Gemeente Alken

Zitting van 02 oktober 2024

van 08:30 tot 09:30

 

Aanwezig: Pascal Giesen, Algemeen directeur; Marc Penxten, Burgemeester; Cindy Vandormael,Frank Vroonen,Alex Dubois, Schepenen;

Verontschuldigd: Ingrid Loix, Schepen;

 

Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Verslag van de vorige zitting dd. 25.09.2024

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 25.09.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 25.09.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Niet van toepassing.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Fluvius Limburg - BAV dd. 7.11.2024

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Uitnodiging Jubileum Circolo Italiano Sud-Limburg

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Raamovereenkomst Individuele- en teamcoaching. - Goedkeuring lastvoorwaarden, gunningswijze en uit te nodigen firma's.

Het gemeente- en OCMW-bestuur van Alken hecht veel belang aan levenslang leren en ondersteunen van personeelsleden met gepaste vormingen. Daarom wil ze de mogelijkheid tot individuele- en teamcoaching aanbieden aan personeelsleden in een leidinggevende functie. De huidige raamovereenkomst individuele-en teamcoaching voor gemeente en OCMW loopt ten einde op 31 december 2024. Het is aangewezen om een nieuwe raamovereenkomst af te sluiten voor de periode 2025-2028. 

Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij het aangewezen is dat de gemeente Alken de procedure zal voeren en in naam van OCMW Alken bij de gunning van de opdracht zal optreden. Gezamenlijke aankopen kunnen leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging.

In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst Individuele- en teamcoaching” werd een bestek met nr. 2024/114 opgesteld door de personeelsdienst.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 9.000,00 incl. 21% btw per jaar en per entiteit, en het maximale bestelbedrag voor beide entiteiten samen en voor de maximale duur van vier jaar bedraagt € 72.000,00 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van het meerjarenplan onder MJP001168 (gemeente) en MJP001813 (OCMW).

(toezichthoudend ambtenaar: Jana Appeltants)

 

Feiten en context

Het gemeente- en OCMW-bestuur van Alken hecht veel belang aan levenslang leren en ondersteunen van personeelsleden met gepaste vormingen. Daarom wil ze de mogelijkheid tot individuele- en teamcoaching aanbieden aan personeelsleden in een leidinggevende functie. De huidige raamovereenkomst individuele-en teamcoaching voor gemeente en OCMW loopt ten einde op 31 december 2024. Het is aangewezen om een nieuwe raamovereenkomst af te sluiten voor de periode 2025-2028. 

Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij het aangewezen is dat de gemeente Alken de procedure zal voeren en in naam van OCMW Alken bij de gunning van de opdracht zal optreden. Gezamenlijke aankopen kunnen leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging.

 

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

Het besluit van de gemeenteraad van 2 september 2021 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur:

a) het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van opdrachten met financiële impact op de kredieten van het exploitatiebudget;

b) het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van opdrachten met financiële impact op de kredieten van het investeringsbudget waarvan het bedrag niet hoger is dan € 30.000 exclusief btw;

c) het aanbrengen van wijzigingen aan een bestaande contracten/overeenkomsten voor zover die geen bijkomende uitgaven van meer dan 10% met zich meebrengen;

d) het college van burgemeester en schepenen wordt bevoegd om op eigen initiatief de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden vast te stellen, zelfs indien dit niet valt onder de huidige omschrijving van het begrip “dagelijks bestuur”, voor zover het college van burgemeester en schepenen zich hierbij beroept op de bepalingen van artikel 56 §4 en artikel 269 van het decreet lokaal bestuur.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 221.000,00 niet) en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 2°.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

 

Argumentatie

In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst Individuele- en teamcoaching” werd een bestek met nr. 2024/114 opgesteld door de personeelsdienst.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 9.000,00 incl. 21% btw per jaar en per entiteit, en het maximale bestelbedrag voor beide entiteiten samen en voor de maximale duur van vier jaar bedraagt € 72.000,00 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

 

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van het meerjarenplan onder MJP001168 (gemeente) en MJP001813 (OCMW).

 

Besluit

Artikel 1: Het bestek met nr. 2024/114 en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst Individuele- en teamcoaching.”, opgesteld door de personeelsdienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 9.000,00 incl. 21% btw per jaar en per entiteit, en het maximale bestelbedrag voor beide entiteiten samen en voor de maximale duur van vier jaar bedraagt € 72.000,00 incl. 21% btw.

Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3: Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Zicht op Zee, Blookstraat 9 te 3511 Kuringen;
- Acerta, Kunstlaan 16 te 3500 Hasselt;
- Monitor, H. Van Veldekesingel 150 te 3500 Hasselt;
- Kurago, Ferdinand Verbiestlaan 4 te 3500 Hasselt;
- MindtoGrow, Heiligenbornstraat 44 te 3570 Alken;
- Raak coaching, Ambachtsschoolstraat 36 te 3500 Hasselt;

- Ten huize Knuts, Wendy Knuts, Klinkstraat 29 te 3570 alken.

Artikel 4: De gemeente Alken wordt gemandateerd om de procedure te voeren en in naam van OCMW Alken bij de gunning van de opdracht op te treden.

Artikel 5: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van het meerjarenplan onder MJP001168 (gemeente) en MJP001813 (OCMW).

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Betaalbaarstelling facturen SC

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.

 

Feiten en context

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
 

Juridische grond

Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
 

Adviezen

Niet van toepassing.
 

Argumentatie

Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Afvoering van ambtswege

De Werd Bonita ingeschreven in het vreemdelingenregister, Wilgenlaan 3 heeft sedert juni 2024 de woonst verlaten, zonder de vereiste aangifte te doen.  De nieuwe verblijfplaats kon niet achterhaald worden.

 

Feiten en context

De Werd Bonita ingeschreven in het vreemdelingenregister, Wilgenlaan 3 heeft sedert juni 2024 de woonst verlaten, zonder de vereiste aangifte te doen.  De nieuwe verblijfplaats kon niet achterhaald worden. 

 

Juridische grond

De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992 betreffende het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister, inzonderheid artikel 8

De algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters, gecoördineerde versie van 31 maart 2019; inzonderheid punt 86 tot en met 91

Het gemeenteraadsbesluit van 30 juni 2016 betreffende het reglement van onderzoek naar de werkelijke verblijfplaats van personen op het grondgebied van de gemeente Alken;

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Uit de bestuurlijke akte van de wijkagent, Kristien Hoebrechts, inspecteur politiezone Borgloon,  van 29 augustus 2024 blijkt dat betrokkene niet  meer verblijft op het adres Wilgenlaan 3.  Op 24 juni 2024 werd een model 6 verstuurd naar het gemeentebestuur van Geetbets met het verzoek om haar aldaar in te schrijven op het adres Grote Steenweg 157.  Dit werd geweigerd op 6 augustus 2024 door het gemeentebestuur van Geetbets met een model 4 (bewijs van niet-inschrijving), ingevolge een negatief woonstonderzoek. Vermits haar verblijfplaats niet kan achterhaald worden stelt de wijkagent voor  om over te gaan tot een afvoering van ambtswege. Betrokkene is niet opgesloten in een strafinrichting of een instelling van sociale bescherming. Bij nazicht in het rijksregister blijkt dat er in geen andere gemeente een onderzoek naar haar hoofdverblijfplaats wordt gevoerd.  De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt in zijn verslag van  23 september 2024 voor om betrokkene af te voeren van ambtswege.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Bonita de Werd, geboren te Terheijden (Nederland) op 21 januari 1994 van Belgische nationaliteit, ingeschreven in het vreemdelingenregister van de gemeente Alken, Wilgenlaan 3 verblijft niet meer op dit adres.

Artikel 2: de nieuwe verblijfplaats kon niet worden vastgesteld.

Artikel 3: het college van burgemeester beslist om Bonita de Werd af te voeren van ambtswege.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Interne kredietverschuiving investering aanleg speelplaats lagere school De Basis

Op volgende sleutel is onvoldoende krediet. Hiervoor wordt kredietverschuiving met betrekking tot de investering aangevraagd:

1) MJP 353 - gewoon Basisonderwijs - aanpassen speelplaatsen kleuter - en lager onderwijs groene zone (gebouwen gemeenschapsgoederen) onvoldoende kredieten om het dossier speelplaats lager onderwijs verder uit te voeren.

 

Feiten en context

Op volgende sleutel is onvoldoende krediet. Hiervoor wordt kredietverschuiving met betrekking tot de investering aangevraagd:

1) MJP 353 - gewoon Basisonderwijs - aanpassen speelplaatsen kleuter - en lager onderwijs groene zone (gebouwen gemeenschapsgoederen) onvoldoende kredieten om het dossier speelplaats lager onderwijs verder uit te voeren.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur art. 56 regelt bevoegdheden college​. 

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

De kredietverschuivingen met betrekking tot de investeringen dienen goedgekeurd te worden door het college van burgemeester en schepenen.

Er is onvoldoende krediet op MJP 353 - gewoon Basisonderwijs - aanpassen speelplaatsen kleuter - en lager onderwijs groene zone (gebouwen gemeenschapsgoederen) om het dossier speelplaats lager onderwijs verder uit te voeren.

Er kan 10.000 euro verschoven worden van MJP 362 infrastructuur en faciliteiten ten behoeve van de kinderen en jongeren - skateparcours in beton (installaties machines goederen).

 

Financiële gevolgen

De kredietverschuiving wordt uitgevoerd.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de kredietverschuiving voor de verdere uitvoering van het dossier voor het vergroenen van de speelplaats van de Basis - lagere school - als volgt goed: er wordt € 10.000 van de MJP 362 (skateparcours in beton ) verschoven naar de MJP 353 aanpassen speelplaatsen kleuter - en lager onderwijs groene zone (gebouwen, gemeenschapsgoederen).

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Verkeersregeling Allerheiligenmarkt 03.11

Op zondag 3 november 2024 gaat een Allerheiligenmarkt (nieuwe artikelen) door op het Laagdorp en in een gedeelte van de Koutermanstraat. Hierdoor is het aangewezen om van 08u tot 19u het Laagdorp en de Koutermanstraat tussen het Laagdorp en de sporthallen, af te sluiten voor het verkeer. Er geldt een algemeen parkeerverbod.

 

Feiten en context

Op zondag 3 november 2024 gaat een Allerheiligenmarkt (nieuwe artikelen) door op het Laagdorp en in een gedeelte van de Koutermanstraat. Hierdoor is het aangewezen om van 08u tot 19u het Laagdorp en de Koutermanstraat tussen het Laagdorp en de sporthallen, af te sluiten voor het verkeer. Er geldt een algemeen parkeerverbod.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst.

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van de Allerheiligenmarkt dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op zondag 3 november 2024 gaat een Allerheiligenmarkt (nieuwe artikelen) door op het Laagdorp en in een gedeelte van de Koutermanstraat. Hierdoor is het aangewezen om van 08u tot 19u het Laagdorp en de Koutermanstraat tussen het Laagdorp en de sporthallen, af te sluiten voor het verkeer. Er geldt een algemeen parkeerverbod. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor deze verkeersregeling.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Verkeersregeling Trick or Treat Irislaan 31.10

Op donderdag 31 oktober 2024 wensen de buurtbewoners van de Irislaan een Trick or Treat te organiseren. Zij wensen hiervoor de Irislaan te laten afsluiten die dag van 16u30 t.e.m. 23u00. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Feiten en context

Op donderdag 31 oktober 2024 wensen de buurtbewoners van de Irislaan een Trick or Treat te organiseren. Zij wensen hiervoor de Irislaan te laten afsluiten die dag van 16u30 t.e.m. 23u00. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst.

Gunstig advies van De Lijn.

Gunstig advies van de politie.

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van de wandeling dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op donderdag 31 oktober 2024 wensen de buurtbewoners van de Irislaan een Trick or Treat te organiseren. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating om de Irislaan te laten afsluiten die dag van 16u30 t.e.m. 23u00.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Verkeersregeling Trick or Treat Leemkuilstraat 31 oktober 2024

Op donderdag 31 oktober 2024 wensen de buurtbewoners van de Leemkuilstraat een Trick or Treat wandeling te organiseren. Hiervoor wensen zij de Leemkuilstraat, tussen de Grootstraat en de Alkerstraat, die dag af te sluiten voor het verkeer van 18u tot 23u. Een omleiding wordt voorzien. Signalisatieplan in bijlage. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Feiten en context

Op donderdag 31 oktober 2024 wensen de buurtbewoners van de Leemkuilstraat een Trick or Treat wandeling te organiseren. Hiervoor wensen zij de Leemkuilstraat, tussen de Grootstraat en de Alkerstraat, die dag af te sluiten voor het verkeer van 18u tot 23u. Een omleiding wordt voorzien. Signalisatieplan in bijlage. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt toelating gevraagd voor deze verkeersregeling.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst

Gunstig advies van De Lijn

Gunstig advies van de politie

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van de activiteit dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op donderdag 31 oktober 2024 wensen de buurtbewoners van de Leemkuilstraat een Trick or Treat wandeling te organiseren. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating om de Leemkuilstraat, tussen de Grootstraat en de Alkerstraat, die dag af te sluiten voor het verkeer van 18u tot 23u. Een omleiding wordt voorzien.

Artikel 2: De nodige signalisatie wordt door de organisatie wettelijk te worden aangebracht.

Artikel 3: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk binnen de 24 uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden.

Artikel 4: De organisator is verantwoordelijk om het openbaar domein net en rein achter te laten na het evenement.

Artikel 5: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de brandweer, De Lijn, de technische dienst van de gemeente en de organisator.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Verzekering gebruik parking brouwerij n.a.v. verkiezingen 13.10

N.a.v. de verkiezingen op zondag 13 oktober 2024 werd er gezocht naar extra parkeergelegenheden. Op zondag 13 oktober 2024 van 7u tot 24u kan er gebruik gemaakt worden van de parking van de brouwerij op voorwaarde dat wij een verzekering afsluiten. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor het mogen aangaan van een verzekering "alle risico's" - elektronica "uitrusting parking" voor het gebruik van de parking van de brouwerij. Voorstel in bijlage. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.

 

Feiten en context

N.a.v. de verkiezingen op zondag 13 oktober 2024 werd er gezocht naar extra parkeergelegenheden. Op zondag 13 oktober 2024 van 7u tot 24u kan er gebruik gemaakt worden van de parking van de brouwerij op voorwaarde dat wij een verzekering afsluiten. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor het mogen aangaan van een verzekering "alle risico's" - elektronica "uitrusting parking" voor het gebruik van de parking van de brouwerij. Voorstel in bijlage. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.

 

Juridische grond

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Om gebruik te mogen maken van de parking van de brouwerij wordt er gevraagd om een verzekering "alle risico's" af te sluiten.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€ 134,80

Niet van toepassing

MJP001325

Datum visumaanvraag:

Niet van toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: N.a.v. de verkiezingen op zondag 13 oktober 2024 werd er gezocht naar extra parkeergelegenheden. Op zondag 13 oktober 2024 van 7u tot 24u kan er gebruik gemaakt worden van de parking van de brouwerij op voorwaarde dat wij een verzekering afsluiten. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor het mogen aangaan van een verzekering "alle risico's" - elektronica "uitrusting parking" voor het gebruik van de parking van de brouwerij. De nodige kredieten kunnen betaald worden van MJP001325.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Omgevingsvergunning 914

Aanvraag omgevingsvergunning over: het vellen van hoogstammige bomen ingediend door Leen Penxten wonende te Knipscheerstraat 57 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Pleinstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 256 A. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

 

Aanvrager(s):

Mevrouw Leen Penxten wonende te Knipscheerstraat 57 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Pleinstraat z/n, achter huisnummers 31A, 29A, 29 en 27

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie G nr. 256A

 

Projectnaam:

Pleinstraat zn. – Leen Penxten

 

Dossiernummer:

202457

 

Intern dossiernummer:

914

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024074255

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

Datum aanvraag:

 

23/05/2024

 

1.b. Omschrijving aanvraag

Vegetatiewijziging en stedenbouwkundige handeling voor het rooien van 8 hoogstammige fruitbomen en de heraanplant van 30 okkernoten bomen.

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

De aanvraag ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  - agrarisch gebied.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijke vergunde en niet-vervallen verkaveling.

Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

 

Waterwetboek:

///

Watertoets :

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het verwijderen van bomen niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.

Milieu:

Bij elke kapping dient er minstens een gelijkwaardige compensatie te worden voorzien. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

                    Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

                    Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

                    Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

23/05/2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

14/08/2024

Opening openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Afsluiten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Gemeenteraad voor wegenwerken

Niet van toepassing

Dossierbehandelaar

Charlotte Beerten

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum verslag GOA

26/09/2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie G, nr. 256A.

Er is geen historiek gekend bij het gemeentebestuur.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Vegetatiewijziging en stedenbouwkundige handeling voor het rooien van 8 hoogstammige fruitbomen met een oppervlakte van 620 m² die deel uitmaken van een hoogstamboomgaard op het perceel te Alken, 2de afdeling, Sectie G, nummer 256A. Het perceel waar de aanvraag betrekking op heeft is een perceel in woongebied met landelijk karakter en de bomen staan in de tuin gelegen in agrarisch gebied. De Pleinstraat is een gemeentelijke weg in asfalt. De weg is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. De hoogstambomen zijn klein landschapselementen.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

 

De aanvraag is gelegen in een Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG), Regio Haspengouw – Voeren met landbouwgebieden tussen Sint-Truiden, Alken en Hoepertingen.

De aanvraag is niet gelegen in een Habitatrichtlijngebied of Vogelrichtlijngebied.

De aanvraag is niet gelegen in een Ramsar-gebied.


De aanvraag is niet gelegen in een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied).

 

Het perceel is ingedeeld volgens de biologische waarderingskaart (versie 2) als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen en werd gekarteerd als een soortenarm permanent cultuurgrasland (hp) met een bomenrij (kb) en een hoogstamboomgaard (kj).

 

Hier geldt de zorgplicht die voortvloeit uit het stand-still principe dat is verankerd in het Natuurdecreet. Bij elke aanvraag moet bekeken worden welke gevolgen de aanvraag heeft op de natuur. Dit is de natuurtoets. De aanvrager neemt volgende maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen:

Een compensatie zal geplaatst worden van 30 okkernotenbomen.

 

Verantwoording van de aanvraag:

 

De aanvrager neemt volgende maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen:

Het vellen van 8 bomen en de aanplanting van 30 okkernotenbomen zal het structuurelement van het kleine landschapselement versterken. De inplanting van de huidige 8 bomen is eerder willekeurig. De 8 bomen zijn bovendien ook moeilijk bereikbaar, waardoor er veel van de vruchtopbrengst verloren gaat. Zoals er op de fotoreeks van de bomen wordt weergegeven, gaat het over verschillende boomsoorten. Daarnaast nemen de bomen ook erg ongewone vormen aan.

 

De aanplanting van de okkernotenbomen zal zorgen voor een mooi aansluitend geheel. De bomen worden aangeplant op 3 boomrijen. De bomen zullen ook goed onderhouden worden. Daarnaast worden deze bomen aangeplant met het oog op de oogstopbrengst. Op termijn wenst de exploitant een verdienmodel te halen uit de okkernotenproductie.

 

De nieuwe okkernotenbomen worden ingeplant op dezelfde oppervlakte als die waarop te rooien bomen

momenteel staan. De vorm van het perceel zal niet wijzigen, maar de concentratie bomen zal stijgen.

De omvang van het structuurelement blijft hetzelfde, de invulling van het structuurelement zal een hogere concentratie bomen omvatten.

 

Het standstillbeginsel houdt in dat de huidige situatie als norm aangenomen wordt voor de toekomst.

De bestaande kwaliteit en kwantiteit moet behouden blijven. Dit is opgenomen in het Natuurdecreet

(art. 8). De natuurwaarde van de huidige 8 hoogstambomen wordt erg laag ingeschat. Deze bomen zijn in een reeds verouderde staat.

 

Door de wijziging van de 8 hoogstambomen naar 30 nieuwe okkernotenbomen zullen zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve kenmerken verbeteren. Denk hierbij maar aan de vruchtopbrengst van de bomen. Door de toename van de hoeveelheid bomen, zal de vruchtopbrengst van het perceel toenemen. De oude bomen zullen vervangen worden door nieuwe, gezonde bomen.

 

De ingenomen zone van het perceel is een complex van biologisch minder waardevolle en

waardevolle elementen volgens de biologische waarderingskaart. Het betreft soortenarm permanent cultuurgrasland (hp), bomenrij (kb) en hoogstamboomgaard (kj). De huidige inplanting van de 8 hoogstambomen is eerder willekeurig. In de gewenste situatie worden de okkernotenbomen op 3 rijen geplaatst.

 

Het perceel van het voorwerp van de aanvraag is gelegen in agrarisch gebied. Deze locatie is tevens ook opgenomen in de herbevestigde agrarische gebieden. De geplande werken vinden zich op ruime afstand van de speciale beschermingszones gebieden en andere aandachtsgebieden natuur. Zo bevindt de locatie zich op zo’n 1,9 km van het dichtstbijzijnde VEN/IVON-gebied. De meest nabijgelegen SBZ-H en SBZ-V gebieden bevinden zich op respectievelijk 2,3 km en 10,3 km van het perceel.

 

De natuurlijke waarden van een dergelijke boomgaard zitten in de landschappelijke waarde enerzijds en in de ecologische waarde anderzijds. Het spreekt voor zich dat de omvang van een boomgaard van 30 bomen landschappelijk een gunstigere impact heeft dan een boomgaard van 8 bomen. Evenzeer ecologisch is een hoeveelheid van 30 gezonde bomen waardevoller voor de biodiversiteit dan een boomgaard van 8 verouderde bomen.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Agentschap voor Natuur en Bos

14/08/2024

2/09/2024

Voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd op 14 augustus 2024 digitaal voor advies voorgelegd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Op 2 september 2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht met volgende motivatie:

 

Bespreking aanvraag

De aanvraag behelst het rooien van 8 hoogstammige fruitbomen die deel uitmaken van een hoogstamboomgaard op het perceel te Alken, 2de afdeling, Sectie G, nummer 256A. Een hoogstamboomgaard is conform artikel 8 van het vegetatiebesluit een vegetatie waarvan de wijziging vergunningsplichtig is. Deze vergunningsplichtige handeling dient getoetst te worden aan artikel 14 en artikel 16 van het natuurdecreet.

Hieruit volgt dat het kleine landschapselement, zijnde de hoogstamboomgaard, niet zonder meer gerooid kan worden, er dient een heraanplant plaats te vinden waaruit blijkt dat er geen schade is aan de natuur. Conform artikel 14 van het natuurdecreet wordt een heraanplant van 30 okkernotenbomen voorgesteld. Er wordt evenwel niet gespecifieerd of het over hoogstammige bomen gaat. Om het juridisch statuut van hoogstamboomgaard te behouden, is het van belang om hoogstammige okkernoten aan te planten. Dit wilt zeggen dat de vertakking of ent van de boom op 1,80 m boven het maaiveld begint.

Het behoud van hoogstamboomgaarden als kleine landschapselementen is voor het Agentschap voor Natuur en Bos zeer belangrijk. De hoogstamboomgaarden worden in landschappelijke-, cultuurhistorische context en omwille van hun ecologische waarde in de natuursector sterk gewaardeerd omwille van de genenvariatie en de ecologische ‘stapsteenfunctie’ die deze landschapselementen vertegenwoordigen. De boomgaarden (zelfs al zijn de bomen afgestorven) en het onderliggend (extensief beheerd, soortenrijk) grasland zijn immers een habitat voor verschillende, soms zeldzame vogel- en insectensoorten en kleine zoogdieren. Een hoogstamboomgaard heeft met het fijne mozaïek van bomen (met holtes), grassen en kruiden een uitgesproken waarde. Ze zijn in het Vlaamse, vaak intensief bewerkte, landbouwlandschap dan ook uitermate belangrijk.

Indien de stammen van de te kappen bomen holtes en scheuren vertonen, dient men zich er van te vergewissen dat geen nesten van beschermde vogel- en/of zoogdiersoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Boomholtes met molm worden overigens veelvuldig gebruikt door een heel scala aan (met uitsterven bedreigde) invertebraten, waaronder saproxyle keversoorten. Wanneer een boom geveld wordt met dergelijke holtes, dienen gepaste maatregelen genomen te worden ter bescherming van de aanwezige soorten en/of populaties.

Dit kan gaan van het behoud van de stam (rechtop geplaatst) tot het ophangen van nestkasten (voor kevers, vleermuizen en/of uilen) en dient steeds specifiek bekeken te worden. Daarnaast kan de boom loshangende schors bevatten, hetgeen een ideaal habitat voor vleermuizen kan vormen.

Idealiter blijft de boom behouden, waarbij de meest risicovolle takken worden gesnoeid om schade aan andere bomen te voorkomen. In de tussentijd kan de jonge boom reeds aangeplant worden, waardoor het voortbestaan van de boomgaard gegarandeerd wordt. Naast de hoogstammige fruitbomen zijn ook de omringende vegetaties op de perceelsgrenzen beschermd volgens het vegetatiebesluit, deze maken integraal deel uit van de hoogstamboomgaard. Het perceel bevat o.a. een bomenrij bestaande uit (Italiaanse) populieren, een ligusterhaag, een haagbeukenhaag,… Deze kunnen niet gewijzigd worden middels voorliggende aanvraag en dienen bijgevolg absoluut behouden te blijven.

De hoogstamboomgaard kan ecologisch opgewaardeerd worden door een correct beheer van het onderliggend grasland. Idealiter wordt het grasland gemaaid met afvoer, in eerste instantie drie maal per jaar, waarbij de eerste snede al begin mei valt, om de verschraling in te zetten en grasdominantie te doorbreken. Men gaat over naar twee maal per jaar maaien indien de soortenrijkdom toeneemt, de maaifrequentie en maaidata worden aangepast in functie van de aanwezige vegetatie. Het kan eveneens mogelijk zijn om het perceel te maaien met nabegrazing, of het perceel integraal te laten begrazen mits men een correct aantal graasdieren voorziet.

 

Conclusie

Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarden:

        Binnen de perimeter van het perceel moet per te kappen boom minstens één nieuwe hoogstammige fruitboom aangeplant worden;

        De hoogstamfruitbomen dienen in plantformaat 10/12 aangeplant te worden;

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;

        Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens acht hoogstamboomfruitbomen tot volle wasdom te brengen;

        Voor men overgaat tot kappen evalueert men welke maatregelen voor (beschermde) diersoorten er genomen dienen te worden, zoals het plaatsen van nestkasten en/of behoud van bomen;

        De aanwezige perceelsrandbegroeiingen blijven integraal behouden.

 

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.

 

Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos wordt bijgetreden.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld. Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

 

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

 het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

 het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

 

De aanvraag handelt over het verwijderen van 8 hoogstam fruitbomen en heraanplant met 30 okkernotenbomen. Het vellen van 8 hoogstam fruitbomen en de aanplanting van 30 okkernotenbomen zal het structuurelement van het kleine landschapselement versterken. De inplanting van de huidige 8 bomen is willekeurig. De 8 bomen zijn volgens de aanvrager moeilijk bereikbaar, al is dit door de dichtheidstoename vermoedelijk nog meer een aandachtspunt. De aanplanting van de okkernotenbomen zal zorgen voor een afgelijnd aansluitend geheel, in drie boomrijen. Aangezien de aanvrager een toename van de boomdichtheid voorstelt, doet het voorstel beter dan het standstill-principe en kan dit voorstel in deze situatie worden aanvaard.

 

Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.

 

Mobiliteitsaspect: De impact van het verwijderen van de 8 bestaande bomen en aanplant van 30 bomen heeft op vlak van de mobiliteit een minimale impact. De aanvrager moet ervoor zorgen dat er geen vervuiling met grond of ander materiaal voorkomt op het openbaar domein. De aanvrager moet aandacht hebben om de hinder op de mobiliteit van de Pleinstraat te beperken.

 

Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en visueel vormelijke elementen: Een heraanplant met inheemse bomen is passend in deze omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen: Het verwijderen van de bomen heeft enkele visueel – vormelijke gevolgen. Er wordt opgelegd dat de aanvrager compensatie van deze groenelementen moet voorzien. De aanvrager voorziet het aanplanten van minimaal 30 hoogstambomen, waardoor een groenstructuur op deze locatie aanwezig blijft en zelfs versterkt wordt.

 

Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

 

Bodemreliëf: Het bestaande maaiveld wordt maximaal behouden.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er wordt een beperkte hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.

 

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving

 

 

Conclusie:

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

De aanvraag ingediend door mevrouw Leen Penxten voor het verwijderen van kleine landschapselementen (het rooien van 8 hoogstammige fruitbomen ), op het perceel gelegen nabij de Pleinstraat, afdeling 2, sectie G, nr. 256/A wordt voorwaardelijk vergund met volgende voorwaarden:

        Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 30 hoogstammige inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte fruitbomen te komen, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de bomen, op hetzelfde perceel;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De hoogstamfruitbomen dienen in plantformaat 10/12 aangeplant te worden;

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;

        Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 30 hoogstamboomfruitbomen tot volle wasdom te brengen;

        Voor men overgaat tot kappen evalueert men welke maatregelen voor (beschermde) diersoorten er genomen dienen te worden, zoals het plaatsen van nestkasten en/of behoud van bomen;

        De aanwezige perceelsrandbegroeiingen blijven integraal behouden.

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur;

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;

        Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;

        Alle andere bomen op het perceel dienen gespaard te worden.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 02/10/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Leen Penxten wonende te Knipscheerstraat 57 te 3570 Alken, het vellen van hoogstammige bomen, gelegen , kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 256 A voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 30 hoogstammige inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte fruitbomen te komen, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de bomen, op hetzelfde perceel;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De hoogstamfruitbomen dienen in plantformaat 10/12 aangeplant te worden;

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;

        Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 30 hoogstamboomfruitbomen tot volle wasdom te brengen;

        Voor men overgaat tot kappen evalueert men welke maatregelen voor (beschermde) diersoorten er genomen dienen te worden, zoals het plaatsen van nestkasten en/of behoud van bomen;

        De aanwezige perceelsrandbegroeiingen blijven integraal behouden.

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur;

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;

        Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;

        Alle andere bomen op het perceel dienen gespaard te worden.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Omgevingsvergunning 927

Aanvraag omgevingsvergunning over: de toevoeging aan de milieuvergunning voor het plaatsen van een propaangastank ingediend door Axel Demaret namens RIJVERENIGING SINT- JORIS ALKEN VZW gevestigd te Rijdreef 33 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Rijdreef 33, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie E 996 B, (afd. 2) sectie E 996 D, (afd. 2) sectie E 1012 R en (afd. 2) sectie E 1012 S. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvrager(s):

Rijvereniging Sint-Joris Alken

 

Ligging van het perceel:

Gevestigd te Rijdreef 33 te 3570 Alken

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie E nr. 1012R, 996B, 996D en 1012S

 

Projectnaam:

Rijdreef 30 - Manege Allius

 

Dossiernummer:

202473

 

Intern dossiernummer:

927

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2024095531

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

Datum aanvraag:

 

3/07/2024

 

1.b. Omschrijving aanvraag

De omgevingsaanvraag met milieutechnische handelingen omvat een beperkte uitbreiding met een inrichting die is ingedeeld in de derde klasse, nl. het plaatsen van een propaangastank.

 

Rubrieken

Volgende inrichting of activiteit volgens de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II wordt aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

17.1.2.2.1°

Het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 2.950 liter (nieuw).

3

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

6.4.1°

1 verdeelslang

3

9.4.3.a)1°

standplaatsen voor paarden: 47 stuks

2

15.1.1°

4 voertuigen

3

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van 850 kg diesel in een bovengrondse dubbelwandige houder van 1.000 liter

3

19.6.2°c)

Opslag van 300 m³ stro in een lokaal

2

28.2.a)3°

Opslag van 181 m³ dierlijke mest waarvan 151 m³ vaste mest en 30 m³ gier

2

32.4.

1 ruiterclub waar de leden kunnen trainen

2

53.8.1°a)

Grondwaterwinning met een diepte van max. 60 m en een max. debiet van 676,8 m³/jaar en 2 m³/dag

3

17.1.2.2.1°

Het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 2.950 liter

3

 

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van   -  gebied voor dagcreatie.

De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie.

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, nl. Centrum 2 vel 2 wijziging Koutermansstraat onder een zone voor sport en spel.

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Alken Vallei – zone voor groen en recreatie; en zone voor groen, waterbeheer en recreatie.

Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegde overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

///

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het plaatsen van een bovengrondse propaangastank niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.

Milieu:

///

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

3/07/2024

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

5/09/2024

Opening openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Afsluiten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

Gemeenteraad voor wegenwerken

Niet van toepassing

Dossierbehandelaar

Charlotte Beerten

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

26/09/2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie E nr. 1012R, 996B, 996D en 1012S

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 13/12/1978 voor het bouwen van een manège: vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 14/02/1979 voor het houden van 35 paarden: vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 04/05/2001 voor het regulariseren van een manège met buitenpaddock en jurytoren: vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 26/06/2002 voor het verbouwen/uitbreiden van een overdekte buitenpiste en bergplaatsen aan een bestaande manège: vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 30/07/2003 voor het uitbreiden/verbouwen van een manége: vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 25/11/2020 voor het regulariseren van een buitenpiste, tien paardenboxen en afdak: vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 20/07/2022 voor het uitbreiden/verbouwen van een manége: vergund.

 

Volgende algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden zijn opgenomen in de recentste omgevingsaanvraag (besluit 20/07/2022):

        Algemene milieuvoorwaarden

        Sectorale milieuvoorwaarden die van toepassing zijn

        Bijzondere voorwaarden:

        Op het ogenblik van het beëindigen van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven. Gelieve bij elke correspondentie de nummering met kenmerk HA-81-049-010 te vermelden.

        De 5m-erfdienstbaarheidszone langsheen de Herk en de Kleine Herk moet gerespecteerd worden en mag niet bebouwd worden.

        Er moet voldaan worden aan de geldende Vlarem voorschriften voor het waterdicht afwerken van de mestvaalten en stalvloeren en eventuele voorschriften van de bestaande vergunning.

        Voor wat betreft de waterkwaliteitsaspecten moet er aan de Vlarem voorschriften voldaan worden.

        Er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten.

        De exploitant bezorgt aan de vergunningsverlenende overheid binnen de 2 maanden na het verlenen van de vergunning het recentste keuringsattest of ingebruiknameattest van de bovengrondse mazouttank.

        De exploitant houdt een overzicht bij van alle transporten van mestafvoer naar een erkend verwerker ter beschikking op de plaats van de exploitatie in een logboek dat naast een overzicht van alle transporten alle weegbonnen en transportdocumenten gekoppeld aan dit transport bevat.

        De exploitant bezorgt aan de vergunningsverlenende overheid binnen de 2 maanden na het verlenen van de vergunning meer informatie hoe de mesthoop voldoet aan de sectorale Vlarem-voorwaarden voor mestopslag. Deze nota moet naast een voldoende geargumenteerde omschrijving van de situatie, minstens ook enkele duidelijke foto's bevatten.

Deze voorwaarden blijven onverminderd van toepassing.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Een beperkte uitbreiding op de bestaande omgevingsvergunning met een nieuwe rubriek 17.1.2.2.1° (klasse 3) voor het plaatsen van een bovengrondse propaantank van 2.950 liter.

Alle andere rubrieken blijven ongewijzigd. De propaangastank zal dienen voor de verwarming en het sanitair warm water van de conciërgewoning. Het gebouw staat in een gebied voor dagcreatie waar een manége staat.

De aangegeven afstanden zijn als volgt:

        vrije doorgang rond de tank: 1 m vrije doorgang rond de tank

        tot de eigendomsgrens: 3 m van de eigendomsgrens

        openbare weg: minstens 100 m

        brandbaar materiaal: geen brandbare materialen in een straal van minstens 3 m rond de tank

        open putten, niet in verbinding met lokalen: op minstens 3 m van de tank

        open woonlokaal, open lokaal zonder openvuurverbod, opening tot een kelder en opening verbonden met lokalen (aanzuigopening ventilatiesysteem): op 45 m

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De locatie te Alken, Afd. 2, Sectie E, nr(s) 996B, 996D, 1012R, 1012S is gelegen tussen de Herk en de Kleine Herk en stroomt af naar de Kleine Herk, beide onbevaarbare waterlopen van eerste categorie die beheerd worden door de VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer. Het gebied is volgens de watertoetskaarten deels mogelijk en deels effectief overstromingsgevoelig gebied. De aanvraag is gelegen binnen het signaalgebied De Alk.

De aanvraag is het uitbreiden met een propaangastank en is verenigbaar met deze voorschriften.

 

2.c. Adviezen

Niet van toepassing

 

2.d. Bespreking van de adviezen

Niet van toepassing

 

2.e. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld. Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

 het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

 het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

 

        Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.

        Mobiliteitsaspect: De impact van het plaatsen van een bovengrondse propaangastank heeft op vlak van de mobiliteit een minimale impact.

        Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en visueel vormelijke elementen: Het toevoegen van een bovengrondse propaangastank heeft minimale visueel – vormelijke gevolgen. Deze zijn echter onvermijdelijk bij het plaatsen van een bovengrondse tank als er dient voldaan te worden aan de afstandsregels.

        Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.

        Bodemreliëf: Het bestaande maaiveld wijzigt niet.

        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Propaan is een brandbaar product. Opslag van dit product houdt in dat er mogelijk brand- en explosiegevaar is.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

Volgende inrichting of activiteit volgens de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II wordt aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

17.1.2.2.1°

Het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 2.950 liter (nieuw).

3

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Klasse

6.4.1°

1 verdeelslang

3

9.4.3.a)1°

standplaatsen voor paarden: 47 stuks

2

15.1.1°

4 voertuigen

3

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van 850 kg diesel in een bovengrondse dubbelwandige houder van 1.000 liter

3

19.6.2°c)

Opslag van 300 m³ stro in een lokaal

2

28.2.a)3°

Opslag van 181 m³ dierlijke mest waarvan 151 m³ vaste mest en 30 m³ gier

2

32.4.

1 ruiterclub waar de leden kunnen trainen

2

53.8.1°a)

Grondwaterwinning met een diepte van max. 60 m en een max. debiet van 676,8 m³/jaar en 2 m³/dag

3

17.1.2.2.1°

Het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 2.950 liter

3

 

De propaangastank moet op minstens 5 m afstand liggen van openingen (zoals ramen en deuren die toegang geven tot een ruimte waar geen open vuur verbod van toepassing is, bijvoorbeeld een woning).

De propaangastank moet op minstens 3 m afstand liggen van een aangrenzend perceel, de openbare weg (rooilijn), brandbaar materiaal (hout, tuinverlichting) en open putten, niet in verbinding met lokalen (riolering).

De propaangastank moet op minstens 1 m afstand liggen van een haag van levend hout of een afgeschermde muur met een minimale hoogte van anderhalve meter. Er moet steeds een vrije doorgang van 1 meter voorzien zijn rondom de propaangastank.

 

Volgens de omschrijving van de effecten op de omgeving zal bij het plaatsen van de gasopslag rekening gehouden worden met de wettelijke afstanden en de tank met leidingwerk gekeurd worden, na plaatsing.

 

Er kan voldaan worden aan artikel 5.17.3 van Vlarem II betreffende verbods- en afstandregels.

 

Het is aangewezen om volgende bijzondere voorwaarde op te nemen:

        De exploitant moet binnen de drie maanden na de plaatsing van de propaangastank het indienststellingsverslag overmaken ter opvolging dat de afstandsregels gerespecteerd worden aan het gemeentebestuur op omgeving@alken.be of door afgifte aan het loket van de dienst Woon- en leefomgeving.

 

De gecoördineerde van de bijzondere voorwaarden:

  1. Op het ogenblik van het beëindigen van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven. Gelieve bij elke correspondentie de nummering met kenmerk HA-81-049-010 te vermelden.
  2. De 5m-erfdienstbaarheidszone langsheen de Herk en de Kleine Herk moet gerespecteerd worden en mag niet bebouwd worden.
  3. Er moet voldaan worden aan de geldende Vlarem voorschriften voor het waterdicht afwerken van de mestvaalten en stalvloeren en eventuele voorschriften van de bestaande vergunning.
  4. Voor wat betreft de waterkwaliteitsaspecten moet er aan de Vlarem voorschriften voldaan worden.
  5. Er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten.
  6. De exploitant bezorgt aan de vergunningsverlenende overheid binnen de 2 maanden na het verlenen van de vergunning het recentste keuringsattest of ingebruiknameattest van de bovengrondse mazouttank.
  7. De exploitant houdt een overzicht bij van alle transporten van mestafvoer naar een erkend verwerker ter beschikking op de plaats van de exploitatie in een logboek dat naast een overzicht van alle transporten alle weegbonnen en transportdocumenten gekoppeld aan dit transport bevat.
  8. De exploitant bezorgt aan de vergunningsverlenende overheid binnen de 2 maanden na het verlenen van de vergunning meer informatie hoe de mesthoop voldoet aan de sectorale Vlarem-voorwaarden voor mestopslag. Deze nota moet naast een voldoende geargumenteerde omschrijving van de situatie, minstens ook enkele duidelijke foto's bevatten.
  1. De exploitant moet binnen de drie maanden na de plaatsing van de propaangastank het indienststellingsverslag overmaken ter opvolging dat de afstandsregels gerespecteerd worden aan het gemeentebestuur op omgeving@alken.be of door afgifte aan het loket van de dienst Woon- en leefomgeving.

 

Conclusie:

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

De aanvraag ingediend door meneer Axel Demaret namens Rijvereniging Sint-Joris Alken gevestigd te Rijdreef 33 te 3570 Alken, een beperkte uitbreiding op de omgevingsvergunning nl. de exploitatie van een klasse 3 activiteit: het plaatsen van een propaangastank, gelegen te Rijdreef 33 te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd) 2 sectie E nr. 1012R, 996B, 996D en 1012S wordt voorwaardelijk vergund met volgende bijzondere voorwaarde:

        De exploitant moet binnen de drie maanden na de plaatsing van de propaangastank het indienststellingsverslag overmaken ter opvolging dat de afstandsregels gerespecteerd worden aan het gemeentebestuur op omgeving@alken.be of door afgifte aan het loket van de dienst Woon- en leefomgeving.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 02/10/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend meneer Axel Demaret namens Rijvereniging Sint-Joris Alken gevestigd te Rijdreef 33 te 3570 Alken, een beperkte uitbreiding op de omgevingsvergunning nl. de exploitatie van een klasse 3 activiteit: het plaatsen van een propaangastank, gelegen te Rijdreef 33 te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd) 2 sectie E nr. 1012R, 996B, 996D en 1012S voorwaardelijk te vergunnen. De gecoördineerde toestand van ingedeelde inrichtingen of activiteiten omvat hierdoor:

 

Rubriek

Omschrijving

Klasse

6.4.1°

1 verdeelslang

3

9.4.3.a)1°

standplaatsen voor paarden: 47 stuks

2

15.1.1°

4 voertuigen

3

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van 850 kg diesel in een bovengrondse dubbelwandige houder van 1.000 liter

3

19.6.2°c)

Opslag van 300 m³ stro in een lokaal

2

28.2.a)3°

Opslag van 181 m³ dierlijke mest waarvan 151 m³ vaste mest en 30 m³ gier

2

32.4.

1 ruiterclub waar de leden kunnen trainen

2

53.8.1°a)

Grondwaterwinning met een diepte van max. 60 m en een max. debiet van 676,8 m³/jaar en 2 m³/dag

3

17.1.2.2.1°

Het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 2.950 liter

3

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 2. De algemene en toepasselijke sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

Hoofdstukken 4

Algemene milieuvoorwaarden

Hoofdstuk 5.6

Sectorale milieuvoorwaarden – brandstoffen en brandbare vloeistoffen

 

Hoofdstuk 5.9

Sectorale milieuvoorwaarden – dieren

Hoofdstuk 5.15

Sectorale milieuvoorwaarden – garages, parkeerplaatsen en herstelwerkplaatsen voor motorvoertuigen

Hoofdstuk 5.17

Sectorale milieuvoorwaarden – opslag van gevaarlijke producten

Hoofdstuk 5.28

Sectorale milieuvoorwaarden – minerale meststoffen en dierlijke mest

Hoofdstuk 5.32

Sectorale milieuvoorwaarden – ontspanningsinrichtingen en schietstanden

Hoofdstuk 5.53

Sectorale milieuvoorwaarden – winning van grondwater

 

3. Bijzondere voorwaarden:

  1. Op het ogenblik van het beëindigen van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven. Gelieve bij elke correspondentie de nummering met kenmerk HA-81-049-010 te vermelden.
  2. De 5m-erfdienstbaarheidszone langsheen de Herk en de Kleine Herk moet gerespecteerd worden en mag niet bebouwd worden.
  3. Er moet voldaan worden aan de geldende Vlarem voorschriften voor het waterdicht afwerken van de mestvaalten en stalvloeren en eventuele voorschriften van de bestaande vergunning.
  4. Voor wat betreft de waterkwaliteitsaspecten moet er aan de Vlarem voorschriften voldaan worden.
  5. Er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten.
  6. De exploitant bezorgt aan de vergunningsverlenende overheid binnen de 2 maanden na het verlenen van de vergunning het recentste keuringsattest of ingebruiknameattest van de bovengrondse mazouttank.
  7. De exploitant houdt een overzicht bij van alle transporten van mestafvoer naar een erkend verwerker ter beschikking op de plaats van de exploitatie in een logboek dat naast een overzicht van alle transporten alle weegbonnen en transportdocumenten gekoppeld aan dit transport bevat.
  8. De exploitant bezorgt aan de vergunningsverlenende overheid binnen de 2 maanden na het verlenen van de vergunning meer informatie hoe de mesthoop voldoet aan de sectorale Vlarem-voorwaarden voor mestopslag. Deze nota moet naast een voldoende geargumenteerde omschrijving van de situatie, minstens ook enkele duidelijke foto's bevatten.
  1. De exploitant moet binnen de drie maanden na de plaatsing van de propaangastank het indienststellingsverslag overmaken ter opvolging dat de afstandsregels gerespecteerd worden aan het gemeentebestuur op omgeving@alken.be of door afgifte aan het loket van de dienst Woon- en leefomgeving.

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijziging van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Kennisname beslissing Vlaamse Overheid - G12

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Overzicht punten

Zitting van 02 10 2024

 

Week van de handhaving - Hondenpoep

Van 7 t.e.m. 13 oktober is het Week van de handhaving, Alken zal zich in die week inzetten rond hondenpoep. Dit wordt gedaan door vooraf te communiceren over de regels rond hondenpoep via de gemeentelijke kanalen. Tijdens de Week van de handhaving zal de GAS-vaststeller een positieve actie doen waar wandelaars met een hond die beschikken over (een) hondenpoepzak(jes) een rol hondenpoepzakjes ontvangen. Overtreders worden aangesproken op hun gedrag en ontvangen een PV. De actie volgt het GAS-reglement artikel 5 honden - uitwerpselen. De actie zal geregistreerd worden bij Mooimakers.

 

Feiten en context

Van 7 t.e.m. 13 oktober is het Week van de handhaving, Alken zal zich in die week inzetten rond hondenpoep. Dit wordt gedaan door vooraf te communiceren over de regels rond hondenpoep via de gemeentelijke kanalen. Tijdens de Week van de handhaving zal de GAS-vaststeller een positieve actie doen waar wandelaars met een hond die beschikken over (een) hondenpoepzak(jes) een rol hondenpoepzakjes ontvangen. Overtreders worden aangesproken op hun gedrag en ontvangen een PV. De actie volgt het GAS-reglement artikel 5 honden - uitwerpselen. De actie zal geregistreerd worden bij Mooimakers.

 

Juridische grond

Artikel 4 van het GAS-reglement, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 22 december 2022, inzake Dieren;

Artikel 5 van het GAS-reglement, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 22 december 2022, inzake Honden uitwerpselen.

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Bij de milieudienst worden vaker klachten ontvangen over hondenpoep op het openbaar domein. De begeleider van een hond is verplicht deze uitwerpselen op te ruimen en in het bezit te zijn van een hondenpoepzak volgens het GAS-reglement. De focus van de actie is op positieve sensibilisatie en toont aan dat hier op gehandhaafd wordt.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Er zijn in Alken 3.073 honden geregistreerd (bron: Dierenwelzijn Vlaanderen). Een inschatting wordt gemaakt dat er 25 baasjes die de hond uitlaten gevonden worden per dag door de GAS-vaststeller, gedurende 3 dagen. Dit komt neer op 75 rollen om te bedelen.

 

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

100 euro

21%

1231

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft haar goedkeuring om tijdens de Week van de handhaving van 7 t.e.m. 13 oktober baasjes die een hond uitlaten te controleren op het bezit van hondenpoepzakjes en aan positieve communicatie te doen door het bedelen van rollen hondenpoepzakjes. Overtreders worden hierop aangesproken in functie van het GAS-reglement en ontvangen een PV.

Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen geeft haar goedkeuring om de actie rond hondenpoep voor Week van de handhaving te registreren bij Mooimakers.

 

 

Publicatiedatum: 09/10/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.