Zitting van 08 01 2025
Verslag van de vorige zitting dd. 23.12.2024
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 23.12.2024 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Feiten en context
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 23.12.2024 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Juridische grond
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
Zitting van 08 01 2025
Stakingsaanzegging ACOD - 13.1.2025
Besluit
Zitting van 08 01 2025
Bouw jeugdlokalen - Goedkeuring vorderingsstaat 14.
De opdracht “bouw jeugdlokalen” werd gegund aan Margema, Meerkensstraat 20 te 3650 Dilsen. De aannemer diende vorderingsstaat 14 in voor de uitgevoerde werken in de periode van 1/12/2024 t.e.m. 31/12/2024 ten bedrage van € 217.171,03 excl. btw of € 262.776,95 incl. 21% btw (€ 45.605,92 btw medecontractant). Deze vorderingsstaat werd nagekeken door de ontwerper WIT architecten en de gemeentelijke studiedienst. De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer MJP000377.
(Toezichthoudend ambtenaar: Koen Vanmuysen).
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 6 september 2023 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Bouw jeugdlokalen” aan Margema, Meerkensstraat 20 te 3650 Dilsen tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van € 1.680.902,30 excl. btw of € 2.033.891,78 incl. 21% btw (€ 352.989,48 btw medecontractant).
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2022/104.
Juridische grond
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
De aannemer Margema, Meerkensstraat 20 te 3650 Dilsen diende vorderingsstaat 14 in dewelke werd ontvangen op 18 december 2024.
De werken bereikten een bedrag van:
Bestelbedrag |
| € 1.680.902,30 |
Bedrag verrekeningen |
| € 32.601,04 |
Bestelbedrag na verrekeningen |
| € 1.713.503,34 |
Btw | + | € 359.835,69 |
TOTAAL | = | € 2.073.339,03 |
Bedrag vorige vorderingsstaten |
| € 1.288.598,92 |
Prijsherzieningen | + | € 29.893,86 |
Totaal excl. btw | = | € 1.318.492,78 |
Btw | + | € 276.883,51 |
TOTAAL | = | € 1.595.376,29 |
Huidige vorderingsstaat |
| € 210.757,67 |
Prijsherzieningen | + | € 6.413,36 |
Totaal excl. btw | = | € 217.171,03 |
Btw | + | € 45.605,92 |
Btw medecontractant |
| € 45.605,92 |
TOTAAL | = | € 262.776,95 |
Totaalbedrag uitgevoerde werken |
| € 1.499.356,59 |
Prijsherzieningen | + | € 36.307,22 |
Totaal excl. btw | = | € 1.535.663,81 |
Btw | + | € 322.489,43 |
TOTAAL | = | € 1.858.153,24 |
De werken werden correct uitgevoerd.
De ontwerper, WIT architecten bv, Mechelsestraat 225a te 3000 Leuven stelde op 18 december 2024 een proces-verbaal van nazicht op.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
€ 262.776,95 (€ 45.605,92 btw medecontractant) | 21% | MJP000377 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing Goedkeuring CBS 06.09.2023 met visum van 05.09.2023 | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 14 van Margema, Meerkensstraat 20 te 3650 Dilsen voor de opdracht “Bouw jeugdlokalen” voor een bedrag van € 217.171,03 excl. btw of € 262.776,95 incl. 21% btw (€ 45.605,92 btw medecontractant), waardoor de werken een bedrag bereiken van € 1.535.663,81 excl. btw of € 1.858.153,24 incl. 21% btw.
Artikel 2: De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000018/MJP000377.
Artikel 3: De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.
Zitting van 08 01 2025
Wegenis- en rioleringswerken Klinkstraat, Oftingenstraat en Thielenstraat. Werfverslag nr. 9 d.d.19.12.2024.
Besluit
Zitting van 08 01 2025
Betaalbaarstelling facturen SC
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Feiten en context
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Juridische grond
Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.
Zitting van 08 01 2025
Belastingkohier reclamedrukwerk - Semester 1/2024
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de maand Semester 1/2024 bedraagt 1.557,10 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Feiten en context
Het kohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor de Semester 1/2024 bedraagt 1.557,10 euro.
Het college van burgemeester en schepenen dient het kohier vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren.
Juridische grond
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2023 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde stukken.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Ingevolge het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, dienen de belastingkohieren vastgesteld en uitvoerbaar verklaard te worden door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
1.557,10 euro | nvt | MJP001025 |
Datum visumaanvraag: | nvt | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | nvt |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen stelt het belastingkohier betreffende de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten voor Semester 1/2024 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 1.557,10 euro.
Zitting van 08 01 2025
Organisatie jeugdauteurs 2025
Naar jaarlijkse gewoonte worden er enkele jeugdauteurs uitgenodigd om een lezing of
workshop te komen geven aan de leerlingen van de Alkense scholen. De voorziene data zijn
17, 18 en 20 februari 2025. De lezingen gaan door in de kinderopvang en het Taeymans.
Daarnaast wordt er vanuit het gemeentebestuur ’s middags eten (broodjes) en drinken
voorzien voor de auteurs die de lezingen in persoon geven in de bibliotheek.
Feiten en context
Naar jaarlijkse gewoonte worden er enkele jeugdauteurs uitgenodigd om een lezing of
workshop te komen geven aan de leerlingen van de Alkense scholen. De voorziene data zijn
17, 18 en 20 februari 2025. De lezingen gaan door in de kinderopvang en het Taeymans.
Daarnaast wordt er vanuit het gemeentebestuur ’s middags eten (broodjes) en drinken
voorzien voor de auteurs die de lezingen in persoon geven in de bibliotheek.
Juridische grond
Art. 56 Decreet Lokaal bestuur
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
De organisatie van de jeugdauteurslezingen van 2025 wordt als volgt voor goedkeuring
voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen:
- organiseren van lezingen door Stijn Moekaars en Frank Daenen op maandag 17/02 in het Taeymans en de kinderopvang.
- organiseren van lezingen door Jonas Boets, Yoeri Slegers en Chris Vosters op dinsdag 18/02 in het Taeymans en de kinderopvang.
- organiseren van lezingen door Jan De Kinder op donderdag 20/02 in de kinderopvang.
- aanbieden van een broodje tijdens de middag aan de jeugdauteurs.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
- jeugdauteurs
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
3.300€ | / | MJP001283 |
Datum visumaanvraag: | / | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | / |
- broodjes
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
50€ | / | MJP001143 |
Datum visumaanvraag: | / | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | / |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming voor de
organisatie van lezingen en workshops door jeugdauteurs op 17, 18 en 20 februari 2025.
Hiervoor mag gebruikt worden gemaakt van de gemeentelijke infrastructuur. Daarnaast geeft
het college toestemming om vanuit het gemeentebestuur drank en eten te voorzien aan de
jeugdauteurs.
Artikel 2: De uitgave voor deze activiteit is voorzien op MJP001283 (lezingen
jeugdauteurs) en MJP001143 (broodjes)
Zitting van 08 01 2025
Omgevingsvergunning 961
Aanvraag omgevingsvergunning over: het vellen van (half)dode bomen en heraanplant ingediend door de heer Stefan Loix wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Laagsimsestraat, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 153 E. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvrager(s): | De heer Loix Stefan Victor Ghislain wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken
|
Ligging van het perceel: | Laagsimsestraat z/n
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie G nr. 153E
|
Projectnaam: | Laagsimsestraat – Loix Stefan
|
Dossiernummer: | 2024130
|
Intern dossiernummer: | 961
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024146133
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject
|
Datum aanvraag:
| 1/11/2024 |
1.b. Omschrijving aanvraag
Vegetatiewijziging en stedenbouwkundige handeling voor het rooien van 11 hoogstammige bomen en de heraanplant van 11 hoogstam fruitbomen.
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
De aanvraag ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijke vergunde en niet-vervallen verkaveling.
Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen :
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
///
Watertoets :
Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het verwijderen van bomen niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.
Milieu:
Bij elke kapping dient er minstens een gelijkwaardige compensatie te worden voorzien. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
● Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
● Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
● Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 1/11/2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 27/11/2024 |
Opening openbaar onderzoek | Niet van toepassing |
Afsluiten openbaar onderzoek | Niet van toepassing |
Gemeenteraad voor wegenwerken | Niet van toepassing |
Dossierbehandelaar | Charlotte Beerten |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 19/12/2024 |
1.f. Historiek
Perceelnummer : (afd. 2) sectie G, nr. 153E.
● Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 17/02/2021 voor het vellen van hoogstam bomen: voorwaardelijk vergund.
● Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 1/01/2023 voor het vellen van hoogstam bomen: voorwaardelijk vergund.
● Besluit van het college van burgemeester en schepenen op 31/01/2024 voor het vellen van hoogstam bomen: voorwaardelijk vergund.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Vegetatiewijziging en stedenbouwkundige handeling voor het rooien van 11 hoogstammige bomen die deel uitmaken van een hoogstamboomgaard op het perceel gelegen aan de Laagsimsestraat, tussen huisnummer 39 en 29 te Alken, afdeling 2 sectie G nr. 153. Het perceel waar de aanvraag betrekking op heeft is een perceel in woongebied met landelijk karakter en de bomen staan in een hoogstam boomgaard in agrarisch gebied. De Laagsimsestraat is een gemeentelijke weg in asfalt. De weg is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. De hoogstambomen zijn klein landschapselementen.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De aanvraag is gelegen in een Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG), deelruimte vochtig Haspengouw.
De aanvraag is niet gelegen in een Habitatrichtlijngebied, een Vogelrichtlijngebied, een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied) of een Ramsar-gebied.
Het perceel is ingedeeld volgens de biologische waarderingskaart (versie 2) als biologisch waardevolle en werd gekarteerd als een soortenrijk permanent cultuurgrasland (hp+) en een boogstamboomgaard (kj).
Hier geldt de zorgplicht die voortvloeit uit het stand-still principe dat is verankerd in het Natuurdecreet. Bij elke aanvraag moet bekeken worden welke gevolgen de aanvraag heeft op de natuur. Dit is de natuurtoets.
De aanvrager neemt volgende maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen:
Het compenseren van 11 hoogstammige fruitbomen op hetzelfde perceel. De aanvrager wenst er terug een hoogstam fruitboomgaard van te maken met appelbomen en/of perenbomen. De aanvrager zal draad en palen voorzien ter bescherming om de heraanplant maximaal kans te geven op slagen.
Verantwoording van de aanvraag:
De aanvrager geeft aan de bomen te willen vellen omdat ze dood of halfdood zijn. Verder wordt aangegeven dat bij wind of storm grote takken of bomen omvallen en een gevaar kan vormen voor mens en dier.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
Agentschap voor Natuur en Bos | 27/11/2024 | 15/12/2024 | Voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
De aanvraag werd op 27 november 2024 digitaal voor advies voorgelegd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Op 15 december 2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht met volgende motivatie:
Bespreking aanvraag
De aanvraag behelst het rooien van 11 hoogstammige fruitbomen op het perceel 153E te Alken. Voorliggende aanvraag betreft de vierde vergunningsaanvraag van een gefaseerde aanpak. Er is echter overlap in de verschillende verleende vergunningen. OMV_2020138959 werd op 17 februari 2021 verleend, waarbij men aanvroeg om 81 hoogstamfruitbomen te vellen om deze te compenseren door 45 hoogstammige fruitbomen en een inheemse haag van 250 m. Destijds werd volgend plan in het aanvraagdossier opgenomen:
Figuur 1: Voorstel RLH uit OMV_2020138959
Figuur 1 schetst eenzelfde oppervlakte van de boomgaard met een minder dicht plantverband – hetgeen vandaag de dag een goede keuze is. Daarnaast werd een compenserende aanplant van een inheemse haag voorgesteld die een bijzondere ecologische en cultuurhistorische meerwaarde biedt.
Na deze oorspronkelijke vergunningsaanvraag (OMV_2020138959 ) begonnen een aantal aanvragen op basis van schetsen, die eveneens verleend werden. Het is op dit moment onduidelijk om te beoordelen welke bomen gerooid werd op basis van welke vergunning.
Het behoud van hoogstamboomgaarden als kleine landschapselementen is voor het Agentschap voor Natuur en Bos zeer belangrijk. De hoogstamboomgaarden worden in landschappelijke-, cultuurhistorische context en omwille van hun ecologische waarde in de natuursector sterk gewaardeerd omwille van de genenvariatie en de ecologische ‘stapsteenfunctie’ die deze landschapselementen vertegenwoordigen. De boomgaarden (zelfs al zijn de bomen afgestorven) en het onderliggend grasland zijn immers een habitat voor verschillende, soms zeldzame vogel- en insectensoorten en kleine zoogdieren. Een hoogstamboomgaard heeft met het fijne mozaïek van bomen (met holtes), grassen en kruiden een uitgesproken waarde. Ze zijn in het Vlaamse, vaak intensief bewerkte, landbouwlandschap dan ook uitermate belangrijk.
Op basis van de aanvraag lijkt een stelselmatige verkleining van de hoogstamboomgaard te worden bewerkstelligd. Voor het Agentschap voor Natuur en Bos is niet louter het aantal bomen maar eerder de oppervlakte van de hoogstamboomgaard van belang. Zoals hierboven beschreven is de ecologische waarde te vinden in de verscheiden elementen van de boomgaard, waaronder de bomen en het grasland. Op basis van historische luchtfoto’s werd de oorspronkelijke oppervlakte van de boomgaard bepaald, zie figuur 2.
Figuur 2: Oppervlakte oorspronkelijke boomgaard
Het Agentschap voor Natuur en Bos is van mening dat de historische oppervlakte (1,1 hectare) van de boomgaard bestendigd dient te blijven en als dusdanig behouden moet worden. Hiertoe kan een aangepast plantverband aan de orde zijn.
Er kan een kleiner aantal bomen gecompenseerd worden, indien er een ecologische meerwaarde wordt gecreëerd door de aanplant van een (gemengde) inheemse haag.
Om de ecologische functies uit te kunnen oefenen, dient de nieuwe haag voldoende hoog (> 1,80 meter) en breed (> 0,60 meter) te worden. Deze dient dan tegelijk als buffer voor de aanliggende intensieve landbouw. Een hoogstamboomgaard is meer dan enkel de hoogstammige fruitbomen, ook het onderliggend extensief beheerde grasland en bijhorende structuren waaronder hagen maken deel uit van de hoogstamboomgaard.
De hoogstamboomgaard kan ecologisch opgewaardeerd worden door een correct beheer van het onderliggend grasland. Idealiter wordt het grasland gemaaid met afvoer, normaliter twee maal per kaar, waarbij de eerste snede al begin mei valt, om de verschraling in te zetten en grasdominantie te doorbreken. De maaifrequentie en maaidata worden aangepast in functie van de aanwezige vegetatie. Het kan eveneens mogelijk zijn om het perceel te maaien met nabegrazing, of het perceel integraal te laten begrazen mits men een correct aantal graasdieren voorziet.
Indien de stammen van de te kappen bomen holtes en scheuren vertonen, dient men zich er van te vergewissen dat geen nesten van beschermde vogel- en/of zoogdiersoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Boomholtes met molm worden overigens veelvuldig gebruikt door een heel scala aan (met uitsterven bedreigde) invertebraten, waaronder saproxyle keversoorten. Wanneer een boom geveld wordt met dergelijke holtes, dienen gepaste maatregelen genomen te worden ter bescherming van de aanwezige soorten en/of populaties. Dit kan gaan van het behoud van de stam (rechtop geplaatst) tot het ophangen van nestkasten (voor kevers, vleermuizen en/of uilen) en dient steeds specifiek bekeken te worden.
Op vlak van boomholtes zijn vooral appelaars interessante soorten, kersen krijgen ook holten maar deze kunnen sneller doorrotten. Bij de soortenkeuze kan hier eveneens aandacht aan besteed worden.
Daarnaast kan de boom loshangende schors bevatten, hetgeen een ideaal habitat voor vleermuizen kan vormen. Idealiter blijft de boom behouden, waarbij de meest risicovolle takken worden gesnoeid om schade aan andere bomen te voorkomen. In de tussentijd kan de jonge boom reeds aangeplant worden, waardoor het voortbestaan van de boomgaard gegarandeerd wordt.
Conclusie
Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n):
● Op het perceel te Alken, 2de afdeling, sectie G, nummer 153E wordt een compenserende aanplant van hoogstammige fruitbomen in een gepast plantverband aangeplant, op zijn minst over de oppervlakte zoals opgenomen in het dossier;
● De hoogstamfruitbomen dienen in plantformaat 10/12 aangeplant te worden;
● De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;
● Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld;
● Voor men overgaat tot kappen evalueert men welke maatregelen voor (beschermde) diersoorten er genomen dienen te worden, zoals het plaatsen van nestkasten en/of behoud van bomen.
Wij raden de vergunningverlenende overheid aan om de vergunning slechts toe te kennen mits naleving van deze voorwaarden.
Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos wordt bijgetreden.
2.e. Openbaar onderzoek
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld. Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
De aanvraag handelt over het verwijderen van 11 hoogstammige bomen fruitbomen. Het vellen van 11 hoogstammige fruitbomen en de aanplanting van 11 hoogstammige bomen zal het structuurelement van het kleine landschapselement versterken. De aanvrager zal de fruitboomgaard beschermen door het plaatsen van palen en draad. Aangezien de aanvrager het compensatievoorstel doet dat het standstill-principe volgt kan dit voorstel in deze situatie worden aanvaard.
Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.
Mobiliteitsaspect: De impact van het verwijderen van de 11 bestaande bomen en aanplant van 11 bomen heeft op vlak van de mobiliteit een minimale impact. De aanvrager moet ervoor zorgen dat er geen vervuiling met grond of ander materiaal voorkomt op het openbaar domein. De aanvrager moet aandacht hebben om de hinder op de mobiliteit van de Laagsimsestraat te beperken.
Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en visueel vormelijke elementen: Een heraanplant met inheemse bomen is passend in deze omgeving.
Visueel-vormelijke elementen: Het verwijderen van de bomen heeft enkele visueel – vormelijke gevolgen. Er wordt opgelegd dat de aanvrager compensatie van deze groenelementen moet voorzien. De aanvrager voorziet het aanplanten van minimaal 11 hoogstambomen, waardoor een groenstructuur op deze locatie aanwezig blijft.
Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
Bodemreliëf: Het bestaande maaiveld wordt maximaal behouden.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er wordt een beperkte hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving
Conclusie:
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
De aanvraag ingediend door de heer Loix Stefan Victor Ghislain voor het verwijderen van kleine landschapselementen (het rooien van 11 hoogstammige fruitbomen ), op het perceel gelegen nabij de Laagsimsestraat, afdeling 2 sectie G nr. 153E wordt voorwaardelijk vergund met volgende voorwaarden:
● Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni);
● Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;
● Op het perceel te Alken, 2de afdeling, sectie G, nummer 153E wordt een compenserende aanplant van minimum 11 hoogstammige fruitbomen in een gepast plantverband aangeplant, op zijn minst over de oppervlakte zoals opgenomen in het dossier, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de bomen;
● De hoogstamfruitbomen dienen in plantformaat 10/12 aangeplant te worden;
● Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 11 hoogstamboomfruitbomen tot volle wasdom te brengen;
● Voor men overgaat tot kappen evalueert men welke maatregelen voor (beschermde) diersoorten er genomen dienen te worden, zoals het plaatsen van nestkasten en/of behoud van bomen;
● De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur;
● Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;
● Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;
● De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;
● Alle andere bomen op het perceel dienen gespaard te worden.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 08/01/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door de heer Stefan Loix wonende te Laagsimsestraat 39 te 3570 Alken, het vellen van (half)dode bomen en heraanplant, gelegen Laagsimsestraat, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie G 153 E voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:
● Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni);
● Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;
● Op het perceel te Alken, 2de afdeling, sectie G, nummer 153E wordt een compenserende aanplant van minimum 11 hoogstammige fruitbomen in een gepast plantverband aangeplant, op zijn minst over de oppervlakte zoals opgenomen in het dossier, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de bomen;
● De hoogstamfruitbomen dienen in plantformaat 10/12 aangeplant te worden;
● Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 11 hoogstamboomfruitbomen tot volle wasdom te brengen;
● Voor men overgaat tot kappen evalueert men welke maatregelen voor (beschermde) diersoorten er genomen dienen te worden, zoals het plaatsen van nestkasten en/of behoud van bomen;
● De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen, een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur;
● Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;
● Na de aanplanting moeten de bomen onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk;
● De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;
● Alle andere bomen op het perceel dienen gespaard te worden.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 08 01 2025
Omgevingsvergunning 968
Aanvraag omgevingsvergunning over: het vellen van 3 hoogstammige bomen ingediend door Raf Timmermans wonende te Heiligenbornstraat 10 te 3850 Nieuwerkerken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen naast Vliegstraat 88, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 378 W. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvrager(s): | Meneer Timmermans Raf wonende te Heiligenbornstraat 10, 3850 Nieuwerkerken |
Ligging van het perceel: | Naast Vliegstraat 88
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie C nr. 378W |
Projectnaam: | Vliegstraat 88 – Timmermans Raf
|
Dossiernummer: | 2024141
|
Intern dossiernummer: | 968
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024157533
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject
|
Datum aanvraag:
| 28/11/2024 |
1.b. Omschrijving aanvraag
Het betreft het vellen van drie hoogstammige bomen. De aanvrager is dhr. Timmermans Raf. De eigenaar van de bomen is Infrabel.
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
De aanvraag ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het gemeentebestuur blijft bijgevolg de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen :
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 01.01.2014 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 30.04.2015 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
///
Watertoets :
Overwegende dat het voorliggende project, namelijk het verwijderen van bomen niet valt onder de aanvragen waarop de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater op van toepassing is.
Milieu:
Bij elke kapping dient er minstens een gelijkwaardige compensatie te worden voorzien. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
● Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
● Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
● Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 08/11/2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 17/12/2024 |
Opening openbaar onderzoek | Niet van toepassing |
Afsluiten openbaar onderzoek | Niet van toepassing |
Gemeenteraad voor wegenwerken | Niet van toepassing |
Dossierbehandelaar | Charlotte Beerten |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 27/12/2024 |
1.f. Historiek
Perceelnummer : (afd. 2) sectie C, nr. 378W
● Geen historiek
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvraag omvat het vellen van hoogstammige drie bomen op het perceel te Alken, 2de afdeling, Sectie C, nummer 378W. Het perceel waar de aanvraag betrekking op heeft, is gelegen in agrarisch gebied met open bebouwingen. Het is gelegen naast het treinspoor en een eengezinswoning op de Vliegstraat 88, te 3570 Alken. De Vliegstraat is een gemeentelijke weg in asfalt en is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. Er wordt geen voorstel tot compensatie gedaan. Het perceel is in eigendom van Infrabel en in de toelating tot precaire bezetting van een goed van het openbaar domein van Infrabel staat vermeld dat een compensatie op het perceel verboden is.
● artikel 7: Bezettingsvoorwaarden l) “Op het bezette terrein mogen geen nieuwe bomen aangeplant worden. Het terrein mag enkel gebruikt worden als tuin.”
● artikel 10: onderhoud en herstellingen ‘.. Groenbeheer: Het planten van bomen is verboden op het volledige terrein…”
Per mail is een toelating verkregen door Infrabel voor het aanvragen van het kappen van bomen op Infrabeldomein met betrekking tot grondbezettingsovereenkomst ref. 3535.Alken.465/54356.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
De aanvraag is gelegen in een Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG), met deelruimte vochtig Haspengouw.
De aanvraag is gelegen op circa 15 meter van een perceel geregistreerd in de biologische waarderingskaart (versie 2) onder complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen.
De aanvraag is niet gelegen in een Habitatrichtlijngebied, Vogelrichtlijngebied, een Ramsar-gebied, of een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied).
Hier geldt de zorgplicht die voortvloeit uit het stand-still principe dat is verankerd in het Natuurdecreet. Bij elke aanvraag moet bekeken worden welke gevolgen de aanvraag heeft op de natuur. Dit is de natuurtoets. De aanvrager neemt geen maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen.
Verantwoording van de aanvraag:
De aanvrager beschrijft dat twee bomen dood zijn en dreigen om te vallen bij storm op het treinspoor. Eén boom is nog levend, maar zijn wortelgestel beweegt volgens de aanvrager bij felle wind en dreigt om te vallen naar het aanpalend huis of treinspoor.
2.c. Adviezen
Niet van toepassing.
2.d. Bespreking van de adviezen
Niet van toepassing.
2.e. Openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
2.g. Beoordeling
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
De aanvraag handelt over het vellen van drie hoogstammige bomen. De bomen staan op een lijn, parallel aan de spoorweg. De boom het dichtst tegen de straatkant, krijgt nummer 1. De boom het verst van de straatkant krijgt nummer 3. Tussenin staat boom 2.
De boom die het dichtste aan de straatkant van de Vliegstraat staat (nummer 1), vertoont geen duidelijke kenmerken van ziekte en verkeert in gezonde toestand. De stam heeft een aanzienlijke omvang bereikt en vertakt op een hoogte tussen 1 en 2 meter. Hierdoor is het zwaartepunt van de stam laag, hetgeen omvallen tegenwerkt. De kruin is symmetrisch gevormd, zodat de boom in evenwicht is. Het is niet aangewezen om deze boom te verwijderen.
De boom iets verder van de straatkant (nummer 2), heeft geen evenwichtige kruin. Door de dichte begroeiing, is de staat van de boom moeilijker te achterhalen. Er zijn wel dode takken zichtbaar, hetgeen kan duidden op het afsterven van de boom. Deze boom kan verwijderd worden, mits gepaste compensatie.
De boom het verst van de straatkant (nummer 3), is al enkele jaren afgestorven en kan verwijderd worden, mits gepaste compensatie.
● Functionele inpasbaarheid: De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.
● Mobiliteitsaspect: Het aan- en afrijden voor het uitvoeren van de werken langs de Vliegstraat is aanvaardbaar, zolang de Vliegstraat na de werken proper gehouden wordt.
● Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en visueel vormelijke elementen: Een heraanplant met inheemse bomen is niet mogelijk in deze omgeving, omwille van de verbodsbepalingen vermeldt in de toelating tot precaire bezetting van een goed van het openbaar domein van Infrabel. Heraanplant is echter wel aangewezen, gelet op de zorgplicht in Natuurdecreet. Heraanplant dient met andere woorden te gebeuren op een ander perceel in eigendom van de aanvrager.
● Visueel-vormelijke elementen: Het verwijderen van de hoogstammige bomen hebben enkele visueel – vormelijke gevolgen. Er wordt opgelegd dat de aanvrager compensatie van dit groenelement moet voorzien door het aanplanten van minimaal twee hoogstambomen op een ander perceel in eigendom van de aanvrager.
● Cultuurhistorische aspecten: Dit perceel en beplanting ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
● Bodemreliëf: Het bestaande maaiveld wordt maximaal behouden.
● Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Het verwijderen van de bomen mag enkel gebeuren met toestemming van de eigenaar (Infrabel) en in samenwerking met de eigenaar en zodanig dat er geen enkel risico ontstaat door het verwijderen van de bomen op de infrastructuur van Infrabel. Er wordt een beperkte hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen. Omwille van voorgaande argumenten mag gesteld dat het niet aanvaardbaar is om in het kader van de veiligheid, gezondheid, hinder of gebruiksgenot deze bomen te verwijderen.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving
Conclusie:
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Voorwaardelijk gunstig advies voor:
● Het vellen van twee hoogstammige bomen (nummer 2 en 3 – verder en verst van de Vliegstraat)
met volgende voorwaarden:
○ Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni) op een perceel in eigendom van de aanvrager;
○ De aanvrager moet voorafgaand aan de kapwerken de eigenaar (Infrabel) contacteren en de nodige veiligheidsmaatregelen en afspraken over de kapping overeenkomen, zodat er geen enkel risico kan ontstaan door het verwijderen van de bomen op infrastructuur van Infrabel;
○ Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;
○ Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 2 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte plantensoorten, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de hoogstammige bomen, op een perceel in eigendom van de aanvrager en met minimale plantmaat 12/14;
○ De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen de locatie (perceelnummer) en een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur, dienst Woon – en Leefomgeving met de vermelding van dossiernummer OMV_2024157533;
○ Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;
○ Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.
○ De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;
○ Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 2 hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen.
Ongunstig advies voor:
● Het vellen een hoogstammige boom (nummer 1 – dichtst tegen de Vliegstraat)
Deze gedeeltelijke voorwaardelijke vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 08/01/2025 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door Raf Timmermans wonende te Heiligenbornstraat 10 te 3850 Nieuwerkerken, het vellen van 3 hoogstammige bomen, gelegen naast Vliegstraat 88, kadastraal bekend: (afd. 2) sectie C 378 W gedeeltelijk voorwaardelijk te vergunnen.
2. De volgende stedenbouwkundige handelingen worden voorwaardelijk vergund:
● het vellen van twee hoogstammige bomen (nummer 2 en 3 – verder en verst van de Vliegstraat), gelegen naast Vliegstraat 88, te 3570 Alken, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie C nr. 378W.
Onder volgende voorwaarden:
● Het kappen van de boom gebeurt buiten het broedseizoen (broedseizoen = april tot einde juni) op een perceel in eigendom van de aanvrager;
● De aanvrager moet voorafgaand aan de kapwerken de eigenaar (Infrabel) contacteren en de nodige veiligheidsmaatregelen en afspraken over de kapping overeenkomen, zodat er geen enkel risico kan ontstaan door het verwijderen van de bomen op infrastructuur van Infrabel;
● Het rooien gebeurt op een moment dat de vochtige tot natte omstandigheden op het terrein het toelaten, om bodemverdichting te voorkomen;
● Er dient een heraanplant te gebeuren van minimum 2 inheemse, streekeigen, standplaatsgeschikte plantensoorten, tijdens het eerstvolgend plantseizoen na het vellen van de hoogstammige bomen, op een perceel in eigendom van de aanvrager en met minimale plantmaat 12/14;
● De aanvrager bezorgt binnen de maand na de aanplant van de bomen de locatie (perceelnummer) en een duidelijke foto ervan aan het gemeentebestuur, dienst Woon – en Leefomgeving met de vermelding van dossiernummer OMV_2024157533;
● Tijdens de werken, moet ervoor gezorgd worden dat de straat proper wordt gehouden;
● Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken moet men er zich - voor men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via bovenvermelde contactgegevens.
● De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat;
● Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op het perceel minstens 2 hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen.
3. De volgende stedenbouwkundige handeling wordt geweigerd:
● het vellen een hoogstammige boom (nummer 1 – dichtst tegen de Vliegstraat), op het perceel gelegen nabij Vliegstraat 88, afdeling 2, sectie C, nr. 378W.
De vergunning voor de twee hoogstammige bomen, stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 08 01 2025
Beslissing Raad van State betreffende de definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan ‘Sport- en Recreatievelden"
Besluit
Zitting van 08 01 2025
Alkense plantendag 2025
Op zondag 13 april 2025 organiseren de plaatselijke afdeling van de Landelijke Gilde en imkersbond De Vlijtige Bestuivers van 9 tot 17u in en rond gc St.-Jorisheem de jaarlijkse Alkense Plantendag met onder meer: een Korte Keten Markt, ruilen van planten, kruiden en zaden, verkoop van tuinmaterialen, ...
Feiten en context
De Landelijke Gilde organiseert samen met De Vlijtige Bestuivers de Alkense Plantendag. Het is de bedoeling dat inwoners hun overschot aan planten/zaden meenemen naar het evenement om ze daar weg te geven aan andere inwoners of om te ruilen voor andere planten/zaden. Naast het gratis ruilen en weggeven van planten door de inwoners van Alken willen de organisatoren ook de handelaars van Alken (en directe omgeving) inzake tuin, bomen, struiken, zaden, kruiden, tuinmateriaal, imkermateriaal en bijenproducten erbij betrekken (voor verkoop) om er een groot evenement van de te maken dat veel volk aantrekt om het groene landschap te versterken. Met dit evenement willen ze niet enkel inwoners van de gemeente Alken bereiken, maar mensen uit de hele regio.
De Landelijke Gilde en De Vlijtige Bestuivers vragen een samenwerking voor de organisatie van de Alkense Plantendag op zondag 13 april 2025 van 9u00 - 17u00 en er de jaarlijks aangeboden gratis bijenvriendelijke planten (aan elk Alkens gezin) te bedelen.
De Landelijke Gilde en de imkersvereniging vragen volgende ondersteuning van de diensten:
● 1. Stand gemeentebestuur
○ Afhalen en voorzien bijenvriendelijke plant
○ Stand compostmeester
○ Infosessie via Vlaco
● 2. Promo Plantendag algemeen:
○ Aankondiging van de Alkense Plantendag in het maart/aprilnummer 2025 van het gemeentelijk informatieblad en via andere gemeentelijke informatiekanalen.
○ Aankondiging van de Plantendag op de gemeentelijke website + op Facebook
○ Gebruik van de Euroframes + banners van de Plantendag - 2 of 3 weken ervoor.
○ Flyer geïntegreerd in gemeentelijk informatieblad en e-loket om de bijenvriendelijke plant te kunnen reserveren.
● 3. Voorzien van de locatie
○ Gezien de Landelijke Gilde samen met De Vlijtige Bestuivers de Alkense Plantendag 2025 wil organiseren op zondag 13 april 2025 in het gc St-Jorisheem en de directe omgeving.
Juridische grond
Art.56 Decreet lokaal bestuur
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Het organiseren van de Alkense Plantendag kadert in de acties die gemeente Alken onderneemt ter bevordering van het milieu. Het aanmoedigen tot het planten van groene elementen draagt zijn steentje bij het behalen van de doelstellingen van het burgemeestersconvenant.
Met dit project kan de biodiversiteit in de gemeente verhogen en de flora voor de (honing)bijen als bedreigde diersoort verbeteren. Verder biedt de gratis bedeling van de bijenvriendelijke plant aan elk Alkens gezin structurele ondersteuning aan de bijen en de natuur. Deze bedeling van de bijenvriendelijke plant gaat wegens het gemeenschappelijk doel best door tijdens de Alkense plantendag 2025. Onder de planten zal ook een bijenvriendelijke boom zitten dat meehelpt in het behalen van het Lokaal Energie- en Klimaat pact (LEKP) werf 1: 1 extra boom per inwoner.
Door de ondersteuning van de gemeente wordt een groter publiek bereikt en zo wordt meer aandacht gevestigd op de korte keten markt en wordt gewerkt aan klimaatsensibilisatie en -educatie.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
5.000 euro (plantgoed) | 21% | 001278 |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring voor de gemeentelijke samenwerking aan de Alkense Plantendag op zondag 13 april 2025 van 9 tot 17u in en rond gc St.-Jorisheem, een organisatie van imkersvereniging De Vlijtige bestuivers en de Landelijke Gilde.
Het gemeentelijk aandeel in deze samenwerking betreft promo én de bedeling van een gratis bijenvriendelijke plant aan elk Alkens gezin. De planten kunnen betaald worden op MJP001278.
Zitting van 08 01 2025
Ondertekenen brief Statiegeldalliantie
Een open brief over de invoering van statiegeld (zie bijlage) wordt via de Statiegeldalliantie verstuurd naar de politieke besluitvormers in België (de Vlaamse en Waalse regering, en de Brusselse formateurs) om hen te herinneren aan het belang van de invoering van statiegeld. Gemeente Alken ondertekend deze brief en gaat akkoord dat het logo aan de brief wordt toegevoegd. De brief wordt ook gepubliceerd op de website van de Statiegeldalliantie en de gemeente ontvangt een communicatiepakket om te communiceren op de gemeentelijke informatiekanalen. Hiermee mobiliseert Alken zich mee in de oproep om een doeltreffend en uniform statiegeldsysteem in te voeren.
Feiten en context
Een open brief over de invoering van statiegeld (zie bijlage) wordt via de Statiegeldalliantie verstuurd naar de politieke besluitvormers in België (de Vlaamse en Waalse regering, en de Brusselse formateurs) om hen te herinneren aan het belang van de invoering van statiegeld. Gemeente Alken ondertekend deze brief en gaat akkoord dat het logo aan de brief wordt toegevoegd. De brief wordt ook gepubliceerd op de website van de Statiegeldalliantie en de gemeente ontvangt een communicatiepakket om te communiceren op de gemeentelijke informatiekanalen. Hiermee mobiliseert Alken zich mee in de oproep om een doeltreffend en uniform statiegeldsysteem in te voeren.
Juridische grond
Het decreet lokaal bestuur, in het bijzonder art. 41 5°.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
In Alken blijft het gemeentepersoneel en de Mooimakers de strijd met zwerfvuil en sluikstort tegengaan. Dit zwerfvuil heeft een negatieve impact op de leefomgeving, schadelijke effecten voor de gezondheid van mensen en dieren (ook landbouwdieren), en een grote opruim kost. Alken kan hiermee de strijd tegen blikjes en flesjes op een bovenlokaal niveau aanmoedigen. De Statiegeldalliantie strijdt voor een systeem dat toegankelijk is voor iedereen, ook voor mensen met een handicap, ouderen of kinderen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring voor het ondertekenen van de Open brief opgesteld door de Statiegeldalliantie, om tegen 2025 statiegeld te heffen op plastic flesjes en blikjes.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.