Zitting van 23 04 2025
Verslag van de vorige zitting dd. 16.04.2025
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 16.04.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Feiten en context
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 16.04.2025 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Juridische grond
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
Zitting van 23 04 2025
VVOG - Algemene Vergadering dd. 16.05.2025
Op 14 april 2025 ontving gemeentebestuur Alken de uitnodiging van VVOG voor hun jaarlijkse Statutaire Algemene Ledenvergadering.
Deze vergadering zal plaatsvinden op vrijdag 16 mei 2025 om 9.30 uur in vergaderzaal "Auditorium" van de Kazerne Dossin, Goswin de Stassartstraat 153 te 2800 Mechelen [Bereikbaarheid: www.kazernedossin.eu/praktisch]
Als bijlage vindt u volgende documenten:
• de dagorde
• de balans en resultatenrekening van het boekjaar 2024
• de ontwerpbegroting voor 2025 • het inschrijvingsformulier
• een volmachtformulier
Ook het nieuwe bestuursorgaan wordt verkozen voor 6 jaar.
Het ontwerp van het jaarverslag 2024 vindt u terug op www.vvog.info.
Bij voorkeur voor 10 mei 2025 online inschrijven, met het inschrijvingsformulier kan uiteraard ook. Indien verhinderd kan gebruik gemaakt worden van het volmachtformulier (art. 19 van de statuten).
Inmiddels werd de vertegenwoordiger van gemeente Alken eveneens geïnformeerd over de datum en de plaats van de Algemene Vergadering.
Feiten en context
Op 14 april 2025 ontving gemeentebestuur Alken de uitnodiging van VVOG voor hun jaarlijkse Statutaire Algemene Ledenvergadering.
Deze vergadering zal plaatsvinden op vrijdag 16 mei 2025 om 9.30 uur in vergaderzaal "Auditorium" van de Kazerne Dossin, Goswin de Stassartstraat 153 te 2800 Mechelen [Bereikbaarheid: www.kazernedossin.eu/praktisch]
Als bijlage vindt u volgende documenten:
• de dagorde
• de balans en resultatenrekening van het boekjaar 2024
• de ontwerpbegroting voor 2025 • het inschrijvingsformulier
• een volmachtformulier
Ook het nieuwe bestuursorgaan wordt verkozen voor 6 jaar.
Het ontwerp van het jaarverslag 2024 vindt u terug op www.vvog.info.
Bij voorkeur voor 10 mei 2025 online inschrijven, met het inschrijvingsformulier kan uiteraard ook. Indien verhinderd kan gebruik gemaakt worden van het volmachtformulier (art. 19 van de statuten).
Inmiddels werd de vertegenwoordiger van gemeente Alken eveneens geïnformeerd over de datum en de plaats van de Algemene Vergadering.
Dhr. Jan Robeyns is afgevaardigd als stemgerechtigde effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van VVOG, dhr. Stefan Jacobs wordt afgevaardigd als stemgerechtigde plaatsvervangende gemeentelijke vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van VVOG
Juridische grond
Artikel 56 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Besluit van de gemeenteraad van 30 januari 2025 inzake de aanduiding van de vertegenwoordigers van de algemene vergadering van VVOG.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Dhr. Jan Robeyns zal wel aanwezig zijn als afgevaardigde.
Zitting van 23 04 2025
Alken Vallei - COV7 fasering
Besluit
Zitting van 23 04 2025
Betaalbaarstelling facturen SC
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Feiten en context
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Juridische grond
Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.
Zitting van 23 04 2025
Definitieve plaats Logo Alken Laagdorp + stroomvoorziening verlichting.
In januari 2025, heeft het bedrijf Lysen het logo van Alken op het Laagdorp geplaatst. Initiatief was het de bedoeling dat het logo tijdelijk op de huidige plek zou staan en nadien zou verhuizen naar het Valleipark. Stroom werd hierdoor nog niet voorzien op de huidige plek omdat het logo hier maar tijdelijk zou staan. Echter staat het logo mooi en zichtbaar op de huidige plek, waardoor het aangewezen is om het logo hier definitief te plaatsen. Er dient nu wel nog stroom voorzien te worden, zodat het logo 's avonds met de ingebouwde verlichting volledig tot zijn recht komt.
Feiten en context
In januari 2025, heeft het bedrijf Lysen het logo van Alken op het Laagdorp geplaatst. Initieel was het de bedoeling dat het logo tijdelijk op de huidige plek zou staan en nadien zou verhuizen naar het Valleipark. Stroom werd hierdoor nog niet voorzien op de huidige plek omdat het logo hier maar tijdelijk zou staan. Echter staat het logo mooi en zichtbaar op de huidige plek, waardoor het aangewezen is om het logo hier definitief te plaatsen. Er dient dan wel nog stroom voorzien te worden, zodat het logo 's avonds met de ingebouwde verlichting volledig tot zijn recht komt. Tijdens de Kerstperiode, staat de Kerstboom op deze plek, waardoor we in deze periode het logo dienen te verplaatsen. Er wordt onderzocht waar het logo dan het beste gezet kan worden.
Juridische grond
DLB art. 56 regelt bevoegdheden college.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Omdat het logo op de huidige plek zeer zichtbaar is en omdat in het Valleipark de focus op andere elementen zal liggen. Om het logo volledig via de ingebouwde verlichting volledig tot zijn recht te laten komen, dient er stroom voorzien te worden op de huidige plek.
Financiële gevolgen
De stroomkast die door Fluvius geplaatst wordt, zal betaald worden via de trekkingsrechten Fluvius. Hierop is voldoende budget beschikbaar.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat het logo definitief op de huidige plaats blijft staan, namelijk vooraan het Laagdorpplein.
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat Fluvius een stroomkast in de buurt van het Logo plaatst, zodat de ingebouwde verlichting van het logo aangesloten kan worden.
Zitting van 23 04 2025
Verplaatsing wekelijkse markt tijdens de evenementen (Kermis & Cristalfeesten) die in mei 2025 doorgaan op het Laagdorpplein.
In mei 2025 vinden er 2 evenementen plaats op het Laagdorp: Alken Kermis (3-5 mei) en de Cristalfeesten (17 mei). Hierdoor dient de wekelijkse markt op vrijdag te verhuizen naar een andere locatie. Omdat uitwijken naar een andere deelkern voor veel verwarring gaat zorgen bij standhouders en klanten, is het aangewezen om de markt te verplaatsen naar een andere locatie in het centrum. Daarom wordt voorgesteld om de markt op vrijdag 02 en 16 mei 2025 te laten doorgaan op het kerkplein en in de Sint-Aldegondislaan. Bij droog weer kan ook het parkje aan dienst vrije tijd gebruikt worden. Ook een fietsstrook zoals te zien op het plannetje is voorzien. Er is 1 stroomkast op het kerkplein, wat onvoldoende is om alle marktkramers van stroom te voorzien. Er wordt onderzocht of we stroom uit de kerk, pastorie en via verlengkabels van het Laagdorp kunnen halen. Voor de 1ste keer voorzien we een stroomgenerator om zeker te zijn dat we voldoende stroom hebben. De handelaars en bewoners in de Hoogdorpsstraat en de scholen worden op de hoogte gebracht (mondeling en via brief). Er zal nog een aparte verkeersregeling uitgewerkt worden (agenda CBS volgende week).
Feiten en context
In mei 2025 vinden er 2 evenementen plaats op het Laagdorp: Alken Kermis (3-5 mei) en de Cristalfeesten (17 mei). Hierdoor dient de wekelijkse markt op vrijdag te verhuizen naar een andere locatie. Omdat uitwijken naar een andere deelkern voor veel verwarring gaat zorgen bij standhouders en klanten, is het aangewezen om de markt te verplaatsen naar een andere locatie in het centrum. Daarom wordt voorgesteld om de markt op vrijdag 02 en 16 mei 2025 te laten doorgaan op het kerkplein en in de Sint-Aldegondislaan. Bij droog weer kan ook het parkje aan dienst vrije tijd gebruikt worden. Ook een fietsstrook zoals te zien op het plannetje is voorzien. Er is 1 stroomkast op het kerkplein, wat onvoldoende is om alle marktkramers van stroom te voorzien. Er wordt onderzocht of we stroom uit de kerk, pastorie en via verlengkabels van het Laagdorp kunnen halen. Voor de 1ste keer voorzien we een stroomgenerator om zeker te zijn dat we voldoende stroom hebben. De handelaars en bewoners van de Hoogdorpsstraat en de scholen worden op de hoogte gebracht (mondeling en via brief). Er zal nog een aparte verkeersregeling uitgewerkt worden (agenda CBS volgende week).
In bijlage: uitgewerkt marktplan
Juridische grond
DLB art. 56 regelt bevoegdheden college.
Marktreglement goedgekeurd op de gemeenteraad van 30 januari 2025.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
In mei 2025 vinden er 2 evenementen plaats op het Laagdorp, namelijk de Kermis (3-5 mei) en de Cristalfeesten (17 mei). Hierdoor dient de wekelijkse markt op vrijdag te verhuizen naar een andere locatie. Uitwijken naar een andere deelkern gaat voor veel verwarring zorgen bij standhouders en klanten. In de deelkernen wonen veel minder mensen dan in Alken Centrum waardoor het aannemelijk is dat er minder volk naar de markt zal gaan. In Alken Centrum zijn 4 scholen gelegen (in de deelkernen telkens één). Daarom is het aangewezen om de markt te verplaatsen in Alken Centrum, met name naar het kerkplein en de Sint-Aldegondislaan.
Voor de stroom wordt onderzocht of een stroomgenerator gehuurd moet worden of dat er met lange verlengkabels gewerkt kan worden. Ook bij verplaatsingen naar de deelkern diende een stroomgenerator gehuurd te worden aangezien er maar 1 stroomkast aanwezig is dus deze kosten zouden hetzelfde zijn. De handelaars en bewoners in de Hoogdorpsstraat en de scholen worden op de hoogte gebracht (mondeling en via brief). Er zal nog een aparte verkeersregeling uitgewerkt worden (agenda CBS volgende week). Nadat de markt in mei 2x is doorgegaan op deze locatie, zal dit geëvalueerd worden.
Financiële gevolgen
Huren stroomgenerator: kostprijs € 1.293 per keer, tenzij er met verlengkabels gewerkt kan worden of stroom vanuit de kerk en pastorie genomen kan worden.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen is akkoord om de markt op 2 mei en 16 mei te verplaatsen naar het kerkplein en de Sint-Aldegondislaan.
Zitting van 23 04 2025
Advies CBS inzake omgevingsvergunning G17
Adviesvraag van de Vlaamse Overheid aangaande een aanvraag omgevingsvergunning over: De aanleg van een nieuwe toegang aan een bestaande parking en het bouwen van een fietsenstalling. Dit dossier werd ingediend door Stephan Cautaerts namens NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NV PR gevestigd te Frankrijkstraat 56 te 1060 Sint-Gillis. De aanvraag heeft betrekking op een perceel Stationsstraat 110, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 119S2, 133C2, 137R en 137P. Dit dossier werd ingediend bij de Vlaamse Overheid.
ADVIES VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Stephan Cautaerts namens NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NV PR gevestigd te Frankrijkstraat 56 te 1060 Sint-Gillis
|
Ligging van het perceel: | Stationsstraat 110
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie C nrs. 119S2, 133C2, 137R en 137P
|
Projectnaam: | Alken station - fietsenstalling en parkingtoegang
|
Dossiernummer: | 202526
|
Intern dossiernummer: | G17
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024083838
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
De aanleg van een nieuwe toegang aan een bestaande parking en het bouwen van een fietsenstalling
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Reliëfwijziging t.g.v. afsluiting oude uitrit
● Bouw nieuwe fietsenstalling
● Aanleg nieuwe oprit
● Verwijdering van uitrit
● Reliëfwijziging t.g.v. nieuwe parkingtoegang
● Vervanging verharding rondom nieuwe fietsenstalling
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan Hasselt-Genk d.d. 03.04.1979 - ambachtelijke bedrijven en kmo's.
De gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalprodukten van schadelijke aard.
(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)
Het goed is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling.
De aanvraag is wel gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Kolmen” d.d. 23.08.2012. Voor het perceel geldt meer specifiek artikel 1. “zone voor lokaal bedrijventerrein” en artikel 2 “zone voor lokaal bedrijventerrein met gemengde bestemming” van de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP;
Art. 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg vervangen, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.
De voorschriften van het RUP Kolmen primeren op die van het gewestplan.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 12 november 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 10 maart 2025 |
Opening openbaar onderzoek | 20 maart 2025 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 18 april 2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum advies | 23 april 2025 |
1.f. Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
- Overwegende dat er op 15.01.1980 een stedenbouwkundige vergunning werd verleend voor het verbouwen van een stationsgebouw door het college van burgemeester en schepenen;
- Overwegende dat er op 20.01.1994 een weigering stedenbouwkundige vergunning werd verleend voor het slopen van een WC-gebouw door ROHM-Limburg;
- Overwegende dat er op 29.10.2012 een stedenbouwkundige vergunning werd verleend voor het herinrichten van het stationsplein en het plaatsen van 2 overdekte fietsenstallingen door ROHM Limburg;
- Overwegende dat op 22/03/2017 een milieuvergunning (M364) voor veranderingen aan te brengen aan een al eerder gemelde inrichting die na verandering ingedeeld blijft als inrichting klasse 3 (station) werd door het college van burgemeester en schepenen.
- Overwegende dat op 15.02.2021 een omgevingsvergunning werd verleend door de Vlaamse Overheid voor het schranken van het treinperron 2 van de stopplaats Alken (OMV_2020079617);
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
In het kader van een verbetering van het reizigerscomfort in de stations en stopplaatsen en een verbetering van de verkeersveiligheid worden er een aantal bijkomende maatregelen voorzien ter hoogte van het station in Alken.
De geplande werken bevinden zich ter hoogte van de stopplaats Alken op de spoorlijn L21 Landen-Hasselt en aan de gewestweg N754 Stationsstraat t.h.v. het station Alken.
De NMBS wenst de verkeersafwikkeling t.h.v. de spooroverweg en van de autoparking aan het station Alken te verbeteren en heeft hiervoor in de nabijheid van de bestaande uitrit een terrein aangekocht om er een gezamenlijke in- en uitrit op aan te leggen. De huidige aanvraag omvat onder andere de aanleg van een volledig nieuwe parkingtoegang op het daarvoor aangekochte terrein, met bijhorende in- en uitrit voor de autoparking. Hiervoor dienen verhardingsinfrastructuren m.i.v. fundering te worden aangelegd (rijbaan uit asfalt, slagboomeilanden, logebox met sturingen) en dit zal eveneens gepaard gaan met een reliëfwijziging. De bestaande parkings ter hoogte van deze locatie worden hiertoe uitgebroken en het talud ernaast wordt onderbroken voor de aanleg van de nieuwe op- en afrit uit asfalt, met daaronder infiltratiebekkens. De Reliëfwijziging parkingtoegang zal worden opgevangen met keerelementen en d.m.v. hellingen in de groenzones. Er wordt een nieuwe toegang en uitrit voorzien over een breedte van ongeveer 10m met gecombineerde in- en uitrit, waarop zich 3 slagbomen (1 in, 1 uit, 1 bi-directioneel) bevinden met technische sturingsloge. De Oude uitrit uit betonplaten zal worden opgebroken en de parkeerstrook met waterdoorlatende dolomiet zal worden hersteld. Ook wordt het onderbroken talud hersteld tot deze weer mooi aansluit op de naastliggende delen, als een onverharde groenzone, d.m.v. een reliëfwijziging Oude uitrit.
Verder zal ook de bestaande oude uitrit opgebroken worden en het herstel van de parkeerstrook en de groenzone op die locatie gebeuren. Ook deze handeling zal gepaard gaan met een reliëfwijziging. Ook wordt het onderbroken talud hersteld tot deze weer mooi aansluit op de naastliggende delen, als een onverharde groenzone.
Momenteel zijn er fietsenstallingen aan weerskanten van de overweg, doch met onvoldoende capaciteit naar de toekomst toe. Door de parkinginrit te verplaatsen, komt er ruimte vrij in de nabijheid van de overweg en de perrontoegangen om een nieuwe bewaakte fietsenstalling te plaatsen. De nieuwe bewaakte fietsenstalling komt te staan tussen de sporen en het naburige bedrijfspand op de plek waar nu nog de parkinginrit is. Dit is in de nabijheid van de overweg en bijgevolg ook in de nabijheid van de beide treinperrons en hun toegangen. Aan de overzijde van de Stationsstraat staan het stationsgebouw en een bestaande kleine fietsenstalling. De constructie van een nieuwe bewaakte fietsenstalling voor 130 fietsplaatsen (124 gewone plaatsen + 6 buitenformaatplaatsen) vlakbij de overweg zal gebouwd worden volgens het typeconcept van NMBS. De constructie zal staan op funderingszolen waartussen infiltratiebekkens worden geplaatst. Er zal plaats zijn voor 124 gewone fietsen en 6 buitenformaatfietsen. Gebruikers kunnen met hun mobib-kaart scannen en via de schuifdeuren aan de straatzijde de stalling betreden.
Rondom de fietsenstalling zal de bestaande verharding hierbij worden gewijzigd: waterpasserende verhardingen rondom de stallingen worden aangelegd, aan de straatzijde komt een groenzone als buffer en er wordt ruimte voorzien voor een keerzone in asfalt vanaf de parking. Het gaat hoofdzakelijk om oppervlakkige uitgravingen ter opbreking van de bestaande asfalt- en klinkerverharding van de vroegere inrit en dolomietverharding van parkings, en de aanleg van waterpasserende klinkers (lichtgrijs) rondom de fietsenstalling. Het rechterdeel van de betreffende zone zal ook beperkt worden geasfalteerd zodat dit als keerzone aansluitend op de parking kan fungeren. Er worden eveneens lage wegneembare paaltjes geplaatst om te vermijden dat gemotoriseerd verkeer zal kunnen interfereren met de fietsers, alsook worden onverharde groenzones ingericht in de restruimtes in de hoeken. Eén daarvan vormt tevens een buffer met de straat en zou op de langere termijn kunnen worden gebruikt voor de inplanting van een klantcabine (toekomstbestendig ontwerp), en in de andere kan de betaalautomaat worden geïnstalleerd.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De aanvraag is deels in strijd met de voorschriften van het RUP Kolmen wat betreft de inplanting van de gebouwen en constructies, de integratie met de ander bedrijfsgebouwen en de voorziene toegangen naar het perceel.
Conform artikel 4.4.1.§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordeningen kunnen in een stedenbouwkundige vergunning, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft:
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
Echter voor het deel dat er geen overeenstemming is met de voorliggende plannen kan er toepassing gemaakt worden van artikel 4.4.7 § 2 VCRO in het kader van het algemeen belang en openbaar nut.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2 en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.
Hoofdstuk III De handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben of als dergelijke handelingen beschouwd worden
Artikel 2. ( 04/09/2021 - ... )
Als handelingen van algemeen belang, zoals bedoeld in artikel 4.1.1, 5°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden de werken, handelingen en wijzigingen beschouwd die betrekking hebben op:
2° de openbare spoorwegen voor het personen- en goederenvervoer, met inbegrip van tram en metro en met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals stations, dienstgebouwen en andere;
7° de gebouwen en constructies opgericht voor het gebruik of de uitbating door de overheid of in opdracht ervan
§ 2. Naast de handelingen, vermeld in paragraaf 1, kunnen de volgende handelingen van algemeen belang beschouwd worden als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op :
3° de wijziging of uitbreiding van :
a) andere openbare park-and-rideparkings en carpoolparkings dan de parkings, vermeld in punt 2°, b);
Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.4.7. §2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
De voorgestelde afwijkingen kunnen bijgevolg aanvaard worden gezien ze in overeenstemming zijn met de afwijkingsmogelijkheden voorzien in de Codex RO volgens artikel 4.4.7§2, handelingen van algemeen belang. De autoparking heeft momenteel een inrit vlakbij de overweg, wat op drukke verkeersmomenten tot gevaarlijke toestanden leidt wanneer auto’s komende vanuit het noordwesten aanschuiven om de parking op te rijden en de overweg moet sluiten voor aankomende treinen. In het overlegorgaan waar NMBS, Infrabel, De Lijn, en ook de gemeente Alken vertegenwoordigd zijn, is overeen gekomen de parkinginrit voor auto’s weg te halen van de overweg om opstoppingen op de N754 ter hoogte van de overweg te voorkomen. Bij de realisatie van de voorgestelde werken wensen ze de verkeersafwikkeling t.h.v. de spooroverweg en van de autoparking aan het station Alken te verbeteren. Uit het voorgaande kan besloten worden dat de handelingen van algemeen belang zijn, een beperkte ruimtelijke impact hebben en maximaal geïntegreerd zijn in het landschap.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
watertoets@vmm.be | 2 april 2025 | 4 april 2025 | geen advies |
AWV - District Zuid-Limburg | 11 maart 2025 |
|
|
Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 11 maart 2025 | 19 maart 2025 | geen bezwaar |
info@wateringdeherk.be | 11 maart 2025 | 4 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
indoor.astrid@ibz.fgov.be | 11 maart 2025 | 25 maart 2025 | gunstig |
adviesaanvraagrwo@aquafin.be | 11 maart 2025 | 1 april 2025 | geen bezwaar |
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 11 maart 2025 | 2 april 2025 | voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
Externe Adviezen
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid
2.e. Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 20 maart 2025 tot 18 april 2025.
Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
● functionele inpasbaarheid: de werken voorzien in het aanleggen van een nieuwe toegang aan een bestaande parking en het bouwen van een fietsenstalling. Deze werken gebeuren in het kader van de aanleg van infrastructuur behorende bij de spoorweg. De voorgestelde afwijkingen kunnen bijgevolg aanvaard worden gezien ze in overeenstemming zijn met de afwijkingsmogelijkheden voorzien in de Codex RO volgens artikel 4.4.7§2, handelingen van algemeen belang. De werken worden optimaal ingepast in de bestaande context. Voorliggende aanvraag is bijgevolg functioneel aanvaardbaar binnen deze omgeving.
● mobiliteitsaspect: In alle redelijkheid kan worden gesteld dat voorliggende aanvraag de mobiliteit en verkeersveiligheid alleen maar verbetert ten aanzien van de Stationsstraat en de overweg door het verplaatsen van de inrit/toegang naar de parking. Bijgevolg wordt het risico op ongevallen aan de overweg ook aanzienlijk verminderd. Huidige aanvraag heeft dan ook een gunstige invloed op de mobiliteit.
● schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag betreft de aanleg van een nieuwe parkinggtoegang, de opbraak van de bestaande uitrit en toegang, de plaatsing van een fietsenstalling en de heraanleg van de bestaande verhardingen. Huidige aanvraag zal dan ook een beperkte ruimtelijke impact hebben op de omgeving omwille van volgende aspecten: De werken worden optimaal ingepast in de bestaande context. De nieuwe parkingtoegang met gecombineerde in- en uitrit komt in dezelfde omgeving als de bestaande parkinguitrit. De verhardingen worden beperkt tot het noodzakelijke voor de herinrichting van deze zone. Door de uitvoering van deze werken wordt er geen significante wijziging aangebracht aan de ruimtelijke omgeving zoals deze nu bestaat, zodat de impact op de omgeving minimaal blijft.. Het project is bijgevolg aanvaardbaar voor wat betreft de beschouwde beoordelingsaspecten.
● visueel-vormelijke elementen: De nieuwe parkingtoegang mondt uit in de Kolmenstraat, de ontsluitingsweg van een industriezone, en komt op de plaats waar momenteel de oprit is van een in onbruik geraakte opslagloods. In de Kolmenstraat zijn enkel bedrijfspanden gebouwd, met gevels uit beton, staal en beglazing. Er wijzigt dus niet veel aan het ruimtelijk beeld van de straat en de omgeving. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande omgeving gezien de verenigbaarheid met de omgeving en de bestaande infrastructuur.
● Cultuurhistorische aspecten: Het perceel is niet gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. Deze aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van deze omgeving.
● het bodemreliëf: bij de realisatie van deze werken zullen er reliëfwijzigingen gebeuren in functie van de heraanleg van de toegang naar de parking alsook de herstelling van de talud. Bij de realisatie van het project zal het bestaande reliëf zoveel als mogelijk behouden blijven en zullen de wijzigingen gering blijven.
● hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: De te realiseren werken geven geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit. De voorgestelde werken zijn voor het gebied stedenbouwkundig verantwoord. De voorgestelde invulling zal geen negatieve invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving. Gezien de bestaande ruimtelijke configuratie en de reeds aanwezige bebouwing wordt het bestaande straatbeeld ook niet aangetast door de realisatie van deze infrastructuurwerken.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
///
Conclusie
Gunstig advies
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen levert een gunstig advies af voor volgende stedenbouwkundige handelingen:
● Reliëfwijziging t.g.v. afsluiting oude uitrit
● Bouw nieuwe fietsenstalling
● Aanleg nieuwe oprit
● Verwijdering van uitrit
● Reliëfwijziging t.g.v. nieuwe parkingtoegang
● Vervanging verharding rondom nieuwe fietsenstalling
op een perceel gelegen Stationsstraat 110 te 3570 Alken, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 119S2, 133C2, 137R en 137P.
Artikel 2: Een afschrift van dit advies zal worden overgemaakt aan de Vlaamse overheid via het Omgevingsloket.
Zitting van 23 04 2025
Advies CBS inzake omgevingsvergunning G18
Adviesvraag van de Vlaamse Overheid aangaande een aanvraag omgevingsvergunning over: wegenis- en rioleringswerken Aquafin-project “20.431 Wellen: Collector Wellen". Dit dossier werd ingediend door Christiane De Decker namens AQUAFIN NV gevestigd te Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar. De aanvraag heeft betrekking op een terrein gelegen Bosstraat 4, 11, 12, 17, 20, 20A, 21, 22, 28, 30, 32, 34, 36, 37A, 38, 40A, 40B, 47, 47B, 49, 50, 50A, 50B, 50C, 51, 52, 54, 55, 56, 59, 61, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 70, 72, 74, 75, 77A, 78, 79, 80, 83, 83A, 89, 91, 94, 95A, 96, 97, 98, 99, 99A, 101A, 103, 106, 109A, 110, 112, 113, 124, 125, 126, Houtstraat 16, 17, 18, 19, Kleinveldstraat 1C, 2A, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, Laagbulsstraat 1, Plattestraat 54, 55 en Vloeiherkstraat 29A, kadastraal gekend als sectie A nrs. 79N, 79H, 79K, 82E, 88B, 88F, 209/2 K, 211L, 211K, 217K, 218K, 220K, 252F, 275K, 280C, 282B, 294S, 295E2, 296K, 296L, 296E, 298Y, 312Z, 312Y, 313E, 321R, 664G, 671A, 679F, 679G, 681G, 682B, 683C, 687G, 688B, 688E, 689A, 689/2 C, 690A, 718K, 718M, 720K, 721P, 733F, 738E, 739C, 740F, 956A, 956B, sectie F nrs. 1C, 1D, 46K, 56P2, 56G2, 56M2, 56R2, 57A, 65C2, 65Z, 65Y, 65P, 67F, 70P, 101P, 101K, 101N, 101C, 109E, 127B, 127C, 129V, 129A2, 129T, 129C2, 129D, 133K, 133F, 135C, 135E, 135D, 137N, 137R, 138D, 138C, 140D, 141K, 141L, 150L, 150M, 153L, 154R, 158B, 168B, 173N, 176X, 176Z, 177/2 A, 177H, 177F, 178K, 178L, 178H, 179E, 180H, 183V, 184B, 185_, 202P, 211B, 211C, 243A, 336A, 941T, 948L, 948P, 948K, 950A, 951C, 957C, 959N, 1047C, 1048D, 1048F, 1048G, 1052B, 1053E, 1054B, 1055B, 1085B, 1086E, 1086D, 1089G, 1090Y, 1090M, 1091D, 1091E, 1093B, 1094B, 1096A, 1097A, 1148G3, 1148P2, 1149P, 1282B, 1282C, 1282A, afdeling 2 sectie E nrs. 424H en 931S. Dit dossier werd ingediend bij de Vlaamse Overheid.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Christiane De Decker namens AQUAFIN NV gevestigd te Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar
|
Ligging van het perceel: | Bosstraat 4, 11, 12, 17, 20, 20A, 21, 22, 28, 30, 32, 34, 36, 37A, 38, 40A, 40B, 47, 47B, 49, 50, 50A, 50B, 50C, 51, 52, 54, 55, 56, 59, 61, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 70, 72, 74, 75, 77A, 78, 79, 80, 83, 83A, 89, 91, 94, 95A, 96, 97, 98, 99, 99A, 101A, 103, 106, 109A, 110, 112, 113, 124, 125, 126, Houtstraat 16, 17, 18, 19, Kleinveldstraat 1C, 2A, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, Laagbulsstraat 1, Plattestraat 54, 55 en Vloeiherkstraat 29A
|
Kadastrale gegevens: | sectie A nrs. 79N, 79H, 79K, 82E, 88B, 88F, 209/2 K, 211L, 211K, 217K, 218K, 220K, 252F, 275K, 280C, 282B, 294S, 295E2, 296K, 296L, 296E, 298Y, 312Z, 312Y, 313E, 321R, 664G, 671A, 679F, 679G, 681G, 682B, 683C, 687G, 688B, 688E, 689A, 689/2 C, 690A, 718K, 718M, 720K, 721P, 733F, 738E, 739C, 740F, 956A, 956B, sectie F nrs. 1C, 1D, 46K, 56P2, 56G2, 56M2, 56R2, 57A, 65C2, 65Z, 65Y, 65P, 67F, 70P, 101P, 101K, 101N, 101C, 109E, 127B, 127C, 129V, 129A2, 129T, 129C2, 129D, 133K, 133F, 135C, 135E, 135D, 137N, 137R, 138D, 138C, 140D, 141K, 141L, 150L, 150M, 153L, 154R, 158B, 168B, 173N, 176X, 176Z, 177/2 A, 177H, 177F, 178K, 178L, 178H, 179E, 180H, 183V, 184B, 185_, 202P, 211B, 211C, 243A, 336A, 941T, 948L, 948P, 948K, 950A, 951C, 957C, 959N, 1047C, 1048D, 1048F, 1048G, 1052B, 1053E, 1054B, 1055B, 1085B, 1086E, 1086D, 1089G, 1090Y, 1090M, 1091D, 1091E, 1093B, 1094B, 1096A, 1097A, 1148G3, 1148P2, 1149P, 1282B, 1282C, 1282A, afdeling 2 sectie E nrs. 424H en 931S
|
Projectnaam: | Bosstraat Wellen/Leemkuilstraat en Laagbulsstraat Alken - Aquafin nv
|
Dossiernummer: | 202527
|
Intern dossiernummer: | G18
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2023079728
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
Onderhavige omgevingsvergunningsaanvraag behelst in hoofdzaak het realiseren van een gescheiden stelsel en een bufferbekken, waarbij de vuilwaterlozing wordt aangesloten op de bestaande riolering in de Leemkuilstraat, in het noorden van het projectgebied. Het hemelwater wordt gebufferd en geloosd op de waterlopen gelegen binnen het projectgebied. (Wegenis- en rioleringswerken Aquafin-project “20.431 Wellen: Collector Wellen")
Rubrieken
Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC. | 97,75 m³/uur |
53.2.1°b) | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 29.523 m³/jaar in een parkgebied en natuur-, met een maximaal debiet van 1.581 m³/dag. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 5,45 m-mv. | 1581 m³/dag |
53.2.2°b)2° | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 266.907 m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 5,45 m-mv. | 266907 m³/jaar |
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Riolering:
○ Installatie pompstation (PS3) op privaat domein;
○ Aanleg van riolering binnen 5 m zone van waterloop;
○ Aanleg van kopmuren in bestaande gracht op privaat domein;
○ Installatie pompstation (PS2) op privaat domein;
● Reliëf:
○ Aanleg van bufferbekken;
● Terrein:
○ Inrichting tijdelijk terrein voor grondverbetering
● Inbuizing:
○ Vernieuwen van bestaande inbuizingen t.h.v. inritten;
○ Aanleg van nieuwe inbuizingen t.h.v. inritten;
● Dempen:
○ Dempen van grachten bij aanleg van bufferbekken;
● Verhardingen:
○ Aanleg van verharding binnen 5 m zone van waterloop
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 –deels agrarisch gebied (binnen domein van de gemeente Alken ter hoogte van de Laagbulsstraat).
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg en/of Ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het perceel is ook niet gelegen binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Het blijft echter de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 20 december 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 10 maart 2025 |
Opening openbaar onderzoek | 20 maart 2025 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 18 april 2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum advies | 23 april 2025 |
1.f. Historiek
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Deze omgevingsvergunningsaanvraag heeft betrekking op de aanleg van een gescheiden gemeentelijk rioleringsstelsel en een bufferbekken, waarbij de vuilwaterlozing wordt aangesloten op de bestaande riolering in de Leemkuilstraat, in het noorden van het projectgebied. Het hemelwater wordt gebufferd en geloosd op de waterlopen gelegen binnen het projectgebied.
Deze aanvraag heeft hoofdzakelijk betrekking op het grondgebied van de gemeente Wellen, met een kleine overlap op de gemeente Alken ter hoogte van de Laagbulsstraat.
Hieronder worden enkel de werken beschreven dewelke worden uitgevoerd in aansluiting met het grondgebied van de gemeente Alken.
In het meest noordelijke punt van het projectgebied wordt het bestaande gemengde stelsel van de Laagbulsstraat opgevangen in een nieuw te plaatsen overstortconstructie. De overstortconstructie heeft de mogelijkheid om over te storten naar de Winterbeek (2e cat.). Het stelsel zal gravitair afstromen richting de Bosstraat waar wordt aangesloten op de bestaande riolering in de Leemkuilstraat.
In het gedeelte van de Bosstraat, tussen de Ilderveldstraat en de Laagbulsstraat, wordt aan de westzijde van de rijweg een nieuwe baangracht aangelegd. Deze gracht heeft een lengte van 130 m en een breedte van ca. 3 m. De gracht zal lozen in de Wintebreek (2e cat.), ter hoogte van het lozingsput wordt een de gracht ingebuisd om de toegang tot het achterliggend perceel te garanderen. Om het buffervolume van de gracht optimaal te benutten wordt in het meest stroomafwaartse punt van de gracht een drempel met knijpopening voorzien.
Er worden dus bijgevolg werken uitgevoerd aan de waterloop ‘Winterbeek’ (2e cat., VHA 8059) in beheer van de Provincie Limburg. De inbuizing onder de rijweg ter hoogte van het kruispunt van de Laagbulsstraat met de Bosstraat wordt vernieuwd.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De aanvraag is gelegen binnen agrarisch gebied volgens het Gewestplan Hasselt-Genk.
Voor het deel dat er geen overeenstemming is met de voorliggende plannen kan er toepassing gemaakt worden van artikel 4.4.7 § 2 VCRO in het kader van het algemeen belang en openbaar nut.
Art. 4.4.7. §2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
stedenbouwkundig advies | 11 maart 2025 |
|
|
Adviezen en Vergunningen Vlaams-Brabant en Limburg; Limburg | 11 maart 2025 |
|
|
AWV - District Zuid-Limburg | 11 maart 2025 |
|
|
watertoets@vmm.be | 11 maart 2025 |
|
|
Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Limburg | 11 maart 2025 |
|
|
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 11 maart 2025 | 7 april 2025 | ongunstig |
info@wateringdeherk.be | 11 maart 2025 | 11 april 2025 | ongunstig |
provincie Limburg - afdeling Waterbeheer | 11 maart 2025 | 7 april 2025 | ongunstig |
info@wateringdeherk.be | 11 maart 2025 |
|
|
watertoets@vmm.be | 11 maart 2025 |
|
|
watertoets@vmm.be | 11 maart 2025 |
|
|
adviezen.oe@vlaanderen.be | 11 maart 2025 | 31 maart 2025 | geen bezwaar |
omgeving | 11 maart 2025 |
|
|
2.d. Bespreking van de adviezen
Externe Adviezen
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid
2.e. Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 20 maart 2025 tot 18 april 2025.
Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Niet van toepassing. Dit aspect wordt behandeld door de vergunningverlenende overheid.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
- functionele inpasbaarheid: voorliggende aanvraag betreft de aanleg van een gescheiden riolering en heraanleg wegenis en een bufferbekken, waarbij de vuilwaterlozing wordt aangesloten op de bestaande riolering in de Leemkuilstraat, in het noorden van het projectgebied. Het hemelwater wordt gebufferd en geloosd op de waterlopen gelegen binnen het projectgebied. Deze aanvraag heeft hoofdzakelijk betrekking op het grondgebied van de gemeente Wellen, met een kleine overlap op de gemeente Alken ter hoogte van de Laagbulsstraat. Gelet op de aard van deze werken in het kader van het algemeen belang en de openbare nutsvoorzieningen zijn deze werken dan ook functioneel inpasbaar in deze omgeving, gezien dit handelt over de optimalisatie van de bestaande riolering en het behoud van de bestaande wegenis en grachtensysteem. Dit project is van belang voor het behalen van de goede toestand in het aandachtsgebied. De bestemmingsvoorschriften blijven ongewijzigd t.o.v. het geldende gewestplan en er is rekening gehouden met de bestaande omgeving en de omliggende bebouwingen.
- mobiliteitsaspect: In alle redelijkheid kan worden gesteld dat voorliggende aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit.
- schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag betreft de aanleg van een gescheiden riolering dat het afvalwater en het hemelwater gescheiden kan afvoeren. De uitvoering van deze werken zal dan ook ruimtelijk een zeer beperkte impact hebben op de omgeving De werken bestaan voornamelijk uit riolerings- en wegeniswerken en de aanleg van een regenwater bufferbekken. De aanleg van de riolering heeft een beperkte invloed op de omgeving. Door de uitvoering van de rioleringswerken wordt er geen significante wijziging aangebracht aan de ruimtelijke omgeving zoals deze nu bestaat. De stedenbouwkundige impact wijzigt nauwelijks. Het project is bijgevolg aanvaardbaar voor wat betreft de beschouwde beoordelingsaspecten.
- visueel-vormelijke elementen: Het aangevraagde project betreft een riolerings- en wegenisproject dat aansluit bij de bestaande bebouwingen, de bestaande weginfrastructuur en de grachten in de omgeving. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande omgeving gezien de verenigbaarheid met de omgeving en de bestaande infrastructuur.
- Cultuurhistorische aspecten: Het perceel is niet gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht. Deze aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van deze omgeving.
- het bodemreliëf: bij de realisatie van deze rioleringswerken zullen er slechts beperkte reliëfwijzigingen gebeuren.
- hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: De te realiseren riolerings- en wegeniswerken geven geen aanleiding tot verlies van ruimtelijke kwaliteit. De voorgestelde werken zijn voor het gebied stedenbouwkundig verantwoord. De voorgestelde invulling zal geen negatieve invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving. Gezien de bestaande ruimtelijke configuratie en de reeds aanwezige bebouwing wordt het bestaande straatbeeld ook niet aangetast door de realisatie van deze infrastructuurwerken.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
Niet van toepassing. (grondgebied gemeente Alken)
Conclusie
Gunstig advies
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen levert een gunstig advies af voor de volgende stedenbouwkundige handelingen:
● Riolering:
○ Installatie pompstation (PS3) op privaat domein;
○ Aanleg van riolering binnen 5 m zone van waterloop;
○ Aanleg van kopmuren in bestaande gracht op privaat domein;
○ Installatie pompstation (PS2) op privaat domein;
● Reliëf:
○ Aanleg van bufferbekken;
● Terrein:
○ Inrichting tijdelijk terrein voor grondverbetering
● Inbuizing:
○ Vernieuwen van bestaande inbuizingen t.h.v. inritten;
○ Aanleg van nieuwe inbuizingen t.h.v. inritten;
● Dempen:
○ Dempen van grachten bij aanleg van bufferbekken;
● Verhardingen:
○ Aanleg van verharding binnen 5 m zone van waterloop
ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC. | 97,75 m³/uur |
53.2.1°b) | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 29.523 m³/jaar in een parkgebied en natuur-, met een maximaal debiet van 1.581 m³/dag. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 5,45 m-mv. | 1581 m³/dag |
53.2.2°b)2° | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 266.907 m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 5,45 m-mv. | 266907 m³/jaar |
Artikel 2: Een afschrift van dit advies zal aan de Vlaamse overheid bezorgd worden via het Omgevingsloket.
Zitting van 23 04 2025
Omgevingsvergunning 956
Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van een halfopen ééngezinswoning ingediend door de heer Piet Stryckers wonende te Abdissenstraat 11 te 3510 Hasselt. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Alkerstraat 112, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 942 S. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | de heer Piet Stryckers wonende te Abdissenstraat 11 te 3510 Hasselt
|
Ligging van het perceel: | Alkerstraat 112
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie E nr. 942S
|
Projectnaam: | Alkerstraat 112 - Stryckers Piet
|
Dossiernummer: | 2024119
|
Intern dossiernummer: | 956
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024127664
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
De bestemmingswijziging en verbouwing van een ééngezinswoning met stallingen.
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● De functiewijziging van landbouwbedrijfswoning naar zonevreemde ééngezinswoning
● De verbouwing van deze ééngezinswoning
● De afbraak van 2 stallen
● De bestemmingswijziging van 1 stal van een landbouwfunctie naar een ruimte gedeeltelijk als tuinberging, en gedeeltelijk als hobbystal.
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
Overwegende dat de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd plan van aanleg of Ruimtelijk Uitvoeringsplan noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.
Het blijft echter de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets:
Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een halfopen ééngezinswoning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.
De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 127m². Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 7 500 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone van 4 206 liter en een infiltratieoppervlakte van 14,02m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten en een buitenkraan.
Alle nieuwe verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of worden zo
aangelegd dat het water erlangs op eigen terrein kan infiltreren. Deze maken bijgevolg geen deel
uit van de verordening. De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.
Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.
De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 11 oktober 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 18 november 2024 |
Opening openbaar onderzoek | 27 februari 2025 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 28 maart 2025 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 16 april 2025 |
1.f. Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
- Overwegende dat op 15.09.1965 een stedenbouwkundige vergunning (0281) voor het bouwen van varkensmeststallen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvraag omvat de bestemmingswijziging van de woning en een stalling, de afbraak van 2 stallingen en de verbouwing en uitbreiding van de woning.
De aanvraag is gelegen in een landelijke omgeving, langs een geasfalteerde gemeenteweg, zijnde de Alkerstraat , die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door landbouwgronden, agrarische bedrijven en vrijstaande eengezinswoningen. Aan de linkerzijde sluit de bestaande haflopen woning aan op de halfopen woning op het linker perceel. De overige aanpalende gronden betreffen landbouwgronden.
Huidige aanvraag betreft enerzijds de bestemmingswijziging van de woning en de eerste stalling en anderzijds ook de afbraak van de achterliggende stallingen en de verbouwing en uitbreiding van de bestaande woning volgens de regelgeving omtrent de basisrechten van de zonevreemde woningen.
In eerste instantie handelt de aanvraag dus over de functiewijziging van het gebouw aan de Alkerstraat 112, 3500 Alken. Dit gebouw is gelegen in “landschappelijk waardevol agrarisch gebied” en heeft momenteel de functie van landbouwbedrijfswoning. Deze aanvraag betreft de functiewijziging van het gebouw naar een zonevreemde woning. Ook de stalling aansluitend op de woning zal een bestemmingswijziging ondergaan van een landbouwfunctie naar een ruimte gedeeltelijk als tuinberging, en gedeeltelijk als hobbystal.
Verder zal de bestaande woning worden verbouwd en uitgebreid rekening houdend met de hedendaagse normen inzake isolatie en woonkwaliteit. De bestaande achterbouw aan de woning zal worden uitgebreid tot een diepte van 5m ten aanzien van de huidige diepte van 3m30. Hiermee is rekening gehouden met de bestaande achterbouw van de linkerbuur, die tot 6,4m achter het hoofdgebouw komt. Een klein afdak van de bestaande tuinberging wordt afgebroken om de nieuwe achterbouw te kunnen realiseren. Het dak van de nieuwe achterbouw wordt aangesloten op het dak van het bestaande hoofdgebouw, de afwerking aan de zijkant van de linkerbuur wordt onderling met de linkerbuur besproken.
De verharding tussen de bestaande achterbouw en de eerste stal heeft een oppervlakte van 104,66m2 (beton), deze wordt volledig verwijderd in functie van het infiltreren van regenwater. Achter de nieuwe uitgebreide achterbouw komt enkel nog een terras van 29,89m2, dit wordt volledig voorzien in waterdoorlaatbare materialen.
De gevel wordt gerenoveerd maar behoudt nog steeds de typische structuur van de bestaande situatie, namelijk een sokkel in baksteen met daarboven een houtstructuur met invulling. In de bestaande situatie is deze ingevuld met baksteen, in de nieuwe wordt de structuur ingevuld met biologische materialen (hennep-blokken) die bepleisterd worden met een leempleister om het typische uitzicht te behouden. De achterbouw wordt uitgevoerd in houten planken, passend met het gedeelte van de zijgevel dat reeds vernieuwd werd enkele jaren geleden. Het buitenschrijnwerk dat in de houtstructuur met leempleister zit wordt voorzien in wit aluminium, zodat het uitzicht van de bestaande situatie behouden blijft. Het buitenschrijnwerk in het gedeelte met de houten planken wordt voorzien in zwart aluminium
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De aanvraag is principieel niet in overeenstemming met het geldende gewestplan, wat betreft de aanvraag tot de renovatie van de hoeve tot woning . De bestaande hoeve/woning maakt geen deel uit van een volwaardig landbouwbedrijf en is dus zonevreemd. Echter is van toepassing:
‘Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening - Afdeling 2 Basisrechten voor zonevreemde constructies
Sectie 1 Bestaande zonevreemde woningen
Subsectie 1 Verbouwen
Artikel 4.4.12.
In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten.
Artikel 4.4.15.
Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde woning is vergunbaar, voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1 000 m3 en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten.
De mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, gelden niet in :
1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
2° recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding « recreatie » sorteren.
Uit bovenvermelde beschrijving van de werken kan worden opgemaakt dat de voorliggende aanvraag voldoet aan de bepalingen van de vermelde artikelen van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening inzake de basisrechten voor de zonevreemde woningen. Op basis van een bouwhistorisch, cartografisch en materiaal-technisch onderzoek dat gevoegd werd bij de aanvraag kan de bestaande woning als vergund geacht worden beschouwd. Het gebouw kan dan ook niet aanschouwt worden als ‘verkrot’, aangezien het tot op heden gebruikt wordt als woning.
De aanvraag betreft de verbouwing en het uitbreiden van het woonhuis, het verbouwen en herbestemmen van de stalling naar tuinberging en hobbystal. Het volume van de woning met realisatie van de nieuwe ruimte blijft beperkt tot het maximum toegelaten bruto-volume van 1000m³. Het volume van de woning komt op 656,74m³ volgens de berekeningen vermeld in het omgevingsloket, dus valt ruim binnen het toegestane maximale bruto-volume van 1000 m3. Het aantal woongelegenheden zijnde één wordt niet gewijzigd. Daarenboven is een landschappelijk waardevol agrarisch gebied geen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De bestaande woning dateert volgens de kadastrale gegevens van de periode tussen 1900-1918, waarbij ze conform haar huidige inplanting en afmetingen als dusdanig wordt weergegeven. Gelet op de hoger geciteerde wetgeving kunnen de aangevraagde werken tot verbouwing en herbestemming bijgevolg ter plaatse aanvaard worden.
Lasten instrumentendecreet
Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024.
In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO.
Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO.
Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:
De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:
● Er dienen 4 bijkomende hoogstam fruitbomen (zoals appel, peer, pruim, kers, notelaar of tamme kastanje) te worden aangeplant op het achterliggende weiland met een plantmaat 10/12
● Er dient een voldoende groot plantgat voorzien (80 x 80 cm, 50 cm diep, de grond wat loswoelen) en de boom op dezelfde diepte planten als in de kwekerij (vaak worden bomen te diep geplant). Minstens 1 boompaal voorzien die aan de westzijde van de boom gezet moet worden. Aanplanten tussen half november en half februari. Als er dieren lopen in het perceel, moet een voldoende hoge en sterke afrastering rond de boom gezet worden.
● De hoogstam bomen moeten aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
Vergunningen in toepassing van de regelgeving rond zonevreemde constructies zijn een uitzondering, zijnde een afwijking. Van de vergunninghouder wordt dan ook verwacht dat hij via een opgelegde last bijdraagt tot het realiseren van één van volgende doelstellingen:
● Het uitbouwen van de landschappelijke en ecologische kwaliteit van de open ruimte
● Het uitbouwen van een duurzaam waterbeheer
● Het verhogen van de biodiversiteit
● Het tegengaan van klimaatverandering
Het aanplanten van deze vier bijkomende hoogstammige fruitbomen maakt deel uit van de verwezenlijking van groene ruimten en verhoogt de landschappelijke kwaliteit en de ecologische kwaliteit van de open ruimte en verhoogt de biodiversiteit.
De last in natura bevindt zich in de nabijheid van het project (nl. op het eigen perceel) en is redelijk en in verhouding tot het vergunde project en kan verwezenlijkt worden door de aanvrager zonder toedoen van derden.
De uitvoering van de last wordt gedekt door het opleggen van een financiële waarborg volgens artikel 77 OVD.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Limburg | 24 februari 2025 | 19 maart 2025 | voorwaardelijk gunstig |
Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Limburg | 18 november 2024 | 24 januari 2025 | ongunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
● De aanvraag werd op 18.11.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan het departement Landbouw en Visserij. Op 24.01.2025 werd er aanvankelijk een ongunstig advies verleend aangaande huidige aanvraag. Echter na bijkomende toevoegingen aangaande het bouwhistorisch, cartografisch en materiaal-technisch onderzoek alsook aanpassingen aangaande de afbraak van de stallingen en bestemmingswijziging van een stal naar tuinberging, verwijderen van verhardingen werd er een nieuwe PIV opgeladen. Er werd een nieuw advies gevraagd aan het departement Landbouw op 24.02.2025. Er werd op 19 maart 2025 een voorwaardelijk gunstig advies verleend door het departement landbouw met ref. 2024_007759_v3. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden
2.e. Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 28 november 2024 tot 27 december 2024.
Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren
Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een administratieve lus door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 27 februari 2025 tot 28 maart 2025.
Resultaat : geen petitielijsten, geen schriftelijke bezwaren, geen schriftelijke gebundelde bezwaren, geen mondelinge bezwaren en geen digitale bezwaren
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Het eerste openbaar onderzoek werd gehouden van 28 november 2024 tot 27 december 2024 Een tweede openbaar onderzoek werd gehouden owv een gewijzigde PIV van 27 februari 2025 tot 28 maart 2025. Er werden geen bezwaarschriften en/of opmerkingen ingediend.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
● Functionele inpasbaarheid: De betreffende percelen zijn volgens het gewestplan gelegen binnen landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvraag is principieel niet in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan, echter kan er toepassing gemaakt worden van enkele afwijkingen voorzien in de VCRO op basis van artikels 4.4.12 t.e.m. 4.4.15 met betrekking tot de basisrechten van de zonevreemde woningen alsook op basis van de toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen. De aanvraag is dus functioneel inpasbaar op basis van voorgaande afwijkingen binnen de VCRO. Gelet op de geldende regelgeving omtrent de basisrechten van zonevreemde woningen, is het gevraagde functioneel aanvaardbaar binnen de geldende zonering.
● Mobiliteitsaspect: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag, zijnde de verbouwing van een ééngezinswoning geen invloed zal hebben op de mobiliteit, gezien er voldoende parkeerplaatsen worden voorzien op het eigen perceel.
● Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: Naar ruimtegebruik, schaal en bouwdichtheid vormt de voorgestelde verbouwing een voldoende samenhangend geheel zodat er geen overdreven ruimtebeslag is. De wijzigingen ten opzichte van de bestaande toestand verbeteren en de verbouwingen met renovatie/restauratie van de bestaande vakwerkstructuren met gebruik van oude technieken aangevuld met hedendaagse in- en aanvullingen hebben tot doel de regionale, typische vakwerkwoning zowel naar configuratie als naar vormgeving, materiaalgebruik en als beeld te behouden en te maximaliseren. Het volume van de woning na renovatie blijft beperkt tot 656,74m³ dus onder de maximum toegelaten 1.000m³ gelet op de regelgeving met betrekking tot de zonevreemde woningen. Een negatieve impact op de bedoelde beoordelingsaspecten kan worden uitgesloten gezien het voorgestelde ontwerp voldoet aan de artikels 4.4.12 t.e.m. 4.4.15 van de VCRO en het besluit aangaande de zonevreemde functiewijzigingen. Het voorgestelde ontwerp is ruimtelijk inpasbaar gezien de bestaande gebouwenstructuur behouden blijft.
● Visueel-vormelijke elementen: De nieuw te realiseren delen passen inzake vorm en uitzicht bij de bestaande bebouwingen in de omgeving gezien het een landelijk ontwerp blijft. Het betreft een sober en eenvoudig ontwerp dat met duurzame en kwalitatieve materialen wordt opgetrokken die eigen zijn aan de omgeving. De afzonderlijke onderdelen worden gerenoveerd, met behoud van hun oorspronkelijk karakter en op basis van zowel oude als hedendaagse technieken, tot gebouwen die beantwoorden aan de hedendaagse normen en het hedendaags wooncomfort.. Voorgestelde materialen kunnen ter plaatse aanvaard worden en passen binnen de bestaande omgeving. Het gevraagde kan als visueel-vormelijk in harmonie zijnde met zijn omgeving worden beschouwd.
● Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
● Het bodemreliëf: Het ontwerp wijzigt het bodemreliëf niet.
● Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat, gelet op de voorgestelde ingediende plannen waarbij er enkel wijzigingen zullen gebeuren binnen de bestaande gebouwenconfiguratie, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. De voorgestelde invulling zal geen invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving Er kan gesteld worden dat de gevraagde werken geen hinder zullen veroorzaken voor de buren en de omgeving gezien de bebouwing op voldoende afstand ten aanzien van de perceelsgrenzen is gesitueerd.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
///
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
Gunstig advies, onder volgende voorwaarde:
● Het advies van het Departement Landbouw en Visserij d.d. 19.03.2025 met ref. 2024_007759_v3 dient strikt nageleefd te worden met volgende voorwaarden:
○ De twee achterste stallen dienen uiterlijk binnen 1 jaar na het bekomen van de vergunning te zijn afgebroken. De site kan pas residentieel worden bewoond na effectieve afbraak van de af te breken gebouwen. De afbraak van de twee achterste gebouwen dient als last volgens het instrumentendecreet. De woning kan enkel in gebruik worden genomen indien deze last (voorgestelde afbraak) werd uitgevoerd.
○ De toekomstige tuinzone dient beperkt te blijven tot maximaal 30m achter de woning
● De gevel aansluitend aan de halfopen woning aan de linkerzijde dient in degelijke materialen te worden uitgevoerd en in onderlinge overeenstemming met deze linkerbuur.
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Lasten instrumentendecreet
Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024.
In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO.
Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO.
Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:
De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:
● Er dienen 4 hoogstam fruitbomen (zoals appel, peer, pruim, kers, notelaar of tamme kastanje) te worden aangeplant op het perceel aansluitend bij de woning met een plantmaat 10/12
● Er dient een voldoende groot plantgat voorzien (80 x 80 cm, 50 cm diep, (de grond wat loswoelen) en de boom op dezelfde diepte planten als in de kwekerij (vaak worden bomen te diep geplant). Minstens 1 boompaal voorzien die aan de westzijde van de boom gezet moet worden. Aanplanten tussen half november en half februari. Als er dieren lopen in het perceel, moet een voldoende hoge en sterke afrastering rond de boom gezet worden.
● De hoogstam bomen moeten aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
Financiële waarborg
Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt verplicht een financiële waarborg bij lasten in natura opgelegd.
● De waarborg voor deze aanvraag bedraagt 4 X 90 euro, zijnde 360 euro €.
● de waarborg kan worden geleverd met een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
● Een bewijs van waarborg dient afgeleverd te worden aan het college van burgemeester en schepenen alvorens er mag over gegaan worden tot uitvoering van de omgevingsvergunning.
● De vergunning is pas uitvoerbaar nadat de aanvrager de financiële waarborg heeft gesteld.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/04/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door de heer Piet Stryckers wonende te Abdissenstraat 11 te 3510 Hasselt, het verbouwen van een halfopen ééngezinswoning, gelegen Alkerstraat 112, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 942 S voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden en lasten opgelegd:
● Het advies van het Departement Landbouw en Visserij d.d. 19.03.2025 met ref. 2024_007759_v3 dient strikt nageleefd te worden met volgende voorwaarden:
○ De twee achterste stallen dienen uiterlijk binnen 1 jaar na het bekomen van de vergunning te zijn afgebroken. De site kan pas residentieel worden bewoond na effectieve afbraak van de af te breken gebouwen. De afbraak van de twee achterste gebouwen dient als last volgens het instrumentendecreet. De woning kan enkel in gebruik worden genomen indien deze last (voorgestelde afbraak) werd uitgevoerd.
○ De toekomstige tuinzone dient beperkt te blijven tot maximaal 30m achter de woning
● De gevel aansluitend aan de halfopen woning aan de linkerzijde dient in degelijke materialen te worden uitgevoerd en in onderlinge overeenstemming met deze linkerbuur.
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Lasten instrumentendecreet
Het Instrumentendecreet is op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking vanaf 1 januari 2024.
In toepassing van het Instrumentendecreet moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet in een aantal gevallen lasten opleggen, waaronder §1, 4° de lasten bij toepassing van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, VCRO.
Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van deze regelgeving, nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO.
Om aan bovenstaande regelgeving te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:
De vergunninghouder is verplicht volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel volgens onderstaande modaliteiten:
● Er dienen 4 hoogstam fruitbomen (zoals appel, peer, pruim, kers, notelaar of tamme kastanje) te worden aangeplant op het perceel aansluitend bij de woning met een plantmaat 10/12
● Er dient een voldoende groot plantgat voorzien (80 x 80 cm, 50 cm diep, (de grond wat loswoelen) en de boom op dezelfde diepte planten als in de kwekerij (vaak worden bomen te diep geplant). Minstens 1 boompaal voorzien die aan de westzijde van de boom gezet moet worden. Aanplanten tussen half november en half februari. Als er dieren lopen in het perceel, moet een voldoende hoge en sterke afrastering rond de boom gezet worden.
● De hoogstam bomen moeten aangeplant worden binnen het eerstvolgende plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag
● De vergunninghouder neemt alle nodige maatregelen om de nieuwe aanplantingen te doen slagen. Dit houdt in een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de open gevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
Financiële waarborg
Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt verplicht een financiële waarborg bij lasten in natura opgelegd.
● De waarborg voor deze aanvraag bedraagt 4 X 90 euro, zijnde 360 euro €.
● de waarborg kan worden geleverd met een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
● Een bewijs van waarborg dient afgeleverd te worden aan het college van burgemeester en schepenen alvorens er mag over gegaan worden tot uitvoering van de omgevingsvergunning.
● De vergunning is pas uitvoerbaar nadat de aanvrager de financiële waarborg heeft gesteld.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 23 04 2025
Omgevingsvergunning 973 - de heer Steven Jamar wonende te Steenweg 52 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: het verbouwen van een open ééngezinswoning. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg 52, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 765 P2.
Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van een open ééngezinswoning ingediend door de heer Steven Jamar wonende te Steenweg 52 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg 52, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 765 P2. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | de heer Steven Jamar wonende te Steenweg 52 te 3570 Alken
|
Ligging van het perceel: | Steenweg 52
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 1 sectie B nr. 765P2
|
Projectnaam: | Steenweg 52 - Jamar Steven
|
Dossiernummer: | 2024146
|
Intern dossiernummer: | 973
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024148017
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
het verbouwen van een open ééngezinswoning
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
het verbouwen van een open ééngezinswoning
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP alsook niet binnen de omschrijving van een niet-vervallen verkaveling.
Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan
Verordeningen :
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets :
Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een bestaande woning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.
De totale oppervlakte van de af te wateren dakoppervlak bedraagt 172,25m². Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening van 4884 liter en een infiltratieoppervlakte van 16,2m².. De bestaande verhardingen en tuinaanleg blijft zo veel mogelijk ongewijzigd. Het hemelwater kan via de waterdoorlatende verharding infiltreren of op natuurlijke wijze afwateren en infiltreren op eigen terrein. Het afvalwater dient gescheiden afgevoerd te worden tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte. De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 9 december 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 25 februari 2025 |
Opening openbaar onderzoek | geen |
Afsluiten openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Carla Van Acker |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA |
|
1.f. Historiek
Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 765 P2
De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft het verbouwen/uitbreiden van een bestaande, vrijstaande eengezinswoning.
De woning is gelegen aan een gewestweg, nl. de Steenweg. Een geasfalteerde gewestweg die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwingen.
Momenteel is het perceel bebouwd. Het betreft een vrijstaande woning waarvan het hoofdvolume 2 verdiepingen + een zolder heeft onder een hellend dak. Achteraan zit er ook nog een bijbouw aangebouwd van 1 verdieping onder een hellend dak. Er bevindt zich ook een los volume dat dient als garage, dit volume wordt volledig behouden en valt niet onder deze bouwaanvraag.
Het hoofdvolume blijft volledig bewaard zoals in de bestaande situatie. Aan de achterbouw worden de gedeeltes die nu enkel overdekt zijn opgenomen in het beschermde volume en zal deze ruimte gebruikt worden als een bureauruimte met uitzicht op de tuin.
Het dakvolume van de bijbouw wordt gedeeltelijk aangepast : het hellend dak boven de bestaande keuken wordt vervangen door een plat groendak. Dit werd gedaan om verschillende redenen : dit laat toe dat er meer zon op de patio kan komen, die naar het noorden gericht is dit laat toe om zonnepanelen te plaatsen op HD9 om zo de voormiddag zoveel mogelijk zon op te nemen
Er wordt niets veranderd aan de totale diepte of breedte van het gebouw.
De bestaande afsluitingen die momenteel aanwezig zijn worden behouden : namelijk links een houten hekwerk en rechts een haag die begin 2024 werd aangeplant, en onderhouden zal worden tot een maximale hoogte van 2m.
Het bestaande maaiveld wordt niet aangepast.
In het nieuwe ontwerp wensen we de bestaande woning op te frissen door deze wit te verven. De bestaande stalen witte ramen worden vervangen door nieuwe isolerende zwarte aluminium ramen. De wit gelakte houten dakrand wordt vervangen door een nieuwe houten dakrand waar het hout zichtbaar gelaten wordt.
De bestaande spouw wordt gevuld met isolatiemateriaal conform de studie EPB om de woning beter te isoleren, de nieuwe dubbele beglazing (nu nog enkel glas) en isolatie in de dakconstructie zullen hier ook sterk helpen.
De bestaande niet waterdoorlatende verharding in de patio van 21,72m2 wordt verwijderd en vervangen door een nieuwe verharding in waterdoorlatende materialen en maakt geen deel uit van de verordening. De bestaande niet-waterdoorlatende verharding van de oprit watert af op eigen terrein en het water kan op eigen terrein infiltreren en valt dus ook niet onder verordening.
Er wordt een regenwaterput van 10.000Liter, buffer- en infiltratievoorziening aangelegd conform de geldende voorschriften. De wadi zorgt voor voldoende buffer en infiltratiecapaciteit voor het hemelwater. Er wordt maximaal gestreefd naar het behoud van het bestaande maaiveld.
Het volledige rioleringsstelsel wordt als een gescheiden stelsel aangelegd, conform de huidige normering.
.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.
2.c. Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
2.d. Bespreking van de adviezen
///
2.e. Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
///
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
- Functionele inpasbaarheid: de aanvraag betreft het verbouwen van een bestaande woning. De voorgestelde verbouwing is functioneel aanvaardbaar gelet op de geldende bestemmingsvoorschriften en de aanwezige bebouwingen in de onmiddellijke omgeving. De aanvraag is stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het geldende gewestplan. Het betreft de verbouwing van een ééngezinswoning in een landelijk woongebied en de voorgestelde werken zijn bijgevolg zone-eigen en gangbaar voor deze omgeving.
- Mobiliteitsaspect:. er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat onderhavige aanvraag geen invloed zal hebben op de mobiliteit. Er worden ook voldoende parkeerplaatsen voorzien op het eigen terrein.
- Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid:. Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat de aanvraag geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit gezien de aanvraag een voldoende samenhangend geheel vormt. De tuinzone voor de ééngezinswoning is gesitueerd aan de achterzijde, waardoor die op een kwalitatieve wijze kan worden ingericht. De aanvraag is niet storend in de ruimtelijke context en kan bijgevolg worden aanvaard.
- Visueel-vormelijke elementen de verbouwingen worden voorzien in materialen die aansluiten op elkaar en waarbij er naar vormgeving, materiaalgebruik en architectuur gestreefd werd naar een harmonisch geheel. Het ontwerp kan dus positief beoordeeld worden voor het beschouwde beoordelingscriterium binnen de bestaande landelijke omgeving. Voorgesteld ontwerp is qua vormgeving, materiaalgebruik en architectuur stedenbouwkundig verantwoord en verenigbaar met de bestaande bebouwing in de omgeving. De voorgestelde materialen zijn aanvaardbaar binnen deze bebouwde context.
- Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en deze bebouwing liggen niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht. De aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden..
- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat door de verbouwing van de woning, de privacy van de omwonenden geenszins wordt geschonden. De voorgestelde invulling zal geen negatieve invloed hebben op de leefbaarheid en kwaliteit van de omgeving.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
gunstig advies, onder voorwaarde:
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
● De aansluiting van de inrit op het openbaar domein mag maximaal 4,5m bedragen. Het resterende deel van het perceel dient ter hoogte van de rooilijn onoverrijdbaar afgesloten te worden.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 23/04/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door de heer Steven Jamar wonende te Steenweg 52 te 3570 Alken, het verbouwen van een open ééngezinswoning, gelegen Steenweg 52, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 765 P2 voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden opgelegd:
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
● De aansluiting van de inrit op het openbaar domein mag maximaal 4,5m bedragen. Het resterende deel van het perceel dient ter hoogte van de rooilijn onoverrijdbaar afgesloten te worden.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 23 04 2025
Bebossing landbouwgrond - Provincie Limburg namens Watering de Herk (2025/1)
De Provincie Limburg vraagt namens Watering De Herk, een vergunning aan voor het bebossen van het perceel 22N, Alken, 2 de afdeling, sectie G voor een totale oppervlakte van 2025 m², in eigendom van Watering De Herk. De aanvraag werd door de gemeente ontvangen op 24/03/2025. Er werd advies gevraagd aan het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (DLV), het Agentschap Natuur en Bos (ANB) en Regionaal landschap Haspengouw en Voeren (RLHV).
De aanvraag kadert in de omgevingsvergunning OMV_2024143902: Provinciebestuur Limburg wil, in samenwerking met Watering De Herk, een omgevingsvergunning bekomen voor het inrichten van een overstromingszone aan de Simsebeek L170 gelegen in Alken (zie bijlage). Om de overstromingszone te realiseren wordt er een dijk aangelegd. Voor de aanleg van de dijk zullen er enkele bomen (populieren, wilgen en een berk) moeten gekapt worden. Deze zullen gecompenseerd worden binnen de overstromingszone door het aanplanten van Zwarte Els en Europese Vogelkers op het perceel 22N, Alken, 2 de afdeling, sectie G.
Feiten en context
De Provincie Limburg vraagt namens Watering De Herk, een vergunning aan voor het bebossen van het perceel 22N, Alken, 2 de afdeling, sectie G voor een totale oppervlakte van 2025 m², in eigendom van Watering De Herk. De aanvraag werd door de gemeente ontvangen op 24/03/2025. Er werd advies gevraagd aan het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (DLV), het Agentschap Natuur en Bos (ANB) en Regionaal landschap Haspengouw en Voeren (RLHV). De aanvraag kadert in de omgevingsvergunning OMV_2024143902: Provinciebestuur Limburg wil, in samenwerking met Watering De Herk, een omgevingsvergunning bekomen voor het inrichten van een overstromingszone aan de Simsebeek L170 gelegen in Alken (zie bijlage). Om de overstromingszone te realiseren, wordt er een dijk aangelegd. Voor de aanleg van de dijk zullen er enkele bomen (populieren, wilgen en een berk) moeten gekapt worden. Deze zullen gecompenseerd worden binnen de overstromingszone door het aanplanten van Zwarte Els en Europese Vogelkers op het perceel 22N, Alken, 2 de afdeling, sectie G.
Juridische grond
Het veldwetboek, artikel 35bis§5, waarin bepaald wordt dat een vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen vereist is voor bosaanplanting in de voor landbouw bestemde gedeelten van het grondgebied;
Het Bosdecreet, artikel 87, vierde lid, waarin bepaald wordt dat voor de beplanting met houtachtige gewassen van gronden gelegen in agrarisch gebied of een daarmee gelijkgesteld bestemmingsgebied het Agentschap Natuur en Bos en het daartoe aangestelde personeelslid van het departement Landbouw en Visserij een advies verleent in het kader van de in artikel 35bis, § 5, van het Veldwetboek vereiste vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen;
Het bosuitbreidingsplan van de Vlaamse Regering, waarbij de doelstelling is om 4000 ha extra bos te realiseren tegen eind 2024;
Het gemeentelijke Klimaatactieplan 2030 waarin is opgenomen dat de gemeente Alken ernaar streeft om tegen 2030 een groene en bosrijke gemeente te zijn door in te zetten op het bebossen, vergroenen en creëren van natuur in de gemeente, het uitbreiden en versterken van het groenblauwe netwerk tot in de kern van de gemeente, een duurzaam beheer en bescherming van de bestaande natuur tegen de effecten van de klimaatverandering.
Adviezen
ANB: Gunstig advies onder voorwaarde. De bebossing zorgt ervoor dat de bosbalans in de vallei in evenwicht is, men rooit een oppervlakte van 1350 m² gemengd bos (voornamelijk populieren met wilgenopslag) . Daarvoor wordt een compensatie van 2025 m² inheems, standplaatsgeschikt loofbos aangeplant. Het perceel werd in 2000 gekarteerd als een biologisch waardevol soortenrijk permanent grasland (hp+), tijdens het terreinbezoek van het Agentschap werd geen uitgesproken soortenrijkdom waargenomen. Daarnaast sluit de bebossing aan bij een groter boscomplex in de Simsebeekvallei die gekarteerd werd als (onder meer) biologisch zeer waardevol vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem (sf). De voorgestelde bebossing kan ook hier evolueren tot een biologisch zeer waardevol element. De bebossing kan gunstig geadviseerd worden mits naleving van de volgende voorwaarde: De aanplant gebeurt in de periode met hoogste kans op slagen (november – februari), waarbij indien nodig maatregelen getroffen worden om bodemcompactatie te vermijden (zoals het gebruik van voertuigen met lage bandenspanning en rijplaten).
DLV: De aanvraag is niet inhoudelijk onderzocht. Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft wordt niet als marginale landbouwgronden beschouwd. Het perceel is aangeduid als laag erosiegevoelig. Er is niet voldaan aan de situaties waarbij er geen noemenswaardige schade aan de agrarische structuur wordt verwacht.
RLHV: Negatief advies voor bebossing van perceel 73302G002/00N00 omdat het perceel een waardevol stukje grasland betreft zowel qua vegetatie, structuur en locatie.
Argumentatie
Het perceel 22N, Alken, 2 de afdeling, sectie G ligt in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan. Het perceel ligt niet in Natura 2000-gebied of een beschermd landschap en evenmin in VENgebied of in een geldend RUP. In de BWK-kaart werd het perceel in 2000 gekarteerd als een biologisch waardevol soortenrijk permanent grasland (hp+). Het is echter niet aangeduid als HPG in de Historisch permanente graslanden (HPG) en andere permanente graslanden in Vlaanderen beschermd door de natuurwetgeving.
Deze boscompensatie kadert in het project van de waterloopbeheerders waarbij bomen geveld dienen te worden om in de vallei meer water te kunnen bufferen, om stroomafwaarts een gescheiden riolering mogelijk te maken en de wateroverlast voor de noordelijke woonkern te verminderen. Deze bebossing kadert dus in openbaar belang. Daarnaast sluit de bebossing aan bij een groter boscomplex in de Simsebeekvallei. Het perceel ligt bij de natuurverbindingen van EP13 (dieren van structuurrijke plassen) en EP 10 (dieren van lichtrijke bossen en mozaïeklandschappen). Het beplantingsplan wordt conform de voorschriften van het veldwetboek opgesteld in overeenstemming met de op basis van bodem en drainageklasse van nature verwachte spontane bebossing, met inheemse soorten van aanbevolen of autochtone herkomst. De bebossing kan dus gunstig worden bevonden onder de voorwaarde van ANB.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Aan het provinciebestuur Limburg wordt de vergunning verleend om het perceel kadastraal gekend als 2de afdeling, sectie G en nr. 22N te bebossen, onder de voorwaarde vermeld in artikel 2.
Artikel 2: De aanplant gebeurt in de periode met hoogste kans op slagen (november – februari), waarbij indien nodig maatregelen getroffen worden om bodemcompactatie te vermijden (zoals het gebruik van voertuigen met lage bandenspanning en rijplaten).
Artikel 3: Via mail zal dit besluit ter kennis worden gebracht aan:
- Provinciebestuur Limburg
- Agentschap Landbouw & Zeevisserij
- Agentschap Natuur en Bos
- Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren
Artikel 4: Binnen een maand na de kennisgeving kan beroep worden ingesteld bij de bestendige deputatie.
Zitting van 23 04 2025
Standaardsjabloon
Het project "Hooi van Hier" werkt met jaarlijkse contracten tussen de gemeente en coördinatoren van het project (Regionaal Landschap Haspengouw & Voeren) enerzijds en tussen de coördinatoren van het project en een lokale uitvoerder van het hooibeheer anderzijds. Op deze manier kan er geen sprake zijn van een pachtovereenkomst.
Bovendien is het de bedoeling dat de landbouwer het grasveld mag maaien en dat het gemaaid gras de enige vergoeding is voor de landbouwer, aangesteld door de coördinatoren.
De coördinatoren waken over de voorwaarden van de uitvoering van het project.
Er wordt per perceelgroep een beheersplan opgesteld tussen de coördinatoren van het project en de gemeente. Hierin worden alle perceelsgebonden noden vastgelegd. Voor de Bengelbeemd en Beiserenveld houdt dit 1 of 2 keer hooien (afhankelijk van de groei) in na 15 juni. Voor de Putsteeg houdt dit in eerste fase herstel van het grasland in. Bemesting en gebruik van pesticiden worden nooit toegestaan.
De standaardovereenkomst als bijlage zoals opgesteld door het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren. Deze overeenkomst dient voor elk kalenderjaar opnieuw goedgekeurd te worden. De overeenkomst loopt met terugwerkende kracht van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.
Gemeente Alken heeft op dit moment drie van dergelijke graslanden in eigendom waar een collectief hooilandbeheer op mogelijk is, namelijk:
● Alken, Bengelbeemd, 1,09ha
○ 73302D0577/00_000
○ 73302D0576/00A000
○ 73302D0575/00A000
○ 73302D0578/00A000
○ 73302D0578/00B000
● Alken Bengelbeemd, 0,35ha
○ 73302D0580/00B000
○ 73302D0579/00B000
○ 73302D0580/00A000
○ 73302D0579/00A000
● Alken, gemeentelijke hoogstamboomgaard Beiserenveld - 0,85ha
○ 73001B0117/00B000
● Alken gemeentelijke beemd Hulzenveld thv Putsteeg - 0,35 ha
○ 73001K0099/00_000
○ 73001K0100/00_000
Feiten en context
Het project "Hooi van Hier" werkt met jaarlijkse contracten tussen de gemeente en coördinatoren van het project (Regionaal Landschap Haspengouw & Voeren) enerzijds en tussen de coördinatoren van het project en een lokale uitvoerder van het hooibeheer anderzijds. Op deze manier kan er geen sprake zijn van een pachtovereenkomst.
Bovendien is het de bedoeling dat de landbouwer het grasveld mag maaien en dat het gemaaid gras de enige vergoeding is voor de landbouwer, aangesteld door de coördinatoren.
De coördinatoren waken over de voorwaarden van de uitvoering van het project.
Er wordt per perceelgroep een beheersplan opgesteld tussen de coördinatoren van het project en de gemeente. Hierin worden alle perceelsgebonden noden vastgelegd. Voor de Bengelbeemd en Beiserenveld houdt dit 1 of 2 keer hooien (afhankelijk van de groei) in na 15 juni. Voor de Putsteeg houdt dit in eerste fase herstel van het grasland in. Bemesting en gebruik van pesticiden worden nooit toegestaan.
De standaardovereenkomst als bijlage zoals opgesteld door het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren. Deze overeenkomst dient voor elk kalenderjaar opnieuw goedgekeurd te worden. De overeenkomst loopt met terugwerkende kracht van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.
Gemeente Alken heeft op dit moment drie van dergelijke graslanden in eigendom waar een collectief hooilandbeheer op mogelijk is, namelijk:
● Alken, Bengelbeemd, 1,09ha
○ 73302D0577/00_000
○ 73302D0576/00A000
○ 73302D0575/00A000
○ 73302D0578/00A000
73302D0578/00B000
● Alken Bengelbeemd, 0,35ha
○ 73302D0580/00B000
○ 73302D0579/00B000
○ 73302D0580/00A000
○ 73302D0579/00A000
● Alken, gemeentelijke hoogstamboomgaard Beiserenveld - 0,85ha
○ 73001B0117/00B000
● Alken gemeentelijke beemd Hulzenveld thv Putsteeg - 0,35 ha
○ 73001K0099/00_000
○ 73001K0100/00_000
Juridische grond
Het decreet lokaal bestuur, in het bijzonder art. 41 5°.
Adviezen
Het unaniem gunstig advies van de GALA d.d. 29 mei 2018.
Argumentatie
Het "Hooi van Hier"-project is het uitvoeren van een collectief hooilandbeheer op graspercelen door het overtuigen van landbouwers van een aangepast maaibeheer met afvoer. Dergelijk hooilandbeheer zal naast het eindproduct hooi ook een ecologisch waardevollere grasmat opleveren met meer kansen voor de natuur.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1:Het college van burgemeester en schepenen geeft zijn goedkeuring voor het ondertekenen van de overeenkomst tussen de gemeente Alken enerzijds en de coördinator van het project "Hooi van Hier" anderzijds, zijnde Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren voor het kalenderjaar 2025 en voor de volgende percelen in eigendom van de gemeente Alken:
● Alken, Bengelbeemd, 1,09ha
○ 73302D0577/00_000
○ 73302D0576/00A000
○ 73302D0575/00A000
○ 73302D0578/00A000
○ 73302D0578/00B000
● Alken Bengelbeemd, 0,35ha
○ 73302D0580/00B000
○ 73302D0579/00B000
○ 73302D0580/00A000
○ 73302D0579/00A000
● Alken, gemeentelijke hoogstamboomgaard Beiserenveld - 0,85ha
○ 73001B0117/00B000
● Alken gemeentelijke beemd Hulzenveld thv Putsteeg - 0,35 ha
○ 73001K0099/00_000
○ 73001K0100/00_000
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.