Gemeente Alken

Zitting van 18 november 2020

van 15:30 tot 16:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Vanaf punt 6.2 verlaat Marc Penxten, burgemeester de zitting.

Vanaf punt 6.2 vervoegt Cindy Vandormael, waarnemend burgemeester de zitting.

Vanaf punt 7.1 vervoegt Marc Penxten, burgemeester de zitting.

Vanaf punt 7.1 vervoegt Cindy Vandormael, schepen de zitting.

 

 

Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 12.11.2020

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Mededeling agenda gemeenteraad d.d. 26.11.2020

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen neemt er kennis van dat de voorzitter van de gemeenteraad, de heer Patrick Martens, de gemeenteraad samenroept op donderdag 26 november 2020 om 20u00.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Raamovereenkomst voor de huur en het onderhoud van koffieautomaten en aankoop van koffie en toebehoren. Goedkeuring starten procedure en lijst uit te nodigen firma's.

 

Besluit

Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2020/065 en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst  voor de huur en het onderhoud van koffieautomaten en aankoop van koffie en toebehoren”, opgesteld door de dienst overheidsopdrachten. De lastvoorwaarden worden vastgelegd zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 39.256,20 excl. 21% btw of € 47.500,00 incl. 21% btw (voor de maximumduur van de opdracht voor 5 jaar). De raming bedraagt € 7.851,24 excl. 21% btw of € 9.500,00 incl. 21% btw per jaar;

Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3: De opdracht wordt afgesloten voor de duur van 1 jaar, waarna deze opdracht 4 maal stilzwijgend verlengd kan worden voor een periode van 1 jaar. Maximumduur van de overeenkomst is 5 jaar.

Artikel 4 : Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

- MIKO COFFEE SERVICE NV, Steenweg op Mol 177 te 2300 Turnhout;

- IDE COFFEE SYSTEMS BVBA, Z.5 Mollem 410 te 1730 Mollem;

- JACOBS DOUWE EGBERTS PRO BE BVBA, Esplanade 1, Bus 18 te 1020 Brussel;

- KOFFIE F. ROMBOUTS NV, Antwerpsesteenweg 136 te 2630 Aartselaar;

- MAES KOFFIE NV, Luikersteenweg 244, Bus F te 3500 Hasselt;

- THE JAVA COFFEE COMPANY NV, Wingepark 20 te 3110 Rotselaar;

- BEYERS' KOFFIE NV, Koning Leopoldlaan 3 te 2870 Puurs-Sint-Amands;

- MOKAFINA NV, Simon De Heuvellaan 2 te 2110 Wijnegem;

- OXFAM, Ververijstraat 15 te 9000 Gent.

Artikel 5 : De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 10 december 2020 om 09.30 uur.

Artikel 6 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer MJP000239.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Participatieplatform CitizenLab. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Verbouwing en uitbreiding gebouwen technische dienst. Werfverslag 10 van 10 november 2020

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Betaalbaarstelling facturen

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met de facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Uitkering rente n.a.v. arbeidsongeval -  23 april 2020 - Trevels Michel

 

Besluit

Artikel 1: Zonder afbreuk te doen aan art. 11 van de wet van 3 juli 1967 wordt er

een rente verleend aan de rechtverkrijgende van wijlen De Heer Michel Trevels.

 

Artikel 2: Naam, adres en hoedanigheid van de overledene:

De Heer Michel TREVELS, geboren te Aarschot op 12 juli 1963 en wonende te Ed. Dompas-

straat 63 bus 1 te 3570 ALKEN.

 

Artikel 3: Naam en adres van de rechtverkijgenden :

- Philtjens Martine, geboren te Hasselt op 11 september 1969 en wonende te 3570 Alken, Hulzenstraat 8.

- Trevels Dennis, geboren te Hasselt op 21 januari 1997 en wonende te 3570 Alken, Hulzenstraat 8.

 

Artikel 4: Voor de berekening van de renten worden volgende gegevens in aanmerking

genomen:

- basisloon tegen index 138,01: 16.833,95 EUR

- datum van het ongeval: 23 april 2020

- datum van het overlijden: 23 april 2020

- uitwerking van de rente : 01 april 2020

 

Artikel 5:

Mevrouw MARTINE PHILTJENS heeft recht op een lijfrente.

Tegen index 240,26 geldig op de dag van het overlijden beloopt deze

rente: 16.833,95 EUR x 30,00 % x 1,7410 = 8.792,37 EUR per jaar.

 

De zoon Dennis heeft recht op een tijdelijke rente.

Tegen index 240,26 geldig op de dag van het overlijden beloopt deze

rente: 16.833,95 EUR x 15,00 % x 1,7410 = 4.396,18 EUR per jaar.

 

In toepassing van art.13 van de wet van 3 juli 1967 zijn deze renten

gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen

en zijn maandelijks vooraf betaalbaar door één twaalfde met terugwerkende

kracht vanaf 01 april 2020.

 

Artikel 6 : Ethias NV, PRINS-BISSCHOPSSINGEL 73,3500 HASSELT, vertegenwoordigd door

haar directeur-generaal, verbindt zich in het kader van het verzekeringscontract onderschreven door GEMEENTE ALKEN, tot uitvoering van der regeling zoals hiervoor vermeld.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Grascheques.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen wijst de grascheques voor het dienstjaar 2020 volgens het geldende reglement (€ 990,- per terrein) voor het maaien van de voetbalterreinen, toe aan de respectievelijke clubs, als volgt :

 

Sportclub

Aantal terreinen

Toegekend

F.C. Alken velden Terkoest

3

€ 2.970,-

F.C. Alken velden Sint-Joris

2

€ 1.980,-

Atletiekclub Alken

1

€ 990,-

TOTAAL

 

€ 5.940,-

 

De nodige kredieten (€ 5.940,-) zijn voorzien onder de sleutel MJP001351.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Kunstgrascheques.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen wijst de kunstgrascheques voor het dienstjaar 2020 volgens het geldende reglement (€ 1.250,- per terrein) voor het onderhoud van het kunstgrasterrein, toe aan de respectievelijke clubs, als volgt:

 

Sportclub

Aantal terreinen

Toegekend

F.C. Alken veld Langveld

1

€ 1.250,-

TOTAAL

 

€ 1.250,-

 

De nodige kredieten (€ 1.250,-) zijn voorzien onder de sleutel MJP001351.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Sintzakkenzoektocht 21 t.e.m. 29 november 2020

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating om de Sintzakkenzoektocht te organiseren. Er zullen zowel in Sint-Joris, Terkoest en Alken-Centrum op 5 verschillende locaties Sintzakken verstopt worden. Via onze gemeentelijke website kunnen de kinderen een plannetje downloaden en hiermee op zoek gaan naar de Sintzakken. Kindjes die op één locatie alle Sintzakken gevonden hebben kunnen hun plannetje binnen brengen via de brievenbus van de dienst vrije tijd. Deze kindjes ontvangen daarna een cadeautje van de Sint aan huis. De Sintzakkenzoektocht loopt van 21 november t.e.m. 29 november 2020 en zal via de gemeentelijke website, de facebookpagina van de gemeente en de dienst vrije tijd alsook via een flyer die verdeeld wordt naar de kindjes via de scholen, gecommuniceerd worden. Gelet op de geldende corona maatregelen en om verspreiding te voorkomen is het niet wenselijk dat kinderen uit naburige gemeenten ook aan deze zoektocht deelnemen. In communicatie zal er meegedeeld worden dat de Sintzakkenzoektocht enkel bedoeld is voor de schoolgaande kinderen in Alken en de Alkense kinderen die buiten Alken school lopen.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Verlenging CinémAlken t.e.m. maart 2021

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan DSV gcv om de opening van hun Cinémalken te verlengen t.e.m. maart 2021 en dit van zodra zij terug mogen openen en op voorwaarde dat op elk moment de op dat moment geldende maatregelen opgelegd door de hogere overheid en/of door de gemeente zelf toegepast en gevolgd worden. Van zodra zij terug mogen openen kunnen zij de cinema elke dag openen indien gewenst zodat zij flexibel kunnen omspringen met inhaaldata van de films.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Samenwerkingsovereenkomst - Horizont VZW (Rap Op Stap)

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Beroep inzake omgevingsvergunning 297 - Geladé Eric

 

Besluit

Artikel 1:  Het college van burgemeester en schepenen heeft met betrekking tot dit dossier reeds een advies verleend in 1e aanleg waarbij er een weigering voor omgevingsvergunning werd afgeleverd op 12 augustus 2020 voor de regularisatie van de bestaande opslagloods nr 1 voor opslag fruit en landbouwmaterieel met verharding, het verplaatsen van de woonunits van de seizoenarbeiders, het bouwen van sanitair en keuken voor deze woonunits, het aanleggen van een terras voor de seizoenarbeiders en het geheel in te kleden met een luifelconstructie.  Het college wenst haar advies en haar beslissing van 12 augustus 2020 te behouden.

Artikel 2: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de Provincie Limburg via het omgevingsloket.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Omgevingsvergunning 355 - Serge Crahay wonende te Schoenbeekstraat 29 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: exploitatie van een varkens- en schapenstal. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Schoenbeekstraat 29, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 330 G, (afd. 2) sectie E 330 K, (afd. 2) sectie E 331 F, (afd. 2) sectie E 331 G, (afd. 2) sectie E 333 E, (afd. 2) sectie E 333 D, (afd. 2) sectie E 593 E2, (afd. 2) sectie E 593 S en (afd. 2) sectie E 593 F2.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/11/2020 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Serge Crahay wonende te Schoenbeekstraat 29 te 3570 Alken, exploitatie van een varkens- en schapenstal, gelegen Schoenbeekstraat 29, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 330 G, (afd. 2) sectie E 330 K, (afd. 2) sectie E 331 F, (afd. 2) sectie E 331 G, (afd. 2) sectie E 333 E, (afd. 2) sectie E 333 D, (afd. 2) sectie E 593 E2, (afd. 2) sectie E 593 S en (afd. 2) sectie E 593 F2 te vergunnen.

 

2. De vergunning wordt afgeleverd voor de verandering van een bestaande milieuvergunning met behoud van de einddatum van de lopende vergunning, zijnde 5 november 2028.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Omgevingsvergunning 358 - mevrouw Els Butenaers wonende te Romeinse Kassei 37 te 3700 Tongeren en Marc Leemen wonende te Hasseltsesteenweg 466 te 3700 Tongeren. Het betreft een aanvraag over: het bouwen van een tweewoonst met vrijstaande tuinberging. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Ridderstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 387 C.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/11/2020 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door mevrouw Els Butenaers wonende te Romeinse Kassei 37 te 3700 Tongeren en Marc Leemen wonende te Hasseltsesteenweg 466 te 3700 Tongeren, bouwen van een tweewoonst met vrijstaande tuinberging, gelegen Ridderstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 387 C te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

          Er dient voldaan te worden aan de hemelwaterverordening, in dezen het voorzien van een hemelwaterput van 10.000 liter en een infiltratievoorziening van minimaal 3.925 liter (met een minimale oppervlakte van 6,28 m²)

          Het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius System Operator dd. 2 oktober 2020 met ref. 0000284238 dient strikt te worden opgevolgd;

          De scheidingswand tussen het rechts aanpalende gebouw en het terras op de eerste verdieping van het aangevraagde project mag niet worden uitgevoerd. Ter vervanging daarvan wordt het terras over een breedte van minimaal 190 cm ontoegankelijk gemaakt teneinde storende inkijk en mogelijke schaduwhinder te voorkomen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

RUP Sport- en recreatievelden - scopingsnota

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de scopingsnota voor RUP Sport- en recreatievelden goed.  Huidige scopingsnota vervangt de reeds goedgekeurde scopingsnota van 11 maart 2020.  Het college van burgemeester en schepenen geeft opdracht aan het planteam om op basis van de huidige scopingsnota een ontwerp van RUP op te stellen overeenkomstig de (bijgestelde) planopties naar aanleiding van de nu voorgelegde en goedgekeurde scopingsnota.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Voorlopige vaststelling RUP Alken Vallei

 

Besluit

Artikel 1: Het ontwerp RUP Alken Vallei wordt door het college van burgemeester en schepenen ter voorlopige vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van november 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Voorlopige vaststelling RUP Centrum 5 Zuid

 

Besluit

Artikel 1: Het ontwerp RUP Centrum 5 Zuid wordt door het college van burgemeester en schepenen ter voorlopige vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van november 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Lijsten omgevingsvergunningen

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Melding van een IIOA M79 - Matti Castro wonende te Steenberg 62/c te 3500 Hasselt. Het betreft een aanvraag over: de exploitatie van een garage/werkplaats. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Groenmolenstraat 1115A - unit 7A , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 83 K2.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/11/2020 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door Matti Castro wonende te Steenberg 62/c te 3500 Hasselt voor een terrein, gelegen Groenmolenstraat 1115A - unit 7A, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 83 K2 voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

3.4.1°a)

afvalwater komende van het reinigen van voertuigen (klanten -en bedrijfswagens) en het reinigen van de werkplaats. (Nieuw)

2 m³/uur

100 m³/jaar

15.2.

Garage met 1 voertuig-lift/brug voor het herstellen en onderhouden van motorvoertuigen. (Nieuw)

160 m2

15.4.1°

inrichting voor het handwassen van klanten hun motorvoertuigen en eigen bedrijfs -en aanhangwagens. (Nieuw)

10 m2

17.4.

opslag kleine hoeveelheden gevaarlijke stoffen; spuitbussen, oliën, benzine, remreiniger, aceton, thinner, white spirit. (Nieuw)

50 liter

29.5.2.1°a)

inrichting voor het mechanisch en fysisch behandelen van metalen; schuurband, zaagmachine, draaibank, lasmachine. (Nieuw)

15 kW

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

          Algemene milieuvoorwaarden van titel II van VLAREM

          Sectorale milieuvoorwaarden van titel II van VLAREM

          Het lozen van afvalwater en koelwater: hoofdstuk 5.3;

          Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motovoertuigen: hoofdstuk 5.15;

          Opslag van gevaarlijke producten: hoofdstuk 5.17

          Metalen: hoofdstuk 5.29

          Bijzondere milieuvoorwaarde:

          De exploitant levert binnen de 3 maanden na aktename van deze melding een bewijs (vb. foto systeem, technische omschrijving en aanduiding systeem en afwatering op een plan) van het opvangsysteem waarin het bedrijfsafvalwater in terecht komt, vooraleer het geloosd wordt in de riolering.

          Indien de exploitant dit niet tijdig aantoont (binnen de 3 maanden) dat aan voorgaande voorwaarde (3.a) voldaan wordt, mogen deze ingedeelde activiteiten van het wassen van voertuigen (rubriek 15.4.1° en het lozen van bedrijfsafvalwater (3.4.1°a) niet plaatsvinden en zijn ze bijgevolg verboden.                                      

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

-          200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

-          100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. 

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

-          het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

-          het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

-          het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

-          Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 18 11 2020

 

Omgevingsvergunning 347 - Tom Penxten namens Maatschap PENXTEN DANNY EN TOM VVZRL gevestigd te Bisschopsweyerstraat 14 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: de exploitatie van een nieuwe grondwaterwinning. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Brandepoelstraat ZN, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie H 75 E.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/11/2020 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Tom Penxten namens Maatschap PENXTEN DANNY EN TOM VVZRL gevestigd te Bisschopsweyerstraat 14 te 3570 Alken, exploitatie van een nieuwe grondwaterwinning, gelegen Brandepoelstraat ZN, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie H 75 E te vergunnen.

 

2. De vergunning wordt afgeleverd met een vastgelegde eindduur, zijnde 20 jaar.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/12/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.