur Alken een schrijven van S-Lim met een voorstel tot bijlage aan de samenwerkingsovereenkomst (SOK_S_LIM DV-ALKEN_V1).

Hierin wordt vermeld dat de huidige verouderde “OnzeStadsApp” einde cyclus is waardoor dit product vanaf 01/03/2025 niet meer aangeboden wordt. Om de continuïteit van dit communicatiemedium met de burger te garanderen ontwikkelt s-Lim, met de steun van Nuhma, de nieuwe verbeterde BurgerApp. In deze nieuwe, regiobrede app, zal de gebruiker via één app toegang krijgen tot informatie van alle deelnemende gemeenten. De verbeteringen focussen verder op de gebruikservaring en personalisatie voor de gebruiker.

Concreet zal de nieuwe BurgerApp in zijn eerste versie de volgende functionaliteiten bieden:

• Nieuws (uitgelicht nieuws, gepersonaliseerd nieuws, lokaal nieuws en nieuws van alle deelnemende gemeenten/steden)

• Afvalophaal kalender (i.s.m. Limburg.net)

• Diensten (o.a. afspraken maken, meldingen doen, attesten aanvragen, gemeentelijke informatie raadplegen)

• Slimme kaart (geografisch relevante informatie op maat van de burger, zoals mobiliteit, parkeren, recyclageparken, AED toestellen...)

• Persoonlijke sectie met gepersonaliseerd nieuws, evenementen, calamiteiten, afvalophaling en mogelijkheid tot push notificaties

• Homepagina met mogelijkheid tot wisselen tussen gemeenten als gebruiker

• Content management systeem voor de gemeentelijke beheerders

• Ondersteuning bij vragen of technische problemen

Deze eerste versie wordt in februari 2025 gelanceerd.

In een tweede versie, die in de loop van 2025 zal gelanceerd worden, zullen bijkomende functionaliteiten en innovaties worden opgenomen (niet limitatief), door de toepassing van Artificiële Intelligentie (AI). Het gaat bijvoorbeeld om:

• Analytics van het gebruik van de app en haar integraties

• Slimme assistent, die interactief zoeken mogelijk maakt

• Foto-gebaseerde meldingen met name van afval i.s.m. Limburg.net

Verdere ontwikkelingen worden in overleg met de Adviesgroep van deelnemende gemeenten vormgegeven.

Tot de go-live van de nieuwe BurgerApp, houdt s-Lim de huidige 'OnzeStadsApp' van Alken operationeel.

De kost voor de jaarlijkse gebruikslicentie voor de BurgerApp bedraagt € 7.000,00 excl. 21% BTW, of € 8.470,00 incl. BTW. De prijzen worden jaarlijks geïndexeerd conform de algemene voorwaarden opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.

De offerte omvat het gebruik van de nieuwe BurgerApp met de functionaliteiten opgenomen in versie 1 én versie 2, evenals het operationeel houden van de huidige 'OnzeStadsApp' tot de go-live van de BurgerApp.

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en kunnen gefinancierd worden met het tegoed aan verrekeningsrechten.

De jaarlijkse boeking zal gebeuren onder volgnummer AC000001/MJP001163.

(toezichthoudend ambtenaar: Natalie Vanheers)

 

Feiten en context

Op 12 november 2020 verleende het college van burgemeester en schepenen goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst (SOK_S_LIM-04-ALKEN_V1) met s-Lim waarbij ingetekend werd voor MijnStadsApp.

Op 30 november 2023 verleende de gemeenteraad goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst (SOK_S_LIM DV-ALKEN_V1) waarbij beslist werd om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst.

Op 10 juli 2024 werd het college van burgemeester en schepenen via een kennisname door de dienst communicatie geïnformeerd over volgende wijziging:

Via de oorspronkelijke overeenkomst stapten wij in via de gratis basis applicatie, waarbij we enkel de Apple kost en de handelaarsmodule zelf bekostigden. De app in zijn huidige vorm (ontwikkeld door FairVille en uitgegeven door s-Lim) kan niet meer verder gezet worden. (End of life) Om de continuïteit van de StadsApp te bewaren ontwikkelt s-Lim nu een eigen regio app, overkoepelend voor Limburgse gemeentes. s-Lim werkt tegen eind december 2024 in eerste instantie aan een basisapp (v1) om de huidige functionaliteiten te verbeteren en behouden. Tegen december 2025 zou een volledig nieuwe, innoverende en

gepersonaliseerde app (v2) gelanceerd kunnen worden. Er zouden geen gebruikers verloren

gaan na deze update.

Om de continuïteit van de AlkenApp te bewaren is het aangewezen om de samenwerking

voor de AlkenApp met s-Lim verder te zetten, dit binnen een vernieuwd kader en prijssetting.

De AlkenApp is een verlengde van www.alken.be en zal dankzij de vernieuwingen ook als

een volwaardig innovatief, slim en gepersonaliseerd communicatietool gebruikt kunnen worden, zowel binnen het bestuur als door de burger.

De huidige ‘OnzeStadsApp’ van Fairville is einde cyclus op aangeven van de leverancier. Dit product kan daardoor vanaf 1 maart 2025 niet meer worden aangeboden door s-Lim. Om de continuïteit van dit communicatiemiddel met de burger te garanderen, ontwikkelt s-Lim, met de steun van Nuhma, de nieuwe verbeterde BurgerApp ofte ‘Mijn Stadsapp’. Via deze nieuwe, regiobrede app, krijgt de gebruiker via één app toegang tot de informatie van alle deelnemende gemeenten.

 

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

Het besluit van de gemeenteraad van 2 september 2021 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Besluit CBS van 12.11.2020 waarbij ingetekend werd voor MijnStadsApp.

Besluit GR van 30.11.2023 aangaande goedkeuring samenwerkingsovereenkomst met s-Lim DV.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Op 5 november 2024 ontving het gemeentebestuur Alken een schrijven van S-Lim met een voorstel tot bijlage aan de samenwerkingsovereenkomst (SOK_S_LIM DV-ALKEN_V1).

Hierin wordt vermeld dat de huidige verouderde “OnzeStadsApp” einde cyclus is waardoor dit product vanaf 01/03/2025 niet meer aangeboden wordt. Om de continuïteit van dit communicatiemedium met de burger te garanderen ontwikkelt s-Lim, met de steun van Nuhma, de nieuwe verbeterde BurgerApp. In deze nieuwe, regiobrede app, zal de gebruiker via één app toegang krijgen tot informatie van alle deelnemende gemeenten. De verbeteringen focussen verder op de gebruikservaring en personalisatie voor de gebruiker.

Concreet zal de nieuwe BurgerApp in zijn eerste versie de volgende functionaliteiten bieden:

• Nieuws (uitgelicht nieuws, gepersonaliseerd nieuws, lokaal nieuws en nieuws van alle deelnemende gemeenten/steden)

• Afvalophaal kalender (i.s.m. Limburg.net)

• Diensten (o.a. afspraken maken, meldingen doen, attesten aanvragen, gemeentelijke informatie raadplegen)

• Slimme kaart (geografisch relevante informatie op maat van de burger, zoals mobiliteit, parkeren, recyclageparken, AED toestellen...)

• Persoonlijke sectie met gepersonaliseerd nieuws, evenementen, calamiteiten, afvalophaling en mogelijkheid tot push notificaties

• Homepagina met mogelijkheid tot wisselen tussen gemeenten als gebruiker

• Content management systeem voor de gemeentelijke beheerders

• Ondersteuning bij vragen of technische problemen

Deze eerste versie wordt in februari 2025 gelanceerd.

In een tweede versie, die in de loop van 2025 zal gelanceerd worden, zullen bijkomende functionaliteiten en innovaties worden opgenomen (niet limitatief), door de toepassing van Artificiële Intelligentie (AI). Het gaat bijvoorbeeld om:

• Analytics van het gebruik van de app en haar integraties

• Slimme assistent, die interactief zoeken mogelijk maakt

• Foto-gebaseerde meldingen met name van afval i.s.m. Limburg.net

Verdere ontwikkelingen worden in overleg met de Adviesgroep van deelnemende gemeenten vormgegeven.

Tot de go-live van de nieuwe BurgerApp, houdt s-Lim de huidige 'OnzeStadsApp' van Alken operationeel.

De kost voor de jaarlijkse gebruikslicentie voor de BurgerApp bedraagt € 7.000,00 excl. 21% BTW, of € 8.470,00 incl. BTW. De prijzen worden jaarlijks geïndexeerd conform de algemene voorwaarden opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.

De offerte omvat het gebruik van de nieuwe BurgerApp met de functionaliteiten opgenomen in versie 1 én versie 2, evenals het operationeel houden van de huidige 'OnzeStadsApp' tot de go-live van de BurgerApp. Bij bestelling van de nieuwe BurgerApp worden eventuele periodieke kosten van de huidige 'OnzeStadsApp' stopgezet op 31/12/2024 of waar nodig gecrediteerd. In het andere geval zullen periodieke kosten van de huidige 'OnzeStadsApp' aangerekend worden tot 28/2/2025, waarna deze app zal stopgezet worden.

Deze offerte vormt een Bijlage 2 aan de Samenwerkingsovereenkomst SOK_S-LIMDV_Alken_V1 en is geldig tot en met 31/03/2025, in combinatie met de getekende samenwerkingsovereenkomst.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€ 8.470,00/jaar

21%

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en kunnen gefinancierd worden met het tegoed aan verrekeningsrechten.

De jaarlijkse boeking zal gebeuren onder volgnummer AC000001/MJP001163.

Datum visumaanvraag:

13 januari 2025

Datum goedkeuring visumaanvraag:

14 januari 2025

 

Besluit

Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan de door s-Lim DV, Herkenrodesingel 14 te 3500 Hasselt opgemaakte bijlage aan de samenwerkingsovereenkomst SOK_S_LIM-04-ALKEN_V1 betreffende de vernieuwde BurgerApp.

Artikel 2: De kosten verbonden aan de vernieuwde BurgerApp bedragen € 7.000,00 excl. btw of € 8.470,00 incl. 21% btw per jaar en zullen vanaf 2025 worden aangerekend. De prijzen worden jaarlijks geïndexeerd conform de algemene voorwaarden opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 3: De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en kunnen gefinancierd worden met het tegoed aan verrekeningsrechten.

De jaarlijkse boeking zal gebeuren onder volgnummer AC000001/MJP001163.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Realisatie van een box constructie in kerk Terkoest - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. Kennisname gemeenteraadsdossier.

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Samenwerkingsovereenkomst – Fluvius System Operator cv - en gemeentebestuur Alken voor samengevoegde opdrachten van werken, leveringen en diensten betreffende “aanleg bufferbekken Rond Punt, netuitbreiding” in Alken. R006286.

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Belastingkohier reclamedrukwerk - December 2024

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand december 2024 bedraagt 4.870,79 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Feiten en context

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand december 2024 bedraagt 4.870,79 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Juridische grond

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2023 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

4.870,79 euro

nvt

MJP001025

Datum visumaanvraag:

nvt

Datum goedkeuring visumaanvraag:

nvt

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand december 2024 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 4.870,79 euro.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Belastingkohier reclamedrukwerk - November 2024

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand november 2024 bedraagt 4.226,03 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Feiten en context

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand november 2024 bedraagt 4.226,03 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Juridische grond

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2023 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

4.226,03 euro

nvt

MJP001025

Datum visumaanvraag:

nvt

Datum goedkeuring visumaanvraag:

nvt

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand november 2024 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 4.226,03 euro.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Belastingkohier reclamedrukwerk - Oktober 2024

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand oktober 2024 bedraagt 4.753,14 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Feiten en context

Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand oktober 2024 bedraagt 4.753,14 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.

 

Juridische grond

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2023 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

4.753,14 euro

nvt

MJP001025

Datum visumaanvraag:

nvt

Datum goedkeuring visumaanvraag:

nvt

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand oktober 2024 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 4.753,14 euro.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Betaalbaarstelling facturen SC

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.

 

Feiten en context

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
 

Juridische grond

Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
 

 Adviezen

Niet van toepassing.
 

Argumentatie

Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Cyclotocht 'Omloop der Wielercafés' zondag 9 maart 2025

Op zondag 9 maart 2025 organiseert wielertoeristenclub Wielercafés.be de cyclotocht 'Omloop der Wielercafés'.

In de gemeente Alken worden volgende straten aangedaan: Hoogsimsestraat, Knipscheerstraat, Brabantsestraat, Pleinstraat, Bisschopsweyerstraat, Kruisstraat, Stoukstraat en Kluisstraat.

De organisator vraagt de toelating voor de doortocht.  Tevens wordt een toelating gevraagd voor bewegwijzering.

Er zijn geen wegeniswerken voorzien op dit traject.

 

Feiten en context

Op zondag 9 maart 2025 organiseert wielertoeristenclub Wielercafés.be de cyclotocht 'Omloop der Wielercafés'.

In de gemeente Alken worden volgende straten aangedaan: Hoogsimsestraat, Knipscheerstraat, Brabantsestraat, Pleinstraat, Bisschopsweyerstraat, Kruisstraat, Stoukstraat en Kluisstraat.

De organisator vraagt de toelating voor de doortocht.  Tevens wordt een toelating gevraagd voor bewegwijzering.

Er zijn geen wegeniswerken voorzien op dit traject.

 

Juridische grond

Wet betreffende de politie over het wegverkeer

KB 1.12.1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB 20.07.1990

Decreet lokaal bestuur

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

 

Argumentatie

Het betreft een organisatie van Cycling Vlaanderen, in samenwerking met 'Wielercafés.be' en 'Wielercafés.nl '.  Wielercafés nl organiseert reeds enkele jaren meerdere toertochten.

De deelnemers dienen zich te houden aan de wegcode.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen gaat akoord met de cyclotocht 'Omloop der Wielercafés' op zondag 9 maart 2025 op het grondgebied van de gemeente Alken over de Hoogsimsestraat, de Knipscheerstraat, de Brabantsestraat, de Pleinstraat, de Bisschopsweyerstraat, de Kruisstraat, de Stoukstraat en de Kluisstraat.

Tevens wordt een toelating gegeven voor het aanbrengen van tijdelijke bewegwijzering.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Cyclotocht 'Decathlon Classic Hasselt' op zaterdag 15 maart 2025

Op zaterdag 15 maart 2025 organiseert Go4Cycling de 'Decathlon Classic Hasselt', een recreatieve fietstocht in en rond Hasselt.

Er zijn meerdere mogelijkheden afstanden parcours.

In de gemeente Alken worden volgende straten aangedaan:

        Snoekstraat, Klameerstraat, Knipscheerstraat, Pleinstraat, Bisschopsweyerstraat, Simsebeekweg, Hendrikstraat, Vliegstraat, Steenweg, Lindestraat

        Molenstraat, Blekkenbergstraat

        Grootstraat, Bulsstraat, Laagbulsstraat

De organisator vraagt de toelating van de doortocht in de gemeente Alken en het plaatsen van bewegwijzering.   Deze bewegwijzering wordt enkele dagen later door de organisator verwijderd.

Er zijn geen wegeniswerken voorzien op het parcours.

 

Feiten en context

Op zaterdag 15 maart 2025 organiseert Go4Cycling de 'Decathlon Classic Hasselt', een recreatieve fietstocht in en rond Hasselt.

Er zijn meerdere mogelijkheden afstanden parcours.

In de gemeente Alken worden volgende straten aangedaan:

        Snoekstraat, Klameerstraat, Knipscheerstraat, Pleinstraat, Bisschopsweyerstraat, Simsebeekweg, Hendrikstraat, Vliegstraat, Steenweg, Lindestraat

        Molenstraat, Blekkenbergstraat

        Grootstraat, Bulsstraat, Laagbulsstraat

De organisator vraagt de toelating van de doortocht in de gemeente Alken en het plaatsen van bewegwijzering.   Deze bewegwijzering wordt enkele dagen later door de organisator verwijderd.

Er zijn geen wegeniswerken voorzien op het parcours.

 

Juridische grond

Wet betreffende de politie over het wegverkeer

KB 1.12.1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB 20.07.1990

Decreet lokaal bestuur

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Advies Agentschap Wegen en Verkeer Limburg nog niet ontvangen

 

Argumentatie

Het betreft een organisatie van Go4Cycling waarbij rekening wordt gehouden met de impact van het gebeuren.  Zoals vorige jaren staan zij borg voor een kwalitatieve en degelijke organisatie, zowel naar veiligheid en respect voor de omgeving.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de cyclotocht 'Decathlon Hasselt Classic' op het grondgebied van de gemeente Alken op zaterdag 15 maart 2025 en het plaatsen van bewegwijzering hiervoor. Deze bewegwijzering wordt enkele dagen later door de organisator verwijderd.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Aanpassing huishoudelijk reglement ORA

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Nieuw marktreglement Alken

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Gronden Koutermanstraat: pachtbeëindiging

Op de percelen gelegen Koutermanstraat, 2e Afdeling Sie E nrs 1037/B, 1048/A en 1029/C, aangekocht van de consoorten Lacroix op 30.07.2024, is er een pachter. De pacht dient echter beëindigd te worden. De pachtbeëindiging dient door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd te worden vooraleer deze akte verleden kan worden.

 

Feiten en context

Op de percelen gelegen Koutermanstraat, 2e Afdeling Sie E nrs 1037/B, 1048/A en 1029/C, aangekocht van de consoorten Lacroix op 30.07.2024, is er een pachter. De pacht dient echter beëindigd te worden. De pachtbeëindiging dient door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd te worden vooraleer deze akte verleden kan worden.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur Artikel 56 3°

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Op de percelen gelegen Koutermanstraat, 2e Afdeling Sie E nrs 1037/B, 1048/A en 1029/C, aangekocht van de consoorten Lacroix op 30.07.2024, is er een pachter. De pacht dient echter beëindigd te worden.

De gemeente Alken (25%) en de VMM (75%) zijn samen eigenaar van deze percelen.

Pachter Nico Motmans ging op 18.11.2024 akkoord met de eenzijdige overeenkomst m.b.t. pachtbeëindiging percelen Koutermanstraat.

De pachtbeëindiging dient door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd te worden vooraleer deze akte verleden kan worden.

Akte 'pachtbeëindiging gronden Koutermanstraat ' in bijlage.

 

Financiële gevolgen

MJP 1588

€ 23000: volledig te betalen door de gemeente Alken

75% van dit aankoopbedrag wordt verrekend via meetstaat werken Alken Vallei aan VMM.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de akte 'pachtbeëindiging' in bijlage voor het beëindigen van de pacht op de percelen gelegen Koutermanstraat, 2e Afdeling Sie E nrs 1037/B, 1048/A en 1029/C

Artikel 2: De akte zal verleden worden door notariskantoor NOTALIM-ACTACERTA

Artikel 3: De nodige kredieten zijn voorzien op MJP 1588

€ 23000: volledig te betalen door de gemeente Alken

75% van dit aankoopbedrag wordt verrekend via meetstaat werken Alken Vallei aan VMM

Artikel 4: De aktekosten zijn volledig ten laste van de gemeente Alken.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Melding van een IIOA M228

Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door Jasper Wellens namens ALTEZ NV gevestigd te Szamotulystraat 5 te 8700 Tielt voor de plaatsing van een bronbemaling ihkv de uitvoering van de rioleringen en funderingen voor de uitbreiding alken maes op een perceel, gelegen Stationsstraat 2, 10 en 18, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 6 G, (afd. 2) sectie F 11 M, (afd. 2) sectie F 11 N, (afd. 2) sectie F 13 G, (afd. 2) sectie F 29 G, (afd. 2) sectie F 449 E2, (afd. 2) sectie F 4070 B, (afd. 2) sectie F 4070 C en (afd. 2) sectie F 4070 A.

 

De melding werd ingediend door Altez NV,  Szamotulystraat 5, 8700 Tielt via het omgevingsloket op 06/01/2025.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

Voorwerp van de melding

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Stationsstraat, te 3570 Alken, op percelen afd. 2 sectie F nr. 6/G, 29/G, 4070/B, 11/M, 4070/C, 13/G, 4070/A, 11/N, 449/E2.

 

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

 

De IIOA omvat: Het betreft een tijdelijke bemaling voor het uitvoeren van laadkades en funderingswerken voor een nieuwe hal.

 

Rubrieken

Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in bijlage 1 van Vlarem II en worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°a)

Het betreft een tijdelijke bemaling voor het uitvoeren van laadkades en funderingswerken voor een nieuwe hal: max. 22.000 m³/jaar (nieuw) (tijdelijk)

3

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°a)

Het betreft een tijdelijke bemaling voor het uitvoeren van laadkades en funderingswerken voor een nieuwe hal: max. 22.000 m³/jaar (nieuw) (tijdelijk)

3

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.

 

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 in industriegebied.

 

De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de ander industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Regionaal bedrijventerrein Brouwerij Alken en uitbreiding Kolmen”. Het project wordt aangevraagd in een zone voor historisch gegroeide bedrijvigheid – brouwerij.  De site van de brouwerij is deels gelegen in het Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Centrum 5 Zuid, maar de aangevraagde projectzone is niet hierin gelegen.

 

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, BPA, centrum 1 wijziging 1 + uitbreiding vel 5 (Stationsstraat – Brouwerij).

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

Omschrijving aanvraag

Er wordt een bemaling aangevraagd in het kader van het uitvoeren van laadkades en funderingswerken voor een nieuwe hal. De bemaling gebeurt via een filterlijnen en bestaat uit twee delen: een filterlijn voor de funderingsaanleg en een filterlijn voor de laadkades. De fundering heeft een breedte van circa 125 meter en een lengte van circa 120 meter. De laadkades hebben een breedte van circa 35 meter en een lengte van circa 20 meter. Het debiet van de filterbemaling van de fundering bedraagt max. 16 m³/uur en het debiet van de filterbemaling van de laadkades max. 8 m³/uur, gedurende maximaal 180 dagen. Het grondwater wordt verlaagd van 1 m-mv tot max. 3,5 m-mv.

 

Beoordeling

Het cascadesysteem dat gehanteerd wordt voor het lozen van bemalingswater is eerst infiltratie ter plaatse, indien dit technisch niet mogelijk is, lozen in de gracht en enkel in uitzonderlijke gevallen, wanneer kan aangetoond worden dat voorgaande opties technisch niet haalbaar zijn, kan er geloosd worden in de openbare riolering.

 

In de omgeving is de Herk aanwezig, waarop geloosd kan worden.

 

De exploitant moet een toestemming vragen aan de Vlaamse Milieumaatschappij over het lozen van het bemalingswater, gelet dat de Herk een onbevaarbare waterloop categorie 1 is. Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, moet een toelating verkregen zijn van deze waterbeheerder en de toestemming moet ter beschikking liggen van een toezichthouder.

 

Volgens het OVAM-geoloket is er een eindevaluatieonderzoek beschikbaar. Volgens de bemalingsnota is de site volledig gesaneerd en vrij van risico. Volgens de PFAS-verkenner is er geen indicatie van PFAS in de omgeving van de site.

 

Een bemalingsnota is opgenomen met volgende gegevens over de:

        diepe bemaling, ofwel de bemaling van de laadkades:

        Bemalingskader: breedte: circa 35 m, diepte: niet vermeld, lengte: circa 20 m met het oorspronkelijk peil op circa 1,50 m-mv en verlaging tot max. 3,5 m-mv.

        Bemalingskenmerken: gewenste verlaging tot max. 3,5 m-mv, duur bemaling: 180 dagen, doorlatendheid grond: 5 x 10-5 m/sec

        bemaling voor funderingen, ofwel de bemaling van de funderingen:

        Bemalingskader: breedte: circa 125 m, diepte: niet vermeld, lengte: circa 120 m met het oorspronkelijk peil op circa 1,0 m-mv en verlaging tot max. 2 m-mv.

        Bemalingskenmerken: gewenste verlaging tot max. 2,0 m-mv, duur bemaling: 180 dagen, doorlatendheid grond: 5 x 10-5 m/sec

Op basis van deze parameters werd berekend:

        diepe bemaling: debiet opstart: max. 8 m³/uur en nadien 4,1 m³/uur

        bemaling voor funderingen: debiet opstart max. 16 m³/uur en nadien 3,8 m³/uur

        diepe bemaling: invloedsstraal opstart: 42 m en nadien 202 m

        bemaling voor funderingen: invloedsstraal opstart 21 m en nadien 151 m

        Zettingsberekening: De werkelijke te verwachten zetting blijft binnen de streefwaarde van 20 mm zetting.

 

Het project veroorzaakt geen stikstofemissies.

 

Het project is niet gelegen nabij een VEN- en Habitatrichtlijngebied.

 

Vanuit de Vlarem-wetgeving is een debietmeter op de pomp verplicht, waardoor het effectief opgepompte debiet achterhaald wordt. Het bijhouden van de begin- en eindstand van de bemalingshoeveelheid met een foto en logdocument is aangeraden om op te nemen als voorwaarde.

 

De effecten op de omgeving vermelden dat geen hinder verwacht wordt omwille van geluidsarme pompen, die zo ver mogelijk van de bewoning opgesteld worden. Andere effecten zijn niet te verwachten (biodiversiteit, uitdroging).

 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:

        1° het merk en serienummer;

        2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

        Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.

        Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.

        De exploitant moet een toestemming vragen aan de Vlaamse Milieumaatschappij over het lozen van het bemalingswater, gelet dat de Herk een onbevaarbare waterloop categorie 1 is. Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, moet een toelating verkregen zijn van deze waterbeheerder en de toestemming moet ter beschikking liggen voor een toezichthouder.

        Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.

        De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.

        De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.

        Er moet gebruik gemaakt worden van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten en dus elektrisch aangedreven zijn.

        De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 180 dagen.

        De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 22/01/2025 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door Altez NV,  Szamotulystraat 5, 8700 Tielt voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Klasse

53.2.2°a)

Het betreft een tijdelijke bemaling voor het uitvoeren van laadkades en funderingswerken voor een nieuwe hal: max. 22.000 m³/jaar (nieuw) (tijdelijk)

3

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Stationsstraat, te 3570 Alken, op percelen afd. 2 sectie F nr. 6/G, 29/G, 4070/B, 11/M, 4070/C, 13/G, 4070/A, 11/N, 449/E2.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

Hoofdstukken 4

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 5.53

Sectorale milieuvoorwaarden - winning van grondwater

 

2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:

        1° het merk en serienummer;

        2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

        Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.

       Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.

       De exploitant moet een toestemming vragen aan de Vlaamse Milieumaatschappij over de lozing van het bemalingswater, gelet dat de Herk een onbevaarbare waterloop categorie 1 is. Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, moet een toelating verkregen zijn van deze waterbeheerder en de toestemming moet ter beschikking liggen voor een toezichthouder.

       Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.

       De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter. Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.

       De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.

       Er moet gebruik gemaakt worden van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten en dus elektrisch aangedreven zijn.

       De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 180 dagen.

       De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een gele affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG. De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding.

 

De gemeente kan u hierbij helpen.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

        Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Omgevingsvergunning 963

Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van een woning ingediend door mevrouw Isabelle Bogaerts wonende te St. Jorisstraat 55 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen St. Jorisstraat 55, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 226 R, (afd. 1) sectie I 226 G2 en (afd. 1) sectie I 226 X. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

mevrouw Isabelle Bogaerts wonende te St. Jorisstraat 55 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

St. Jorisstraat 55

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie I nrs. 226R, 226G2 en 226X

 

Projectnaam:

Sint-Jorisstraat 55 - Bogaerts Isabelle

 

Dossiernummer:

2024134

 

Intern dossiernummer:

963

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024148422

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het verbouwen van een woning

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

het verbouwen van een woning en regulariseren carport.

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 03.04.1979 – woongebied met landelijk karakter (eerste 50m vanaf de rooilijn) en agrarisch gebied (achterliggend gedeelte).

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

De agrarische gebieden zijn bestemd voor landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen de agrarische gebieden enkel mogen bevatten, de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in het geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de contouren van een goedgekeurde niet vervallen verkaveling.

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een ééngezinswoning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

 

De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 100,6m².  Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 2580 liter en een infiltratieoppervlakte van 10,17m. 

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.  De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

7 november 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

5 december 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

16 januari 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie I 226 R

De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg, zijnde de St.Jorisstraat. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen eengezinswoningen. De woning is een open eengezinswoning.

De aanvraag betreft het verbouwen van de woning en regulariseren van de carport. De bestaande woning bevat op het gelijkvloers: zithoek, eethoek, keuken, berging, badkamer, bureau, toilet, carport, garage en inkomhal. Een trap brengt ons naar de kelder. Op de verdieping bevinden zich: 3 slaapkamers, nachthal en berging. Een trekladder brengt ons naar de zolder.

De nieuwe woning bevat op het gelijkvloers: zithoek, eethoek, keuken, bergingen, toilet, badkamer, carport en inkomhal. Een trap brengt ons naar de kelder. Op de verdieping bevinden zich: 3 slaapkamers, berging en nachthal. Een trekladder brengt ons naar de zolder.

We hebben een kadastrale schets uit 1949 bijgevoegd, waaruit blijkt dat de bijgebouwen toen al aanwezig waren en daarom als vergund worden beschouwd. Een deel van deze bijgebouwen zal  worden afgebroken, terwijl een ander deel behouden blijft en wordt nageïsoleerd. De bouwheer koos voor een hedendaags-ogende architecturale uitstraling voor de bijbouw aan het hoofdgebouw.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.

 

2.c. Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

///

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

In het kader van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning werd er een aangetekende zending gezonden naar de aanpalende eigenaars van de halfopen bebouwing aan de rechterzijde van dit perceel.

Art. 83. OVB bepaalt namelijk dat: ‘als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, vraagt het bevoegde bestuur met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen. Deze eigenaars moeten hun standpunt bezorgen binnen een vervaltermijn van dertig dagen die ingaat de dag na ontvangst van de vraag van het bevoegde bestuur.’

Er werd een aangetekende zending verzonden aan de aanpalende eigenaars op 9 december 2024.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Er werd naar aanleiding van de kennisgeving conform artikel 83 OVB geen bezwaarschrift/melding van de eigenaars van een aanpalend perceel ingediend.

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- Functionele inpasbaarheid: de aanvraag betreft het verbouwen van een bestaande open eengezinswoning en regularisatie van de carport. De voorgestelde regularisatie van de carport en de verbouwing van de woning is functioneel aanvaardbaar, gelet op de geldende bestemmingsvoorschriften en de aanwezige bebouwingen in de onmiddellijke omgeving. De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende gewestplan. Het betreft de verbouwing van een ééngezinswoning in een landelijk woongebied en de voorgestelde werken zijn bijgevolg zone-eigen en gangbaar voor deze omgeving. De carport betreft een open lichte constructie.

 

- Mobiliteitsaspect:. er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit. Er worden ook voldoende parkeerplaatsen voorzien op het eigen terrein.

 

- Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een bestaande open eengezinswoning en regularisatie van de carport  samen met de afbraak van enkele aangebouwde bijgebouwen aan het hoofdvolume. Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 centimeter wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume conform Art. 4.1.1. van de VCRO. Het perceel is voldoende ruim waardoor het voorgestelde ontwerp ruimtelijk inpasbaar is. Het ontwerp is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard. De aanvraag heeft geen invloed op het bestaande ruimtegebruik. De tuinzone voor de ééngezinswoning is gesitueerd aan de achterzijde, waardoor die op een kwalitatieve wijze kan worden ingericht.

 

- Visueel-vormelijke elementen: de verbouwing wordt voorzien in materialen die aansluiten op elkaar en waarbij er naar vormgeving, materiaalgebruik en architectuur gestreefd werd naar een harmonisch geheel. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande landelijke omgeving. Voorgesteld ontwerp is qua vormgeving, materiaalgebruik en architectuur stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande bebouwing in de omgeving. De voorgestelde materialen zijn aanvaardbaar binnen deze bebouwde context.

 

- Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en deze bebouwing liggen niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht. De aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

 

- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden..

 

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen:

Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat door voorliggende aanvraag de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

Gunstig advies, onder voorwaarde:

 

• Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 22/01/2025 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door mevrouw Isabelle Bogaerts wonende te St. Jorisstraat 55 te 3570 Alken, het verbouwen van een woning, gelegen St. Jorisstraat 55, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 226 R, (afd. 1) sectie I 226 G2 en (afd. 1) sectie I 226 X voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er wordt volgende voorwaarde opgelegd:

 

• Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereisten

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Omgevingsvergunning 967

Aanvraag omgevingsvergunning over: het plaatsen van een electriciteitscabine ingediend door Glenn Ploner namens Fluvius System Operator CV met als contactadres Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 121/2 _. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Glenn Ploner namens Fluvius System Operator CV met als contactadres Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt

 

Ligging van het perceel:

Bulsstraat zn

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie E nr. 121/2 _

 

Projectnaam:

Bulsstraat - Fluvius

 

Dossiernummer:

2024140

 

Intern dossiernummer:

967

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024156226

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het plaatsen van een electriciteitscabine

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

- het plaatsen van een E-cabine: Alken - Bulsstraat 6

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 – woongebied met landelijk karakter.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP alsook niet binnen de omschrijving van een niet-vervallen verkaveling.

 

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen:

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het plaatsen van een elektriciteitscabine, zal gebeuren volgens de wettelijke vereiste betreffende infiltratie voor netgebonden gebouwen.  Conform de geldende voorschriften zal Fluvius ervoor zorgen dat ten minste ¼ van de oppervlakte van het terrein waarop de netgebonden gebouwen worden opgericht, waterdoorlatend zal blijven om infiltratie te bevorderen. Deze maatregel wordt genomen om de impact van het project op het milieu te minimaliseren en om te voldoen aan de geldende regelgeving met betrekking tot infiltratie.

 

Milieu:

///

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

26 november 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

19 december 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Anne Hermans

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

16 januari 2025

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie E 121/2 _

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Huidige aanvraag betreft het plaatsen van een betonnen prefab elektriciteitscabine.

 

Het perceel is gelegen aan een gemeentelijke weg, nl. de Bulsstraat, een geasfalteerde gemeenteweg die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand.  De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande of gekoppelde eengezinswoningen.  De aanpalende gronden betreffen aan de achterzijde de tuinzone van de woningen gesitueerd aan de Grootstraat en aan de linkerzijde is er een ééngezinswoning gesitueerd.

 

Naar aanleiding van spanningsklachten thv. Bulsstraat is de nutsmaatschappij op zoek gegaan naar een locatie voor het plaatsen van een extra elekticiteitscabine in de omgeving om zo de spanning in de buurt te kunnen versterken mede rekening houdend met de energietransitie in de toekomst.

 

De nieuwe cabine heeft een oppervlakte van 9,32 m² en een volume van 23,3 m³.  Deze cabine heeft een breedte van 3m45 en een diepte van 2m70 en wordt geplaatst langs de Bulsstraat op een perceel in private eigendom van de gemeente Alken en zoals aangeduid op het inplantingsplan op ongeveer 3m50 van de rand van de weg en op ongeveer 2m26 van de perceelsgrens met het linker aanpalende perceel Bulsstraat 2.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Huidige vergunningsaanvraag betreft de aanleg van een nieuwe elekriciteitscabine binnen een woonzone, en is bijgevolg verenigbaar met de zonering volgens het gewestplan.

 

2.c. Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

///

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- functionele inpasbaarheid: voorliggende aanvraag betreft de plaatsing van een nieuwe elektriciteitscabine ter versterking van het net.  Gelet op de aard van deze werken in het kader van het algemeen belang en de openbare nutsvoorzieningen zijn deze werken dan ook functioneel inpasbaar in deze omgeving, gezien dit handelt over de optimalisatie van de bestaande nutsvoorzieningen.  De bestemmingsvoorschriften blijven ongewijzigd t.o.v. het geldende gewestplan en er is rekening gehouden met de bestaande omgeving en de omliggende bebouwingen.

- mobiliteitsaspect: In alle redelijkheid kan worden gesteld dat voorliggende aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit.

-  schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag betreft het plaatsen van een nieuwe elektriciteitscabine.  De uitvoering van deze werken zal dan ook ruimtelijk een zeer beperkte impact hebben op de omgeving gezien dit een beperkte constructie betreft van 9,32m² en een volume van slechts 23m³.  Het project is bijgevolg aanvaardbaar voor wat betreft de beschouwde beoordelingsaspecten.

- visueel-vormelijke elementen: Het aangevraagde project betreft het plaatsen van een betonnen prefab elektriciteitscabine met beperkte omvang dewelke omboord zal worden met een groene haag.  Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande omgeving gezien de verenigbaarheid met de omgeving en de bestaande infrastructuur.

- Cultuurhistorische aspecten: Het perceel is niet gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument.  Deze aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van deze omgeving.

- het bodemreliëf: bij de realisatie van de elektriciteitscabine zal het bestaande reliëf zoveel als mogelijk behouden blijven en zullen de wijzigingen gering blijven.

- hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: De te realiseren werken geven geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit.  De voorgestelde werken zijn voor het gebied stedenbouwkundig verantwoord.  De voorgestelde invulling zal geen negatieve invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.  Gezien de bestaande ruimtelijke configuratie en de reeds aanwezige bebouwing wordt het bestaande straatbeeld ook niet aangetast door de realisatie van deze infrastructuurwerken.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

///

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Voorwaarden

        Er dient een haag aangeplant te worden aan weerszijden en achterzijde van de cabine met een hoogte van min. 2m50, dit om de cabine beter te integreren in de omgeving en eventuele hinder ten aanzien van het aanpalende percelen te beperken.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 22/01/2025 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Glenn Ploner namens Fluvius System Operator CV met als contactadres Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt, het plaatsen van een electriciteitscabine, gelegen Bulsstraat zn. , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 121/2 voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er wordt volgende voorwaarde opgelegd:

 

        Er dient een haag aangeplant te worden aan weerszijden en achterzijde van de cabine met een hoogte van min. 2m50, dit om de cabine beter te integreren in de omgeving en eventuele hinder ten aanzien van het aanpalende percelen te beperken.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Omgevingsvergunning 970

Aanvraag omgevingsvergunning over: het bouwen van een ééngezinswoning met carport (gewijzigde plannen) ingediend door Johan en Katleen Aert - Janssen wonende te Bekstraat 33 te 3500 Hasselt. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Motstraat 89, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 750 D en (afd. 2) sectie F 750 G. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Johan en Katleen Aert - Janssen wonende te Bekstraat 33 te 3500 Hasselt

 

Ligging van het perceel:

Motstraat 89

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie F nrs. 750D en 750G

 

Projectnaam:

Motstraat 89 - Aert-Janssen

 

Dossiernummer:

2024143

 

Intern dossiernummer:

970

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024155855

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

De regularisatie van het bouwen van een ééngezinswoning met carport (gewijzigde plannen)

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

        De regularisatie van het bouwen van een ééngezinswoning met carport en vrijstaand bijgebouw (gewijzigde plannen)

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied met landelijk karakter eerste 50m vanaf de rooilijn) en agrarisch gebied (achterliggend gedeelte).

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

Overwegende dat de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP.

 

De aanvraag is ook niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.

 

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen:

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets:

Overwegende dat er voor het voorliggende project, namelijk het bouwen van een ruime open eengezinswoning met carport en vrijstaand bijgebouw, reeds een omgevingsvergunning werd verleend op 3 juli 2024 met ref. OMV_2024032549, waarbij de aanvraag aan gewestelijke hemelwaterverordening werd getoetst.  Dat de aanvraag geen wezenlijke wijzigingen met zich meebrengt in het kader van de gewestelijke hemelwaterverordening en het project geen omvangrijke oppervlakte heeft en niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van hemelwater in de bodem beperkt.

 

Echter het dakoppervlakte en het volume van de woning zijn groter geworden door de aanpassingen van het overdekt terras.  Het hemelwater wordt in een hemelwaterput van 25.570 liter verzameld.  Dit water wordt hergebruikt door de aanwezige toiletten en een buitenkraan.  De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een wadi van minimaal 7.448,10 liter.  De infiltratiezone zal op 50cm van de rechter perceelgrens worden aangelegd.

 

De oprit en het pad naar de voordeur worden uitgevoerd in een waterdoorlatende verharding.  Het terras wordt in helling gelegd zodat het afwatert naar de naastliggende gazon en ter plaatse kan infiltreren. Hierdoor dienen deze oppervlaktes niet op de hemelwater- of infiltratieput aangesloten te worden.

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.  De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

2 december 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

19 december 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Anne Hermans

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

16 januari 2025

 

1.f. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- er werd een omgevingsvergunning (OMV 902) verleend door het college van burgemeester en schepenen op 3 juli 2024 voor het bouwen van een ééngezinswoning met carport en vrijstaand bijgebouw.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft de regularisatie van het nieuw bouwen van een open eengezinswoning met carport en vrijstaand bijgebouw (gewijzigde plannen).

 

De aanvraag is gelegen aan een gewestweg, zijnde de Motstraat, dewelke voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwtypes met voornamelijk open en halfopen ééngezinswoningen. Zowel op het linker aanpalende perceel als het rechter aanpalende perceel situeert zich een open bebouwing.  De omliggende bebouwingen verschillen zowel in jaar van opbouw, bestemming, als in bouwstijl.

 

Huidige aanvraag betreft een regularisatie van de ééngezinswoning in aanbouw waarbij het bouwprogramma beperkt werd aangepast.  De wijzigingen in de aanvraag werden omschreven in de beschrijvende nota door de architect, volgende aanpassingen werden aan het ontwerp gerealiseerd:

 

1. Overdekt terras aan de achterzijde.

Aan de achterzijde links van de woning zal de slaapkamer op het gelijkvloers niveau niet worden uitgevoerd maar wordt hier de polyvalente ruimte deels doorgetrokken en wordt er aan de rechterzijde hiervan aansluitend een overdekt terras gerealiseerd.  De polyvalente ruimte zal nog een breedte hebben van 5m41.  Aansluitend wordt er een overdekte terras voorzien over een breedte van 3m60 en een diepte van ongeveer 4m29 tegen de zijgevel van deze uitbouw.  Hierdoor wordt er ook een overdekte inkom gerealiseerd aan de achterzijde van de woning.  De nokhoogte van het bij-volume werd dan ook aangepast voor de realisatie van deze overkapping.  Dit werd gebracht tot op een hoogte van 7m06 ipv de vergunde nokhoogte van 6m62.  Ook de totale breedte van dit volume werd vergroot van 7m10 naar 9m01 waardoor de hobbyzolder op de verdieping ook een grotere oppervlakte zal krijgen.

 

2. Terras

De terrasverharding werd dan ook aangepast rekening houdend met het overdekt terras.  Er werd in aansluiting met de eetkamer aan de achtergevel een nieuw terras ingetekend met een oppervlakte van 33,20m².  Deze nieuwe berekening werd toegevoegd voor de verhardingen (inclusief bebouwing) op het perceel.  Deze voldoet nog steeds aan de geldende maxima.  Aansluitend aan het terras is er een ophoging in het terrein voorzien van 35,60m² om zo het terrein vanaf vloerpeil woning geleidelijk te laten overlopen naar het bestaande terrein aan de achterzijde van het perceel.  Echter deze ophoging situeert zich enkel rondom de woning en de terrasruimte.  Aangezien het huidige terrein lager ligt dan de geburen links en rechts zal het perceel deels ter hoogte van de realisatie van de woning worden opgehoogd.  Door deze ophoging zal het terrein mooi aansluiten met het linker aanpalende perceel maar zal er tevens het enorme hoogteverschil met de rechter gebuur worden verminderd.  Het terrein zal over ongeveer 35,56m² met ongeveer 50cm opgehoogd worden.  Het grondverzet en water wordt op eigen terrein opgevangen.

 

Voor het overige blijven de plannen voor de woning behouden zoals vergund op 3 juli 2024 met ref. OMV_2024032549.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan, zijnde woongebied met landelijk karakter aangaande de op te richten woning en het vrijstaande bijgebouw.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

AWV - District Zuid-Limburg

19 december 2024

13 januari 2025

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

       De aanvraag werd op 19.12.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan het Agentschap Wegen & Verkeer.  Op 13.01.2025 ontvingen wij een voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap Wegen & Verkeer met ref. AV/719/2024/01038.  Het ontwerp voldoet aan de bijzondere en algemene voorwaarden.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

 

        Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande bebouwing en de aanwezige infrastructuur.  De werken zijn qua functie (wonen) inpasbaar in de omgeving.  Gezien dit een regularisatie betreft van een ééngezinswoning in aanbouw waarvoor reeds een vergunning werd verleend op 03.07.2024 en de wijzigingen beperkt zijn, kan het voorgestelde ontwerp ter plaatse aanvaard worden en als functioneel inpasbaar beschouwd worden.

        Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de oprichting van één eengezinswoning geen invloed zal hebben op de mobiliteit aan de Motstraat.  Er wordt een carport voorzien voor 2 wagens binnen het hoofdvolume.

        Schaal: Gelet op de bebouwing in de onmiddellijke omgeving geeft het geplande ontwerp van deze eengezinswoning geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit.  Het volume van de woning blijft grotendeels behouden zoals reeds vergund waardoor dergelijke bebouwing in verhouding tot de oppervlakte van het perceel ter plaatse kan aanvaard worden, gezien het terrein voldoende ruim is om in dergelijke bebouwing te kunnen voorzien.  Er blijft ook nog voldoende afstand behouden ten aanzien van de perceelsgrenzen.  Ook blijft er op het perceel nog voldoende vrije ruimte beschikbaar om te kunnen voorzien in een tuin- en groenzone bij de woning.  Het ontwerp is qua omvang en gabarit niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg binnen deze omgeving worden aanvaard waar er in de onmiddellijke omgeving ook ruimere bebouwingen werden gerealiseerd.

        Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De op te richten woning overschrijdt de draagkracht van het terrein niet en de voorgestelde invulling past wat de korrelgrootte betreft in de specifieke ruimtelijke context.  Er worden voldoende afstanden tot de perceelsgrenzen bewaard ten aanzien van het hoofdvolume en de goede ruimtelijke ordening wordt niet in het gedrang gebracht.

        Visueel-vormelijke elementen: de woning alsook het bijgebouw worden afgewerkt in een Beerse recuperatiegevelsteen in combinatie met een houten bekleding en een dakafwerking in bruin-zwart genuanceerde pannen.  Het buitenschrijnwerk zal worden uitgevoerd worden door middel van houten deuren en zwart stalen ramen in combinatie met houten luiken.  Qua vorm sluit het gebouw aan bij de omgeving aangezien deze wordt gekenmerkt door een veelheid aan verschillende dakvormen en geveluitvoeringen in verschillende stijlen, waardoor het gevraagde niet zal leiden tot onverenigbare stedenbouwkundige situaties in de omgeving.

        Cultuurhistorische aspecten: Het perceel ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan een monument.

        Het bodemreliëf: Het terreinprofiel zal licht aangevuld worden voor de realisatie van de woning maar dit blijft beperkt tot de zone rondom de woning.  Echter zal het niveau van het terrein achter de woning terug gebracht worden naar het huidige maaiveld en zal er geen bijkomende hinder gebracht worden naar de aanpalende percelen gezien deze beide hoger liggen dan het perceel van de aanvrager. 

        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de inplanting van het gebouw op voldoende ruime afstand van de aanpalende percelen, dat de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden.  De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en –kwaliteit van de omgeving.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

///

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden:

        Alle verhardingen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden en zich te beperken tot de woonzone.

        Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein. 

        Het advies van het agentschap Wegen en Verkeer d.d. 13.01.2025 met ref. AV/719/2024/01038 dient strikt nageleefd te worden.

        De algemene en bijzondere richtlijnen van Fluvius dienen nageleefd te worden

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 22/01/2025 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Johan en Katleen Aert - Janssen wonende te Bekstraat 33 te 3500 Hasselt, het bouwen van een ééngezinswoning met carport (gewijzigde plannen), gelegen Motstraat 89, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 750 D en (afd. 2) sectie F 750 G voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden opgelegd:

 

        Alle verhardingen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden en zich te beperken tot de woonzone.

        Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein. 

        Het advies van het agentschap Wegen en Verkeer d.d. 13.01.2025 met ref. AV/719/2024/01038 dient strikt nageleefd te worden.

        De algemene en bijzondere richtlijnen van Fluvius dienen nageleefd te worden

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Omgevingsvergunning 972

Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen naar een meergezinswoning met 2 woonentiteiten ingediend door Gunther en Sara Bismans - Gilissen wonende te Lindestraat 44 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Lindestraat 42 en 44, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 533 N en (afd. 1) sectie B 533 X. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Gunther en Sara Bismans - Gilissen wonende te Lindestraat 44 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Lindestraat 42 en 44

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie B nrs. 533N en 533X

 

Projectnaam:

Lindestraat 44-42 - Bismans - Gilissen

 

Dossiernummer:

2024145

 

Intern dossiernummer:

972

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024141897

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het verbouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen naar een meergezinswoning met 2 woonentiteiten

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

Verbouwing van 2 halfopen woningen naar 1 meergezinswoning met 2 wooneenheden

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied met landelijk karakter eerste 50m vanaf de rooilijn) en agrarisch gebied (achterliggend gedeelte).

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

Overwegende dat de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP.

 

De aanvraag is ook niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.

 

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen:

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

 

Bij de linkse woning worden geen wijzigingen aangebracht aan het bestaande afvoersysteem van de woning.  Conform met de vergunning van 2010 is de linkse woning reeds voorzien van een regenwaterput van 3.000 liter.  Om deze redenen wordt de linker woning niet opgenomen in de berekening van het hemelwater.  Voor de berekeningen van het volume van de regenwaterput wordt het hellend en plat dak van het rechtse volume volledig in rekening gebracht.  Ondanks het feit dat het hellende dak in principe behoort bij de linkse woning, wordt deze toch aangesloten op de regenwaterput van het gelijkvloerse appartement.  Indien de linkse en rechtse woning ooit toch terug volledig van elkaar afgesplitst worden, beschikken beide woningen over hun eigen regenwaterput en afvoersysteem.

 

De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt105m².  Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 7 500 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 2 529 liter en een infiltratieoppervlakte van 11,23m².  Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten, het wasmachine en een buitenkraan.

 

Er werd op de plannen aangeduid dat er verhardingen zullen worden aangelegd voor de inrit en een buitenruimte.  Voor deze verhardingen worden er waterpasserende verhardingen voorzien volgens het inplantingsplan, het hemelwater kan bijgevolg afwateren op het eigen perceel gezien dit ter plaatse kan infiltreren.  De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.  De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

5 december 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

19 december 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Anne Hermans

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

16 januari 2025

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 533 N

De woning dateert van 1967 en wordt geacht vergund te zijn.

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 12/10/1966 een stedenbouwkundige vergunning  (0440) voor bouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 09/01/1969 een stedenbouwkundige vergunning  (0663) voor bouwen garage werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 24/11/2020 een omgevingsvergunning (K060) voor kapmachtiging werd  door de deputatie.

 

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 533 X

De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 24/06/2006 een stedenbouwkundige vergunning (4867) werd verleend voor de verbouwing van een woning door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 23/12/2009 een stedenbouwkundige vergunning (5520) werd verleend voor de uitbreiding en verbouwing van een halfopen ééngezinswoning door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat er op 24/04/2019 een omgevingsvergunning (OMV 145) werd verleend voor het plaatsen van een overdekt terras en tuinhuis door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvrager wenst de bestaande halfopen ééngezinswoningen te verbouwen en integreren met elkaar tot een meergezinswoning.

 

Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg, zijnde de Lindestraat, gelet op de plaatselijke toestand.  De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een variatie aan bebouwingen en dit in verschillende typologieën en bouwstijlen.  Aan de linkerzijde van het perceel Lindestraat 44 bevindt zich een open bebouwing  Aan de rechterzijde van de woning Lindestraat 42 is er een braakliggend perceel gesitueerd.

 

De bouwheer wenst de bestaande halfopen ééngezinswoningen te verbouwen en bij elkaar te integreren tot een meergezinswoning maar met behoud van 2 woonentiteiten.  Bij de verbouwingswerken blijft de linkse woning bewaard in zijn huidige toestand op enkele kleine beperkte verbouwingswerken na zoals het maken van twee muuropeningen in de gemeenschappelijke muur en het verwijderen van een lichte binnenwand.  De eerste verdieping en zolder van de rechtse woning (nr. 42) worden toegankelijk gemaakt vanuit de linkse woning (nr. 44) en worden zo bij de linkse woning gevoegd.  Op de eerste verdieping wordt de deur van slaapkamer 1 in de linkse woning verwijderd.  Deze slaapkamer wordt omgevormd tot een open bureauruimte.  In deze bureauruimte wordt een opening gemaakt in de gemeenschappelijke muur zodat de rechtse woning (nr. 42) bereikbaar is.  In de rechtse woning (nr. 42) wordt de verdieping verbouwd zodat er achteraan een slaapkamer is met dressing en vooraan de derde slaapkamer en aparte badkamer.  De nachthal loopt door de open bureauruimte van de linkse woning tot in de rechtse woning.  Op de zolderverdieping wordt in de linkse woning (nr. 44) de lichte binnenwand verwijderd zodat er 1 grote slaapkamer ontstaat.  In de gemeenschappelijke muur wordt een deuropening gemaakt zodat de zolder van de rechtse woning (nr. 42) bereikbaar is via de slaapkamer.

 

Het hoofdvolume van de rechtse woning blijft eveneens zoveel mogelijk bewaard.  Er worden enkel intern enkele muren afgebroken en nieuwe muren geplaatst.  Het uitzicht en de raamopeningen blijven zo maximaal mogelijk bewaard.  Het bestaande dak van de rechtse woning (nr. 42) wordt afgebroken tot op de draagstructuur en vervolgens opnieuw opgebouwd en geïsoleerd zodanig dat het qua kroonlijsthoogte, nokhoogte en uitzicht aansluit bij het dak van de linkse woning (nr. 44).  Voor de rechtse woning betekent dit dat de kroonlijsthoogte wijzigt van 5,45 m naar 5,43 m.  De nokhoogte wijzigt van 9,58 m naar 9,74 m.  Het hellende dak wordt afgewerkt met zwarte dakpannen conform met de linkse woning.  Na de verbouwingswerken bestaan beide halfopen gebouwen nog steeds uit 2 bouwlagen met hellend dak, waarbij de hellende daken terug één geheel vormen.

 

Het bijgebouw en de aanhorigheden van de rechtse woning (nr. 42) worden verwijderd en er wordt een nieuwe uitbreiding gemaakt aan de achterzijde van de rechtse woning.  Deze nieuwe uitbreiding is compacter en minder diep dan de bestaande bijgebouwen en aanhorigheden waardoor er in totaliteit minder ruimte en volume wordt ingenomen.  Vermits de gemeenschappelijke perceelgrens achter het hoofdvolume van woningen knikt, ligt ook de uitbreiding geknikt tov het hoofdvolume.  De nieuwe uitbreiding ligt tot op de gemeenschappelijke linker perceelgrens en is tegen de bestaande uitbreiding van de linkse woning aangebouwd.  De rechter perceelgrens loopt eveneens schuin.  Ter hoogte van het hoofdvolume van de rechtse woning bedraagt de loodrecht gemeten afstand tot de rechter perceelsgrens 2,21m.  De zijgevel van de achterliggende uitbreiding ligt onder het platte dak in op minimum 3 m van de rechter perceelgrens.  De bouwdiepte van de rechtse woning (nr. 42) wijzigt van 22,95 m naar 17,84 m loodrecht gemeten vanaf de voorgevel tot de achterste punt van het platte dak van de nieuwe uitbreiding.

 

Het gelijkvloers van de rechtse woning (nr. 42) wordt verbouwd tot een gelijkvloers appartement met 1 slaapkamer.  De inkom blijft op dezelfde plaats zitten, namelijk rechts vooraan.  Omdat de trap naar de verdieping verwijderd wordt, ontstaat er in de bestaande inkomhal ruimte om een aparte toilet te plaatsen.  Vanuit de inkomhal is tevens de leefruimte en de verdere vertrekken van deze woonentiteit te bereiken.

 

De nieuwe uitbreiding wordt op traditionele wijze opgetrokken en bestaat uit 1 bouwlaag met plat dak waarvan de dakrand aansluit op de bestaande uitbreiding van de linkse woning (nr. 44).  De hoogte van de dakrand bedraagt 3,01m ten opzichte van de nulpas van de rechtse woning.  De nulpas van de rechtse woning ligt 2 cm hoger dan de nulpas van de linkse woning.  De uitbreiding wordt aan de buitenzijde afgewerkt met een houten gevelbekleding die aansluit bij de houten gevelbekleding van de bestaande uitbreiding van de linkse woning.  Het buitenschrijnwerk van de rechtse woning wordt vervangen door grijs aluminium buitenschrijnwerk dat aansluit bij de linkse woning.  Door de gebruikte materialen en bouwhoogte van de rechtse woning af te stemmen op die van de linkse woning, vormen beide woningen één samenhangend geheel.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan, zijnde woongebied met landelijk karakter.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Fluvius

19 december 2024

14 januari 2025

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd op 19.12.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius.  Op 14.01.2025 werd er een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

        Functionele inpasbaarheid: de aanvraag betreft het verbouwen van twee bestaande halfopen ééngezinswoningen naar een meergezinswoning met behoud van de woonentiteiten.  De voorgestelde uitbreiding en verbouwing van het hoofdvolume is functioneel aanvaardbaar, gelet op de geldende bestemmingsvoorschriften en de aanwezige bebouwingen in de onmiddellijke omgeving.  De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende gewestplan.  Het betreft de verbouwing en uitbreiding van 2 halfopen ééngezinswoningen naar een meergezinswoning in een landelijk woongebied en de voorgestelde werken zijn bijgevolg zone-eigen en gangbaar voor deze omgeving.

        Mobiliteitsaspect:. er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit.  Er worden ook voldoende parkeerplaatsen voorzien op het eigen terrein bij de meergezinswoning.

        Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: voorliggende aanvraag heeft dezelfde schaalgrootte van de bestaande bebouwing alsook op de belendende percelen en valt dan ook niet uit de toon ten opzichte van de omliggende woningen.  Door het slopen van de bestaande koterijen, bijgebouwen en andere constructies en het subtiel wijzigen van de huidige configuratie, zal onderhavig ontwerp in verhouding met de bestaande toestand, een verbetering betreffen.  Voorliggend ontwerp zal in zijn huidige vorm aansluiten op de schaal van zijn omgeving alsook de schaal van het bouwperceel.  Het betreft tevens een uitbreiding in harmonie met de bestaande bebouwing.  De inplanting van de woningen blijft grotendeels behouden waardoor enige hinder naar buurpercelen toe zeer beperkt blijft en als niet-uitzonderlijk kunnen beschouwd worden.  Het perceel is ook voldoende ruim waardoor het voorgestelde ontwerp ruimtelijk inpasbaar is.  Het ontwerp is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.  De aanvraag heeft geen invloed op het bestaande ruimtegebruik.  De tuinzone voor de beide woonentiteiten is gesitueerd aan de achterzijde, waardoor die op een kwalitatieve wijze kan worden ingericht.

        Visueel-vormelijke elementen: het bestaande hoofdvolume en de uitbreidingen worden voorzien in materialen die aansluiten op elkaar en waarbij er naar vormgeving, materiaalgebruik en architectuur gestreefd werd naar een harmonisch geheel.  Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande landelijke omgeving.  De werken hebben een geringe impact ten aanzien van de omgeving en brengen de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang.  De materialen die gebruikt worden zijn afgestemd op de huidige bebouwing, zijnde de uitbreiding wordt aan de buitenzijde afgewerkt met een houten gevelbekleding die aansluit bij de houten gevelbekleding van de bestaande uitbreiding van de linkse woning.  Het buitenschrijnwerk van de rechtse woning wordt vervangen door grijs aluminium buitenschrijnwerk dat aansluit bij de linkse woning.  Door de gebruikte materialen en bouwhoogte van de rechtse woning af te stemmen op die van de linkse woning, vormen beide woningen één samenhangend geheel.

        Cultuurhistorische aspecten: . Het perceel en deze eigendom zijn niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht.  De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

        Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden.

        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de inplanting, de verbouwing van deze ééngezinswoning en door het afschermen van de buitenruimte de privacy van de omwonenden niet wordt geschonden.  De voorgestelde invulling zal geen negatieve invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

///

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

gunstig advies, onder voorwaarde:

        De verplaatsbare woonwagen die op het perceel werd ingetekend achter de woning Lindestraat 44 maakt geen deel uit van de huidige aanvraag en kan niet vergund worden gezien deze gesitueerd is in agrarisch gebied.  Deze woonwagen dient dan ook verwijderd te worden op de huidige locatie.

        Het verwijderen van eventuele asbestmaterialen dient te gebeuren volgens de code van de goede praktijk.

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

        De algemene en bijzondere richtlijnen van Fluvius ref. 5000088373 d.d. 14.01.2025 dienen nageleefd te worden.

        Alle verhardingen voor de realisatie van de paden, toegangen, inritten en parkeerplaatsen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden zowel in opbouw als fundering.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 22/01/2025 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Gunther en Sara Bismans - Gilissen wonende te Lindestraat 44 te 3570 Alken, het verbouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen naar een meergezinswoning met 2 woonentiteiten, gelegen Lindestraat 42 en 44, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 533 N en (afd. 1) sectie B 533 X voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden opgelegd:

 

        De verplaatsbare woonwagen die op het perceel werd ingetekend achter de woning Lindestraat 44 maakt geen deel uit van de huidige aanvraag en kan niet vergund worden gezien deze gesitueerd is in agrarisch gebied.  Deze woonwagen dient dan ook verwijderd te worden op de huidige locatie.

        Het verwijderen van eventuele asbestmaterialen dient te gebeuren volgens de code van de goede praktijk.

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

        De algemene en bijzondere richtlijnen van Fluvius ref. 5000088373 d.d. 14.01.2025 dienen nageleefd te worden.

        Alle verhardingen voor de realisatie van de paden, toegangen, inritten en parkeerplaatsen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden zowel in opbouw als fundering.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Alken Vallei: aankoop gronden Laagdorp: 2e Afdeling Sie F nrs 460/D, 463/A en 458/E: agendering gemeenteraad

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Grootstraat thv nr 173: VK wegoverschot aan aangelanden: goedkeuren akte met bepaling prijs en voorwaarden

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Leemkuilstraat 113: VK wegoverschot aan aangelanden: goedkeuren akte met bepaling prijs en voorwaarden

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Overzicht punten

Zitting van 22 01 2025

 

Subsidie verdelging van een nest Aziatische hoornaars

Op 16 december 2024 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door Stefan Joosten en Ann Briels, Acacialaan 1 te 3570 Alken een aanvraag ingediend voor toekenning van de subsidie voor verdelging van een nest Aziatische hoornaars, gelegen op volgend adres: Koosterstraat zn te 3570 Alken. Met de subsidies voor verdelging van de nesten Aziatische hoornaars wil de gemeente de (honing)bijen en andere inheemse insecten beschermen. Voor het bestrijden van deze nesten  voorziet de gemeente de terugbetaling van het bedrag van de factuur van de brandweer of erkende verdelger, met een maximum van €60 (incl. BTW)

 

Feiten en context

Op 16 december 2024 werd conform de voorschriften van vernoemd gemeenteraadsbesluit door Ann Briels en Joosten Stefan, Acacialaan 1 te 3570 Alken een aanvraag ingediend voor toekenning van de subsidie voor verdelging van een nest Aziatische hoornaars, gelegen op volgend adres: Koosterstraat te 3570 Alken

 

Juridische grond

Het gemeenteraadsbesluit van de gemeenteraad van 21 december 2023, houdende goedkeuring van een subsidieregeling voor verdelging van een nest Aziatische hoornaars

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Met de subsidies voor verdelging van de nesten Aziatische hoornaars wil de gemeente de (honing)bijen en andere inheemse insecten beschermen. Voor het bestrijden van deze nesten  voorziet de gemeente de terugbetaling van het bedrag van de factuur van de brandweer of erkende verdelger, met een maximum van €60 (incl. BTW).

 

Financiële gevolgen

De uitbetaling van de subsidie gebeurt als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€60,00

21%

002001

Datum visumaanvraag:

Niet van toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Aan de heer Stefan Joosten en mevrouw Ann Briels, Acacialaan 1 te 3570 Alken wordt een toelage van €60,00  toegekend voor de verdelging van een nest Aziatische hoornaars, conform het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 inzake een gemeentelijke subsidieregeling voor de verdelging van Aziatische hoornaars.

Artikel 2: De subsidie wordt betaald van registratiesleutel MJP002001 van het budget 2025.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.