Gemeente Alken

Zitting van 31 januari 2024

van 08:30 tot 09:30

 

Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Patrick Martens, Frank Vroonen en Alex Dubois, schepenen; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Verslag van de vorige zitting dd. 24.01.2024

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 24.01.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 24.01.2024 opgesteld.

Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Niet van toepassing.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Uitnodiging Schooletentje Sint-Joris, 4.02.2024

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Prijsuitreiking Junior Journalistwedstrijd - woensdag 7 februari 2024

Naar aloude traditie organiseert het Davidsfonds ook tijdens schooljaar 2023-2024 de Junior Journalist-wedstrijd in de Alkense basisscholen. Het thema is dit jaar 'Oost west, thuis best!?'.

De prijsuitreiking is gepland op woensdag 7 februari 2024 om 19u. in de grote zaal van gc St.-Jorisheem.

Voor de organisatie van de prijsuitreiking vragen zij de samenwerking tussen gemeentebestuur en Davidsfonds zoals dat de voorbije jaren gebeurde.

 

Programma

• Welkom door de voorzitter van Davidsfonds Alken.

• Voorlezing van de teksten door de klaswinnaars, afgewisseld met muziek/zang.

• Overhandiging van de prijzen door burgemeester en voorzitter Davidsfonds.

• Slotrede door burgemeester of schepen van cultuur.

• Fotosessie van de laureaten.

• Receptie met gezonde hapjes, aangeboden door het gemeentebestuur: zelfbedieningsbuffet met water, frisdrank, bier, koffie en thee (bediening buffet door Davidsfonds).
(registratiesleutel MJP001306)

 

Genodigden

• Davidsfonds nodigt uit: laureaten, ouders, grootouders, leerlingen, directies en leerkrachten.

• Gemeentebestuur nodigt uit: gemeente- en OCMW-raadsleden,  managementteam en pers.

 

Feiten en context

Naar aloude traditie organiseert het Davidsfonds ook tijdens schooljaar 2023-2024 de Junior Journalist-wedstrijd in de Alkense basisscholen. Het thema is dit jaar 'Oost west, thuis best!?'.

De prijsuitreiking is gepland op woensdag 7 februari 2024 om 19u. in de grote zaal van gc St.-Jorisheem. De zaal werd op 29 augustus 2023 door het Davidsfonds gereserveerd.

Voor de organisatie van de prijsuitreiking vragen zij via e-mail van 25 januari 2024 de samenwerking tussen gemeentebestuur en Davidsfonds zoals dat de voorbije jaren gebeurde.

 

Juridische grond

DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

DLB art. 84 regelt bevoegdheden vast bureau

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Het gemeentebestuur biedt het Davidsfonds elk jaar de feestzaal en een receptie met hapjes aan als steun voor dit cultureel evenement met leerlingen van de Alkense basisscholen.

 

Financiële gevolgen

De kosten voor drank en versnaperingen zijn voorzien in registratiesleutel MJP001306.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de samenwerking met het Davidsfonds voor de prijsuitreiking van de Junior Journalistwedstrijd als volgt goed.

Datum: woensdag 7 februari 2024 om 19u.

Plaats: grote feestzaal gc St.-Jorisheem.

Programma

• Welkom door de voorzitter van Davidsfonds Alken.

• Voorlezing van de teksten door de klaswinnaars, afgewisseld met muziek/zang.

• Overhandiging van de prijzen door burgemeester en voorzitter Davidsfonds

• Slotrede door burgemeester of schepen van cultuur.

• Fotosessie van de laureaten.

• Receptie met gezonde hapjes, aangeboden door het gemeentebestuur: zelfbedieningsbuffet met water, frisdrank, bier, koffie en thee (bediening buffet door Davidsfonds) (registratiesleutel MJP001306).

Genodigden

• Davidsfonds nodigt uit: laureaten, ouders, grootouders, leerlingen, directies en leerkrachten.

• Gemeentebestuur nodigt uit: gemeente- en OCMW-raadsleden, managementteam en pers.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Nieuw stramien gemeentemagazine - Ontwerp door ZOZ

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Betaalbaarstelling facturen SC

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.

 

Feiten en context

Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
 

Juridische grond

Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
 

Adviezen

Niet van toepassing.
 

Argumentatie

Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Verlenging aanstelling administratief medewerker onthaal en snelbalie - 19/38 - bepaalde duur van 1 jaar.

Rebecca De Muer, Sleedoornstraat 11, Houthalen, werd door het college van burgemeester en schepenen op 01/03/2023 aangesteld als deeltijdse contractuele administratieve medewerker onthaal en snelbalie met een prestatiebreuk van 19/38 en een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur van 1 jaar welke is ingegaan op 13/03/2023.

Voor de goede werking van het onthaal en de snelbalie is het wenselijk dat de arbeidsovereenkomst met Rebecca De Muer met 1 jaar verlengd wordt.

 

Feiten en context

Rebecca De Muer, Sleedoornstraat 11, Houthalen, werd door het college van burgemeester en schepenen op 01/03/2023 aangesteld als deeltijdse contractuele administratieve medewerker onthaal en snelbalie met een prestatiebreuk van 19/38 en een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur van 1 jaar welke is ingegaan op 13/03/2023.

 

Juridische grond

De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 04/12/2008, gewijzigd en aangevuld door latere besluiten;

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Voor de goede werking van het onthaal en de snelbalie is het wenselijk dat de arbeidsovereenkomst met Rebecca De Muer met 1 jaar verlengd wordt.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Met ingang van 13/03/2024 wordt de aanstelling van Rebecca De Muer, Sleedoornstraat 11, Houthalen, als deeltijdse contractuele administratieve medewerker onthaal en snelbalie met een prestatiebreuk van 19/38 en een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur verlengd met een periode van 1 jaar.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Aanwezigheid gemeenteraadsleden Alkense award voor het ondernemerschap.

Elk jaar organiseert de ondernemersraad Alken in samenwerking met het gemeentebestuur de Alkense award voor het ondernemerschap. De Alkense award is een evenement dat georganiseerd wordt om jaarlijks een Alkense ondernemer/bedrijf in de bloemetjes te zetten.

Tot nu toe namen de raadsleden gratis deel aan deze uitreiking en werden die kosten gedragen door het gemeentebestuur.

De leden van de ondernemersraad betaalden de helft (de overige helft werd door de Ora VZW betaald).

Omwille van budgettaire redenen is er de vorige editie besloten dat de leden van de ondernemersraad hun eigen inschrijving zelf betalen. Vorig jaar was dit €60 per persoon.
Naast de Alkense Award wordt ook sinds 2023 de uitreiking van de decemberactie georganiseerd. De Ora draagt alle kosten van deze uitreiking. De gemeenteraadsleden worden kostenloos uitgenodigd voor deze uitreiking.

Reglement Alkense award voor het ondernemerschap als bijlage (hierin staat niets vermeld van bijdrage, noch van gratis deelname)

Voorstel om ook de raadsleden hun deelname aan de Alkense award zelf te laten betalen (de leden van de Ora betalen ook hun eigen bijdrage volledig zelf).

 

Feiten en context

Elk jaar organiseert de ondernemersraad Alken in samenwerking met het gemeentebestuur de Alkense award voor het ondernemerschap. De Alkense award is een evenement dat georganiseerd wordt om jaarlijks een Alkense ondernemer/bedrijf in de bloemetjes te zetten.

Tot nu toe namen de gemeenteraadsleden gratis deel aan deze uitreiking en werden die kosten gedragen door het gemeentebestuur.

De leden van de ondernemersraad betaalden de helft (de overige helft werd door de Ora VZW betaald).

Omwille van budgettaire redenen is er de vorige editie besloten dat de leden van de ondernemersraad hun eigen inschrijving zelf betalen. Vorig jaar was dit €60 per persoon.
Naast de Alkense Award wordt ook sinds 2023 de uitreiking van de decemberactie georganiseerd. De Ora draagt alle kosten van deze uitreiking. De gemeenteraadsleden worden kostenloos uitgenodigd voor deze uitreiking.

Reglement Alkense award voor het ondernemerschap als bijlage (hierin staat niets vermeld van bijdrage, noch van gratis deelname)

Voorstel om ook de raadsleden hun deelname aan de Alkense award zelf te laten betalen (de leden van de ora betalen ook hun eigen bijdrage volledig zelf).

 

Juridische grond

DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Positief advies van de ondernemersraad

 

Argumentatie

De leden van de Ora betalen sinds 2023 hun eigen inschrijving voor de uitreiking van de Alkense award.

De ondernemersraad stelt voor dat ook de gemeenteraadsleden vanaf 2024 hun bijdrage zelf betalen als ze aanwezig wensen te zijn, op deze manier betaalt iedereen (zowel ora leden als gemeenteraadsleden) hun bijdrage zelf.

Op de uitreiking van de decemberactie zijn de gemeenteraadsleden wel uitgenodigd om kosteloos aanwezig te zijn.

 

Financiële gevolgen

niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat leden van de Alkense gemeenteraad vanaf 2024 hun inschrijvingsgeld dienen te betalen indien ze aanwezig wensen te zijn op de uitreiking van de Alkense award voor het ondernemerschap.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest Smoutstraat op 3 februari 2024

Op zaterdag 3 februari 2024 wensen de inwoners van de Smoutstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.

 

Feiten en context

Op zaterdag 3 februari 2024 wensen de inwoners van de Smoutstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.

 

Juridische grond

Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven. Om het buurtfeest veilig te kunnen laten verlopen is het aangewezen een verkeersregeling uit te werken.  

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

125 EUR

Niet van toepassing

MJP001327

Datum visumaanvraag:

Niet van toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Smoutstraat om op zaterdag 3 februari 2024 een buurtfeest te organiseren.

Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Kennisname eindrapport detailhandelsvisie City DWes

In 2019 is het studiebureau City DWes begonnen met het schrijven van een detailhandelsvisie voor Alken. In 2021 is deze opdracht afgerond en heeft Alken het eindrapport mogen ontvangen. Michel heeft een samenvatting van dit eindrapport voorgesteld aan het college van burgemeester en schepenen. Hier is afgesproken dat het college van burgemeester en schepenen kennis neemt van het eindrapport, alsook een actieplan opstelt om een detailhandelsvisie vanuit het beleid te schrijven (waarbij er stukken vanuit de detailhandelsvisie van City DWes overgenomen kunnen worden).

 

In bijlage:

- Eindrapport detailhandelsvisie City Dwes

- Samenvatting detailhandelsvisie (door Michel)

- PPT detailhandelsvisie

 

Feiten en context

In 2019 is het studiebureau City DWes begonnen met het schrijven van een detailhandelsvisie voor Alken. In 2021 is deze opdracht afgerond en heeft Alken het eindrapport mogen ontvangen. Michel heeft een samenvatting van dit eindrapport voorgesteld aan het college van burgemeester en schepenen.

 

In bijlage:

- Eindrapport detailhandelsvisie City Dwes

- Samenvatting detailhandelsvisie (door Michel)

- PPT detailhandelsvisie

 

Juridische grond

DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Positief van de ondernemersraad met volgende bemerkingen:

 

1. Winterterrassen:
Enorme meerwaarde, maar moeten efficiënt en op realistische manier verwarmd kunnen worden.

 

2. Horeca, kleinhandel:
Inzetten op Horeca (Laagdorp) en kleinhandel (Hoogdorp).
Geen subsidies/premies, maar nodige faciliteiten en ondersteuning aanreiken.
-> Dit kan gaan van ondersteuning in opmaak dossiers tot voorzien van nuttige data uit Alken (populatie, interesses bevolking,…)
 

3. Uitstraling centrum:
Centrum aantrekkelijker maken (eenrichtingsverkeer, bredere voetpaden), eye-catcher plaatsen in centrum. Belangrijk dat parkeren goedkoop of gratis blijft en meer controle op blauwe zones.

 

4. Alken app:
Meer inzetten op Alken-App. Infomoment met uitleg van alle tools in de Alken-app voor ondernemers. Bekendheid bij burgers verhogen.

 

Argumentatie

Het beleid heeft in 2019 de opdracht aan City DWes gegeven om een detailhandelsvisie voor Alken op te stellen.

Het is belangrijk dat het beleid op de hoogte is van het eindrapport van deze detailhandelsvisie en het advies van de ondernemersraad.

Na kennisname van het eindrapport, kan er een actieplan opgesteld worden om zo tot een detailhandelsvisie voor Alken vanuit het beleid te komen.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het eindrapport van de detailhandelsvisie, opgesteld door City DWes. De dienst locale economie zal verdere acties ter ondersteuning van de uitwerking van de detailhandelsvisie uitwerken.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Organisatie Woel 8 en 9 maart 2024

Scouts en Gidsen wenst op vrijdag 8 en zaterdag 9 maart 2024 vanaf 20u Woel te organiseren in gc Taeymans en op het Laagdorp. Op vrijdag 8 maart 2024 wensen zij een 30+ fuif te organiseren en op zaterdag 9 maart 2024 wensen zij de jeugdfuif te organiseren. Zij wensen een extra tent (12x35m) te plaatsen buiten op het Laagdorp. Hiervoor dient een verkeersregeling opgesteld te worden. Checklist in bijlage. Zij vragen voor zowel gc. Taeymans als voor de tent een sluitingsuur aan om 04u met een uitdovend karakter vanaf 03u. Daarnaast vragen zij een geluidslimiet aan met als maximumnorm 95dB(A)Laeq,15min. Zij wensen tevens sterke dranken te serveren en wensen via de checklist aan hun meldingsplicht te voldoen. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor deze activiteit. Daarnaast vragen zij toelating voor het plaatsen van publiciteitsborden naast de Alkense gewest- en gemeentewegen. De organisatie wenst ook in aanmerking te komen voor een gemeentelijke ondersteuning in kader van het ondersteuningsreglement voor evenementen alsook voor de ondersteuning voor erkende security. Tenslotte wensen zij gebruik te maken van de evenementenkast op het Laagdorp. Hiervoor zou een forfait van € 20 voor het gebruik van de blauwe stekker en € 40, voor het gebruik van de rode stekker, aangerekend worden. Bij de opbouw van het evenement zal gecontroleerd worden welke stekker zij juist nodig hebben.

 

Feiten en context

Scouts en Gidsen wenst op vrijdag 8 en zaterdag 9 maart 2024 vanaf 20u Woel te organiseren in gc Taeymans en op het Laagdorp. Op vrijdag 8 maart 2024 wensen zij een 30+ fuif te organiseren en op zaterdag 9 maart 2024 wensen zij de jeugdfuif te organiseren. Zij wensen een extra tent (12x35m) te plaatsen buiten op het Laagdorp. Hiervoor dient een verkeersregeling opgesteld te worden. Checklist in bijlage. Zij vragen voor zowel gc. Taeymans als voor de tent een sluitingsuur aan om 04u met een uitdovend karakter vanaf 03u. Daarnaast vragen zij een geluidslimiet aan met als maximumnorm 95dB(A)Laeq,15min. Zij wensen tevens sterke dranken te serveren en wensen via de checklist aan hun meldingsplicht te voldoen. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de toelating gevraagd voor deze activiteit. Daarnaast vragen zij toelating voor het plaatsen van publiciteitsborden naast de Alkense gewest- en gemeentewegen. De organisatie wenst ook in aanmerking te komen voor een gemeentelijke ondersteuning in kader van het ondersteuningsreglement voor evenementen alsook voor de ondersteuning voor erkende security. Tenslotte wensen zij gebruik te maken van de evenementenkast op het Laagdorp. Hiervoor zou een forfait van € 20 voor het gebruik van de blauwe stekker en € 40, voor het gebruik van de rode stekker, aangerekend worden. Bij de opbouw van het evenement zal gecontroleerd worden welke stekker zij juist nodig hebben.

 

Juridische grond

Het gemeentelijk administratief sanctiereglement (GAS) van 1 januari 2023.

Het reglement ondersteuning evenementen van 30 mei 2013.

Het reglement aanpassing reglement ondersteuning evenementen - security van 19 december 2013.

De afsprakennota voor het gebruik van het Laagdorp voor het organiseren van een evenement.

Het gebruikersreglement van de gemeenschapscentra van 1 april 2023.

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college

 

Adviezen

Gunstig advies van de politie: mits inzet van een erkende bewakingsfirma.

Gunstig advies brandweer: er wordt gevraagd een veiligheidsplan op te stellen (dit hebben zij reeds gedaan)

Gunstig advies FOD Volksgezondheid (op basis van een Prima): zij adviseren een minimale medische post.

 

Argumentatie

Met het oog op een veilig en goed verloop van de organisatie van een evenement is een schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepen nodig. Op basis van het ingediende dossier kan de organisatie goedgekeurd worden op voorwaarde dat:

 

Vanaf 3u dient de fuif een uitdovend karakter te hebben. Tussen 3u en 4u mogen er geen drankbonnen meer verkocht worden en dient het geluidsvolume verlaagd te worden tot een maximum van 85 dB(A)LAeq,15min.
 

In het kader van het gemeentelijk ondersteuningsreglement voor evenementen een maximale ondersteuning van max. € 500 toekennen en voor security € 250.
 

Een vergunning verlenen voor het schenken van sterke dranken op voorwaarde dat:

        Zij het verdelen van de polsbandjes, die de leeftijdscategorieën -16, +16 en +18 onderscheiden en het toepassen van het systeem ervan correct en nauwgezet doen.

        Dat een meerderjarig persoon toezicht houdt op het schenken van sterke dranken aan de juiste leeftijdscategorie.

Bij de organisatie van een evenement in één van de gemeentelijke gemeenschapscentra dient het gebruikersreglement van de gemeenschapscentra toegepast te worden.

 

Het is aangewezen een verkeersregeling uit te werken.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:

Bedrag inclusief BTW

BTW-percentage dat wordt toegepast

MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien

€ 750

Niet van toepassing

MJP001328

Datum visumaanvraag:

Niet van

toepassing

Datum goedkeuring visumaanvraag:

Niet van

toepassing

 

Besluit

Artikel 1:Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Scouts en Gidsen voor de organisatie van de fuif Woel op vrijdag 8 en zaterdag 9 maart 2024 in gc. Taeymans en een tent op het Laagdorp. Het uiterlijke sluitingsuur voor zowel gc. Taeymans als de tent wordt vastgelegd op 04u en het maximale geluidsvolume is 95 dB(A)LAeq,15min. Tussen 3u en 4u dient de fuif een uitdovend karakter te hebben. Er mogen daarom tussen 3u en 4u geen drankbonnen meer verkocht worden en het geluidsvolume dient verlaagd te worden tot maximum 85 dB(A)LAeq,15min.

Artikel 2: Voor het plaatsen van de tent op het Laagdorp dienen de straatstenen van het Laagdorp niet beschadigd te worden (o.a. geen piketten in de grond aanbrengen, …)

In kader van het vermijden van openbare overlast en de veiligheid: éénmaal men de fuif verlaat (naar buiten gaat) houdt dit in dat men terug inkom dient te betalen.

De afsprakennota rond het organiseren van evenementen op het Laagdorp dient nageleefd te worden.

Artikel 3: De organisatie dient security te voorzien en een veiligheidsplan op te stellen dat naar de brandweer gestuurd wordt. FOD Volksgezondheid adviseert een minimale medische post.

Artikel 4: De organisatie krijgt toelating voor het gebruik van de evenementenkast op het Laagdorp. Hiervoor zou een forfait van € 20 voor het gebruik van de blauwe stekker en € 40, voor het gebruik van de rode stekker, aangerekend worden. Bij de opbouw van het evenement zal gecontroleerd worden welke stekker zij juist nodig hebben.

Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen verleent een vergunning voor het schenken van sterke dranken op voorwaarde dat:

        Zij het verdelen van de polsbandjes, die de leeftijdscategorieën -16, +16 en +18 onderscheiden en het toepassen van het systeem ervan correct en nauwgezet doen.

        Dat een meerderjarig persoon toezicht houdt op het schenken van sterke dranken aan de juiste leeftijdscategorie.

Bij de organisatie van een evenement in één van de gemeentelijke gemeenschapscentra dient het gebruikersreglement van de gemeenschapscentra toegepast te worden.

Artikel 6: De organisator is steeds de eindverantwoordelijke en dient de nodige maatregelen te nemen zodat de wettelijke bepalingen inzake geluidsoverlast, rookverbod en de verkoop van drank aan jongeren nageleefd worden.

Artikel 7: De organisator moet een veiligheidsplan opstellen en een brandweerkeuring laten uitvoeren.

Artikel 8: Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor de plaatsing van publiciteitsborden naast de Alkense gemeente- en gewestwegen op de voorgestelde plaatsen op voorwaarde dat er voor de gewestwegen ook een vergunning wordt afgeleverd door het agentschap wegen en verkeer. De publiciteitsborden naast gemeentewegen mogen max. 6 weken op voorhand geplaatst worden en dienen ten laatste een week na de activiteit opgeruimd te worden. Voor de borden naast gewestwegen geldt de vergunning van het agentschap wegen en verkeer.

Artikel 9: Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating voor het opmaken van een verkeersregeling.

Artikel 10: De organisator dient via een bewonersbrief de bewoners in de nabije omgeving van het evenement op de hoogte te brengen. Bezorg een kopie van de brief aan de Dienst Communicatie ter goedkeuring: communicatie@alken.be. Gelieve in de bewonersbrief steeds naam en gsm nummer van de verantwoordelijke te vermelden zodat men bij opmerkingen of vragen iemand kan bereiken.

Artikel 10: De organisatie komt in aanmerking voor een gemeentelijke ondersteuning in het kader van het ondersteuningsreglement voor evenementen. Het maximale ondersteuningsbedrag wordt vastgelegd op max. € 500 en € 250 voor security en kan betaald worden van MJP001328.

 

Tenslotte krijgen zij toelating voor het gebruik van de evenementenkast op het Laagdorp. Hiervoor zou een forfait van € 20 voor het gebruik van de blauwe stekker en € 40, voor het gebruik van de rode stekker, aangerekend worden. Bij de opbouw van het evenement zal gecontroleerd worden welke stekker zij juist nodig hebben.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Verkeersregeling carnavalstoet scholen Alken-Centrum op vrijdag 9 februari 2024

Op vrijdag 9 februari 2024 van 10u30 tot 11u45 gaat de scholencarnavalstoet door in het centrum van Alken. De stoet vertrekt om 10u30 ter hoogte van de Sint-Aldegondislaan - Laagdorp. De route is als volgt: Sint-Aldegondislaan - Laagdorp, Dorpsstraat, Hoogdorpsstraat, Hameestraat, Papenakkerstraat en Motstraat. De ontbinding van de stoet heeft plaats rond 11u45 ter hoogte van de scholen. Hierbij is het aangewezen die dag van 10u tot na het vertrek van de stoet om 10u30 de Dorpsstraat vanaf, net na, de Hoogdorpsstraat tot aan de Sint-Aldegondislaan en de Motstraat vanaf de Sint-Aldegonislaan tot aan de Papenakkerstraat, af te sluiten voor het verkeer. De politie zorgt voor de begeleiding van de stoet. Er geldt een parkeerverbod van 9u30 tot 12u in de Motstraat, tussen de gemeentelijke Basisschool 'De BaSiS' en de Sint-Aldegondislaan, dit aan de zijde van de scholen.

 

Feiten en context

Op vrijdag 9 februari 2024 van 10u30 tot 11u45 gaat de scholencarnavalstoet door in het centrum van Alken. De stoet vertrekt om 10u30 ter hoogte van de Sint-Aldegondislaan - Laagdorp. De route is als volgt: Sint-Aldegondislaan - Laagdorp, Dorpsstraat, Hoogdorpsstraat, Hameestraat, Papenakkerstraat en Motstraat. De ontbinding van de stoet heeft plaats rond 11u45 ter hoogte van de scholen. Hierbij is het aangewezen die dag van 10u tot na het vertrek van de stoet om 10u30 de Dorpsstraat vanaf, net na, de Hoogdorpsstraat tot aan de Sint-Aldegondislaan en de Motstraat vanaf de Sint-Aldegonislaan tot aan de Papenakkerstraat, af te sluiten voor het verkeer. De politie zorgt voor de begeleiding van de stoet. Er geldt een parkeerverbod van 9u30 tot 12u in de Motstraat, tussen de gemeentelijke Basisschool 'De BaSiS' en de Sint-Aldegondislaan, dit aan de zijde van de scholen.

 

Juridische grond

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het KB van 20 juli 1990;

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college​

 

Adviezen

Gunstig advies van de technische dienst.

Gunstig advies van De Lijn.

Gunstig advies van de politie.

 

Argumentatie

Met het oog op het veilig kunnen organiseren van de carnavalstoet dienen bijzondere maatregelen getroffen te worden en dient een verkeersregeling toegepast te worden.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Artikel 1: Op vrijdag 9 februari 2024 van 10u30 tot 11u45 heeft de scholencarnavalstoet plaats. De route is als volgt. Sint-Aldegondislaan-Laagdorp, Dorpsstraat, Hoogdorpsstraat, Hameestraat, Papenakkerstraat en Motstraat.

Artikel 2: Op vrijdag 9 februari 2024 van 10u tot na het vertrek om 10u30 wordt de Dorpsstraat vanaf, net na, de Hoogdorpsstraat en de Sint-Aldegondislaan en de Motstraat tussen de St.-Aldegondislaan en de Papenakkerstraat afgesloten. Enkel carnavalwagens en voertuigen van en voor de stoet worden toegelaten.

Artikel 3: Op vrijdag 9 februari 2024 van 9u30 tot 12u geldt een parkeerverbod in de Motstraat, tussen de gemeentelijke basisschool 'De BaSiS' en de St.-Aldegondislaan, dit aan de zijde van de scholen. Enkel carnavalwagens en voertuigen van en voor de stoet worden toegelaten.

Artikel 4: De nodige signalisatie dient wettelijk te worden aangebracht, zoals weergegeven op de schets in bijlage, en na afloop van het evenement dient deze onmiddellijk verwijderd te worden.

Artikel 5: De politie zorgt voor de begeleiding van de stoet.

Artikel 6: Het openbaar domein dient net en rein achtergelaten te worden na het evenement. Er is een verbod op het gebruik van confetti.

Artikel 7: De borden parkeerverbod dienen uiterlijk 24uren voor het ingaan van de verkeersregeling geplaatst te worden;

Artikel 8: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de organisator, het hoofd operationele diensten politiezone kanton Borgloon, het wijkteam Alken, de ambulancedienst Ambi-Care, de Lijn, de brandweercommandant en de technische dienst van de gemeente.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Tweede aangetekend schrijven door C.M. n.a.v aanmaning voor factuur huur Sint Jorisheem

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Attest van verdeling

Op 22 januari 2024 ontvingen we van notariaat Wilsens, Cleeren, Verduyn & D'Joos de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor een perceel gelegen "Stauk Beemden", kadastraal gekend als Sie H nr. 500/H.

 

Feiten en context

Op 22 januari 2024 ontvingen we van notariaat Wilsens, Cleeren, Verduyn & D'Joos de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor een perceel gelegen "Stauk Beemden", kadastraal gekend als Sie H nr. 500/H.

 

Juridische grond

Artikel 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Het verdelingsplan, opgemaakt door Hendrik Appeltans Landmeter-expert op 9 december 2023, voorziet een verdeling voor het perceel, kadastraal gekend als Sie H, nr. 500/H waarbij het perceel (totale oppervlakte 1.464) wordt opgesplitst zoals bijgevoegd plan.

Lot 1: afstand van vruchtgebruik zodat dit perceel toebehoort in volle eigendom aan mevrouw Thys Ida voor de geheelheid in volle eigendom. Nadien wordt het perceel in de huwelijksgemeenschap tussen haar en haar echtgenoot ingebracht.

Lot 2: afstand van vruchtgebruik zodat dit perceel toebehoort in volle eigendom aan mevrouw Thys Ida voor de geheelheid in volle eigendom.

Volgens het gewestplan Hasselt-Genk d.d. 03.04.1979 is het perceel is gelegen in woongebied met landelijk karakter:

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen aangaande het voorgestelde attest van verdeling ingediend door notariaat Wilsens, Cleeren, Verduyn & D'Joos voor het perceel gelegen "Stauk Beemden", kadastraal gekend als Sie H nr. 500/H.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Melding stedenbouwkundige handelingen M195

Melding met stedenbouwkundige handelingen ingediend door de heer Steven Broekx met als contactadres Terwouwenstraat 46 te 3800 Sint-Truiden voor aanpassingen van de gevelopeningen op een perceel, gelegen Dieregaertstraat 9, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 399 G.

 

De melding werd ingediend door de heer Steven Broekx met als contactadres Terwouwenstraat 46 te 3800 Sint-Truiden, via het omgevingsloket op 18/01/2024.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, neemt een beslissing over de melding binnen een termijn van:

1° twintig dagen als de melding louter betrekking heeft op de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de derde klasse;

2° dertig dagen in alle andere gevallen.

 

Deze overheid stelt de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde termijn daarvan in kennis. De termijnen, vermeld in het tweede lid, gaan in op de dag na de datum van de melding.

 

Als geen beslissing is genomen en ter kennis gebracht aan de persoon die de melding heeft verricht binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, wordt de melding geacht te zijn geakteerd.”

 

Voorwerp van de melding

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Dieregaertstraat 9, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 399 G.

 

De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: aanpassingen van de gevelopeningen.

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.

 

Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979  - woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en

kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Centrum 1 / wijziging vel 1 (Stasveld), goedgekeurd op 16 maart 1983.

Het eigendom is ook gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan "Centrum V Zuid", definitief vastgesteld op 24 juni 2021.

 

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening - Datum 16 juli 2010

 

Artikel 3.

Voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :

1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;

2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;

3° het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 31/01/2024 HET VOLGENDE:

 

Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Steven Broekx met als contactadres Terwouwenstraat 46 te 3800 Sint-Truiden voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

 

U bent een rolrecht verschuldigd van:

-          200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

-          100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. 

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

-          het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

-          het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

-          het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

-          Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Omgevingsvergunning 843

Aanvraag omgevingsvergunning over: het vellen van hoogstammige bomen en heraanplant ingediend door Stefan Loix wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Laagsimsestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 153 E. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

De heer Loix Stefan wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken

Ligging van het perceel:

gelegen te Alken aan de Laagsimsestraat z/n

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie G nr. 153/E

Projectnaam:

Het vellen van hoogstammige bomen en heraanplant

Dossiernummer:

2023150

Intern dossiernummer:

843

ID omgevingsplatform:

OMV_2023145776

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

Datum aanvraag:

1/11/2023

 

1.b. Omschrijving aanvraag

Het betreft het verwijderen van 16 dode hoogstammige fruitbomen in een hoogstam boomgaard en de heraanplant met 16 hoogstammige fruitbomen en een stukje meidoornhaag.

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

De aanvraag ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - woongebied met landelijk karakter (eerste 50 m vanaf de rooilijn) en agrarisch gebied (achterliggend gedeelte).

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Overwegende dat het perceel gelegen is binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling nr. V656 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 3 juni 2020.

 

De voorschriften van de verkaveling primeren op die van het gewestplan.

 

Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Niet van toepassing.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

1 november 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

5 januari 2024

Opening openbaar onderzoek

Geen

Afsluiten openbaar onderzoek

Geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

Geen

Dossierbehandelaar

Charlotte Beerten

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum verslag GOA

18 januari 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie G nr. 153/E

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 17 februari 2021 voor het vellen van hoogstam bomen: voorwaardelijk vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 4 januari 2023 voor het vellen van bomen: voorwaardelijk vergund.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen naast de Laagsimsestraat in Alken, een lokale weg in agrarisch gebied met lintbebouwing. De straat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in open bebouwing en halfopen bebouwing, hoeves en landbouwactiviteiten in een landelijke omgeving.

 

Er is geen woning aanwezig op het perceel en de bomen staan in agrarisch gebied. 16 dode hoogstammige bomen zijn op het perceel aanwezig. Een heraanplant met 16 hoogstam fruitbomen en een meidoornhaag worden aangegeven als compensatie.

 

Verantwoording van de aanvraag

Ik wil de bomen kappen, omdat ze dood zijn. Bij elke wind of storm vallen er bomen om of vallen er grote takken uit de bomen, hetgeen een gevaar is voor mens en dier. Ik wil op dezelfde plek de boomgaard herstellen.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is gelegen in een Herbevestigd Agrarisch en Groen Gebied (HAG).

 

De aanvraag is niet gelegen in of in de nabije omgeving van een Habitatrichtlijngebied of Vogelrichtlijngebied.

 

De aanvraag is niet gelegen in een Ramsar-gebied.

 

De aanvraag is niet gelegen in een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied).

 

Het perceel is ingedeeld volgens de biologische waarderingskaart (versie 2) als biologisch waardevol met een soortenrijk permanent cultuurgrasland en een hoogstamboomgaard.

 

Hier geldt de zorgplicht die voortvloeit uit het stand-still principe dat is verankerd in het Natuurdecreet. Bij elke aanvraag moet bekeken worden welke gevolgen de aanvraag heeft op de natuur. Dit is de natuurtoets.

 

De aanvrager omschrijft de werkzaamheden als volgt:

Het betreft een hoogstam boomgaard, gelegen te Alken aan de Laagsimsestraat, tussen huisnummer 39 (waar ik woon) en huisnummer 29.

Ik wil de bomen kappen, omdat ze dood zijn. Bij elke wind of storm vallen er bomen om of vallen er grote takken uit de bomen, hetgeen een gevaar is voor mens en dier. Ik wil op dezelfde plek de boomgaard herstellen.

Ik wil 16 dode bomen kappen.

 

De aanvrager neemt volgende maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen: De compensatie wens ik op hetzelfde perceel te doen.

De compensatie bestaat uit 16 hoogstam fruitbomen. Ik wens er terug een hoogstam fruitboomgaard van te maken (appelbomen en perenbomen; mogelijk ook enkele kersenbomen; juiste invulling nog te bepalen in functie van beschikbaarheid van plantgoed), met daarbij ook een stukje klassieke meidoornhaag. Ik voorzie ook paaltjes en draad (bescherming tegen koeien), om de heraanplant maximaal kans op slagen te geven.

 

2.c. Adviezen

Niet van toepassing.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

Niet van toepassing

 

2.e. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld. Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

2.g. Beoordeling

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1. het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2. het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1., in rekening brengen;

 

De aanvraag handelt over het verwijderen van 16 hoogstammige fruitbomen en de heraanplant met 16 hoogstammige fruitbomen en Meidoornhaag. Dergelijke compensatie is geschikt mits het volgen van bepaalde voorwaarden (zie verder).

 

Functionele inpasbaarheid:

De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.

 

Mobiliteitsaspect:

Het aan- en afrijden voor het uitvoeren van de werken langs de Laagsimsestraat is aanvaardbaar, zolang de Laagsimsestraat na de werken proper gehouden wordt.

 

Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en visueel vormelijke elementen:

Een heraanplant met inheemse hoogstammige fruitbomen is passend in deze omgeving.

 

Bodemreliëf:

Het bestaande maaiveld moet maximaal behouden blijven.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen:

Er wordt een beperkte hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.

 

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving

 

Conclusie:

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Voorwaarden:

 

        Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = 15 maart tot 15 juli);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 16 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte hoogstamfruitbomen, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het kappen van de bomen, op hetzelfde perceel en met minimale plantmaat 12/14;

        De heraanplant van de bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen. Het eventueel verkrijgen van subsidies en de timing daarvan kan niet verbonden worden aan de uitvoering van een omgevingsvergunning.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in en eventueel het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat;

        Bij uitval wordt in het eerstvolgende plantseizoen de boom of bomen terug geplant. In ieder geval dient per te kappen boom minimum één nieuwe hoogstammige fruitboom tot volle wasdom gebracht te worden;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur.

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de Laagsimsestraat proper wordt gehouden.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

        Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;

        Alle andere hoogstamfruitbomen op het perceel dienen gespaard te worden;

        Behalve de aanplant van hoogstammige fruitbomen, mogen er geen laagstammige fruitbomen aangeplant worden onder of nabij de hoogstamfruitbomen op dit perceel.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 31/01/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Stefan Loix wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken, het vellen van hoogstammige bomen en heraanplant, gelegen Laagsimsestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 153 E voorwaardelijk te vergunnen.

 

Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = 15 maart tot 15 juli);

        Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;

        Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 16 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte hoogstamfruitbomen, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het kappen van de bomen, op hetzelfde perceel en met minimale plantmaat 12/14;

        De heraanplant van de bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen. Het eventueel verkrijgen van subsidies en de timing daarvan kan niet verbonden worden aan de uitvoering van een omgevingsvergunning.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in en eventueel het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat;

        Bij uitval wordt in het eerstvolgende plantseizoen de boom of bomen terug geplant. In ieder geval dient per te kappen boom minimum één nieuwe hoogstammige fruitboom tot volle wasdom gebracht te worden;

        Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.

        De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur.

        Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de Laagsimsestraat proper wordt gehouden.

        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

        Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;

        Alle andere hoogstamfruitbomen op het perceel dienen gespaard te worden;

        Behalve de aanplant van hoogstammige fruitbomen, mogen er geen laagstammige fruitbomen aangeplant worden onder of nabij de hoogstamfruitbomen op dit perceel.

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Omgevingsvergunning 844

Aanvraag omgevingsvergunning over: het bouwen van een ééngezinswoning ingediend door Nicky  en Jonas  Verbruggen - Verbrugghe wonende te O. L. Vrouwstraat 104/3 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen O. L. Vrouwstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 203 V5 en (afd. 1) sectie A 203 Y5. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Nicky  en Jonas  Verbruggen - Verbrugghe wonende te O. L. Vrouwstraat 104/3 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Onze-Lieve-Vrouwstraat

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie A nrs. 203V5 en 203Y5

 

Projectnaam:

Onze-Lieve-Vrouwstraat zn - Verbrugghe-Verbruggen

 

Dossiernummer:

2023151

 

Intern dossiernummer:

844

 

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2023138053

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het bouwen van een ééngezinswoning.

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

De aanvraag betreft het bouwen van een open eengezinswoning.

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

 

Overwegende dat het goed ligt in origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving..

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd BPA maar wel binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan, zijnde RUP Terkoest, dd. 23.05.2013 en binnen een goedgekeurde niet vervallen verkaveling (671), goedgekeurd op 29 september 2021.

Overwegende dat de voorschriften van het RUP en de verkaveling primeren op die van het gewestplan.

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1 van de gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid van 30/11/2018 werd voor deze aanvraag tot een omgevingsvergunning onderzocht of er een schadelijk effect door de werken en/of exploitatie wordt veroorzaakt.

Watertoets :

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

 

Overwegende dat het voorliggende project het bouwen van een open eengezinswoning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt. De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 131,11m². Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10000 liter die overloopt naar een infiltratie voorziening van 101,11m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten een wasmachine en een buitenkraan.

 

Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

2 november 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

7 december 2023

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

 

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie A 203 V5

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

Perceelnummer : (afd. 1) sectie A 203 Y5

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een eengezinswoning in open bebouwingvorm. De aanvraag is gelegen langs een gewestweg, zijnde de Onze - Lieve – Vrouwstraat, dewelke voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwtypes met voornamelijk open en halfopen eengezinswoningen. De omliggende bebouwingen verschillen zowel in jaar van opbouw, bestemming, als in bouwstijl.

De woning betreft een ééngezinswoning in open bebouwingsvorm met twee bouwlagen onder plat dak.

- Bouwdiepte gelijkvloers; 14.75 m

- Bouwdiepte verdieping+1: 8.15 m of 12.00 m vanaf voorbouwlijn.

- Vrijstaande gevels op minimaal 3.00 m

- Breedte gevel 9.75 m

- Kroonlijst 6.20 m - ten opzichte van nulpeil. Nulpeil werd vastgelegd op 30 cm boven de wegas.

- Nulpeil ligt 30 cm boven de voorliggende weg.

- Voorbouwlijn op 14.00 m van as van de weg.

- Terrassen waterdoorlatend voorzien.

Het bestaande maaiveld blijft ongewijzigd, aansluitend op de omgeving. De inrit en toegang (stapstenen in het groen) naar het gebouw

worden plaatselijk opgehoogd. Rond de woning wordt 1.00 m genormaliseerd om te beletten dat terreinwater binnenloopt. Alle noodzakelijke

maatregelen worden getroffen om het hemelwater op en via het eigen perceel op te vangen en infiltreren. Op de aansluitingen met de naburige percelen wordt het terreinprofiel volledig bewaard.

De verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen en maken geen deel uit van de verordening.

Het geheel wordt opgetrokken uit een wit genuanceerde gevelsteen en buitenschrijnwerk in donkerkleurig aluminium.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende RUP Terkoest en de verkaveling 671 d.d. 29.09.2021.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

AWV - District Zuid-Limburg

11 januari 2024

29/01/2024

Voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd op 11.01.2024 digitaal voorgelegd aan AWV - District Zuid-Limburg. Er werd op 29/01/2024 een voorwaardelijk advies ontvangen van de dienst met referte AV/719/2024/00033 .

De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

Gezien de aanvraag in regel is met de voorschriften van het geldende RUP RUP Terkoest en de verkaveling 671 d.d. 29.09.2021 wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §2 3° van de codex verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening en is ze stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies :

 

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden:

 

        Het voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 24.07.2024 met ref. AV/719/2024/00033 d.d. 29.01.2024 dient strikt nageleefd te worden. De verhardingen dienen aangepast aan dit advies.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 31/01/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Nicky  en Jonas  Verbruggen - Verbrugghe wonende te O. L. Vrouwstraat 104/3 te 3570 Alken, het bouwen van een ééngezinswoning, gelegen O. L. Vrouwstraat zn., kadastraal bekend: (afd. 1) sectie A 203 V5 en (afd. 1) sectie A 203 Y5 voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Het voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 24.07.2024 met ref. AV/719/2024/00033 d.d. 29.01.2024 dient strikt nageleefd te worden. De verhardingen dienen aangepast aan dit advies.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Omgevingsvergunning 845

Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van een handelspand naar 2 appartementen ingediend door Joeri Dautzenberg namens Precisiewerk BV gevestigd te Steenweg 229 te 3590 Diepenbeek. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Hoogdorpsstraat 52, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 391 N. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Joeri Dautzenberg namens Precisiewerk BV gevestigd te Steenweg 229 te 3590 Diepenbeek

 

Ligging van het perceel:

Hoogdorpsstraat 52

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie F nr. 391N

 

Projectnaam:

Hoogdorpstraat 52 - Precisiewerk

 

Dossiernummer:

2023152

 

Intern dossiernummer:

845

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2023147501

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

het verbouwen van een handelspand naar 2 appartementen

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

        Verbouwing van een gesloten bebouwing met handelsruimte en woning naar 2 appartementen

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

 (KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd RUP CENTRUM V Zuid definitief vastgesteld bij besluit van de Gemeenteraad op 24.06.2021 – zone voor wonen.

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet vervallen verkaveling.

 

De voorschriften van het RUP Centrum V Zuid zijn van toepassing op dit perceel.

 

 

Verordeningen:

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

 

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een ééngezinswoning met handelsruimte naar 2 appartementen betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.

 

De totale oppervlakte van de af te wateren dakoppervlak bedraagt 106,56m².  Het dakoppervlak watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter die overloopt naar een infiltratie/buffer voorziening van 2 340 liter en een infiltratieoppervlakte van 5,60m², met een noodoverloop naar de openbare riolering.  Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten, het wasmachine en een buitenkraan.

 

Er wordt een afwijking op de GVHW gevraagd in dit dossier.  Het Perceel is 257m2 en door de inplanting van het gebouw, de carport en toegangen blijft in het project nog slechts een tuin van 29,98m2 over. Tevens ligt in deze tuin ook nog de toegang naar zijn eigen tuinberging en fietsberging.  Hierdoor is het niet mogelijk om een voldoende grote bovengrondse infiltratie te realiseren.  Er wordt een WADI voorzien van 2340 liter met een infiltratieoppervlakte van 5,6m².  Zo blijft er toch nog een tuinzone gevrijwaard die functioneel en bruikbaar blijft.  Om de oppervlakte van infiltratie tot een minimum te brengen werd er geopteerd om de carport met een groen dak te realiseren en de niet gebruikte delen van de platte daken ook eveneens met een groendak te voorzien.  Hierdoor wordt er toch maximaal ingezet op infiltratie alsook op hergebruik van hemelwater.  De voorgestelde afwijking kan derhalve ter plaatse aanvaard worden.

 

Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.  De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

 

Milieu:

///

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

6 november 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

20 december 2023

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Anne Hermans

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

25 januari 2023

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie F 391 N

De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft de verbouwing en bestemmingswijziging van een bestaande gesloten ééngezinswoning met handelsruimte naar 2 appartementen.

 

Het perceel is gelegen aan een gemeentelijke weg, nl. de Hoogdorpsstraat, een geasfalteerde gemeenteweg die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand.  De straat is gesitueerd midden in het centrum van Alken en wordt gekenmerkt door verschillende bebouwingen voornamelijk bestaande uit handelsruimten, kantoorruimten eventueel in combinatie met appartementen en uitsluitend appartementsgebouwen en dit voornamelijk in gesloten bebouwing.  Het perceel links betreft een handelsruimte op het gelijkvloers niveau met bovenliggende wooneenheden en aan de rechterzijde zijn er 4 appartementen gesitueerd.

 

Het betreft een grondige verbouwing en bestemmingswijziging van de bestaande handelsruimte met woonst naar 2 appartementen.  De toegang naar de appartementen wordt voorzien door middel van een portaal aan de rechterzijde van de bebouwing dewelke toegang biedt naar 2 appartementen.  Zo zal er op het gelijkvloers niveau èèn wooneenheid voorzien worden en op de verdieping in de vorm van een duplex een 2e wooneenheid.  Het gelijkvloers appartement heeft een oppervlakte van 100m² en beschikt over 2 slaapkamers.  Deze wooneenheid heeft ook de tuinruimte ter beschikking waar er een terras voorzien is en de toegang naar de achterliggende carport met bergruimte.  Op de verdieping en onder het dak is er een tweede wooneenheid ingericht met een oppervlakte van 96m² met eveneens 2 slaapkamers onder het dakvlak.  Op het niveau van de eerste verdieping is er een terrasruimte voorzien aansluitend aan de leefruimte van ongeveer 16m².  Aansluitend aan dit terras is er een buitentrap voorzien die toegang geeft naar de tuinzone als verbinding van dit appartement met de achterliggende carport en bergruimte.  Ook aan de voorzijde van dit appartement is er een beperkt terras voorzien in aansluiting met de leefruimte door middel van een dakuitbouw die doorgetrokken is tot in het dakvlak en hierdoor ook meer ruimte biedt in de slaapvertrekken onder het dak.

 

Aan de achterzijde grenst het perceel aan de insteekweg tussen de Hoogdorpsstraat en de Ridderstraat waardoor het perceel tevens bereikbaar is langs de achterzijde en er hier een bijgebouw kan voorzien worden in de vorm van een carport met berging.  Er wordt binnen dit bijgebouw een standplaats voorzien voor 2 wagens met ook 2 bergruimten voor de afvalbakken alsook voor het stallen van fietsen.

 

Er worden PV-panelen geplaatst op het hellende dak aan de voorgevel, tevens de zuid-kant van het perceel.  Alle platte daken, inclusief het platte dak van de carport, kunnen hierdoor ingericht worden als groendaken.

 

De gevels worden afgewerkt in een groen-grijze miniature baksteen met lichte grijze voeg en geplaatst in wildverband.  Het dak wordt afgewerkt in een zwarte vlakke pan.  Accenten in de gevel, zoals de dakkapel en bakgoten worden uitgevoerd in trespa, licht kaki van kleur. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in Aluminium - kleur licht kaki.  De trap in de achtergevel wordt uitgevoerd in zichtbeton.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aangevraagde verbouwing naar 2 appartementen, is principieel verenigbaar met de stedenbouwkundige voorschriften van het woongebied en het RUP “Centrum 5 Zuid”.

 

Verenigbaarheid parkeerverordening

Er zijn twee parkeerplaatsen beschikbaar voor de bewoners, die toegankelijk zijn via de aangrenzende insteekweg Doktoorstraat.  Deze straat grenst aan de achterzijde van het perceel waar een carport wordt gebouwd.  Daarnaast is er een afgesloten fietsenstalling aanwezig.  Beide appartementen zijn bereikbaar via de tuinzone.  De parkeernorm van 1,5 per wooneenheid wordt echter niet gehaald.  De aanvrager wenst dan ook een afwijking aan te vragen met een compensatie voor 1 parkeerplaats volgens het retributiereglement omtrent ontbrekende parkeerplaatsen.  Dit kan hier in het centrum van Alken en gezien de beperkte oppervlakte van het perceel aanvaard worden.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

Fluvius

20 december 2023

12 januari 2024

voorwaardelijk gunstig

De Watergroep

20 december 2023

22 december 2023

voorwaardelijk gunstig

preventie@zuidwestlimburg.be

20 december 2023

10 januari 2024

voorwaardelijk gunstig

 

2.d. Bespreking van de adviezen

       De aanvraag werd op 20.12.2023 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius- Kenniscentrum riolering.  Op 12.01.2024 verleende Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies met ref. 5000055449.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

       De aanvraag werd op 20.12.2023 digitaal voor advies voorgelegd aan de watergroep.  Op 22.12.2023 werd een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen via een melding op het omgevingsloket.  Dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

       De aanvraag werd op 20.12.2023 digitaal voor advies voorgelegd aan de Brandweerzone Zuidwest- Limburg.  Op 10.01.2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen met ref. 2023-0465-001.  De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven en bijgetreden.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

In het kader van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning werd er een aangetekende zending gezonden naar de aanpalende eigenaars van de halfopen bebouwing aan de linkerzijde van dit perceel.

 

Art. 83. OVB bepaalt namelijk dat: ‘als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, vraagt het bevoegde bestuur met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen. Deze eigenaars moeten hun standpunt bezorgen binnen een vervaltermijn van dertig dagen die ingaat de dag na ontvangst van de vraag van het bevoegde bestuur.’

 

Er werd een aangetekende zending verzonden aan de aanpalende eigenaars op 21.12.2023.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden gezien deze vallen onder de vereenvoudigde procedure.

Er werd naar aanleiding van de kennisgeving conform artikel 83 OVB één bezwaarschrift/standpunt van de eigenaars van het aanpalende perceel ingediend.

Dit standpunt omvatte 2 aspecten, zijnde

        de locatie van de warmtepompen: kunnen deze verplaatst worden naar een andere zijde vermits geluidsoverlast?

        is een verzekering verplicht, is het mogelijk om een attest hiervan te bekomen?

 

Echter de ingediende standpunten dienen niet meegenomen te worden binnen de aanvraag voor omgevingsvergunning gezien enerzijds de warmtepompen worden uitgesloten binnen deze omgevingsvergunningsaanvraag daar de melding niet gelijktijdig werd aangevraagd bij de omgevingsvergunning en anderzijds gezien het aspect van de verzekering geen aspect aangaande de ruimtelijke ordening betreft maar eerder een burgerlijke kwestie omvat dewelke tussen de aanpalende eigenaars onderling dient geregeld te worden.

 

De ingediende standpunten worden bijgevolg niet weerhouden.

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

Gezien de aanvraag in regel is met de voorschriften van het RUP Alken Centrum V Zuid d.d. 24.06.2021 – zone voor wonen, wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §2 3° van de codex verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening en is ze stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

///

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Gunstig onder de volgende voorwaarden:

        Bij de verbouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen te worden om de aanpalende gebouwen links en rechts geen schade te berokkenen.  Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

        Bij de verbouwingswerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid en de stabiliteit van de aanpalende woningen en het voorliggende openbaar domein optimaal te verzekeren.

       Het advies van de Brandweerzone Zuidwest- Limburg d.d. 10.01.2024 met ref. 2023-0465-001 dient strikt nageleefd te worden.

       Het advies van Fluvius- Kenniscentrum riolering d.d. 12.01.2024 met ref. 5000055449 dient strikt nageleefd te worden.

       Het advies van de watergroep van 22.12.2023 dient strikt nageleefd te worden.

       Indien er een warmtepomp met een geïnstalleerde totale drijfkracht van minstens 5 kW (kilowatt) zou worden geplaatst, moet de bewoner (exploitant) een meldingsplichtige aanvraag (klasse 3-aanvraag) indienen bij het gemeentebestuur via het omgevingsloket.  Deze aanvraag moet gebeuren minstens 2 maanden vooraleer de bewoner de warmtepompinstallatie mag gebruiken.  In de huidige aanvraag wordt het plaatsen van een warmtepomp dan ook niet opgenomen.

       Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

       De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

       De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

       Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd conform het retributiereglement aangaande de ontbrekende parkeerplaatsen:

        De vergunning is pas verworven nadat de aanvrager voldaan heeft aan de bepalingen van het besluit van de gemeenteraad van 24/09/2015 betreffende een belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen.  De aanvrager dient een retributie te betalen voor 1 ontbrekende parkeerplaats.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 31/01/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Joeri Dautzenberg namens Precisiewerk BV gevestigd te Steenweg 229 te 3590 Diepenbeek, het verbouwen van een handelspand naar 2 appartementen, gelegen Hoogdorpsstraat 52, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 391 N voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Bij de verbouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen te worden om de aanpalende gebouwen links en rechts geen schade te berokkenen.  Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

        Bij de verbouwingswerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid en de stabiliteit van de aanpalende woningen en het voorliggende openbaar domein optimaal te verzekeren.

        Het advies van de Brandweerzone Zuidwest- Limburg d.d. 10.01.2024 met ref. 2023-0465-001 dient strikt nageleefd te worden.

        Het advies van Fluvius- Kenniscentrum riolering d.d. 12.01.2024 met ref. 5000055449 dient strikt nageleefd te worden.

        Het advies van de watergroep van 22.12.2023 dient strikt nageleefd te worden.

        Indien er een warmtepomp met een geïnstalleerde totale drijfkracht van minstens 5 kW (kilowatt) zou worden geplaatst, moet de bewoner (exploitant) een meldingsplichtige aanvraag (klasse 3-aanvraag) indienen bij het gemeentebestuur via het omgevingsloket.  Deze aanvraag moet gebeuren minstens 2 maanden vooraleer de bewoner de warmtepompinstallatie mag gebruiken. In de huidige aanvraag wordt het plaatsen van een warmtepomp dan ook niet opgenomen.

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op!  Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd conform het retributiereglement aangaande de ontbrekende parkeerplaatsen:

        De vergunning is pas verworven nadat de aanvrager voldaan heeft aan de bepalingen van het besluit van de gemeenteraad van 24/09/2015 betreffende een belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen.  De aanvrager dient een retributie te betalen voor 1 ontbrekende parkeerplaats.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Omgevingsvergunning 846

Aanvraag omgevingsvergunning over: het vellen van één hoogstammige boom ingediend door de heer Johan Poelmans wonende te Broekstraat 111 te 3512 Hasselt. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Lindestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 775 A. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

De heer Poelmans Johan wonende te Broekstraat 111, te 3512 Hasselt

Ligging van het perceel:

Lindestraat 74

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie B nr. 775/A en 775/C

Projectnaam:

Lindestraat – Poelmans Jo

Dossiernummer:

2023153

Intern dossiernummer:

846

ID omgevingsplatform:

OMV_2023147768

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

Datum aanvraag

6/11/2023

 

1.b. Omschrijving aanvraag

Het betreft het verwijderen van één hoogstammige boom en de heraanplant van een andere boom op hetzelfde perceel.

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

De aanvraag ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - woongebied met landelijk karakter (eerste 50 m vanaf de rooilijn) en agrarisch gebied (achterliggend gedeelte).

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Overwegende dat het perceel gelegen is binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling nr. V656 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 3 juni 2020.

 

De voorschriften van de verkaveling primeren op die van het gewestplan.

 

Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Niet van toepassing.

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

6 november 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

18 december 2023

Opening openbaar onderzoek

Geen

Afsluiten openbaar onderzoek

Geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

Geen

Dossierbehandelaar

Charlotte Beerten

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum verslag GOA

18 januari 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B nr. 775/A en 775/C

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 21 juni 2023 voor het bouwen van een open ééngezinswoning: voorwaardelijk vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 31 mei 2023 voor het bouwen van een open ééngezinswoning met tuinberging: voorwaardelijk vergund.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 14 augustus 2019 voor het verkavelen van 2 loten open bebouwing: voorwaardelijk vergund.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Het betreft het vellen van één hoogstammige boom, op een perceel gelegen naast de Lindestraat in Alken, een lokale weg in agrarisch gebied met lintbebouwing. De straat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in open bebouwing en halfopen bebouwing, hoeves en landbouwactiviteiten in een landelijke omgeving.

 

Er is nog geen woning aanwezig op het perceel, maar er werd recent wel een vergunning voor het bouwen van een ééngezinswoning verleend.

 

Verantwoording van de aanvraag:

        Volgroeide kersenboom

        Staat op slechts 2m van de te bouwen woning

        Kans op ziekte is groot - Gevaar voor ons en onze kinderen

        Neemt alle licht weg van onze zonnepanelen

        Takken gaan tot over de grond van onze buren

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

De aanvraag is gelegen in een Herbevestigd Agrarisch en Groen Gebied (HAG) deelruimte vochtig Haspengouw.

 

De aanvraag is niet gelegen in of in de nabije omgeving van een Habitatrichtlijngebied of Vogelrichtlijngebied.

 

De aanvraag is niet gelegen in een Ramsar-gebied.

 

De aanvraag is niet gelegen in een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied).

 

Het perceel is ingedeeld volgens de biologische waarderingskaart (versie 2) als biologisch waardevol met een soortenrijk permanent cultuurgrasland en een hoogstamboomgaard.

 

Hier geldt de zorgplicht die voortvloeit uit het stand-still principe dat is verankerd in het Natuurdecreet. Bij elke aanvraag moet bekeken worden welke gevolgen de aanvraag heeft op de natuur. Dit is de natuurtoets.

 

De aanvrager omschrijft de werkzaamheden als volgt:

We zouden 1 boom willen vellen. 

De aanvrager neemt volgende maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen: Wij willen de boom vervangen door een soortgelijke boom (notelaar, kerselaar,...) maar dan verder naar achteren.

 

2.c. Adviezen

Niet van toepassing.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

Niet van toepassing

 

2.e. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld. Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

2.g. Beoordeling

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

 

De aanvraag handelt over het verwijderen van een hoogstammige boom en de heraanplant van een soortgelijke boom (notelaar, kerselaar, …) verder naar achter. De boom is in gezonde toestand en vertoont geen kenmerken van ziekten. De boom was reeds aanwezig op het moment van de aanvraag van de vergunning voor het bouwen van een woning en bleef volgens die aanvraag behouden.

 

Dode takken dienen echter op tijd verwijderd te worden om de veiligheid te blijven vrijwaren. Voorlopig is de boom nog te waardevol en ze vormt op basis van de gekende situatie geen direct gevaar of probleem voor de eengezinswoning. De boom staat ten oosten van de woning, dus zal ’s ochtends een impact hebben op schaduw en de zonnepanelen. Hier was de aanvrager van op de hoogte tijdens de oorspronkelijk vergunning voor het bouwen van de woning.

 

Op basis van de huidige configuratie van de boom wordt geen overmatige burenoverlast verwacht.

 

Functionele inpasbaarheid:

De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.

 

Mobiliteitsaspect:

Het aan- en afrijden voor het uitvoeren van de werken langs de Lindestraat is aanvaardbaar, zolang de Lindestraat na de werken proper gehouden wordt.

 

Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en visueel vormelijke elementen:

Een heraanplant met inheemse hoogstammige fruitbomen is passend, maar niet verantwoordbaar.

 

Bodemreliëf:

Het bestaande maaiveld blijft maximaal behouden.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen:

Omwille van voorgaande argumenten mag gesteld dat het niet aanvaardbaar is om in het kader van de veiligheid, gezondheid, hinder of gebruiksgenot deze boom te verwijderen.

 

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving

 

Conclusie:

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op onvoldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is NIET verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening en dit omwille van volgende redenen:

 

        Het is een waardevolle hoogstammige boom in een gezonde toestand, zonder tekenen van ziekten.

        De boom was reeds aanwezig in de oorspronkelijke vergunning voor de aanleg van de woning en werd toen door dezelfde aanvrager aangegeven dat deze behouden bleef.

        De boom staat ten oosten van de woning, dus zal ’s ochtends een impact hebben op schaduw en de zonnepanelen. Hier was de aanvrager van op de hoogte tijdens de oorspronkelijk vergunning voor het bouwen van de woning.

        Eventuele dode takken dienen op tijd verwijderd te worden om de veiligheid te blijven vrijwaren.

        Op basis van de huidige configuratie van de boom wordt geen overmatige burenoverlast verwacht.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 31/01/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door de heer Johan Poelmans wonende te Broekstraat 111 te 3512 Hasselt, het vellen van één hoogstammige boom, gelegen Lindestraat zn., kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 775 A te weigeren.

 

Deze weigering stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Omgevingsvergunning 856

Aanvraag omgevingsvergunning over: de verbouwing van de bestaande woning met plaatsing overdekt terras ingediend door Ruben en Sarah Voets - Deblieck wonende te Aardbruggenstraat 37 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Aardbruggenstraat 37 en 37a, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 1070 A. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Ruben en Sarah Voets - Deblieck wonende te Aardbruggenstraat 37 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Aardbruggenstraat 37 en 37a

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie F nr. 1070A

 

Projectnaam:

Aardbruggenstraat 37 - Voets-Deblieck

 

Dossiernummer:

2023166

 

Intern dossiernummer:

856

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2023139459

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

verbouwing van de bestaande woning met plaatsing overdekt terras

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

De aanvraag betreft de verbouwing van de bestaande woning met plaatsing overdekt terras

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

 

 Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied met landelijk karakter (eerste 50m vanaf de rooilijn met de Aardbruggenstraat) en woonuitbreidingsgebied (achterliggend gedeelte).

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-

culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis aangegaan door de promotor.

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

Overwegende dat het goed ligt in het RUP Centrum 5 Noord definitief vastgesteld op 31 augustus 2017 door de gemeenteraad van Alken.

Overwegende dat de voorschriften van het RUP Centrum 5 Noord primeren op die van het gewestplan.

Verordeningen :

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

Watertoets :

Overwegende dat aanvraag het intern verbouwen van de woning en het bouwen van een overdekt terras betreft. De afvoeren van het overdekte terras wateren rechtstreeks af in de onverharde zone ernaast.

De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

Milieu:

///

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

24 november 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

14 december 2023

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Carla Van Acker

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

25 januari 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie F 1070 A

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

 

Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg, zijnde de Aardbruggenstraat, gelet op de plaatselijke toestand. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een variatie aan bebouwingen en dit in verschillende typologieën en bouwstijlen. Het perceel is bebouwd met een 2 half open eengezinswoningen. Het perceel is d.m.v. een basisakte opgedeeld in verschillende delen. Lot 1 kan daardoor als een apart perceel beschouwd worden.

De aanvraag betreft de verbouwing van de woning op lot 1. Het gelijkvloerse niveau wordt intern verbouwd. In de achtergevel worden 2 nieuwe raamopeningen gemaakt, en er wordt een glazen overdekt terras toegevoegd.

Ter plaatse van het nieuwe terras wordt het maaiveld een 20-tal cm verlaagd, om de aansluiting met het binnenniveau mogelijk te maken.

Op de verdiepingen worden geen wijzigingen gemaakt.

De bouwdiepte op het gelijkvloers zal met het overdekte terras 14m35 bedragen.

De werken aan de afvalwaterafvoeren van de bestaande woning (nieuwe positie keuken) zijn niet ingrijpend of structureel, en vallen daarom niet onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater. De afvoeren van het overdekte terras wateren rechtstreeks af in de onverharde zone ernaast.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende RUP Centrum 5 Noord dd. 31 augustus 2017.

 

2.c. Adviezen

Externe Adviezen

Adviesinstantie

 

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Conclusie

info@wateringdeherk.be

14 december 2023

8 januari 2024

geen advies

provincie Limburg - afdeling Waterbeheer

14 december 2023

8 januari 2024

geen advies

 

 

2.d. Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd op 14.12.2024 digitaal voor advies voorgelegd provincie Limburg - afdeling Waterbeheer en Watering de Herk. Er werd op 08.12.01.2024  bericht ontvangen dat er geen advies wordt verleend. De aanbevelingen uit dit schrijven worden weerhouden.

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

In het kader van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning werd er een aangetekende zending gezonden naar de aanpalende eigenaars van de halfopen bebouwing aan de rechterzijde van dit perceel.

Art. 83. OVB bepaalt namelijk dat: ‘als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, vraagt het bevoegde bestuur met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen. Deze eigenaars moeten hun standpunt bezorgen binnen een vervaltermijn van dertig dagen die ingaat de dag na ontvangst van de vraag van het bevoegde bestuur.’

Er werd een aangetekende zending verzonden aan de aanpalende eigenaars op 14.12.2024.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

Er werd naar aanleiding van de kennisgeving conform artikel 83 OVB geen bezwaarschrift/melding van de eigenaars van een aanpalend perceel ingediend.

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

Gezien de aanvraag in regel is met de voorschriften van het geldende RUP Centrum 5 Noord dd. 31 augustus 2017 wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §2 3° van de codex verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening en is ze stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies :

 

Gunstig advies, onder volgende voorwaarden:

 

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 31/01/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Ruben en Sarah Voets - Deblieck wonende te Aardbruggenstraat 37 te 3570 Alken, de verbouwing van de bestaande woning met plaatsing overdekt terras, gelegen Aardbruggenstraat 37 en 37a, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie F 1070 A voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.

        De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

        De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Omgevingsvergunning 861

Aanvraag omgevingsvergunning over: de verbouwing van een ééngezinswoning en plaatsen tijdelijke woonunit ingediend door Elien en Gust Secretin - Houbrechts wonende te Kruisstraat 18 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Kruisstraat 18, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie H 300 B. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.

 

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN

 

1.a. Aanvraag

Aanvragers:

Elien en Gust Secretin - Houbrechts wonende te Kruisstraat 18 te 3570 Alken

 

Ligging van het perceel:

Kruisstraat 18

 

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie H nr. 300B

 

Projectnaam:

Kruisstraat 18 - Houbrechts-Secretin

 

Dossiernummer:

2023172

 

Intern dossiernummer:

861

 

ID omgevingsplatform:

OMV_2023156976

 

Type dossier:

Aanvraag omgevingsproject

 

1.b. Omschrijving aanvraag

de verbouwing van een ééngezinswoning en plaatsen tijdelijke woonunit

 

Rubrieken

Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Klasse

16.3.2°a)

Warmtepomp en koelingsinstallatie met een totaal vermogen van 9kW

3

 

Werken

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

        Verbouwing van een ééngezinswoning

        Afbraak van bestaande bijgebouwen en verhardingen

        Plaatsen van een tijdelijke woonunit tijdens de verbouwingswerken

 

1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften

Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied met landelijk karakter.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

(KB van 28/12/72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het perceel is gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling met ref. 299 d.d. 11.07.1979.

 

Het betreft hier een oudere verkaveling daterend van 1973, deze verkaveling is ouder dan 15 jaar waardoor er door de recente wijziging inzake de codextrein, deze verkavelingsvoorschriften geen weigeringsgrond meer vormen.  Dit  wordt bepaalt onder andere door de volgende artikels 4.3.1§1 en 4.4.1§2 VCRO: Verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, zijn geen weigeringsgrond meer voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

 

Verordeningen:

        Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;

        Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.

        Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.

 

1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)

Waterwetboek:

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.

 

Watertoets:

Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning, geen omvangrijke oppervlakte heeft en niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.  Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van hemelwater in de bodem beperkt.

 

De bestaande woning wordt verbouwd waardoor er geen wijziging is in het bebouwde volume, er worden zelfs bestaande bijgebouwen en verhardingen opgebroken op het perceel waardoor er na verbouwing minder bebouwde oppervlakte en verharding aanwezig zal zijn op het perceel.  De gewestelijke verordening dient niet toegepast te worden.

 

Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen.

 

Milieu:

///

 

1.e. Procedureverloop

Procedurestap

Datum

Ontvangst aanvraag

4 december 2023

Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs

14 december 2023

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Dossierbehandelaar

Anne Hermans

Omgevingsambtenaar

Anne Hermans

Datum  verslag GOA

25 januari 2024

 

1.f. Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 300 B

De woning dateert van 1983 en wordt geacht vergund te zijn.

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

- Overwegende dat op 17/06/1981 een stedenbouwkundige vergunning (1820) voor het bouwen van een eengezinswoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

- Overwegende dat op 11/07/1979 een verkavelingsvergunning (299) voor nieuwe verkaveling werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

De aanvrager wenst de bestaande open ééngezinswoning te verbouwen.

 

De aanvraag situeert zich aan een gemeentelijke weg, nl. de Kruisstraat, die voldoende is uitgerust, gelet op de lokale toestand.  Het betreft een landelijke omgeving gekenmerkt door vrijstaande eengezinswoningen op ruime percelen, halfopen bebouwingen, landbouwbedrijfsgebouwen en landbouwgronden.  Zowel aan de linker als de rechterzijde van het perceel situeert zich een open ééngezinswoning.

 

Huidige aanvraag betreft de grondige verbouwing van de bestaande open ééngezinswoning.   De verbouwing van deze vrijstaande woning blijft binnen de grenzen van de bestaande toestand en de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Volgende werken worden uitgevoerd:

        Het buitenschrijnwerk van de woning zal vervangen worden. Zowel in de leefruimte als in de keuken zullen de raampartijen een andere maatvoering krijgen. Op verdiep wordt het buitenschrijnwerk aangepast tot op het vloerpeil. Door deze aanpassingen zal het buitenschrijnwerk een beperkte wijziging teweegbrengen in de gevels.

        Het dak wordt voorzien van dakvensters.

        De dragende balk met kolom tussen de leefruimte en keuken zal vervangen worden door een slankere structuur om de ruimte meer open te maken.

        De indeling van de bestaande woning wordt behouden. De schouw in de leefruimte wordt verwijderd zodat de leefruimte wordt opengetrokken en het leefgedeelte zich in één grote ruimte bevindt met veel lichten en zichten naar de tuin toe.

        De tuinberging zal verwijderd worden.

        De buitenverharding zal verminderd worden zodat er meer groen aanwezig zal zijn in de tuin. De uit te voeren werken zullen geen wijzigingen met zich meebrengen aan de afwatering waardoor de hemelwaterverordening niet van toepassing is.

 

De woning zal voor de energievoorziening uitgerust worden met een warmtepomp van ongeveer 9kW.

 

2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)

Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.

 

Het betreft hier een oudere verkaveling d.d. 11.07.1979 met intern nummer 299, deze verkaveling is ouder dan 15 jaar waardoor er door de recente wijziging inzake de codextrein, deze verkavelingsvoorschriften geen weigeringsgrond meer vormen.  Echter gezien er binnen de contouren van de bestaande woning wordt verbouwd wordt er ook voldaan aan de voorschriften van de verkaveling.

 

2.c. Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

2.d. Bespreking van de adviezen

///

 

2.e. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

 

2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek

///

 

2.g. Beoordeling

Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:

De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.

 

Gezien de aanvraag in regel is met de voorschriften van de geldende verkaveling 299 d.d. 11.07.1979 wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §2 3° van de codex verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening en is ze stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:

Het betreft de exploitatie van een warmtepomp en koelinstallatie voor een ééngezinswoning met een vermogen van 9 kW.

 

Het betreft een aanvraag voor onbepaalde duur.

 

Project-MER en MER-screening:

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage.

 

Rubriek 16.3.2°a): warmtepomp en koelinstallatie van 9 kW:

Het voorwerp van de aanvraag betreft het exploiteren van een warmtepomp voor het voorzien van koeling en verwarming in de betreffende woning.

Volgende rubriek is van toepassing: 16.3.2a. warmtepompen en koelinstallaties met een geïnstalleerde totale drijfkracht van maximaal 9kW.

De buitenunit van de warmtepomp wordt voorzien ter hoogte van de linkergevel, de binnenunit in de technische berging.

Het koelmiddel en de hoeveelheid koelmiddel is niet vermeld in de aanvraag. De hoeveelheid koelmiddel is afhankelijk van het type toestel en de lengte van de leidingen. Het is niet mogelijk om de GWP (Global Warming Potential) te berekenen van deze installatie, zonder deze gegevens. Aangezien de verbouwing nog moet gebeuren en de warmtepomp nog geplaatst moet worden, is dat waarschijnlijk de reden waarom deze gegevens nog niet gekend zijn. Het is aangewezen om volgende bijzondere voorwaarde op te nemen:

- De warmtepomp moet een koelmiddel hebben met een zo laag mogelijke GWP (global warming potential) en niet hoger dan 700 (dus bijvoorbeeld R32 of R290).

 

Effecten op de omgeving:

Er zijn geen effecten op vlak van mobiliteit, bodem, watersysteem, luchtkwaliteit, biodiversiteit, zware ongevallen of rampen, bescherm landschap of onroerend erfgoed en afvalstoffen.

Er wordt gekozen voor een warmtepomp met een minimale geluidsproductie.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Conclusie

Voorwaardelijk gunstig advies

 

Stedenbouwkundige handelingen:

Gunstig advies, onder voorwaarde:

        De tijdelijke woonunit die op het perceel geplaatst wordt dient na maximaal 6 maanden na de voltooiing van de werken en het terug betrekken van de woning te worden weg gehaald en mag maximaal voor een duur van 2 jaar blijven staan.

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Ingedeelde inrichting of activiteit:

De toepasselijke algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

hoofdstukken 4 

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 5.16

Sectorale milieuvoorwaarden - behandeling van gassen

 

Bijzondere voorwaarden:

        De warmtepomp moet een koelmiddel hebben met een zo laag mogelijke GWP (global warming potential) en niet hoger dan 700 (dus bijvoorbeeld R32 of R290).

        Gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen mogen alleen door een erkende koeltechnicus in artikel 6, 2° e), die in het bezit is van een certificaat van de overeenkomstige categorie, uitvoeren (artikel 5.16.3.3 Vlarem II)

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Besluit

BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 31/01/2024 HET VOLGENDE:

 

1. De aanvraag ingediend door Elien en Gust Secretin - Houbrechts wonende te Kruisstraat 18 te 3570 Alken, de verbouwing van een ééngezinswoning en plaatsen tijdelijke woonunit, gelegen Kruisstraat 18, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie H 300 B voorwaardelijk te vergunnen.

 

2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

 

        De tijdelijke woonunit die op het perceel geplaatst wordt dient na maximaal 6 maanden na de voltooiing van de werken en het terug betrekken van de woning te worden weg gehaald en mag maximaal voor een duur van 2 jaar blijven staan.

        Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.

 

Ingedeelde inrichting of activiteit:

De toepasselijke algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

hoofdstukken 4 

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 5.16

Sectorale milieuvoorwaarden - behandeling van gassen

 

Bijzondere voorwaarden:

        De warmtepomp moet een koelmiddel hebben met een zo laag mogelijke GWP (global warming potential) en niet hoger dan 700 (dus bijvoorbeeld R32 of R290).

        Gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen mag alleen door een erkende koeltechnicus in artikel 6, 2° e), die in het bezit is van een certificaat van de overeenkomstige categorie, uitvoeren (artikel 5.16.3.3 Vlarem II)

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.

 

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:

1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;

2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.

 

§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

 

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 52. (…)

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

 

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

 

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

 

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

 

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

 

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

 

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

 

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

 

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Rijkswachtsite- gebruik door politie voor binnen- en buitentrainingen

Aanvraag vanwege Politiezone Kanton Borgloon voor een verder gebruik in 2024 van de rijkswachtsite voor binnen-en buitentrainingen.

 

Feiten en context

Aanvraag vanwege Politiezone Kanton Borgloon voor een verder gebruik in 2024 van de rijkswachtsite voor binnen-en buitentrainingen.

 

Juridische grond

Niet van toepassing

 

Adviezen

Niet van toepassing

 

Argumentatie

Gezien de rijkswachtsite momenteel nog eigendom van de gemeente is en leegstaat, de trainingen door de politie in 2023 goed verlopen zijn, is het aangewezen een toelating te verlenen voor het verder gebruik in 2024. Dit zolang de rijkswachtsite niet door de gemeente via het dossier van PPS verkocht en in recht van opstal gegeven wordt.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent een toelating aan de Politiezone Kanton Borgloon voor het verder gebruik in 2024. Dit zolang de rijkswachtsite niet door de gemeente via het dossier van PPS verkocht en in recht van opstal gegeven wordt.

Artikel 2: Er wordt ook een toelating gegeven aan Politiezone Kanton Borgloon om andere politiezones hier te laten trainen in 2024, en dit onder beheer en verantwoordelijkheid van  Politiezone Kanton Borgloon.Dit zolang de rijkswachtsite niet door de gemeente via het dossier van PPS verkocht en in recht van opstal gegeven wordt.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Advies aanduiding Watergevoelige Openruimte Gebieden (WORG)

Vraag tot het verlenen van advies aangaande de voorlopige aanduiding van de watergevoelige openruimtegebieden binnen de gemeente Alken (bijkomende), met name ‘De Alk’.  Er worden namelijk door de Vlaamse Regering nog 2 bijkomende gebieden aangeduid in Alken als watergevoelig openruimtegebied (dewelke niet mee werden opgenomen in het RUP Alken Vallei maar hiermee wel aansluiten).

 

Feiten en context

Er wordt steeds meer ruimte bebouwd en verhard in Vlaanderen. Het water kan daardoor

moeilijker in de bodem dringen en er blijft minder ruimte vrij om het water tijdelijk op te

vangen bij hevige regenbuien. Om Vlaanderen beter te beschermen, wil de Vlaamse

Regering het waterbergend vermogen van bepaalde watergevoelige gebieden vrijwaren en

voldoende ruimte voorzien voor water. De Vlaamse Regering wil deze gebieden

herbestemmen naar een openruimtefunctie via een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) of door

aanduiding als watergevoelig openruimtegebied.

Een aanduiding als watergevoelig openruimtegebied heeft als gevolg dat de huidige

bestemming van het gebied (woongebied, industriegebied, ...) niet meer gerealiseerd kan

worden. In deze gebieden kunnen dus geen vergunningen meer verleend worden voor

bijvoorbeeld nieuwe woningen of bedrijven.

Op 6 oktober 2023 duidde de Vlaamse Regering 14 gebieden in de provincie Limburg

voorlopig aan als watergevoelig openruimtegebied. Van 5 december 2023 t.e.m. 2 februari

2024 vindt hierover een openbaar onderzoek plaats. Meer informatie kan u vinden op

www.integraalwaterbeleid.be/openbaar-onderzoek.

Op woensdag 20 december vond er een informatie- en inspraakvergadering plaats onder de

vorm van een infomarkt, doorlopend van 15 u tot 19 u, in het Vlaams Administratief Centrum,

Hendrik van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50, 3500 Hasselt.

Een definitieve aanduiding als watergevoelig openruimtegebied heeft van rechtswege het

verval van een principieel akkoord, als vermeld in artikel 5.6.6, § 2, of § 3, tweede lid, van de

VCRO, dat gegeven is voor gronden die binnen de perimeter van de aanduiding liggen, tot

gevolg.

Inspraakreacties kunnen analoog of digitaal worden ingediend tot uiterlijk vrijdag 2 februari

2024 bij de CIW, Dokter De Moorstraat 24-26, 9300 Aalst of via het inspraakformulier op

www.integraalwaterbeleid.be/openbaar-onderzoek. Inspraakreacties kunnen ook tegen

ontvangstbewijs worden bezorgd bij het gemeentebestuur van Alken, Halen, Hasselt,

Heusden-Zolder, Maaseik, Maasmechelen en Sint-Truiden, op de bovenstaande adressen.

De gemeenteraad wordt ook gevraagd om advies uit te brengen voor 02/02/2024 aangaande

de aanduiding van de percelen binnen de gemeente Alken.

 

Dit punt werd geagendeerd op de Gemeenteraad van Alken op donderdag 25 januari ll., echter werd dit punt uitgesteld omwille van een onduidelijkheid omtrent het gevraagde advies aan de GECORO. 

 

De adviesvraag werd wel degelijk aan de 'stemgerechtigde' leden van de Gecoro voorgelegd op 5 december zoals ook aangehaald onder de rubriek adviezen.

 

Gezien de hoogdringendheid van de adviesverlening voor 2 februari a.s. wordt dit dossier op het college van burgemeester en schepenen geplaatst ter goedkeuring en zal dit dan ter bekrachtiging worden voorgelegd aan de gemeenteraad eind februari.  Het college van burgemeester en schepenen kan namelijk een besluit nemen, dat eigenlijk tot de bevoegdheid van de gemeenteraad valt, omwille van uitzonderlijke omstandigheden en mits het besluit zo spoedig mogelijk wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 5.6.8, § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2017;

        het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2018 houdende nadere regels voor de aanduiding van watergevoelige openruimtegebieden;

        het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, artikel 1.3.1.1, §1, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2022;

        het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, gewijzigd bij het besluit van 25 november 2022.

 

Adviezen

Op 5 december 2023 werd er een mail gericht naar de stemgerechtigde leden van de Gecoro met betrekking tot de vaststelling van de watergevoelige openruimtegebieden binnen de gemeente Alken (bijkomende), met name ‘De Alk’.  Er werd gevraagd aan de stemgerechtigde leden van de Gecoro om hun eventuele opmerkingen te bezorgen voor 8 januari 2024.  Er werden geen bezwaren ingediend tegen deze datum waardoor het advies van de Gecoro geacht wordt gunstig te zijn.

 

Argumentatie

Het besluit van de Vlaamse Regering is gebaseerd op de volgende motieven:

- Het gebied ‘De Alk’ maakt deel uit van het Demerbekken en ligt in de vallei van de Herk en de Kleine Herk, in het centrum van de gemeente Alken.

- Het plangebied bestaat uit twee deelgebieden, die grenzen aan het gemeentelijk sport en recreatiedomein ‘De Alk’. Het noordelijk deelgebied omvat een parkje met gras en bomen, het zuidelijk gebied een uitrijpiste voor paarden.

- Langsheen het noordelijk kleine deelgebied stroomt de Herk (1ste categorie). Langsheen het zuidelijk deelgebied stromen de Herk (1ste categorie) en de Kleine Herk (1ste categorie).

- Het gebied is volgens het gewestplan Hasselt-Genk gelegen in een bestemming die bebouwing mogelijk maakt, met name gebied voor dagrecreatie en woongebied.

- Het gebied werd op 11 maart 2015 door de Algemene Bekkenvergadering Demerbekken als signaalgebied aangeduid omwille van de belangrijke functie in het watersysteem, het gebied heeft een belangrijk potentieel voor waterberging. Het signaalgebied is overstromingsgevoelig, ligt in het centrum van de gemeente en is nog niet volledig ingevuld.

- De Vlaamse Regering keurde op 31 maart 2017 het ontwikkelingsperspectief goed voor het signaalgebied ‘De Alk’ om het waterbergend vermogen van het gebied te kunnen behouden.

- Het fluviale model toont enkel kans op overstromingen vanuit de nabijgelegen Herk (1ste categorie) en de Kleine Herk (1ste categorie). Het zuidelijke deelgebied heeft een kleine kans op overstromingen en overstromingen onder klimaatverandering. Het kleine deelgebied (in het noordenwesten) toont aan de randen een kleine kans op overstromingen en overstromingen onder klimaatverandering.

- Het pluviale model toont enkel kans op overstromingen onder klimaatverandering. Het zuidelijke deelgebied heeft een middelgrote kans op overstromingen. Het kleine noordelijk deelgebied toont aan de noordelijke rand een kleine kans op overstromingen en overstromingen onder klimaatverandering.

- Vrijwaring van het gebied voor verder bebouwing is aangewezen en ondersteunt de uitvoering van acties uit het stroomgebiedbeheerplan 2022-2027 ter realisatie van bijkomende waterberging.

- Er bestaat een conflict tussen de verdere realisatie van de bestemming en de belangen van het watersysteem.

- Voor het zuidelijk deelgebied en de omgeving is het Bijzonder plan van aanleg (BPA) “Centrum II - wijzigingsplan 1 + uitbreiding vel 2” (MB 29.04.1991) van toepassing. Om het gebied voor verdere bebouwing te vrijwaren, is een aanduiding als watergevoelig openruimtegebied in uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening aangewezen.

- Het grafisch plan met de aanduiding van het gebied dat met dit besluit voorlopig worden aangeduid als watergevoelig openruimtegebied is opgenomen als bijlage I bij dit besluit. De toelichting en motivering is opgenomen in de toelichtingsfiche die opgenomen is als bijlage II bij dit besluit.

- De aanduiding van watergevoelige openruimtegebieden vrijwaart overstromingsgebieden en ondersteunt hiermee de doelstelling van het Structuurplan Vlaanderen om het fysisch systeem structurerend te maken.

- De aanduiding als watergevoelig openruimtegebied is in overeenstemming met het ruimtelijk principe in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen om het fysisch systeem te beschouwen als ruimtelijk structurerend. Ruimtelijk structurerend betekent dat de huidige, intrinsieke kenmerken van het bestaand fysisch systeem het richtinggevend kader zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van de structuurbepalende functies natuur, bos, landbouw en wonen en werken. Het park- en weidelandschap van De Alk, onderdeel van het Demerbekken wordt door de aanduiding als watergevoelig openruimtegebied gevrijwaard van bebouwing en kan verder ontwikkelen op basis van de fysische karakteristieken als waterrijk gebied.

- Het planvoornemen is onderworpen aan een milieubeoordeling. Er worden geen significante negatieve effecten op de leefomgeving verwacht. In het ontwerp van plan-MER worden geen milderende maatregelen noodzakelijk geacht. Het ontwerp plan-MER wordt samen met dit besluit ter inzage gelegd in een openbaar onderzoek.

- In het gebied is er geen beschermd erfgoed aanwezig. Het plangebied is gelegen in het Onroerenderfgoedrichtplan voor de hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren (24.05.2019). Grenzend aan het zuidelijk deelgebied is een beschermde hoeve met losstaande bestanddelen gelegen, in de onmiddellijke omgeving van het kleine noordelijk deelgebied een aantal bouwkundig erfgoed elementen en tuinen. Uit de milieubeoordeling blijkt dat er geen significante effecten te verwachten zijn voor het aspect landschap, onroerend erfgoed en archeologie.

- Rekening houdend met de kenmerken van het plan, de omgeving en de uitgevoerde analyse kan geoordeeld worden dat het plan geen risico inhoudt op het veroorzaken van significant negatieve effecten op de aanwezige Habitat- en Vogelrichtlijngebieden of Bijlage III soorten van het Natuurdecreet. Voor de voorliggende aanduiding moet geen passende beoordeling worden opgemaakt. Een verscherpte natuurtoets is niet vereist.

- Er bevinden zich geen bestaande Seveso-inrichtingen in of nabij het gebied. De inplanting van nieuwe Seveso-inrichtingen is volgens de voorziene stedenbouwkundige voorschriften uitgesloten. Het opstellen van een RVR is niet vereist. Die beoordeling blijkt uit de RVR-toets van 27 juli 2023.

 

Financiële gevolgen

Niet van toepassing

 

Besluit

Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen van Alken verleent een gunstig advies aangaande de bijkomende aanduiding van de watergevoelige openruimtegebieden (WORG) 'De Alk' binnen de gemeente Alken zoals vastgesteld in het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023

Artikel 2: een afschrift van dit besluit wordt digitaal overgemaakt aan de Vlaamse Regering via het opgegeven mailadres secretariaat_ciw@vmm.be voor 2 februari a.s.

Artikel 3: Dit besluit wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad van Alken in februari.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 31 01 2024

 

Kennisname beslissing deputatie OMV 806

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024