Gemeente Alken

Zitting van 20 oktober 2021

van 15:30 tot 16:00

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 13.10.2021

 

Besluit

Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Mededeling agenda gemeenteraad d.d. 28.10.2021

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen neemt er kennis van dat de voorzitter van de gemeenteraad, de heer Patrick Martens, de gemeenteraad samenroept op donderdag

28.10.2021 om 20u00.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Wegenis- en rioleringswerken Reigerlaan: werfinspectieverslag nr. 2 d.d. 05.10.2021.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Werken Sassenbroekstraat: werfinspectieverslag nr. 11 d.d. 29.09.2021.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Werken Sassenbroekstraat: werfinspectieverslag nr. 12 d.d. 11.10.2021.

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Arbeidsongeval Luc Knuts - 04/08/2020 - genezing zonder blijvende arbeidsongeschiktheid

 

Besluit

Artikel 1: Het arbeidsongeval van 04 augustus 2020 overkomen aan Luc Knuts is geconsolideerd op 15 juli 2021  zonder blijvende arbeidsongeschiktheid.  Er wordt geen rente voor blijvende invaliditeit weerhouden.

Artikel 2: De datum waarop deze beslissing aan het slachtoffer per aangetekende brief gericht wordt, is de startdatum van de herzieningstermijn van 3 jaar. 

Binnen deze termijn kan het slachtoffer per aangetekende brief een aanvraag tot herziening indienen op grond van een verergering. De aanvraag moet vergezeld zijn van alle verantwoordingsstukken.

Artikel 3 : De datum waarop de huidige beslissing via aangetekende brief kenbaar wordt gemaakt aan het slachtoffer is de startdatum voor de herzieningstermijn van drie jaar binnen dewelke het slachtoffer de huidige beslissing kan aanvechten door de zaak aanhangig te maken voor de bevoegde arbeidsrechtbank van zijn woonplaats, hetzij via dagvaarding, hetzij via verzoekschrift.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Arbeidsongeval Suzanne Bonneux - 04/06/2021 - genezing zonder blijvende arbeidsongeschiktheid

 

Besluit

Artikel 1: Periodes van tijdelijke arbeidsongeschiktheid erkend door de bevoegde medische dienst die een causaal verband hebben met het ongeval :

Geen werkonderbrekeing

Artikel 2: Het arbeidsongeval van 04 juni 2021 overkomen aan Suzanne Bonneux is geconsolideerd op 30 juni 2021 zonder blijvende arbeidsongeschiktheid.  Er wordt geen rente voor blijvende invaliditeit weerhouden.

Artikel 2: De datum waarop deze beslissing aan het slachtoffer per aangetekende brief ter kennis van het slachtoffer wordt gebracht, zal het beginpunt vormen van de vooraf bepaalde herzieningstermijn van 3 jaar; termijn waarbinnen het slachtoffer mogelijkerwijs een verergeringsaanvraag per aangetekende brief zal kunnen indienen.

De aanvraag moet vergezeld zijn van alle verantwoordingsstukken.

Deze datum zal tevens het beginpunt vormen van de termijn van 3 jaar waarbinnen het slachtoffer de beslissing tot genezing zonder restletsels zal kuinnen betwisten bij de arbeidsrechtbank van het rechtsgebied van zijn woonplaats, door middel van een dagvaarding of een verzoekschrift ingediend op de griffie van de Rechbank.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Betaalbaarstelling facturen

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met de facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Openverklaring voltijdse functie van gemeenschapswacht-vaststeller onbepaalde duur.

 

Besluit

Artikel 1: Er wordt overgegaan tot de openverklaring van onderstaande contractuele functie:

- een voltijdse gemeenschapswacht-vaststeller (C1-C3)

 

Deze functie wordt in eerste instantie ingevuld via interne/externe personeelsmobiliteit (I/EPM).

Indien er geen of onvoldoende kandidaten zijn voor deze procedure, dan zal deze functie voor onbepaalde worden ingevuld via een aanwervingsprocedure.

Er wordt dan een wervingsreserve voor twee jaar aangelegd.

Deze vacature staat ook open voor personen met een beperking.

 

Artikel 2: De kandidaten voor de IPM/EPM dienen aan de hierna bepaalde toelatingsvoorwaarden te voldoen:

Algemene toelatingsvoorwaarden:

1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand;

2° de contractuele personeelsleden als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden:

- ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in hoofdstuk II van de rechtspositieregeling;

- ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen;

3° ten minste 2 jaar graadanciënniteit hebben in de graad van de functie waarvoor gekandideerd wordt;

4° een gunstig resultaat gekregen hebben voor het laatste helikoptergesprek;

5° voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving;

.

Artikel 3: Gestructureerd interview.

Enkel de kandidaten die aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen, mogen deelnemen aan het gestructureerd interview. Hiervoor dienen zij de beoordeling geschikt te krijgen.

Dit gestructureerd interview is gebaseerd op :

- de competentievereisten, afgeleid uit de functiebeschrijving voor de vacante functie

- een vooraf door de kandidaten ingevuld CV-formulier

- het laatste helikoptergesprek van de kandidaat.

De selectiecommissie formuleert op basis van het interview een conclusie over de geschiktheid of de ongeschiktheid van de kandidaten en stelt een rangorde van geschikt bevonden kandidaten voor.

 

In toepassing van het KB van 07/10/2021 moet de geschikt bevonden kandidaat slagen voor een psychotechnische proef.

 

Artikel 4: De selectiecommissie wordt in een later besluit van de algemeen directeur vastgesteld.

 

Artikel 5: Deze openverklaring wordt per e-mail bekend gemaakt aan al de personeelsleden van gemeentebestuur en OCMW die, op basis van de algemene toelatingsvoorwaarden, in aanmerking komen om deel te nemen aan deze selectieproef.

 

Artikel 6: De uiterste inschrijvingsdatum voor deelname aan de IPM/EPM is 06/11/2021.

 

Artikel 7: de kandidaten voor de aanwervingsprocedure dienen aan de hierna bepaalde toelatingsvoorwaarden te voldoen:

1° de burgerlijke en politieke rechten genieten

2° medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie

3° gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor gesolliciteerd wordt

4° houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C,

5° slagen voor het aanwervingsexamen

 

Artikel 8: Aanwervingsexamen

Deel 1 : Preselectie :

1.1. Screening op basis van CV:

De kandidaten worden door de examenjury gerangschikt naar geschiktheid op basis van hun CV. Daarbij wordt voorkeur gegeven aan kandidaten:

- met ervaring in administratie in openbare dienst

- met een diploma waarvan de afstudeerrichting administratie-gerelateerd is

- die relevante ervaring kunnen aantonen in administratieve taken.

Ongeveer 15 kandidaten die op deze screening het beste scoren gaan door naar de volgende stap in de selectieprocedure.

Deel 2 : Examen :

1. Mondelinge proef :

In deze uitgebreide mondelinge proef kunnen volgende items aan bod komen:

- organisatievermogen

- probleemoplossend vermogen

- motivatie

- integriteit

- algemene kennis

2. Pschychotechnische proef:

In toepassing van het KB van 07/10/2021 moet de geschikt bevonden kandidaat slagen voor een psychotechnische proef.

 

De jury legt autonoom het aantal kandidaten dat mag deelnemen aan het examen, de inhoud van elke proef en de puntenverdeling vast.

Om geslaagd te zijn voor het examen, moet de kandidaat 60 % van de punten behalen op de praktische proef en slagen voor de psychotechnische proef.

 

Artikel 9: De samenstelling van de examenjury wordt gedelegeerd naar de algemeen directeur.

 

Artikel 10: De bekendmaking van de aanwervingsprocedure geschiedt via:

- Jobat (bijlage bij Het Belang Van Limburg)

- Website van de VDAB

- Gemeentelijke website en facebook.

 

Artikel 11: De uiterste inschrijvingsdatum voor de aanwervingsprocedure wordt vastgelegd op minstens 16 kalenderdagen na de publicatie van de vacature.

 

Artikel 12: Aan alle externe juryleden wordt een vergoeding toegekend van € 50 per prestatie van een halve dag (4u.) en € 25 per begonnen prestatie van 2u., alsook een kilometervergoeding voor verplaatsingsonkosten.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Concessie begraafplaats

 

Besluit

Artikel 1: Concessies op de begraafplaats worden verleend volgens de onderstaande tabel voor de duur van 50 jaar

Naam aanvrager

Naam overledene

Begraafplaats

Aard

Prijs

Myriam Schoorens

Stanislas Martens

Kouterman

urnenkelder

€ 300

Carine Luts

Marc Vanermen

Sint-Joris

urnenkelder

€ 300

Michel Leenen

Lucienne Matthys

Sint-Joris

urnenkelder

€ 300

Saskia Jehaes

Jhonny Jehaes

Kouterman

urnenkelder

€ 300

Maria Rijckx

Henricus Greeven

Terkoest

grafkelder

€ 800

Christiane Jammaers

Guido Putzeys

Kouterman

grafkelder

€ 800

Stefan Thijs

Hermanus Thijs

Kouterman

urnenkelder

€ 300

Gerarda Cosemans

Henri Govaerts

Kouterman

columbarium

€ 300

Maria Koninx

Joseph Koninx

Kouterman

grafkelder

€ 800

 

Artikel 2: Concessies op de begraafplaats worden hernieuwd volgens de onderstaande tabel voor de duur van 25 jaar

Naam aanvrager

Naam overledene

Begraafplaats

Aard

Prijs

Gert Vandercappellen

Edmond Vandercappellen

Aldegondis

enkel graf

€ 150

Ludo Lemmens

Michel Lemmens, Jean Lemmens en Julia Vanstreels

Aldegondis

grafkelder

€ 400

Simone Neven

Jozef Neven en Maria Vanoverbeke

Sint-Joris

grafkelder

€ 400

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Verkeersregeling Halloweentocht Sint-Joris 31 oktober 2021

 

Besluit

Artikel 1: Van zondag 31 oktober 2021 om 17u. tot 24u wordt het verkeer in de Eduard Dompasstraat, vanaf de Hendriksveldstraat richting de Schoolstraat afgesloten voor alle verkeer.

Artikel 2: Van zondag 31 oktober 2021 om 17u. tot 24u wordt het verkeer in de Schoolstraat en de Ruisenburgstraat afgesloten voor alle verkeer.

Artikel 3: Van zondag 31 oktober 2021 om 17u tot 24u wordt de St.-Jorisstraat afgesloten voor alle verkeer vanaf de Valstraat tot aan de Eduard Dompasstraat.

Artikel 4: Van zondag 31 oktober 2021 om 17u tot 24u geldt in de Grotstraat parkeerverbod aan beide zijden.

Artikel 5: Bewoners die in het afgesloten gedeelte wonen krijgen een doorgangsbewijs dat zij kunnen gebruiken om, indien nodig, doorgang te verkrijgen.

Artikel 6: De inrichters van het evenement zijn verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na de manifestatie.

Artikel 7: De nodige signalisatie zal door de organisator wettelijk worden aangebracht, zoals weergegeven op de schets in bijlage, en na afloop van de manifestatie weer verwijderd worden.   De borden parkeerverbod dienen uiterlijk 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst worden.

Artikel 8: De organisator dient 4 meter vrije doorgang op de rijbaan te verlenen voor de hulpdiensten.

Artikel 9:  Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de organisator,

het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de ambulancedienst Ambi-Care, de Lijn, de brandweercommandant, mevrouw Julie Bijnens van dienst vrije tijd en de technische dienst van de gemeente.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Verkeersregeling Halloweentocht Terkoest 30 oktober 2021

 

Besluit

Artikel 1: Van zaterdag 30 oktober 2021 om 16u. tot 22u30 wordt het verkeer in de Beukenlaan van de O.L.Vrouwstraat tot de Parkstraat toegelaten in één richting. Dit om parkeerplaatsen te kunnen voorzien op de rijweg aan de rechterzijde. Aan de linkerzijde mag er niet geparkeerd worden.

Artikel 2: Van zaterdag 30 oktober 2021 om 16u. tot 22u30 wordt het verkeer in de Eikendreef van de Parkstraat richting einde Eikendreef enkel toegelaten in één richting. Hier kan geparkeerd worden aan de rechterzijde. in de Schoolstraat en de Ruisenburgstraat afgesloten voor alle verkeer. Aan de linkerzijde mag er niet geparkeerd worden.

Artikel 3: Van zaterdag 30 oktober 2021 om 16u tot 22u30 wordt het stukje Eikendreef vanaf de Beukenlaan tot einde Eikendreef afgesloten voor het verkeer (uitgezonderd plaatselijk verkeer) om veiligheidsredenen. 
Artikel 4: Van zaterdag 30 oktober 2021 om 16u tot 22u30 geldt in de Olmenlaan, Kastanjelaan, Meidoornlaan en Populierenlaan een parkeerverbod aan beide zijden van de rijweg. Op de parking van FC Alken geldt tevens een parkeerverbod.

Artikel 5: De inrichters van het evenement zijn verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na de manifestatie.

Artikel 6: De nodige signalisatie zal door de organisator wettelijk worden aangebracht, zoals weergegeven op de schets in bijlage, en na afloop van de manifestatie weer verwijderd worden.   De borden parkeerverbod dienen uiterlijk 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst worden.

Artikel 7: De organisator dient 4 meter vrije doorgang op de rijbaan te verlenen voor de hulpdiensten.

Artikel 8:  Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de organisator,

het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de ambulancedienst Ambi-Care, de Lijn, de brandweercommandant, mevrouw Julie Bijnens van dienst vrije tijd en de technische dienst van de gemeente.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Omgevingsvergunning 538 - Daphne Cleemens namens QSIM BVBA gevestigd te Sint-Truidersteenweg 20/5 te 3500 Hasselt. Het betreft een aanvraag over: de restauratie van een beschermde vakwerkhoeve. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Grootstraat 133, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie D 289 F.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 20/10/2021 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Daphne Cleemens namens QSIM BVBA gevestigd te Sint-Truidersteenweg 20/5 te 3500 Hasselt, de restauratie van een beschermde vakwerkhoeve, gelegen Grootstraat 133, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie D 289 F voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

          De voorwaarden en opmerkingen zoals gesteld in het advies van Fluvius d.d. 02.09.2021 met ref. 0000289720 dienen gevolgd te worden

          In een tweede fase, wanneer de bestemming en verhardingen verder worden aangevraagd, dient er  te worden voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

          Het advies van Onroerend Erfgoed d.d. 02.09.2021 met ref.4.002/73001/103.9 samen met het goedgekeurde casco-restauratiedossier dient te worden nageleefd.

          Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

          De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

          De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

          Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Omgevingsvergunning 545 - Jordy Celis wonende te Koningsveldstraat 24 te 3570 Alken. Het betreft een aanvraag over: de aanleg van verhardingen. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Koningsveldstraat 24, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 191 A2.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 20/10/2021 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Jordy Celis wonende te Koningsveldstraat 24 te 3570 Alken, de aanleg van verhardingen, gelegen Koningsveldstraat 24, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 191 A2 te vergunnen.

 

2. Er worden geen voorwaarden en/of lasten opgelegd.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. 

 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Omgevingsvergunning V672 voor het verkavelen van gronden - de heer Luc Market wonende te Varkensmarkt 8 te 3590 Diepenbeek. Het betreft een aanvraag over: het verkavelen van 4 loten halfopen bebouwing en 1 lot open bebouwing. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Bulsstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 186 E, (afd. 2) sectie E 189 D, (afd. 2) sectie E 201 M, (afd. 2) sectie E 201/3 en (afd. 2) sectie E 201 L.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 20/10/2021 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door de heer Luc Market wonende te Varkensmarkt 8 te 3590 Diepenbeek, het verkavelen van 4 loten halfopen bebouwing en 1 lot open bebouwing, gelegen Bulsstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 186 E, (afd. 2) sectie E 189 D, (afd. 2) sectie E 201 M, (afd. 2) sectie E 201/3 en (afd. 2) sectie E 201 L te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

          Het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius d.d. 24.08.2021 met ref. D289815 dient strikt nageleefd te worden.

          Het advies van de Watergroep d.d. 20.08.2021 dient strikt nageleefd te worden

          Gezien de beperkte oppervlakte van de loten 6A, 6B, 7A en 7B wordt hier het vrijstellingenbesluit inzake vrijstaande bijgebouwen niet toegepast maar gelden de verkavelingsvoorschriften zijnde max 30m² aan vrijstaande bijgebouwen.

          In geval van stedenbouwkundige aanvragen voor bebouwing van de bouwloten die halfopen bebouwing toelaten, kan de aanvrager van een lot dat deel uitmaakt van een bouwblok, vrij, maar conform de voorschriften, bouwhoogte, dakvorm en materialisatie bepalen. De andere loten binnen hetzelfde bouwblok dienen zich hier verplichtend naar te richten.  Het gabarit van de eerstvergunde woning dient aangehouden te worden.

          Er mag maximaal één inrit naar de openbare weg voorzien worden per lot dewelke niet breder is dan 4,5m.

          De loten 3A, 3B, 8A t.e.m. 8E worden uit de verkaveling gesloten gezien ze gelegen zijn in het agrarisch gebied.

          De verkavelaar dient zelf en op eigen kosten de nodige stappen te ondernemen om de aansluitbaarheid van het lot op de nutsvoorzieningen te waarborgen, dit cfr. de geldende bepalingen van de verschillende nutsmaatschappijen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Verval van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 102.

§ 1. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij geen nieuwe wegen worden aangelegd of het tracé van bestaande gemeentewegen niet moet worden gewijzigd, verbreed of opgeheven, vervalt van rechtswege als:

1° binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de verkoop, de verhuring voor meer dan negen jaar of de vestiging van erfpacht of opstalrecht ten aanzien van ten minste één derde van de kavels;

2° binnen een termijn van tien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot dergelijke registratie ten aanzien van ten minste twee derde van de kavels.

 

Voor de toepassing van het eerste lid:

1° wordt met verkoop gelijkgesteld: de nalatenschapsverdeling en de schenking, met dien verstande dat slechts één kavel per deelgenoot of begunstigde in aanmerking komt;

2° komt de verkoop, de verhuring voor meer dan negen jaar, of de vestiging van erfpacht of opstalrecht van de verkaveling in haar geheel niet in aanmerking;

3° komt alleen de huur die erop gericht is de huurder te laten bouwen op het gehuurde goed in aanmerking.

 

Voor de toepassing van het eerste lid wordt tijdige bebouwing door de verkavelaar conform de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met verkoop gelijkgesteld.

 

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij nieuwe wegen worden aangelegd of waarbij het tracé van bestaande gemeentewegen gewijzigd, verbreed of opgeheven wordt, vervalt van rechtswege als:

1° binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot de oplevering van de onmiddellijk uit te voeren lasten of tot het verschaffen van waarborgen betreffende de uitvoering van deze lasten op de wijze, vermeld in artikel 75;

2° binnen een termijn van tien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de in paragraaf 1 vermelde rechtshandelingen ten aanzien van ten minste één derde van de kavels;

3° binnen een termijn van vijftien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de in paragraaf 1 vermelde rechtshandelingen ten aanzien van ten minste twee derde van de kavels.

 

Voor de toepassing van het eerste lid wordt tijdige bebouwing door de verkavelaar conform de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met verkoop gelijkgesteld.

 

§ 3. Als de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het verkavelingsproject, worden de termijnen van verval, vermeld in de paragrafen 1 tot en met 2, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.

 

§ 4. Het verval, vermeld in paragraaf 1 en 2, 2° en 3°, geldt slechts ten aanzien van het niet bebouwde, verkochte, verhuurde of aan een erfpacht of opstalrecht onderworpen gedeelte van de verkaveling.

 

§ 5. Onverminderd paragraaf 4, kan het verval van rechtswege niet worden tegengesteld aan personen die zich op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden beroepen als zij kunnen aantonen dat de overheid na het verval en ten aanzien van een of meer van hun kavels binnen de verkaveling, wijzigingen aan deze omgevingsvergunning heeft toegestaan of stedenbouwkundige of bouwvergunningen of stedenbouwkundige attesten heeft verleend in zoverre deze door de hogere overheid of de rechter niet onrechtmatig werden bevonden.

 

§ 6. De Vlaamse Regering kan maatregelen treffen aangaande de kennisgeving van het verval van rechtswege.

 

Artikel 103.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9, behoudens als de verkaveling in strijd is met een vóór de datum van de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van vijf, tien of vijftien jaar, vermeld in artikel 102, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Afstand van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

 

Artikel 104.

 

Een verkavelaar kan eenzijdig afstand doen van de rechten die hij verkregen heeft uit de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, tenzij al een aanvang werd genomen met de verwezenlijking van deze omgevingsvergunning, hetzij door het stellen van een of meer rechtshandelingen, vermeld in artikel 102, § 1, hetzij door de uitvoering van de werken waaraan de afgifte van de omgevingsvergunning verbonden werd.

 

Aan het geheel van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden verzaakt door de eigenaar die alle kavels heeft verworven of in geval van akkoord van alle eigenaars, ongeacht of deze omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk verwezenlijkt is.

 

 

Een verzaking wordt per beveiligde zending gemeld aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroep tegen beslissingen genomen in laatste administratieve aanleg – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 105.

 

§ 1. De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning, genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename of de niet-aktename van een melding, vermeld in artikel 111, kan bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, vermeld in titel IV, hoofdstuk VIII, van de VCRO.

 

§ 2. Het beroep kan worden ingesteld door:

 1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;

 2° het betrokken publiek;

 3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

 4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

 5° ...;

 6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde.

 

De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden.

 

 Als de aanvraag overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure behandeld is, kan het betrokken publiek alleen een beroep instellen als hij tijdens het openbaar onderzoek een gemotiveerd standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend, tenzij aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

 1° het beroep is ingegeven door een wijziging aan de vergunningsaanvraag, aangebracht na het openbaar onderzoek;

 2° het beroep is ingegeven door:

 a) een bijzondere milieuvoorwaarde, opgelegd in de bestreden vergunning, in het geval van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit;

 b) een voorwaarde, opgelegd in de bestreden vergunning, in het geval van een andere omgevingsvergunning, dan de vergunning vermeld in punt a);

 3° het betrokken publiek toont aan dat hij door specifieke omstandigheden in de onmogelijkheid was om een standpunt, opmerking of bezwaar in te dienen tijdens het openbaar onderzoek.

 

 De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, die nagelaten heeft een uitdrukkelijke beslissing te nemen in eerste administratieve aanleg, wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden, behoudens overmacht.

 

§ 3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een vervaltermijn van vijfenveertig dagen die ingaat:

 1° de dag na de datum van de betekening, voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

 2° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.

 

§ 4. Elk van de personen, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, kan in de zaak tussenkomen.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Verkoopbaarheidsattest OMV V663 - notaris Wilsens, Cleeren & Verduyn - Leemkuilstraat zn.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat er aan de opgelegde voorwaarden werd voldaan, betreffende de verkavelingsvergunning met gemeentelijk kenmerk V663  afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 10 februari 2021 aan de heer Rik Appeltans voor het verkavelen van een perceel in 3 loten open bebouwing op een perceel met als adres Leemkuilstraat zn. en kadastraal gekend als afdeling 2 sie E nrs. 883/H en 883/C;

 

Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen levert aan notarissen Wilsens, Cleeren & Verduyn, Volmolensteeg 1 te 3830 Wellen een attest van verkoopbaarheid conform artikel 4.2.16 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening af.

 

Artikel 3: De volgende voorwaarden bij de verkavelingsvergunning blijven van toepassing:

          Het gedeelte van het perceel 883/a02 voorliggend aan lot 4 en 3 dient gratis afgestaan te worden aan de gemeente Alken om te voegen bij het openbaar domein alsook dient het perceel 883/b02 gedesafecteerd te worden naar het openbaar domein. Dit opdat de percelen grenzen aan het openbaar domein en aan een voldoende uitgeruste weg in toepassing van artikel 4.3.5 voldoende uitgeruste weg. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw kan pas worden verleend als onder meer is voldaan aan alle decretale vereisten, waaronder ook artikel 4.3.5 VCRO.

          De verkavelaar dient zelf en op eigen kosten de nodige stappen te ondernemen om de aansluitbaarheid van het lot op de nutsvoorzieningen te waarborgen, dit cfr. de geldende bepalingen van de verschillende nutsmaatschappijen.

          Het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius d.d. 12.01.2021 met ref. D285916 dient strikt nageleefd te worden.

          Lot 1 wordt uit de verkaveling gesloten gezien dit perceel zal gevoegd worden bij het aanpalende perceel met woning Leemkuilstraat 84.

          De voorschriften van de verkavelaar inzake de terrassen op de verdieping worden uitgesloten. En de voorschriften inzake de vrijstaande bijgebouwen worden aangepast naar de regelgeving inzake het vrijstellingenbesluit voor vrijstaande bijgebouwen.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Lijsten omgevingsvergunningen

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

OMV415 Nieuwmolen - beslissing deputatie

 

Besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 10 2021

 

Tijdelijke verkeersregeling Meerdegatstraat

 

Besluit

Artikel 1: In de Meerdegatstraat wordt één wegversmalling gerealiseerd met plooibakens. De voorrangsregeling wordt bepaald met de verkeersborden B19 en B21. De wegversmalling wordt aangekondigd met het bord A7a te plaatsen 150 m voor de wegversmalling.

Artikel 2: In de Meerdegatstraat tussen de N80 en de Grootstraat wordt een randmarkering aangebracht volgens art 17.1 van de wegcode (witte doorlopende streep 0,15 m breed).

Artikel 3: Ter hoogte van de Oftingenstraat wordt de markering voor een oversteekplaats van voetgangers aangebracht. Deze oversteekplaats wordt ook aangeduid met het bord F49.

Artikel 4: De markeringen en signalisatie worden aangebracht volgens bijgevoegd signalisatieplan en de geldende regelgeving

Artikel 5: Dit besluit is van toepassing tot 31 december 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/10/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.