Gemeente Alken

Zitting van 13 november 2019

van 15:30 tot 16:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 6/11/2019

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

2de pensioenpijler - Plan Limburg

 

Besluit

Artikel 1: Het college neemt kennis van de presentatie van Ethias en VVSG en van het samenvattend overzicht en beslist de Limburgse federale parlementsleden op de hoogte te brengen van de problematiek van de 2de pensioenpijler voor de Limburgse besturen aangesloten bij het pensioenplan Limburg.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Kienspel FC Alken

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan de heer Danny Jeuris, voor het organiseren van een kienspel ten voordele van FC Alken, Sint-Jorisstraat 49A, Alken, op vrijdag 22 november 2019 in de kantine van FC Alken, mits:

- er op voorhand een lijst wordt binnengebracht van de prijzen, met vermelding van de

kostprijs of de waarde, en de herkomst van de prijs.

- het kienspel geen prijzen in geld of onmiddellijk in geld omkeerbaar zal behelzen ;

- de bekendmaking alleen binnen de gemeentegrenzen zal geschieden overeenkomstig art.

7 van de wet op de loterijen van 31 december 1851;

- de publiciteit volgende gegevens zal bevatten: dag en tijdstip van de activiteit,

deelnameprijs, bestemming van de opbrengst en datum goedkeuring;

- de inrichters nadien een verslag indienen bij het college van burgemeester en schepenen

inzake werking van het kienspel, volledige afrekening met alle inkomsten en uitgaven en

bestemming die gegeven wordt aan de opbrengst ervan.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Opdrachthoudende vereniging Limburg.net - Algemene vergadering d.d.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Fluvius retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Bestelbonnen, mandaten en invorderingsstaten

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist :

- de bestelbonnen van het dienstjaar 2019 goed te keuren. Het betreft hier de bestelbonnen van nummer 3682 tot en met nummer 4186.

- de betalingsbevelen van het dienstjaar 2019 betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan. Het betreft hier de mandaten van nummer 3035 tot en met nummer 3187.

- de invorderingen van het dienstjaar 2019 invorderbaar te stellen. Het betreft hier de invorderingsstaten van nummer: nog niet gekend door conversie.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Vacantverklaringen voor vaste benoeming in een wervingsambt.

Personeelstoestand 15 oktober 2019.

 

Besluit

Artikel 1: Volgende betrekkingen vacant te verklaren in de gemeentelijke basisschool De B@S!S:

- 1 deeltijdse betrekking als leermeester islamitische godsdienst (ISL) voor 1/24 lestijden;

- 1deeltijdse betrekking als onderwijzer voor 12/24 lestijden;

- 1deeltijdse betrekking als onderwijzer voor 8/24 lestijden;

- 1 deeltijdse betrekking als leermeester niet-confessionele zedenleer (NCZ) voor 2/24 lestijden;

- 1 deeltijdse betrekking als administratief medewerker HOKT voor 3/36 uren.

Artikel 2: De kandidaturen voor een vaste benoeming op 1/01/2020 in de hierboven omschreven vacante betrekking moeten ingediend worden bij het College van Burgemeester en schepenen op volgend adres: Hoogdorpsstraat 38 3570 Alken.

Artikel 3: De kandidaturen moeten vóór vrijdag 6 december 2019 om 12u., via een aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs worden ingediend.

Artikel 4: De kandidaten vermelden duidelijk in hun schrijven voor welke vacante betrekking(en) ze kandideren. Ze vermelden eventueel de voorrang waarop ze zich beroepen. Iedere kandidatuur is vergezeld van de nodige documenten die aantonen dat de kandidaat aan de voorwaarden voldoet.

Artikel 5: Alle personeelsleden van de scholengemeenschap DANK worden op de hoogte gebracht van deze vacantverklaring.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Aanvraag plaatsing publiciteitsborden Lions Club Alken Land van Wor

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Lions Club Alken Land van Wor voor de plaatsing van publiciteitsborden naast de Alkense gemeente- en gewestwegen op de voorgestelde plaatsen op voorwaarde dat er voor de gewestwegen ook een vergunning wordt afgeleverd door het agentschap wegen en verkeer. De publiciteitsborden naast gemeentewegen mogen max. 6 weken op voorhand geplaatst worden en dienen ten laatste een week na de activiteit opgeruimd te worden. Voor de borden naast gewestwegen geldt de vergunning van het agentschap wegen en verkeer.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest Lindestraat deel 2 op 12 januari 2020.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Lindestraat - deel 2 om op 12 januari 2020 vanaf 13u een buurtfeest te organiseren. In het kader van het reglement buurt– en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest.

De toelage kan betaald worden van actie 001.010.004.015 sleutel 0719/64910000.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest O.L.Vrouwstraat deel 2 op 28 december 2019.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de O.L.Vrouwstraat deel 2 om op 28 december 2019 vanaf 19u een buurtfeest te organiseren. In het kader van het reglement buurt– en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest.

De toelage kan betaald worden van actie 001.010.004.015 sleutel 0719/64910000.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest Sassenbroekstraat en Klinkstraat op 11 januari 2020.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Sassenbroekstraat en de Klinkstraat om op 11 januari 2020 vanaf 19u een buurtfeest te organiseren. In het kader van het reglement buurt– en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest.

De toelage kan betaald worden van actie 001.010.004.015 sleutel 0719/64910000.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Terugbetaling waterfactuur door manege, vereniging met recht van opstal in recreatiedomein De Alk.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming voor de opmaak van de tussentijdse factuur aan de manege, vereniging met recht van opstal in het recreatiedomein De Alk, voor de terugbetaling van het waterverbruik.

De verenigingen met recht van opstal in het recreatiedomein De Alk en cafetaria De Alk zijn aan de gemeente voor het waterverbruik een bedrag verschuldigd. De technische dienst houdt maandelijks de meterstanden bij. Aan de hand van deze meterstanden wordt een verrekening gemaakt. Onze facturatieperiode loopt normaal over 1 jaar, maar met de manege is een afspraak gemaakt om de betaling te spreiden en volgt nu een tweede tussentijdse factuur (periode april tot en met 18/09/2019), zie mail in bijlage. In deze mail wordt ook een afbetalingsplan voorgesteld. Het gemeentebestuur ontvangt voor de hoofdmeter (gelegen aan de ingang van de speeltuin) een maandelijkse factuur. Aan de hand van deze facturen (april tot en met juni) werd het volgende bedrag berekend:

•Manege € 2.533,97

Voor de periode van juli tot en met 18/09/2019 werd de berekening gedaan met de factuur van sporthal 2. Met de zomerperiode kon een lek pas hersteld worden in september en werd het water aangeleverd via sporthal 2. Het berekende bedrag is hier:

•Manege € 2.793,03

Samen een bedrag van € 5.327

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Erkenningsaanvraag Imkersvereniging BIJ-zonder

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Samenwerkingsovereenkomst - Horizont VZW (Rap Op Stap)

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Subsidie sportverenigingen 2019

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Toetreding projectvereniging Erfgoed Haspengouw

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Omgevingsvergunning 223 - Carol Vanelderen wonende te Meerdegatstraat 136A te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: kappen van 35 populieren. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Hoge Hofweg zn , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 215/2 B en (afd. 2) sectie C 229/2 A.

 

Besluit

 

 

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Carol Vanelderen wonende te Meerdegatstraat 136A te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Hoge Hofweg zn

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie C nrs. 215/2 B en 229/2 A

 

Projectnaam:

Kappen van 35 populieren

 

Dossiernummer:

2019121

 

Intern dossiernummer:

223

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2019113842

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject 2019

 

1.b. Omschrijving aanvraag

Kappen van 35 populieren

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd: Vellen van bomen

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979   - agrarisch gebied.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan of niet-vervallen verkaveling.

Verordeningen :

-          Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

-          Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

-          Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

-          Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Het decreet integraal waterbeleid :

Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid, dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

 

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het verwijderen van een bomen  niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.

 

Milieu:

Volgende wetgeving is van toepassing voor aanvragen met betrekking tot het kappen van bomen:

- Artikel 9, 2° besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het natuurdecreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (in het kader van wijziging van vegetatie en landschapselementen)

- Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Bij elke kapping dient er minstens een gelijkwaardige compensatie te worden voorzien. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

-Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

-Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

-Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.101997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998.

Voorliggede aanvraag werd digitaal ter advies voorgelegd aan Agentschap Natuur en Bos. Binnen de gestelde termijn werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. De voorwaarden uit het advies luiden als volgt:

• Binnen de perimeter van het perceel/de percelen moet per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom aangeplant worden;

• De aanplant gebeurt bij voorkeur met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12);

• De aanplant moet over dezelfde lengte als de gekapte bomenrij aangeplant worden;

• Indien men populier wenst aan te planten dient om de 8m een nieuwe populier geplant te worden;

• Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen;

• De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wilden/of veevraat;

• Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen;

• Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden;

• Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

11 september 2019

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

3 oktober 2019

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Lieselotte Vinken

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

12 november 2019

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie C 215/2 B

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

Perceelnummer : (afd. 2) sectie C 229/2 A

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het kappen van 35 hoogstammige populieren in het binnengebied tussen de Hoge Hofweg, de Broosveldstraat en de N80.

Op het perceel met kadastrale gegevens afd. 2, Sectie C, 2152B wordt 1 bomenrij van 17 populieren geveld. Op het perceel met kadastrale gegevens afd. 2, Sectie C, 2292A worden twee bomenrijen geveld met 18 populieren. De populieren worden geveld omdat ze ca. 25-30 jaar oud zijn en bijgevolg kaprijp zijn.

Op het perceel 2152B wordt een compensatie voorzien van 17 nieuwe populieren en op het naastliggende perceel 2292A worden 18 nieuwe populieren voorzien, aangeplant in 2 bomenrijen.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is niet in strijd met de voorschriften van het geldende gewestplan.

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Agentschap voor Natuur en Bos

3 oktober 2019

21 oktober 2019

voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Overheid - Departement Landbouw & Visserij

3 oktober 2019

8 oktober 2019

geen advies

Watering de Herk

3 oktober 2019

16 oktober 2019

geen advies

Provincie Limburg - Afdeling Water & Domeinen

3 oktober 2019

16 oktober 2019

geen advies

 

2.d. Bespreking van de adviezen

-  De aanvraag werd op 03.10.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Agentschap Natuur en Bos.  Op 21.10.2019 werd voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht met ref. 2019113842. De integrale inhoud kan worden onderschreven en bijgetreden.

-  De aanvraag werd op 03.10.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Departement Landbouw en Visserij.  Op 08.10.2019 deelden zij mee geen advies uit te brengen binnen de gestelde termijn. Aan deze adviesvraag mag worden voorbijgegaan. De inhoud hiervan met ref. 2019_004982_v1 kan worden onderschreven.

-  De aanvraag werd op 03.10.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Watering de Herk.  Op 16.10.2019 werd meegedeeld dat zij geen advies uitbrengen binnen de gestelde termijn. Aan deze adviesvraag mag worden voorbijgegaan. 

-  De aanvraag werd op 03.10.2019 digitaal voor advies voorgelegd aan Provincie Limburg – Afdeling Water en Domeinen.  Op 16.10.2019 deelden ze mee geen advies uit te brengen binnen de gestelde termijn. Aan deze adviesvraag mag worden voorbijgegaan. 

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

//

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

-Functionele inpasbaarheid: De aanvraag m.b.t. het kappen van 35 populieren past binnen de voorschriften van het gewestplan. De aanvraag is niet in strijd met de geldende voorschriften.

-Mobiliteitsaspect: Het kappen van de bomen, zal in alle redelijkheid, geen invloed hebben op de mobiliteit.

-Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat het kappen van de bomen geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit aangezien de aanvrager voor het kappen van de boom een gelijkwaardige compensatie voorziet. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

-Ruimtegebruik en bouwdichtheid: Het kappen van de bomen is niet in strijd met het ruimtegebruik en zal geenszins de draagkracht van het terrein overschrijden. 

-Visueel-vormelijke elementen: Het verwijderen van de hoogstammige bomen zal enkele visueel – vormelijke gevolgen hebben. Er wordt opgelegd dat de aanvrager compensatie van deze groenelementen moet voorzien.

-Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

-Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden. Het kappen van de boom  wijzigt het bodemreliëf niet.

-Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat door het kappen van de bomen de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

 

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden:

 

- Het advies van Agentschap Natuur en Bos dd. 21.10.2019 met ref.  2019113842 dient strikt gevolgd te worden.

 

- Om het project in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid dient rekening te worden gehouden met volgende voorwaarden:

 

▪ er moet tijdens de werken en bij de heraanplant rekening gehouden worden met de 5m erfdienstbaarheidszone langsheen de waterloop, waarbij gemeten moet worden vanaf de bovenrand van het talud van de waterloop;

 

▪ eventuele beschadigingen van de taluds van de waterloop ten gevolge van de werken dienen op natuurtechnische wijze hersteld te worden door en op kosten van de aanvrager;

 

▪ ontstronken en opvullen van gekapte bomen op dijken is verplicht, bij gekapte bomen op natuurlijke oevers is ontstronking niet toegelaten maar heraanplant met een nieuwe boom of houtkant verplicht;

 

▪ alle kap- en snoeihout dat gedurende de werken in de waterloop belandt, dient onmiddellijk verwijderd te worden;

 

▪ de aanvrager dient de Vlaamse Milieumaatschappij minstens 10 dagen voor de aanvang van de kapwerken op de hoogte te stellen;

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 13/11/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Carol Vanelderen wonende te Meerdegatstraat 136A te 3570 Alken, kappen van 35 populieren, gelegen Hoge Hofweg zn , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 215/2 B en (afd. 2) sectie C 229/2 A te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

- Het advies van Agentschap Natuur en Bos dd. 21.10.2019 met ref.  2019113842 dient strikt gevolgd te worden.

 

- Om het project in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid dient rekening te worden gehouden met volgende voorwaarden:

 

▪ er moet tijdens de werken en bij de heraanplant rekening gehouden worden met de 5m erfdienstbaarheidszone langsheen de waterloop, waarbij gemeten moet worden vanaf de bovenrand van het talud van de waterloop;

 

▪ eventuele beschadigingen van de taluds van de waterloop ten gevolge van de werken dienen op natuurtechnische wijze hersteld te worden door en op kosten van de aanvrager;

 

▪ ontstronken en opvullen van gekapte bomen op dijken is verplicht, bij gekapte bomen op natuurlijke oevers is ontstronking niet toegelaten maar heraanplant met een nieuwe boom of houtkant verplicht;

 

▪ alle kap- en snoeihout dat gedurende de werken in de waterloop belandt, dient onmiddellijk verwijderd te worden;

 

▪ de aanvrager dient de Vlaamse Milieumaatschappij minstens 10 dagen voor de aanvang van de kapwerken op de hoogte te stellen;

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Omgevingsvergunning 227 - Kimberly Vanvinckenroye wonende te Steenweg 230 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: bouwen van een tuinhuis. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg 230, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 255 T.

 

Besluit

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Kimberly Vanvinckenroye wonende te Steenweg 230 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Steenweg 230

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie K nr. 255T

 

Projectnaam:

Bouwen van een tuinhuis

 

Dossiernummer:

2019125

 

Intern dossiernummer:

227

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2019115497

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject 2019

1.b. Omschrijving aanvraag

Bouwen van een tuinhuis

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd: Het bouwen van een tuinhuis bij een eengezinswoning

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  -  woongebieden met landelijk karakter (voor de eerste 50m vanaf de rooilijn) en achterliggend agrarisch gebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan of niet-vervallen verkaveling.

Verordeningen :

-          Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

-          Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

-          Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

-          Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

-          Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Het decreet integraal waterbeleid :

Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid, dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

 

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het plaatsen van een tuinberging bij een eengezinswoning met een oppervlakte kleiner dan 40m², niet hoort tot de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van toepassing is.

Milieu:

/

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

16 september 2019

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

3 oktober 2019

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Lieselotte Vinken

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

12 november 2019

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie K 255 T

De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

 

De aanvrager wenst een tuinhuis te plaatsen bij een vrijstaande eengezinswoning.

De aanvraag is gelegen langs de Steenweg. Het betreft een gewestelijke weg die voldoende is uitgerust gelet op de bestaande toestand. De omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing en achterliggende agrarische gebieden.

Op het perceel zijn reeds een fietsberging en afdak aanwezig met een oppervlakte van ca. 24m². Deze werden geplaatst rechts achter de woning. Deze berging is opgetrokken conform het vrijstellingenbesluit.

Het nieuwe tuinhuis heeft een oppervlakte van 32m². Het heeft een breedte van 4m en een diepte van 8m. Het tuinhuis wordt afgewerkt met een plat dak. De hoogte van het tuinhuis bedraagt 3m.

Het tuinhuis wordt geplaatst tegen de linkerperceelsgrens en op een afstand van ca. 26m tov de voorliggende perceelsgrens.  Het tuinhuis heeft een dubbele deur aan de voorzijde en een raampartij aan de achterzijde. In de rechtergeven heeft het tuinhuis ook twee grote raampartijen. De gevelafwerking van het tuinhuis zal uitgevoerd worden in hout met een horizontale beplanking.

Binnen de aanvraag werd een overeenkomst tot het plaatsen van een tuinhuis op de perceelsgrens bijgevoegd die ondertekend werd door de aanpalende eigenaar, wonende op Steenweg nr. 232.

De aanpalende eigenaar verklaard hiermee akkoord te zijn met de oprichting van een tuinhuis in hout op de perceelsgrens.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

 

De aanvraag is niet in strijd met de geldende gewestplanvoorschriften.

2.c. Adviezen

 

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Agentschap Wegen & Verkeer

3 oktober 2019

7 november 2019

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

- De aanvraag werd op 03.10.2019 digitaal ter advies voorgelegd aan Agentschap Wegen en Verkeer. Op 07.11.2019 werd een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen met ref. AV/719/2019/00325. Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

/

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

-Functionele inpasbaarheid: De eengezinswoning is gelegen in woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan. De aanvraag betreffende het plaatsen van de tuinberging, is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

-Mobiliteitsaspect: De aanvraag voor het plaatsen van een tuinberging, zal in alle redelijkheid, geen invloed hebben op de mobiliteit.

-Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de aanvraag geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit gezien de aanvraag een voldoende samenhangend geheel vormt. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

-Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag voor het plaatsen van de tuinberging, is niet in strijd met het ruimtegebruik en zal geenszins de draagkracht van het terrein overschrijden. 

-Visueel-vormelijke elementen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de aanvraag geen negatieve invloed zal hebben op de visueel-vormelijke elementen. De afwerking van de tuinberging en de materiaalkeuze vormen een samenhangend geheel met de woning.

-Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en deze bebouwing ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

-Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden. De aanvraag wijzigt het bodemreliëf niet.

-Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat door de plaatsing de tuinberging, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. Binnen de aanvraag werd het akkoord van de aanpalende bijgevoegd ter oprichting van het tuinhuis op de perceelsgrens.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

 

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden:

 

-          Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

-          Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer dd. 07.11.2019 met ref. AV/719/2019/00325 dient strikt gevolgd te worden.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 13/11/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Kimberly Vanvinckenroye wonende te Steenweg 230 te 3570 Alken, bouwen van een tuinhuis, gelegen Steenweg 230, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie K 255 T te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

-          Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer dd. 07.11.2019 met ref.

      AV/719/2019/00325 dient strikt gevolgd te worden.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Omgevingsvergunning 508bis voor het verkavelen van gronden - landmeter Menten - verkavelingswijziging - Laagsimsestraat

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 13/11/2019 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Kenneth Menten wonende te Snoekstraat 23/1 te 3570 Alken, verkavelingswijziging waarbij één lot open bebouwing wordt gewijzigd naar 2 loten voor halfopen bebouwing, gelegen Laagsimsestraat zn , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 99 M en (afd. 2) sectie G 99 N te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

          De verkavelaar dient zelf en op eigen kosten de nodige stappen te ondernemen om de aansluitbaarheid van de loten op de nutsvoorzieningen te waarborgen, dit cfr. de geldende bepalingen van de verschillende nutsmaatschappijen.

          Het advies van de dienst waterlopen, provincie Limburg d.d. 23.10.2019 met ref. 2019N058201-2019-1083 dient strikt gevolgd te worden.  Met als uitdrukkelijke voorwaarde dat: ‘Er mag gebouwd worden omdat de schade aan nieuwe constructies voldoende kan vermeden worden voor zover voldaan wordt aan de onderstaande constructievoorwaarden:

  • Onder het vloerpeil mogen geen openingen in de constructie (buitenmuren, keldervloerplaat) voorzien worden.
  • Kelders en garages zijn enkel toegestaan onder het vloerpeil indien ze waterdicht worden uitgevoerd.
  • Niet-waterdicht doorvoeren van nuts- en andere leidingen onder het vloerpeil zijn verboden.
  • Aansluitingen op de riolering moeten afgeschermd worden met een terugslagklep en eventueel met een eigen pompinstallatie.
  • Inspectieputten op rioleringen, ontluchtingssystemen moeten waterdicht afgeschermd worden of opgesteld worden boven het vloerpeil.
  • Stookolietanks moeten boven het maaiveld gelegd worden.
  • Elektrische installaties die niet waterdicht afgeschermd zijn, moeten boven het vloerpeil voorzien worden.
  • Kruipkelders onder het vloerpeil moeten overstroombaar blijven.
  • Alleen waterdoorlatende verhardingen zijn toegelaten tenzij ze om technische redenen niet anders kunnen uitgevoerd worden.

 

          Het advies van Elia d.d. 23.10.2019 met ref. GS/N/928761-1/BA/JHA dient strikt nageleefd te worden.

          Het deel van de te verkavelen gronden, gelegen op meer dan 50 meter uit de rooilijn van de voorliggende weg, zijnde de loten 3 en 4, worden uit de verkaveling gesloten.

          De kroonlijsthoogte of dakrand zal bepaald worden in de bouwaanvraag van de eerste halfopen woning.

          Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.

          De te kappen hoogstam bomen binnen de bouwzone dienen gecompenseerd te worden door een nieuwe aanplant met hoogstam bomen op de achterliggende grond.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Verval van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 102.

§ 1. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij geen nieuwe wegen worden aangelegd of het tracé van bestaande gemeentewegen niet moet worden gewijzigd, verbreed of opgeheven, vervalt van rechtswege als:

1° binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de verkoop, de verhuring voor meer dan negen jaar of de vestiging van erfpacht of opstalrecht ten aanzien van ten minste één derde van de kavels;

2° binnen een termijn van tien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot dergelijke registratie ten aanzien van ten minste twee derde van de kavels.

 

Voor de toepassing van het eerste lid:

1° wordt met verkoop gelijkgesteld: de nalatenschapsverdeling en de schenking, met dien verstande dat slechts één kavel per deelgenoot of begunstigde in aanmerking komt;

2° komt de verkoop, de verhuring voor meer dan negen jaar, of de vestiging van erfpacht of opstalrecht van de verkaveling in haar geheel niet in aanmerking;

3° komt alleen de huur die erop gericht is de huurder te laten bouwen op het gehuurde goed in aanmerking.

 

Voor de toepassing van het eerste lid wordt tijdige bebouwing door de verkavelaar conform de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met verkoop gelijkgesteld.

 

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij nieuwe wegen worden aangelegd of waarbij het tracé van bestaande gemeentewegen gewijzigd, verbreed of opgeheven wordt, vervalt van rechtswege als:

1° binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot de oplevering van de onmiddellijk uit te voeren lasten of tot het verschaffen van waarborgen betreffende de uitvoering van deze lasten op de wijze, vermeld in artikel 75;

2° binnen een termijn van tien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de in paragraaf 1 vermelde rechtshandelingen ten aanzien van ten minste één derde van de kavels;

3° binnen een termijn van vijftien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de in paragraaf 1 vermelde rechtshandelingen ten aanzien van ten minste twee derde van de kavels.

 

Voor de toepassing van het eerste lid wordt tijdige bebouwing door de verkavelaar conform de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met verkoop gelijkgesteld.

 

§ 3. Als de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het verkavelingsproject, worden de termijnen van verval, vermeld in de paragrafen 1 tot en met 2, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.

 

§ 4. Het verval, vermeld in paragraaf 1 en 2, 2° en 3°, geldt slechts ten aanzien van het niet bebouwde, verkochte, verhuurde of aan een erfpacht of opstalrecht onderworpen gedeelte van de verkaveling.

 

§ 5. Onverminderd paragraaf 4, kan het verval van rechtswege niet worden tegengesteld aan personen die zich op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden beroepen als zij kunnen aantonen dat de overheid na het verval en ten aanzien van een of meer van hun kavels binnen de verkaveling, wijzigingen aan deze omgevingsvergunning heeft toegestaan of stedenbouwkundige of bouwvergunningen of stedenbouwkundige attesten heeft verleend in zoverre deze door de hogere overheid of de rechter niet onrechtmatig werden bevonden.

 

§ 6. De Vlaamse Regering kan maatregelen treffen aangaande de kennisgeving van het verval van rechtswege.

 

Artikel 103.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9, behoudens als de verkaveling in strijd is met een vóór de datum van de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Afstand van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

 

Artikel 104.

 

Een verkavelaar kan eenzijdig afstand doen van de rechten die hij verkregen heeft uit de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, tenzij al een aanvang werd genomen met de verwezenlijking van deze omgevingsvergunning, hetzij door het stellen van een of meer rechtshandelingen, vermeld in artikel 102, § 1, hetzij door de uitvoering van de werken waaraan de afgifte van de omgevingsvergunning verbonden werd.

 

Aan het geheel van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden verzaakt door de eigenaar die alle kavels heeft verworven of in geval van akkoord van alle eigenaars, ongeacht of deze omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk verwezenlijkt is.

 

 

Een verzaking wordt per beveiligde zending gemeld aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroep tegen beslissingen genomen in laatste administratieve aanleg – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 105.

 

§ 1. De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning, genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename of de niet-aktename van een melding, vermeld in artikel 111, kan bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, vermeld in titel IV, hoofdstuk VIII, van de VCRO.

 

§ 2. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde.

 

De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden.

 

Als de aanvraag overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure behandeld is, kan het betrokken publiek alleen een beroep instellen als hij tijdens het openbaar onderzoek een gemotiveerd standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend, tenzij aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

1° het beroep is ingegeven door een wijziging aan de vergunningsaanvraag, aangebracht na het openbaar onderzoek;

2° het beroep is ingegeven door:

a) een bijzondere milieuvoorwaarde, opgelegd in de bestreden vergunning, in het geval van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit;

b) een voorwaarde, opgelegd in de bestreden vergunning, in het geval van een andere omgevingsvergunning, dan de vergunning vermeld in punt a);

3° het betrokken publiek toont aan dat hij door specifieke omstandigheden in de onmogelijkheid was om een standpunt, opmerking of bezwaar in te dienen tijdens het openbaar onderzoek.

 

De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, die nagelaten heeft een uitdrukkelijke beslissing te nemen in eerste administratieve aanleg, wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden, behoudens overmacht.

 

§ 3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een vervaltermijn van vijfenveertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening, voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.

 

§ 4. Elk van de personen, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, kan in de zaak tussenkomen.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a)een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b)b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Brief Adv. Kindermans inzake paardenstal Raskin

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 13 11 2019

 

Afwijking op de openingsuren op zaterdag 14 december 2019

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan alle kleinhandelaars op het grondgebied van de gemeente Alken om op zaterdag 14 december 2019, ter gelegenheid van de jaarlijkse Kerstproeverij, af te wijken van de wettelijke openingsuren in artikel 6 van de wet van 10 november 2006. Het uiterste sluitingsuur is 24u. (einde Kerstproeverij).

Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan de aanvrager.

Artikel 3: Alle afwijkingen op de wekelijkse rustdag en de wettelijke sluitingsuren worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.