Gemeente Alken

Zitting van 06 november 2024

van 08:30 tot 09:30

 

Aanwezig: Pascal Giesen, Algemeen directeur; Marc Penxten, Burgemeester; Cindy Vandormael,Ingrid Loix,Frank Vroonen,Alex Dubois, Schepenen;

 

Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Verslag van de vorige zitting dd. 30.10.2024

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 30.10.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 30.10.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Niet van toepassing.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Manoeuvreaanvraag CC Land 20 Feb, 25 Feb en 13 Mrt 2025

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Brief dd. 21.10.2024 van ABVV Openbare Diensten betreffende nationale actie voor de zorg-, welzijns- en socioculturele sector

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Aansluiting BIN-module

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Riolerings- en wegeniswerken Oude Baan Fluvius project R/005519 - Goedkeuring vorderingsstaat 1

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 12 juni 2024 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Riolerings- en wegeniswerken Oude Baan Fluvius project R/005519” aan Martens Wegenbouw nv, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van € 726.640,32 excl. btw of € 879.234,79 incl. 21% btw (€ 152.594,47 btw medecontractant) waarvan 208.898,79 incl. btw ten laste van de gemeente Alken.

Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij Fluvius optrad in naam van Gemeente Alken bij de gunning van de opdracht.

Martens Wegenbouw diende vorderingsstaat 1 in voor de periode van 16/09/2024 tot en met 30/09/2024 voor een bedrag van € 94.691,74 excl. btw.

Een deel van de kostprijs wordt betaald door Fluvius, Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt. Dit deel bedraagt € 94.691,74 excl. btw.  Het deel ten laste van de gemeente Alken bedraagt € 0 excl. btw. Deze vorderingsstaat werd nagekeken door de ontwerper, Geotec bv.  De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer MJP001797 en kan aangevuld worden met het budget Rioleringsfonds.

(toezichthoudend ambtenaar: Bert Penxten)

 

Feiten en context

Door de ontwerper Geotec, Riemsterweg 117 te 3742 Bilzen werd een ontwerp opgemaakt voor de werken “riolering Oude Baan Fluvius project R/005519”. Dit is een gezamenlijke opdracht van Fluvius en het gemeentebestuur Alken. Fluvius zal als opdrachtgevend bestuur de procedure voeren en in naam van het gemeentebestuur Alken bij de gunning van de opdracht optreden. De totale kostprijs wordt geraamd op € 1.069.281,59 incl. btw waarvan:

- € 846.764,89 excl. btw ten laste van Fluvius (= aandeel Fluvius die deel riolering betaalt en hiervoor subsidie aanvraagt bij VMM - raming subsidie € 675.415,42 excl. btw)

- € 183.898,10 excl. btw of € 222.516,70 incl. btw ten laste van het gemeentebestuur Alken.

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 12 juni 2024 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Riolerings- en wegeniswerken Oude Baan Fluvius project R/005519” aan Martens Wegenbouw nv, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van € 726.640,32 excl. btw of € 879.234,79 incl. 21% btw (€ 152.594,47 btw medecontractant) waarvan :

        208.898,79 ten laste van de gemeente Alken

        505.500,53 ten laste van VMM

        164.835,47 ten laste van Fluvius

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020/014 - project R/005519.

 

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald  artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

De aannemer Martens Wegenbouw nv, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren diende vorderingsstaat 1 in voor de periode van 16/09/2024 t.e.m. 31/09/2024 dewelke door de ontwerper Geotec werd ontvangen op 15 september 2024.

Een deel van de kostprijs wordt betaald door Fluvius, Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt. Dit deel bedraagt € 94.691,74 excl. btw.

Een deel van de kostprijs wordt betaald door de Gemeente Alken, Hoogdorpsstraat 38 te 3570 Alken. Dit deel bedraagt € 0.

De werken werden correct uitgevoerd.

De ontwerper, Geosted, Riemsterweg 117 te 3742 Bilzen stelde op 18 oktober 2024 een proces-verbaal van nazicht op.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€ 0

21%

MJP 001797 en kan aangevuld worden met het budget Rioleringsfonds (na de eindafrekening)

Datum visumaanvraag:

Niet van toepassing – visum verleend bij gunning van de opdracht zie CBS 12.06.2024

Datum goedkeuring visumaanvraag:

 

 

Besluit

Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 1 van Martens Wegenbouw nv, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren voor de opdracht “Riolerings- en wegeniswerken Oude Baan Fluvius project R/005519” voor een bedrag van € 94.691,74 excl. btw. Een deel van de kostprijs wordt betaald door Fluvius, Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt. Dit deel bedraagt € 94.691,74 excl. btw.  Het deel ten laste van de gemeente Alken bedraagt € 0 excl. btw.

Artikel 2: De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer MJP001797 en kan aangevuld worden met het budget Rioleringsfonds.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Participatieplatform CitizenLab -  Goedkeuring verlenging

De gemeenteraad verleende in zitting van 26 november 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van de opdracht “Participatieplatform CitizenLab”.

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 2 december 2020 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Participatieplatform CitizenLab” aan CITIZENLAB NV, Meusegemstraat 105 te 1861 Wolvertem (BE 0638.901.287).

In de beslissing van de gemeenteraad d.d. 26 november 2020 is opgenomen dat deze opdracht eventueel kan verlengd worden.

Motivatie voor de verlenging van deze overeenkomst: het participatieplatform van CitizenLab is na de duur van 4 jaar mogelijk nog bruikbaar en voldoende up-to-date en is hierdoor nog niet aan vernieuwing toe. Om dan een nodeloze kost voor een nieuw participatieplatform te vermijden, kan het aangewezen zijn om de duurtijd van de overeenkomst alsnog te kunnen verlengen. Het gemeentebestuur zal op dat ogenblik bepalen of de overeenkomst al dan niet uitzonderlijk zal verlengd worden en dit onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de offerte.

Citizen Lab diende een offerte in voor de verlenging. Deze offerte werd nagekeken door de dienst communicatie.

De dienst communicatie stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de verlenging van de opdracht “Participatieplatform CitizenLab” te gunnen aan GoVocal, Pacheolaan 34, 1000 Brussel (BE 0638.901.287) vroeger genaamd CITIZENLAB NV, Meusegemstraat 105 te 1861 Wolvertem tegen het nagerekende offertebedrag van € 8.500,00 excl. btw – 7,5% korting = € 7.862,50 excl. btw of € 9.513,63 incl. 21% btw per jaar. De totaalprijs voor de vier jaren bedraagt € 34.000,00 excl. btw – 7,5% korting = € 31.450,00 excl. btw of € 38.054,50 incl. btw.

(toezichthoudend ambtenaar: Natalie Vanheers)

 

Feiten en context

De gemeenteraad verleende in zitting van 26 november 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van de opdracht “Participatieplatform CitizenLab”.

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 2 december 2020 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Participatieplatform CitizenLab” aan CITIZENLAB NV, Meusegemstraat 105 te 1861 Wolvertem (BE 0638.901.287) tegen het nagerekende offertebedrag van € 22.050,00 euro excl. 21% btw of € 26.680,50 incl. 21% btw voor vier jaar.

 

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° d) ii) (de opdracht kan slechts door één bepaalde ondernemer worden uitgevoerd om redenen van: mededinging ontbreekt om technische redenen) en artikel 57 (Een opdracht kan van bij de sluiting een of meer verlengingen omvatten, overeenkomstig de in de initiële opdrachtdocumenten vermelde nadere regels. De volledige looptijd, met inbegrip van de verlengingen, moet over het algemeen beperkt blijven tot vier jaar na het sluiten van de opdracht. De verlenging mag geen aanleiding geven tot een wijziging van de algemene aard van de opdracht).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Bij de goedkeuring van de oorspronkelijke overeenkomst door de gemeenteraad van 26 november 2020 werd opgenomen dat de opdracht een looptijd heeft van 4 jaar. De huidige opdracht vervalt op 30 november 2024.

In de beslissing van de gemeenteraad d.d. 26 november 2020 is opgenomen dat deze opdracht eventueel kan verlengd worden.

Motivatie voor de verlenging van deze overeenkomst: het participatieplatform van CitizenLab is na de duur van 4 jaar mogelijk nog bruikbaar en voldoende up-to-date en is hierdoor nog niet aan vernieuwing toe. Om dan een nodeloze kost voor een nieuw participatieplatform te vermijden, kan het aangewezen zijn om de duurtijd van de overeenkomst alsnog te kunnen verlengen. Het gemeentebestuur zal op dat ogenblik bepalen of de overeenkomst al dan niet uitzonderlijk zal verlengd worden en dit onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de offerte.

Citizen Lab diende een offerte in voor de verlenging. Deze offerte werd nagekeken door de dienst communicatie.

De Dienst communicatie stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de verlenging van de opdracht “Participatieplatform CitizenLab” te gunnen aan GoVocal, Pacheolaan 34, 1000 Brussel (BE 0638.901.287) vroeger genaamd CITIZENLAB NV, Meusegemstraat 105 te 1861 Wolvertem tegen het nagerekende offertebedrag van € 8.500,00 excl. btw – 7,5% korting = € 7.862,50 excl. btw of € 9.513,63 incl. 21% btw per jaar. De totaalprijs voor de vier jaren bedraagt € 34.000,00 excl. btw – 7,5% korting = € 31.450,00 excl. btw of € 38.054,50 incl. btw.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

 9.513,63 per jaar of € 38.054,50 voor 4 jaar

21%

MJP001163

Datum visumaanvraag:

30 oktober 2024

Datum goedkeuring visumaanvraag:

31 oktober 2024

 

Besluit

Artikel 1: De verlenging van de opdracht “Participatieplatform CitizenLab” wordt gegund aan GoVocal, Pacheolaan 34, 1000 Brussel (BE 0638.901.287) vroeger genaamd CITIZENLAB NV, Meusegemstraat 105 te 1861 Wolvertem tegen het nagerekende offertebedrag van € 8.500,00 excl. btw – 7,5% korting = € 7.862,50 excl. btw of € 9.513,63 incl. 21% btw per jaar. De totaalprijs voor de vier jaren bedraagt € 34.000,00 excl. btw – 7,5% korting = € 31.450,00 excl. btw of € 38.054,50 incl. btw.

Artikel 2: De verlenging van de opdracht start op 1 december 2024 en wordt afgesloten voor een periode van 1 jaar. Deze termijn kan maximum drie maal verlengd worden waardoor de opdracht eindigt op 30 november 2028.

Artikel 3: De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan onder volgnummer MJP001163

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Wegenis- en rioleringswerken Klinkstraat, Oftingenstraat en Thielenstraat. Werfverslag nr. 6 d.d. 24.10.2022.

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Wegenis- en rioleringswerken Oude Baan. Werfverslagen nr. 1 d.d. 18.09.2024; nr. 2 d.d. 25.09.2024 en nr. 3 d.d. 16.10.2024.

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Betaalbaarstelling facturen SC

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.

 

Feiten en context

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
 

Juridische grond

Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
 

 Adviezen

Niet van toepassing
 

Argumentatie

Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Belasting op de afgifte van administratieve stukken

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Afvoering van ambtswege

Airhunde Airhunde Andy ingeschreven in het vreemdelingenregister, Stationsstraat 34 BUS 6 heeft sedert juli 2024 de woonst verlaten, zonder de vereiste aangifte te doen.  De nieuwe verblijfplaats kon niet achterhaald worden.

 

Feiten en context

Airhunde Airhunde Andy ingeschreven in het vreemdelingenregister, Stationsstraat 34 BUS 6 heeft sedert juli 2024 de woonst verlaten, zonder de vereiste aangifte te doen.  De nieuwe verblijfplaats kon niet achterhaald worden. 

 

Juridische grond

De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992 betreffende het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister, inzonderheid artikel 8

De algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters, gecoördineerde versie van 31 maart 2019; inzonderheid punt 86 tot en met 91

Het gemeenteraadsbesluit van 30 juni 2016 betreffende het reglement van onderzoek naar de werkelijke verblijfplaats van personen op het grondgebied van de gemeente Alken;

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Uit de bestuurlijke akte van de wijkagent, Gery Vanholst, inspecteur politiezone Borgloon, van 14 augustus 2024 blijkt dat betrokkene niet  meer verblijft op het adres Stationsstraat 34 BUS 6.  Sedert 18 juli 2024 is er een nieuwe bewoner in het appartement. Vermits zijn verblijfplaats niet kan achterhaald worden stelt de wijkagent voor  om over te gaan tot een afvoering van ambtswege.  Betrokkene is niet opgesloten in een strafinrichting of een instelling van sociale bescherming.  Bij nazicht in het rijksregister blijkt dat er in geen andere gemeente een onderzoek naar zijn hoofdverblijfplaats wordt gevoerd.  De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt in zijn verslag van  29 oktober 2024 voor om betrokkene af te voeren van ambtswege.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1:: Airhunde Airhunde Andy, geboren te Benin City op 6 oktober 1970 van Spaanse nationaliteit, ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Alken, Stationsstraat 34 BUS 6 verblijft niet meer op dit adres.

Artikel 2: de nieuwe verblijfplaats kon niet worden vastgesteld.

Artikel 3: het college van burgemeester beslist om Airhunde Airhunde Andy af te voeren van ambtswege.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Afvoering van ambtswege

Lelièvre Domien ingeschreven in het bevolkingsregister, O.L. Vrouwstraat 93 heeft sedert juli 2024 de woonst verlaten, zonder de vereiste aangifte te doen.  De nieuwe verblijfplaats kon niet achterhaald worden.

 

Feiten en context

Lelièvre Domien ingeschreven in het bevolkingsregister, O.L. Vrouwstraat 93 heeft sedert juli 2024 de woonst verlaten, zonder de vereiste aangifte te doen.  De nieuwe verblijfplaats kon niet achterhaald worden. 

 

Juridische grond

De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992 betreffende het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister, inzonderheid artikel 8

De algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters, gecoördineerde versie van 31 maart 2019; inzonderheid punt 86 tot en met 91

Het gemeenteraadsbesluit van 30 juni 2016 betreffende het reglement van onderzoek naar de werkelijke verblijfplaats van personen op het grondgebied van de gemeente Alken;

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Uit de bestuurlijke akte van de wijkagent, Kristien Hoebrechts, inspecteur politiezone Borgloon,  van 12 oktober 2024 blijkt dat betrokkene niet meer verblijft op het adres O.L. Vrouwstraat 93.  Vermits zijn verblijfplaats niet kan achterhaald worden stelt de wijkagent voor  om over te gaan tot een afvoering van ambtswege.  Betrokkene is niet opgesloten in een strafinrichting of een instelling van sociale bescherming.  Op 26 augustus 2024 werd een model 6 verstuurd naar het stadsbestuur van Hasselt met het verzoek om hem aldaar in te schrijven op het adres Beerhoutstraat 1E, 3500 Hasselt.  Dit werd op 10 september 2024 geweigerd door het gemeentebestuur van Hasselt met een model 4 (bewijs van niet-inschrijving), ingevolge een negatief woonstonderzoek. Bij nazicht in het rijksregister blijkt dat er in geen andere gemeente een onderzoek naar zijn hoofdverblijfplaats wordt gevoerd.  De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt in zijn verslag van 29 oktober 2024 voor om betrokkene af te voeren van ambtswege.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Lelièvre Domien Gerty Mark, geboren te Hasselt op 16 januari 1991 van Belgische nationaliteit, ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Alken, O.L. Vrouwstraat 93 verblijft niet meer op dit adres.

Artikel 2: de nieuwe verblijfplaats kon niet worden vastgesteld.

Artikel 3: het college van burgemeester beslist om Domien Lelièvre af te voeren van ambtswege.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Verkeersregeling 11 novemberviering - Wapenstilstand

Op maandag 11 november 2024 viert de Alkense vereniging van oud-strijders in samenwerking met het gemeentebestuur van Alken het feest van Wapenstilstand.

Ter gelegenheid van dit feest is het aangewezen om die dag van 8u tot 13u het verkeer te verbieden op het kerkplein, Hoogdorpsstraat.  Enkel oude legervoertuigen en voertuigen met personen houder van een parkeerkaart gehandicapten mogen er hun voertuig parkeren.

Tevens is het aangewezen om die dag van 8u tot 13u een 10-tal parkeerplaatsen vrij te houden op het Laagdorp voor de legervoertuigen.

 

Feiten en context

Op maandag 11 november 2024 viert de Alkense vereniging van oud-strijders in samenwerking met het gemeentebestuur van Alken het feest van Wapenstilstand.

Ter gelegenheid van dit feest is het aangewezen om die dag van 8u tot 13u het verkeer te verbieden op het kerkplein, Hoogdorpsstraat.  Enkel oude legervoertuigen en voertuigen met personen houder van een parkeerkaart gehandicapten mogen er hun voertuig parkeren.

Tevens is het aangewezen om die dag van 8u tot 13u een 10-tal parkeerplaatsen vrij te houden op het Laagdorp voor de legervoertuigen.

 

Juridische grond

Wet betreffende de politie over het wegverkeer

KB 1.12.1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB 20.07.1990

Decreet lokaal bestuur

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Zoals de voorbije jaren is het aangewezen om ook dit jaar het kerkplein vrij te houden op 11 november voor de herdenkingsplechtigheid Wapenstilstand en het parkeren van oude legervoertuigen en voertuigen met personen houder van een parkeerkaart mindervaliden toe te laten.

Idem parkeerplaatsen vrijhouden op het Laagdorp voor de legervoertuigen.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Op maandag 11 november 2024 van 8u tot 13u wordt het kerkplein (Hoogdorpsstraat) afgesloten voor het verkeer.  Enkel oude legervoertuigen en voertuigen met personen houder van een parkeerkaart voor gehandicapten worden er toegelaten.

Artikel 2: Op maandag 11 november 2024 van 8u tot 13u wordt een gedeelte van het Laagdorp vrijgehouden (zie schets in bijlage).  Enkel legervoertuigen mogen er parkeren.

Artikel 3: De nodige signalisatie zal door de gemeentelijke regie worden aangebracht en na afloop van het evenement onmiddellijk weer verwijderd worden.

Artikel 4: De inrichters van het evenement zijn verantwoordelijk om het openbaar domein net en  rein achter te laten na de manifestatie.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de vereniging van oud-strijders afdeling Alken, het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweercommandant, mevrouw Carine Luts en de technische dienst van de gemeente.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Verhuizing markt naar Taeymans

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Omgevingsvergunning 932 - Raphael en Marie-Laure Jacobs - Velkeneers wonende te Breestraat 108 te 3850 Nieuwerkerken. Het betreft een aanvraag over: het plaatsen van een bijgebouw en aanleg van verharding. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 596 V.

 

Aanvraag omgevingsvergunning over: het plaatsen van een bijgebouw en aanleg van verharding ingediend door Raphael en Marie-Laure Jacobs - Velkeneers wonende te Breestraat 108 te 3850 Nieuwerkerken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 596 V. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Raphael en Marie-Laure Jacobs - Velkeneers wonende te Breestraat 108 te 3850 Nieuwerkerken

 

Ligging van het perceel:

Lindestraat

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie B nr. 596V

 

Projectnaam:

Lindestraat zn - Jacobs-Velkeneers

 

Dossiernummer:

202479

 

Intern dossiernummer:

932

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024099075

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

1.b. Omschrijving aanvraag

het plaatsen van een bijgebouw en aanleg van verharding

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

het plaatsen van een bijgebouw en aanleg van verharding

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  -  woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP.

De aanvraag is ook niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project het bouwen van een ééngezinswoning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

 

De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 42.82m². De bestaande hemelwaterput blijft behouden. Een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 8868 liter en een infiltratieoppervlakte van 37.64m worden aangelegd.

 

Er werd op de plannen aangeduid dat er verhardingen zullen worden aangelegd voor de inrit en een tuinpad, alsook een parking. Voor deze verhardingen kan het hemelwater afwateren op het eigen perceel gezien dit ter plaatse kan infiltreren. De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

11 juli 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

18 september 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 596 V

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

Overwegende dat er een omgevingsvergunning voor het bouwen van een ééngezinswoning werd vergund door het college van burgemeester en schepenen op 29.03.2023

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg, zijnde de Lindestraat, gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een variatie aan bebouwingen en dit in verschillende typologieën en bouwstijlen. Het linker aanpalende perceel betreft een landbouwbedrijfsgebouw en het rechter aanpalende perceel betreft een oudere hoeve.

 

Het is de bedoeling om op dit perceel te komen tot het bijbouwen van een garage met tuinbergplaats en dit volgens de hedendaagse normen en behoeften in een hedendaagse, doch niet overheersende bouwstijl. Het betreft een gebouw in de vorm van een open-bebouwing, bestaande uit een hoofdvolume met een platdak.

Deze mensen hebben nood aan een bijkomende garage met tuinbergplaats voor het stallen van hun grondbewerkingsmachines en landbouwvoertuigen.

De volumes worden optimaal geïntegreerd in het bestaande terreinprofiel. Door het speelse volume zal deze bijbouw als niet storend overkomen in zijn omgeving. Het bestaande terreinprofiel zal slechts zeer weinig gewijzigd worden i.f.v. de nieuwe bijbouw en verhardingen. In ieder geval met zeer veel respect voor de profielen van de aanpalende percelen. Voor de bestrating op het perceel zullen waterdoorlatende materialen gebruikt worden. Het regenwater zal op eigen perceel opgevangen en geïnfiltreerd worden.

De aanvrager wenst meer parkeerplaatsen op eigen terrein dan gebruikelijk, vanwege de specifieke omstandigheden. Het gezin beschikt over twee auto's en de schoonouders, die binnenkort inwonen, hebben ook een auto. Daarnaast is er een oldtimer die veilig gestald moet worden. De bouwheer heeft een grote familie die zeer geregeld op bezoek komt, wat de parkeerdruk verhoogt. Het aantal parkeerplaatsen is al wel gereduceerd doordat besloten is om de drie parkeerplaatsen tegen de rooilijn te laten vervallen en meer groen te voorzien op die plek.

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.

2.c. Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

2.d. Bespreking van de adviezen

///

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- Functionele inpasbaarheid: het perceel is gelegen in woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan. De aanvraag betreft het plaatsen van een bijgebouw en aanleg verhardingen. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

- Mobiliteitsaspect: De aanvraag voor het plaatsen van een bijgebouw en aanleg verhardingen, zal in alle redelijkheid, geen invloed hebben op de mobiliteit. Er zal voldoende parkeergelegenheid zijn op eigen terrein.

- Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de aanvraag geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit gezien de aanvraag een voldoende samenhangend geheel vormt. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

- Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag voor het plaatsen van een bijgebouw en aanleg verhardingen, is niet in strijd met het ruimtegebruik en zal geenszins de draagkracht van het terrein overschrijden. Er is nog voldoende kwalitatieve niet-verharde buitenruimte/tuin aanwezig.

- Visueel-vormelijke elementen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de aanvraag geen negatieve invloed zal hebben op de visueel-vormelijke elementen. De afwerking van het bijgebouw is niet storend in de omgeving en ruimtelijk inpasbaar.

- Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en deze bebouwing ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

- Het bodemreliëf:. Het bestaande bodemreliëf blijft behouden. De aanvraag wijzigt het bodemreliëf niet.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de inplanting van het bijgebouw op min 3m. van de perceelsgrens, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden:

 

● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN  HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Raphael en Marie-Laure Jacobs - Velkeneers wonende te Breestraat 108 te 3850 Nieuwerkerken, het plaatsen van een bijgebouw en aanleg van verharding, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 596 V voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Omgevingsvergunning 942

Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van een half-open woning ingediend door Sara en Lennert Driesen - Jans met als contactadres Kempische steenweg 175A bus 2.1 te 3500 Hasselt. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Haverenbosstraat 58, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 789 B2 en (afd. 2) sectie F 789 C2. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Sara en Lennert Driesen - Jans met als contactadres Kempische steenweg 175A bus 2.1 te 3500 Hasselt

 

Ligging van het perceel:

Haverenbosstraat 58

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie F nrs. 789B2 en 789C2

 

Projectnaam:

Haverenbosstraat 58 - Jans-Driesen

 

Dossiernummer:

202496

 

Intern dossiernummer:

942

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024117037

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het verbouwen van een half-open woning

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

Het verbouwen van een HOB.

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - woongebieden met landelijk karakter (eerste 50 meter vanaf de rooilijn) en achterliggend landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, noch ruimtelijk uitvoeringsplan

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een ééngezinswoning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

 

De totale oppervlakte van het uitgebreide dakoppervlak bedraagt 56.1m².  Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 5 000 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 946 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,7m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor wasmachine, toiletten, uitgietbak en buitenkraan.

 

Er werd op de plannen aangeduid dat de bestaande verhardingen grotendeels  zullen worden behouden voor de inrit en een tuinpad, alsook het terras

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

29 augustus 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

18 september 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

29 oktober 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie F 789 B2

De woning dateert van 1964 en wordt geacht vergund te zijn.

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 31/07/1963 een stedenbouwkundige vergunning  (0096) voor bouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De woning is gelegen langs de gemeentelijke weg, nl. de Haverenbosstraat, die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. Deze straat is een weg in asfalt, het betreft een landelijke omgeving en is gekenmerkt door vrijstaande en halfopen ééngezinswoningen.

 

De bestaande woning bevat op het gelijkvloers: zithoek, eethoek, keuken, berging, toilet, badkamer en inkomhal. Een trap brengt ons naar de kelder. Op de verdieping bevinden zich: 4 slaapkamers, een douche-cel en nachthal. Een trekladder brengt ons naar de zolder. Hier bevinden zich de bergruimte. De nieuwe woning bevat op het gelijkvloers: zithoek, eethoek, keuken, berging, bureau, toilet, badkamer en inkomhal. Een trap brengt ons naar de kelder. Op de verdieping bevinden zich: 4 slaapkamers, een douche-cel en nachthal. Een trekladder brengt ons naar de zolder. Hier bevinden zich de bergruimte. De bijgebouwen aan de achtergevel van de woning zullen worden afgebroken. Vervolgens zal de woning worden uitgebreid, waardoor deze aan de achterzijde meer open zal worden naar de tuin toe. Het bestaande terrein achter de woning blijft behouden.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.

 

2.c. Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

///

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

In het kader van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning werd er een aangetekende zending gezonden naar de aanpalende eigenaars van de halfopen bebouwing aan de rechterzijde van dit perceel.

Art. 83. OVB bepaalt namelijk dat: ‘als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, vraagt het bevoegde bestuur met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen. Deze eigenaars moeten hun standpunt bezorgen binnen een vervaltermijn van dertig dagen die ingaat de dag na ontvangst van de vraag van het bevoegde bestuur.’

Er werd een aangetekende zending verzonden aan de aanpalende eigenaars op 18.09.2024.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Er werd naar aanleiding van de kennisgeving conform artikel 83 OVB geen bezwaarschrift/melding van de eigenaars van een aanpalend perceel ingediend.

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- Functionele inpasbaarheid: de aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande halfopen woning. De voorgestelde uitbreiding en verbouwing van het hoofdvolume is functioneel aanvaardbaar, gelet op de geldende bestemmingsvoorschriften en de aanwezige bebouwingen in de onmiddellijke omgeving. De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende gewestplan. Het betreft de verbouwing en uitbreiding van een ééngezinswoning in een landelijk woongebied en de voorgestelde werken zijn bijgevolg zone-eigen en gangbaar voor deze omgeving.

 

- Mobiliteitsaspect:. er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit. Er worden ook voldoende parkeerplaatsen voorzien op het eigen terrein.

 

- Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: voorliggende aanvraag betreft de toevoeging van enkele elementen aan een bestaand hoofdvolume. Het volume blijft beperkt gezien de uitbreiding zich enkel situeert aan de achterzijde van de ééngezinswoning. De inplanting van de woning blijft dus behouden waardoor enige hinder naar buurpercelen toe zeer beperkt blijft en als niet-uitzonderlijk kunnen beschouwd worden. Het perceel is ook voldoende ruim waardoor het voorgestelde ontwerp ruimtelijk inpasbaar is. Het ontwerp is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard. De aanvraag heeft geen invloed op het bestaande ruimtegebruik. De tuinzone voor de ééngezinswoning is gesitueerd aan de achterzijde, waardoor die op een kwalitatieve wijze kan worden ingericht.

 

- Visueel-vormelijke elementen: het bestaande hoofdvolume en de uitbreidingen worden voorzien in materialen die aansluiten op elkaar en waarbij er naar vormgeving, materiaalgebruik en architectuur gestreefd werd naar een harmonisch geheel. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande omgeving. Voorgesteld ontwerp is qua vormgeving, materiaalgebruik en architectuur stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande bebouwing in de omgeving. De voorgestelde materialen zijn aanvaardbaar binnen deze bebouwde context.

 

- Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en deze bebouwing liggen niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht. De aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

 

- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden..

 

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de bestaande gebouwenconfiguratie en anderzijds door het beperkt volume van de verbouwing, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en –kwaliteit van de omgeving

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

///

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

gunstig advies, onder voorwaarden:

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 06/11/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Sara en Lennert Driesen - Jans met als contactadres Kempische steenweg 175A bus 2.1 te 3500 Hasselt, het verbouwen van een half-open woning, gelegen Haverenbosstraat 58, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 789 B2 en (afd. 2) sectie F 789 C2 voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Overzicht punten

Zitting van 06 11 2024

 

Omgevingsvergunning 943

Aanvraag omgevingsvergunning over: de aanleg van een zwembad ingediend door Véronique Bulens met als contactadres Langstraat 9A te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Langstraat 9A, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 172 C2. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Véronique Bulens met als contactadres Langstraat 9A te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Langstraat 9A

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie B nr. 172C2

 

Projectnaam:

Langstraat 9A - Bulens Véronique

 

Dossiernummer:

202498

 

Intern dossiernummer:

943

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024118407

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

de aanleg van een zwembad

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

de aanleg van een zwembad

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

 Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om 2 redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg noch ruimtelijk uitvoeringsplan.

De eigendom is wel gelegen binnen de voorschriften van een goedgekeurde verkaveling met intern nummer 573 d.d. 17.12.2008.

Het betreft hier een oudere verkaveling van de jaren ’2000. Deze verkaveling is ouder dan 15 jaar waardoor er door de recente wijziging inzake de codextrein, van deze voorschriften kan afgeweken worden. Dit wordt bepaald onder andere door de volgende artikels 4.3.1§1 en 4.4.1§2 VCRO: Van voorschriften van een verkaveling, ouder dan 15 jaar, kan afgeweken worden voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Het gewestplan blijft bijgevolg van toepassing;

Het blijft echter de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg ter plaatse, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

 

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project het aanleggen van een zwembad betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Ingevolge artikel 1.3.1.1 betreffende de watertoets van het decreet integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, is het nodig een wateradvies te verkrijgen van de waterbeheerder. De waterbeheerder die dit advies officieel moet verstrekken is Watering De Herk.

 

In kader van de watertoets en/of bindende bepalingen treedt de afdeling Waterbeheer van de provincie Limburg voor dit dossier op als ondersteunende adviesverlenende instantie.

 

Het perceel is niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied. Als gevolg van de aanleg van het zwembad valt geen negatief effect op het overstromingsregime of afstromingsregime te verwachten, voor zover volgende VOORWAARDEN door de bouwheer worden nageleefd en worden opgenomen in de omgevingsvergunning.

 

·       Gronden afkomstig van de uitgraving van het zwembad mogen niet gebruikt worden om het perceel hoger aan te vullen dan de buurpercelen.

·       Het plaatsen van keermuren of aanleggen van taluds tegen de perceelsgrenzen met als doel het perceel hoger aan te vullen dan de buurpercelen is verboden.

·       De filterwater van het zwembad wordt beschouwd als afvalwater en dient aangesloten te worden op de DWA-riolering.

·       De noodoverloop van het zwembad bij zware regenval moet oppervlakkig over het terrein gebeuren. Deze overloop mag niet aangesloten worden op een riolering, noch op het DWA (afvalwater) , noch op het RWA (regenwater)

 

Hierbij kan ik u dan ook meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.

Milieu:

///

 

Stikstofdecreet:

Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.

 

De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

1 september 2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

18 september 2024

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

 

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 172 C2

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 14/07/2010 een stedenbouwkundige vergunning  (5618) voor plaatsen van een vrijstaande bergruimte werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 07/12/2016 een stedenbouwkundige vergunning  (6598) voor het bouwen van een ééngezinswoning met kinépraktijk werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Voorliggende aanvraag betreft het aanleggen van een zwembad. De aanvraag is gelegen langs een gemeentelijke weg, nl. de Langstraat. De geasfalteerde weg is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. De omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het zwembad  heeft een oppervlakte van 39.6m². Het meet 4.4 m op 9m inclusief de boordsteen van 0.325m en een diepte van 153cm. Het zwembad komt op 3m10 van het bestaande bijgebouw en op ruime afstand van de rechter perceelsgrens. Het zwembad komt op 6m achter de woning. Verder zijn er geen veranderingen aan het terreinprofiel

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van de geldende verkaveling d.d. 17/12/2008 met intern nummer 573.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

info@wateringdeherk.be

18 september 2024

11 oktober 2024

voorwaardelijk gunstig

provincie Limburg - afdeling Waterbeheer

18 september 2024

11 oktober 2024

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd op 18.09.2024 digitaal voorgelegd aan watering de Herk en provincie Limburg - afdeling Waterbeheer. Er werd op 11/10/2024 een voorwaardelijk advies ontvangen van deze diensten 

De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

- Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is gelegen binnen de zone ‘woongebied’ van het gewestplan. Functioneel is de voorgestelde aanvraag dus in regel met de geldende voorschriften.

- Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag geen negatieve invloed zal hebben op de mobiliteit. De huidige aanvraag brengt geen wezenlijke wijziging mee van de situatie, activiteiten en bebouwing ter plaatse.

- Schaal: De aanvraag betreft het bouwen van een zwembad bij een vrijstaande woning. De bebouwing op het perceel overschrijdt geenszins de draagkracht van het perceel. Het ontwerp is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.

- Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag overschrijdt geenszins de draagkracht van het terrein. De inplanting is conform de recente bebouwingen in de omgeving. De voorgestelde invulling past wat de korrelgrootte betreft in de specifieke ruimtelijke context.

- Visueel-vormelijke elementen: Het en zwembad worden afgewerkt met hedendaagse duurzame materialen. De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande bebouwing. De werken hebben een geringe impact ten aanzien van de omgeving en brengen de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang.

- Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf zal buiten de aanleg van het zwembad niet wijzigen.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de inplanting van het zwembad en de aanzienlijke oppervlakte van het perceel, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. Er blijft ruim voldoende afstand behouden tot de zijdelingse perceelgrenzen. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

        De voorwaarden zoals opgelegd in de advies van watering de Herk en provincie Limburg - afdeling Waterbeheer dd. 11.10.2024 dienen strikt gevolgd te worden. In bijzonder volgende voorwaarden :

        Gronden afkomstig van de uitgraving van het zwembad mogen niet gebruikt worden om het perceel hoger aan te vullen dan de buurpercelen.

        Het plaatsen van keermuren of aanleggen van taluds tegen de perceelsgrenzen met als doel het perceel hoger aan te vullen dan de buurpercelen is verboden.

        De filterwater van het zwembad wordt beschouwd als afvalwater en dient aangesloten te worden op de DWA-riolering.

        De noodoverloop van het zwembad bij zware regenval moet oppervlakkig over het terrein gebeuren. Deze overloop mag niet aangesloten worden op een riolering, noch op het DWA (afvalwater) , noch op het RWA (regenwater)

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5. De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 06/11/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Véronique Bulens met als contactadres Langstraat 9A te 3570 Alken, de aanleg van een zwembad, gelegen Langstraat 9A, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 172 C2 voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        De voorwaarden zoals opgelegd in de advies van watering de Herk en provincie Limburg - afdeling Waterbeheer dd. 11.10.2024 dienen strikt gevolgd te worden. In bijzonder volgende voorwaarden :

        Gronden afkomstig van de uitgraving van het zwembad mogen niet gebruikt worden om het perceel hoger aan te vullen dan de buurpercelen.

        Het plaatsen van keermuren of aanleggen van taluds tegen de perceelsgrenzen met als doel het perceel hoger aan te vullen dan de buurpercelen is verboden.

        Het filterwater van het zwembad wordt beschouwd als afvalwater en dient aangesloten te worden op de DWA-riolering.

        De noodoverloop van het zwembad bij zware regenval moet oppervlakkig over het terrein gebeuren. Deze overloop mag niet aangesloten worden op een riolering, noch op het DWA (afvalwater) , noch op het RWA (regenwater)

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5. De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 21/11/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.