Gemeente Alken

Zitting van 04 maart 2020

van 15:30 tot 16:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 26.02.2020

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Doortocht wielertoeristen en recreatiefietsers 'De acht van Zelem' te Alken op zaterdag 9 mei 2020

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de doortocht van de recreatieve fietstocht 'De acht van Zelem' op zaterdag 9 mei 2020 op het grondgebied van de gemeente Alken over de Heiligenbornstraat, de Steenweg, de Oude Baan, de Lokerstraat, de Broosveldstraat, de Stationsstraat, de Kolmenstraat, de Meerdegatstraat, de Steenweg, tevens over de Grootstraat, de Bulsstraat en de Laagbulsstraat.  De tijdelijke bewegwijzering wordt binnen de 48 uren, na de doortocht op zaterdag 9 mei 2020, verwijderd.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Vrije tijd in Alken - Verenigingengids 2020

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft de goedkeuring voor de opmaak en de druk van de verenigingengids 'Vrije tijd in Alken 2020'. Deze gids zal digitaal beschikbaar gesteld worden en er worden 120 exemplaren gedrukt. Kosten kunnen betaald worden via MJP001341.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

4 de Dialectavond

 

Besluit

Artikel 1:  Het college van burgemeester en schepenen is akkoord met het voorstel voor de organisatie van vierde dialectavond om vrijdag 13 maart 2020  in het gc d'Erckenteelcentrum door de Erfgoedraad samen met de  dialectgroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Melding stedenbouwkundige handelingen M54 - de heer Rudiger Meeus wonende te Steenweg 285/1 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: plaatsen van een terrasoverkapping. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 273 L2.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/03/2020 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Rudiger Meeus wonende te Steenweg 285/1 te 3570 Alken voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

-          200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

-          100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. 

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

-          het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

-          het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

-          het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

-          Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Omgevingsvergunning 267 - Stefan en Myrjam Deferm - Vantilt met als contactadres Dekkenstraat 91 bus 102 te 3800 Sint-Truiden. Het betreft een aanvraag over: het bouwen van een woning met carport. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Vrijdaegsstraat zn , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 31 W4.

 

Besluit

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Stefan en Myrjam Deferm - Vantilt met als contactadres Dekkenstraat 91 bus 102 te 3800 Sint-Truiden

 

Ligging van het perceel:

Vrijdaegsstraat zn

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie I nr. 31W4

 

Projectnaam:

Het bouwen van een woning met carport

 

Dossiernummer:

2019180

 

Intern dossiernummer:

267

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2019157630

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject 2019

1.b. Omschrijving aanvraag

Het bouwen van een woning met carport

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd: Woning

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  - woonuitbreidingsgebied.

 

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis aangegaan door de promotor.

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg St.Joris wijziging (Valstraat), goedgekeurd op 13 februari 1981.

Het eigendom is ook gelegen binnen een verkaveling dd. 30.12.1992 met intern nummer 425.

Overwegende dat de voorschriften van de verkaveling en het BPA primeren op deze van het gewestplan.

 

Deze verkaveling en het BPA zijn ouder dan 15 jaar waardoor er door de recente wijziging inzake de codextrein, van deze voorschriften kan afgeweken worden.  Dit wordt bepaald onder andere door de volgende artikels 4.3.1§1 en 4.4.1§2 VCRO:  Van voorschriften van een verkaveling en het BPA, ouder dan 15 jaar, kan afgeweken worden voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Het gewestplan blijft bijgevolg van toepassing.

 

Het blijft echter de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen :

-          Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

-          Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

-          Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

-          Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Het decreet integraal waterbeleid :

Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid, dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

 

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het bouwen van een eengezinswoning met carport over een beperkte oppervlakte betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak van de woning en de garage bedraagt 170,60m². Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter die overloopt naar een infiltratieput van 3 000 liter en een oppervlakte van 5m² met een noodoverloop naar de openbare riolering. Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor 2 toiletten en een buitenkraan.

Er worden verhardingen voorzien op het terrein. Deze beperken zich tot de strikt noodzakelijke toegangen en opritten tot de woning dewelke vrijgesteld zijn van vergunning volgens het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is.

Er wordt aan de achterzijde van de woning een terras voorzien. Het water dat op dit terras valt, infiltreert op eigen perceel, naast de verharding. Deze verharding valt dus niet onder de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. Verder wordt de tuin aangelegd in groen en beplanting.

Aangaande huidige aanvraag werd advies gevraagd aan Fluvius op 10.01.2020. Binnen de gestelde termijn werd op 21.01.2020 een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen met ref.  0000280407.

Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.

De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

 

Milieu:

/

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

19 december 2019

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

10 januari 2020

Opening openbaar onderzoek

20 januari 2020

Afsluiten openbaar onderzoek

18 februari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Lieselotte Vinken

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

2 maart 2020

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie I 31 W4

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 30/12/1992 een verkavelingsvergunning  (425) voor nieuwe verkaveling werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning met carport op te richten op een braakliggend perceel.

Het perceel is gelegen langs de Vrijdaegsstraat., zijnde een gemeentelijke weg die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De residentiële omgeving wordt gekenmerkt door open eengezinswoningen die verschillend zijn qua typologie, bouwjaar en bouwstijl.

De eengezinswoning betreft een woning met 2 bouwlagen en een plat dak. De woning is opgevat als 2 volumes die gedeeltelijk op elkaar staan. Hierdoor wordt er gewerkt met overkragingen op de verdieping. Op gelijkvloers heeft de woning een bouwdiepte van 12m. Op de verdieping bedraagt de diepte 5,26m. De voorgevel van de woning staat ingeplant op 8m van de voorliggende perceelsgrens. In de rechterzijtuinstrook wordt een carport geplaatst. De voorgevel van de woning heeft een totale breedte van 15,30m, waarin de breedte van de carport vervat zit aan de rechterzijde. Aan de linkerzijde is er op gelijkvloers een overkraging van ca. 1m90. Hieronder is de toegang van de woning in de linkerzijgevel gelegen.

De hoogte van de gelijkvloerse verdieping bedraagt 3,50m. De maximale hoogte bedraagt 5,26m.

Er wordt gewerkt met 2 materialen. De gelijkvloerse bouwlaag wordt afgewerkt in een grijze gelijmde gevelsteen. De verdieping wordt afgewerkt met buitenpleister in een witte kleur. In de voorgevel wordt omwille van het materiaalverschil een kleine overkraging van 5cm gemaakt. De gevelbepleistering kraagt 5cm over zodat er voldoende afdruip van regenwater is. In de zijgevel opteert de bouwheer ervoor om deze oversteek feller te benadrukken en kraagt het volume van de verdieping 30cm over, louter architecturaal. De overkraging bevindt zich op 2m50 boven het maaiveld rondom de woning. Er is dus een overkraging van 5 cm in de voorgevel en 30 cm in de linkerzijgevel.

Rechts tegen de woning voorzien het ontwerp een carport. De carport start aan de voorgevel en loopt tot aan de uitsprong van de keuken. De carport is 7m75 diep en kan plaats bieden aan 1 voertuig + enkele fietsen. De carport betreft een volledig open constructie (luifel op palen), heeft een plat dak en een kroonlijsthoogte van 3m40 t.o.v. het maaiveld. De luifel wordt afgewerkt met een gevelbepleistering en vormt één geheel met de woning.

 

Aan de achterzijde van de woning wordt een terras voorzien met een oppervlakte van ca. 14,50m². Verder beperkt de verharding op het perceel zich tot de strikt noodzakelijke verhardingen tot de toegangen van de woning.  

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is in strijd met de voorschriften van het geldende BPA St-Joris wijziging (Valstraat), goedgekeurd op 13 februari 1981.

Het ontwerp wijkt af van:

Titel III Open bebouwing

Artikel 6: Zone voor open bebouwing

c. Inplanting en verkaveling

De oprichting dient te geschieden binnen de op het plan aangeduide grenzen. De afstand van een niet gemeenschappelijke zijgevel tot de laterale grens van de kavel moet ten minste 3m bedragen.

e. daken

De dakhelling is aangegeven op het plan. (zadeldak met helling van 25° tot 40°).

g. materialen

2. Alle buitengevels en alle overige zichtbare delen van het gebouw zullen uitgevoerd worden volgens bijgaande voorschriften:

a. in een welgevormde gevelsteen als hoofdmateriaal.

3. De daken worden afgedekt met pannen, natuur- of kunstleien in natuurlijke kleur en in horizontaal verband.

De aanvraag is ook in strijd met de voorschriften van de verkaveling dd. 30.12.1992 met intern nummer 425:

B. Inplanting: plaatsing zoals aangegeven op het verkavelingsplan.

F. Daken: De daken dienen belegd met pannen, natuurleien of kunstleien van hetzelfde formaat en dezelfde kleur als de eerste. De daken moeten minstens 2 schuine vlakken hebben waarvan de helling tussen 25° en 50°.

Het BPA  en de verkaveling is ouder dan 15 jaar.

Conform het wijzigingsdecreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening (codextrein), kan er afgeweken worden van voorschriften van BPA’s en verkavelingen ouder dan 15 jaar, voor aanvragen tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (art. 4.4.9/1 VCRO).

Er wordt een afwijking aangevraagd voor het bouwen van een woning met plat dak. De woning bevindt zich volgens de voorschriften van het BPA in zone 1z waarin de kroonlijst zich tussen de 2.50 m en 3.50 m vanaf gaanpad moet bevinden. Met de bouwdiepte van 5m26 op de verdieping blijft het volume van de woning met twee bouwlagen en plat dak binnen het max. toelaatbaar gabarit van de woning. Het volume schuift enkel iets meer naar achter. Voor het bouwen met twee bouwlagen en plat dak wordt met deze motivatie een afwijking aangevraagd. De afwijking kan worden aanvaard gezien een woning met plat dak gangbaar is binnen het hedendaagse woningpatrimonium. De aanvraag is in harmonie met de diverse woningtypologiëen in de omgeving.

In de voorgevel wordt omwille van het materiaal verschil een kleine overkraging van 5cm gemaakt. De gevelbepleistering kraagt 5cm over zodat er voldoende afdruip van regenwater is.

In de zijgevel opteert de bouwheer ervoor om deze oversteek feller te benadrukken en kraagt het volume van de verdieping 30cm over, louter architecturaal. De overkraging bevindt zich op 2m50 boven het maaiveld rondom de woning. Voor de overkraging van 5cm in de voorgevel en 30cm in de zijgevel wordt een afwijking aangevraagd. De afwijking kan wat betreft de overkragingen worden aanvaard. De afwijkingen zijn beperkt in omvang.  Dergelijke architecturale overkragingen zijn gangbaar binnen de omgeving en kunnen bijgevolg worden aanvaard.

De woning wordt opgetrokken in een traditionele bouwstijl (gemetst) en wordt afgewerkt met een combinatie van een grijze gelijmde gevelsteen en een witte gevelbepleistering.

Voor het gebruik van deze materialen wordt een afwijking aangevraagd op het voorschrift zijnde het gebruik van een welgevormde gevelsteen als hoofdmateriaal.

De gebruikte materialen zijn esthetisch verantwoord en sluiten aan bij de directe omgeving. De materialen zijn veelvoorkomend in het straatbeeld en hebben weinig impact op de omgeving. De woning wordt opgetrokken in duurzame materialen en doen geen afbreuk aan de visueel vormelijke elementen in de omgeving. De afwijking is bijgevolg aanvaardbaar.

 

 

 

 

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Fluvius System Operator

10 januari 2020

21 januari 2020

voorwaardelijk gunstig

PROXIMUS

10 januari 2020

13 januari 2020

gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd op 10.01.2020 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius System operator. Op 21.01.2020 ontging de gemeente een voorwaardelijk gunstig advies met ref. 0000280407. De inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

De aanvraag werd op 10.01.2020 digitaal voor advies voorgelegd aan Proximus. Op 13.01.2020 ontving de gemeente een gunstig advies. De inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

2.e. Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 20 januari 2020 tot 18 februari 2020.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

-          Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is gelegen binnen de omschrijving van een BPA goedgekeurd in ’81 zijnde zone voor open bebouwing en binnen de voorschriften van een verkaveling dd. 30.12.1992 met intern nummer 425. Functioneel is de voorgestelde aanvraag dus in regel met de geldende voorschriften mits toegekende afwijkingen en gelet op de opgelegde voorwaarden.

-          Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag geen negatieve invloed zal hebben op de mobiliteit. De huidige aanvraag brengt geen wezenlijke wijziging mee van de situatie, activiteiten en bebouwing ter plaatse en er is een voldoende parkeerruimte voorzien op het eigen perceel. 

 

-          Schaal: De aanvraag betreft het bouwen van een eengezinswoning met plat dak. De nieuwe woning heeft een hogere kroonlijsthoogte dan de huidige woning. Het betreft een afwijking die kan aanvaard worden gezien de woning met 2 bouwlagen nog steeds binnen het maximale gabarit blijft. Dit  geeft geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit. Een woning met 2 bouwlagen en plat dak is een gangbare norm bij hedendaagse vrijstaande eengezinswoningen.  Het ontwerp is wat omvang en gabarit betreft niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard, rekening houdend met de toegestane afwijkingen.

 

-          Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De woning overschrijdt geenszins de draagkracht van het terrein. De inplanting is conform de recente bebouwingen in de omgeving. De voorgestelde invulling past wat de korrelgrootte betreft in de specifieke ruimtelijke context.  De inplanting  en de voorgestelde bouwdiepte zijn conform de recente bebouwingen en dus gangbaar in de omgeving.

-           

-          Visueel-vormelijke elementen: De woning wordt afgewerkt hedendaagse duurzame materialen. De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande en voorziene bebouwing en de aanwezige infrastructuur, gelet op de toegestane afwijkingen. De werken hebben een geringe impact ten aanzien van de omgeving en brengen de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang. Het materiaalgebruik en de overkragingen, waarmee de aanvrager een afwijking wil bekomen, doen geen afbreuk aan de visueel vormelijke elementen en zijn aanvaardbaar in de omgeving.

 

-          Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

 

-          Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf zal niet wijzigen.

 

-          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de inplanting en de oriëntatie van de leefruimtes naar de achterzijde van het perceel, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden.  De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving. 

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

- De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Fluvius Operator System met ref. 0000280407 dd. 21.01.2020 dienen strikt gevolgd te worden.

 

- Het volledige terrein dient vrij gemaakt van constructies, d.w.z. alle gebouwen en verhardingen dienen verwijderd te worden waardoor er een braakliggend terrein bekomen wordt. Hierna kan de bouw van de nieuwbouwwoningen aanvatten.

 

- Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

 

- De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

 

- De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

- Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 


BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/03/2020 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Stefan en Myrjam Deferm - Vantilt met als contactadres Dekkenstraat 91 bus 102 te 3800 Sint-Truiden, het bouwen van een woning met carport, gelegen Vrijdaegsstraat zn , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 31 W4 te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

- De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Fluvius Operator System met ref. 0000280407 dd. 21.01.2020 dienen strikt gevolgd te worden.

 

- Het volledige terrein dient vrij gemaakt van constructies, d.w.z. alle gebouwen en verhardingen dienen verwijderd te worden waardoor er een braakliggend terrein bekomen wordt. Hierna kan de bouw van de nieuwbouwwoningen aanvatten.

 

- Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

 

- De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

 

- De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

- Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Omgevingsvergunning 271 - Katleen Vandormael wonende te Tulpenlaan 21 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: afbraak tuinhuis en bouwen van nieuwe carport. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Tulpenlaan 21, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 79 S.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/03/2020 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Katleen Vandormael wonende te Tulpenlaan 21 te 3570 Alken, afbraak tuinhuis en bouwen van nieuwe carport, gelegen Tulpenlaan 21, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 79 S te vergunnen.

 

2. Er worden geen voorwaarden en/of lasten opgelegd.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Omgevingsvergunning 272 - Dirk Théo Deveux namens DEVEUX PROJECTS BVBA gevestigd te Molenstraat 24 te 3570 Alken en de heer Dirk Deveux wonende te Molenstraat 24 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: uitbreiding van een vergunde ééngezinswoning (omv 170). De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Koolmeeslaan 5, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 1066 N3.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 04/03/2020 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Dirk Théo Deveux namens DEVEUX PROJECTS BVBA gevestigd te Molenstraat 24 te 3570 Alken en de heer Dirk Deveux wonende te Molenstraat 24 te 3570 Alken, uitbreiding van een vergunde ééngezinswoning (omv 170), gelegen Koolmeeslaan 5, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 1066 N3 te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

-De algemene en bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het advies van (Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 27.01.2020 met ref. 0000280489 dienen opgevolgd te worden.

-Het werfverkeer voor de ontwikkeling van het gebied Kerkveld dient te gebeuren langs de aansluiting met de Motstraat volgens het plan in bijlage van de vergunning.

-Alleen waterdoorlatende verhardingen met waterdoorlatende fundering zijn toegelaten voor de inritten en toegangen naar de woning. Er kan hierop enkel uitzondering gemaakt worden indien om technische redenen geen waterdoorlatende verharding mogelijk is.

-Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

-De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

-De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

-Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

verkoopbaarheidsattest OMG 651 - notariskantoor Seronvalle - Grootstraat

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat er voor de omgevingsvergunning met kenmerk 651 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 9 oktober 2019, aan de opgelegde voorwaarde inzake de aansluitbaarheid van het lot op de nutsvoorzieningen, cfr. de geldende bepalingen van de verschillende nutsmaatschappijen werd voldaan.

Artikel 2: De overige voorwaarden opgelegd in de omgevingsvergunning 651 blijven van toepassing, zijnde:

- Het volledige terrein dient vrij gemaakt te zijn van constructies, d.w.z. alle gebouwen en verhardingen dienen verwijderd te zijn. De realisatie van de verkaveling kan dus slechts in uitvoering gebracht worden na de afbraak van de bestaande woning en omliggende verhardingen.

- Het advies van Proximus d.d. 16.08.2019 dient gevolgd te worden.

- Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.

- Het deel van de te verkavelen gronden, gelegen op meer dan 50 meter uit de rooilijn van de voorliggende gewestweg, wordt uit de verkaveling gesloten gezien gelegen in agrarisch gebied.

- Het deel van de te verkavelen gronden, zijnde loten 1 en 3 met bestaande bebouwing op Grootstraat 121 en 123, worden uit de verkaveling gesloten.

Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen levert aan notariskantoor Monique Seronvalle, Weg naar As 109 bus 2 te Genk een attest van verkoopbaarheid af conform artikel 4.2.16 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Rapportage BVR doelgroepwerknemers milieugerelateerde taken 2019

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de rapportering aan de Vlaamse

Overheid over de uitgevoerde milieugerelateerde taken door doelgroepwerknemers in 2019, in totaal 1841,5 gerapporteerde uren, goed.

Artikel 2: De beslissing wordt overgemaakt aan de Vlaamse Overheid

(caplo@lne.vlaanderen.be).

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Projectaanvraag Op wielekes

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag voor het project Op wielekes goed. Het project wordt opgevolgd en uitgewerkt door de dienst vrije tijd en het OCMW. De aanvraag wordt als volgt voor 15 maart 2020 ingediend door de milieudienst:

De gemeente vraagt volgend project aan: Op wielekes: regel een bib voor kinderfietsen.

De gemeente beschikt over/is bezig met de opmaak van een klimaatactieplan: ja.

Aan welke acties uit het gemeentelijk klimaatbeleid kan dit project gelinkt worden:

          Stimuleren van het gebruik van de fiets.

          Een promotiecampagne opzetten zodat inwoners het concept van autodelen (en eventueel fietsdelen) leren kennen.

          Onder de maatregel "ondersteunen van initiatieven rond hergebruik": Promoten van initiatieven zoals kledingbeurzen, tweedehandsbeurzen,...

Wat zijn de ambities van de gemeente met dit project:

          Elk Alkens kind van een kwalitatieve fiets op maat voorzien.

          Voorkomen dat fietsen op de afvalberg terecht komen.

          De gezondheid bevorderen door bewegen en sporten te stimuleren.

Is er voldoende draagvlak (intern en extern) voor dit project in de gemeente? Motiveer:

Er zijn al verschillende verenigingen/scholen met deze materie bezig, zij kunnen eventueel als partner het project ondersteunen.

Hoe verzekert de gemeente de verderzetting van het project na afloop van de ondersteuning door de partnerorganisatie:

Er zal regelmatig overleg ingepland worden met de partners. Er wordt ruime communicatie voorzien en in het meerjarenplan wordt jaarlijks een vast budget voorzien voor het project.

Artikel 2: Er wordt 3176,25 euro incl. btw voorzien op registratiesleutel: MJP001543.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Subsidie herbruikbare luiers - Chloé Ava Agten

 

Besluit

Artikel 1: Aan mevrouw Severine Zels, Lokerstraat 63,3570 Alken, wordt een subsidie van € 75 toegekend voor de aankoop van herbruikbare luiers, conform het subsidiereglement voor herbruikbare luiers, incontinentiemateriaal, goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 februari 2020.

Artikel 2: Deze subsidie te betalen van het budget 2020, MJP001215.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Handhaving omgevingsinspectie

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Kattenplan provincie Limburg

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 04 03 2020

 

Aanvraag toelating Paaseierenraap Alkense ondernemersraad - paasmaandag 13 april

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen geeft aan de Alkense ondernemersraad de toelating om in samenwerking met het gemeentebestuur een paaseierenraap te organiseren voor kinderen t/m 8 jaar met een connectie met Alken als lenteactie voor de lokale handelaars. De paaseierenraap vindt plaats op paasmaandag 13 april om 9.30u. in Speeltuin De Alk (bij slecht weer kan uitgeweken worden naar de sporthallen).

Het gemeentebestuur ondersteunt de actie door

          te zorgen voor de nodige communicatie en coördinatie.

          een affiche te ontwerpen.

          de spandoeken met "Vrolijk Pasen" en de afbeelding van de paasactie in de euroframes aan de invalswegen te hangen.

          nadars door de technische dienst te laten plaatsen voor de afbakening van de raapzones in het verkeerspark.

          de paasactie-capsules aangekocht in 2014 in bruikleen te geven.

          speeltuinbonnetjes in te brengen als prijs voor de kinderen (budget speeltuin).

          vanaf 9u. het snoephuisje te openen en uitzonderlijk warme choco en koffiekoeken te verkopen (opbrengst speeltuin).

          drankbonnetjes te voorzien voor de vrijwillig helpende handelaars (te betalen van krediet MJP001140)

De overige kosten voor de actie worden gedragen door vzw ORA (ondernemersraad) en door financiële of materiële sponsoring van de deelnemende handelaars.

 

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2020