Gemeente Alken

Zitting van 24 september 2020

van 21:30 tot 22:25

 

Aanwezig: Patrick Martens, voorzitter; Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Sabine Van de Sande, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs, raadsleden; Pascal Giesen, algemeen directeur;

Verontschuldigd: Igor Philtjens, raadslid;

 

Vanaf punt 4 verlaat Filip Vanvinckenroye, raadslid de zitting.

 

 

Overzicht punten

Zitting van 24 09 2020

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 27 augustus 2020

De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

Het video- en audioverslag van de gemeente- en OCMW-raad d.d. 27/08/2020 (terug te vinden onder volgende link Video- en audioverslag gemeente- en OCMW-raad 27/08/2020) geldt als zittingsverslag voor de gemeente- en OCMW-raad d.d. 27/08/2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/11/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 09 2020

 

Opvolgingsrapportering MJP 2020 - Kennisname

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 voorziet in een geïntegreerde planning van de gemeente en het OCMW. Artikel 263 van het decreet lokaal bestuur voorziet dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd maar dat minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd moet worden.

 

Artikel 29 betreffende de BBC bepaalt dat in de opvolgingsrapportering volgende elementen aan bod komen:

1)      een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;

2)      een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;

3)      in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;

4)      in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiėle risico's.

 

Deze rapportering omvat zowel de transacties van de gemeente als die van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.  In het voorliggende rapport geven de schema's een financieel overzicht tot en met 30 juni en de stand van zaken geeft een overzicht tot begin september.

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 263;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 29;

 

Besluit

Artikel 1: De raad neemt kennis van het opvolgingsrapport.

 

 

Publicatiedatum: 04/11/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 09 2020

 

Vaststellen nominatieve subsidie

Het vast bureau heeft op 09/09/2020 beslist om het volledige bedrag van € 2.116 aan federale subsidie in het kader van het KB van 31/03/2020 houdende dringende maatregelen inzake voedselhulp voor de doelgroep van gebruikers van het OCMW, zoals gewijzigd bij KB van 24/06/2020, over te maken aan Sint-Vincentius Alken. Sint-Vincentius  is vertrouwd met deze materie en zorgt momenteel ook al voor de voedeselbedeling op het grondgebied van Alken. Zij zijn het best georganiseerd om deze taak uit te voeren.

 

Dit betreft een nominatieve subsidie en op het vlak van bevoegdheden gekoppeld aan het toekennen van subsidies beschrijven artikels 41 en 78 van het decreet lokaal bestuur welke bevoegdheden niet door de raad aan het uitvoerend orgaan kunnen worden toevertrouwd.  Het betreft het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.

 

 

Gelet op artikel 78, 17° van het decreet lokaal bestuur dat bepaalt dat het tot de uitdrukkelijke bevoegdheid van de OCMWraad behoort om de subsidiereglementen vast te stellen en om de nominatieve subsidies toe te kennen;

Gelet op het KB van 31/03/2020 houdende dringende maatregelen inzake voedselhulp voor de doelgroep van gebruikers van het OCMW, zoals gewijzigd bij KB van 24/06/2020;

Gelet op het besluit van het vast bureau van 09/09/2020;

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De raad kent de nominatieve subsidie van € 2.116 toe aan Sint-Vincentius Alken.

Artikel 2:De raad geeft de opdracht aan het vast bureau om de nominatieve subsidie toe te kennen binnen het voorziene krediet aan Sint-Vincentius Alken.

 

 

Publicatiedatum: 04/11/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 09 2020

 

Federale subsidies: Covid-19 subsidie voor de doelgroep van de OCMW's

 

De OCMW's zien door toedoen van de coronacrisis volgens de federale overheid nieuwe doelgroepen met diverse financiële problemen aan hun deur verschijnen.

 

In mei 2020 heeft de regering met spoed 15 miljoen euro vrijgemaakt voor de OCMW’s om hulp toe te kennen aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.

 

Dit eerste budget werd nadien aangevuld met 100 miljoen euro. Bovendien werd een bedrag van 10 miljoen euro toegekend aan de OCMW’s in functie van de personeels- en werkingskosten voor het beheer van deze nieuwe aanvragen en ook voor initiatieven die zich richten naar de groepen die geen passende steun hebben gevonden.

 

De toelage bestrijkt een periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020. Ze moet verantwoord worden door middel van een elektronisch verslag, bestaande

uit de gegevens van de activiteiten en een financieel overzicht. Dit verslag moet worden

overgemaakt via de webtoepassing "Uniek Jaarverslag" 2020.

 

De federale regering besliste in twee stappen. Een koninklijk besluit van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn werd gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 juli 2020.

 

Het subsidiebudget voor Alken is opgetrokken van €5.290,00 na het eerste besluit, naar €40.546,00, plus €3.526,00 als tussenkomst in de personeels- en werkingskosten.

 

De toelage is bedoeld voor steun aan gebruikers van het OCMW. Het besluit definieert als “gebruiker”: de persoon die zich in een moeilijke sociale situatie bevindt en een deel van zijn inkomen en/of van zijn koopkracht heeft verloren als gevolg van COVID-19 en die een beroep doet op de diensten van het OCMW. De federale regering stuurt aan op steun die gericht is op “personen in moeilijkheden teneinde het voordeel van sociale maatregelen te verruimen […] tot een breder publiek”.

 

In artikel 2 van het koninklijk besluit wordt tevens gevraagd dat de OCMW’s

proactief gezinnen in moeilijkheden identificeren. De toelage mag dus niet alleen benut worden voor personen die recht hebben op een leefloon of een andere sociale uitkering. Zodra iemand een individuele hulpaanvraag doet bij het OCMW, behoort hij tot de doelgroep

 

Een en ander houdt dus in dat de toelage niet uitsluitend bestemd is voor gerechtigden op maatschappelijke integratie, maar voor iedere persoon van wie het OCMW de behoeftigheid heeft vastgesteld na een individuele analyse. Dat kan dus ook het geval zijn als de bestaansmiddelen van de persoon in kwestie hoger zijn dan het leefloon.

 

 

 

Het OCMW kan de toelage gebruiken voor tussenkomsten in 8 sectoren of maatschappelijke domeinen:

1° het verlenen van hulp voor huisvesting, met inbegrip van de lasten, uitgezonderd de

huurwaarborg;

2° het verlenen van hulp voor energieverbruik, met inbegrip van inbegrip van de noodzakelijk

begeleiding en sociale en budgettaire geleiding;

3° het verlenen van hulp voor digitale ondersteuning met het oog op het bevorderen van het

online opstarten van procedures, sociale contacten en onderwijsondersteuning;

4° het verlenen van psychosociale hulp om de kosten te dekken van erkende professionele

hulpverleners bij huiselijk geweld, angstproblemen en psychiatrische onrust;

5° het verlenen van hulp op het gebied van gezondheid;

6° het verlenen van hulp bij onbetaalde facturen als gevolg van een beperking van de

middelen;

7° het lenigen van andere levensnoodzakelijke behoeften;

8° het verlenen van steun in het kader van de strijd tegen kinderarmoede.

 

Deze steun kan volgens het koninklijke besluit alleen worden toegekend op basis van een individuele behoefte vastgesteld door een sociaal onderzoek. Het subsidiekrediet voor steun moet benut zijn in 2020. Steeds volgens het koninklijk besluit zullen niet-gebruikte of niet-verantwoorde bedragen (ook inzake personeels- en werkingskosten) door de federale overheid worden teruggevorderd.

 

De VVSG en haar Brusselse en Waalse zusterorganisaties hebben inmiddels bij de federale regering aangedrongen op soepelheid voor de bestedingstermijn en op minder werklast voor de OCMW’s bij de toekenning van de extra steun. Tot op heden blijven de regels van het koninklijk besluit gelden.

 

Voor de afbakening van de doelgroep en de steuntoekenning in Alken zijn er twee opties.

 

Bij optie 1 dient er, naast het bewijs van het inkomensverlies en een financieel

moeilijke situatie, een sociaal onderzoek te gebeuren. Voor alle 'hulpvragen' brengt de sociale dienst een voorstel op het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst voor een beslissing.

 

Dit vergt een grote extra inspanning van de sociale dienst, zeker bij een brede en proactieve

bekendmaking via gemeentelijke mediakanalen. Een pluspunt is dat bij de toepassing van een ruimer systeem van steunberekening (Quetelet) rekening gehouden wordt met

huur, spaargelden en andere inkomsten van de hulpvragers. De toelage wordt dan beter en meer benut voor mensen die er echt nood aan hebben en dat moet altijd de eerste doelstelling van een OCMW zijn.

 

Bij optie 2 gebeurt er geen bijkomend sociaal onderzoek. Ze steunt op een bericht van de VVSG dat lokale besturen gegevens krijgen van de federale Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KZS) en van de Vlaamse overheid (Vlaams Agentschap Opgroeien) over mensen die het door de coronacrisis moeilijk hebben. Concreet gaat het over wie sinds 1 maart 2020 het groeipakket met sociale toeslag krijgt, mensen in tijdelijke werkloosheid en zelfstandigen met een overbruggingsrecht. Dat kan een basis zijn voor een (forfaitaire) steuntoekenning. Het voordeel is dat de sociale dienst minder belast wordt. Een minpunt is dat er geen rekening gehouden wordt met de huurgelden, eventuele spaargelden, andere inkomsten e.d. van de betrokken hulpvragers. 

 

Bij optie 2 zijn er twee voorwaarden.

Ten eerste moet de Vlaamse overheid toestemming geven dat de informatie van het Agentschap Opgroeien/Agentschap Uitbetaling Groeipakket mag doorgegeven worden van de gemeente aan het OCMW. De VVSG heeft een officiële bevestiging gevraagd.

Ten tweede is er de vraag of deze optie strookt met het "vaststellen van de individuele behoefte op basis van een sociaal onderzoek", opgelegd in de omzendbrief bij het koninklijk besluit. De sociale dienst van het OCMW heeft aan de POD Maatschappelijke Integratie gevraagd of de informatie van de KSZ en de Vlaamse overheid mag dienen om de doelgroep te bepalen voor de besteding van de federale subsidie.

 

De sociale dienst, onder voorbehoud van een gunstig antwoord op de hierboven geformuleerde vragen, stelt optie 2 voor om de doelgroep te bepalen voor de besteding van de middelen.

 

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 2020 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 13

mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de

openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De Raad beslist om de subsidie van 40.546,00 euro die voorzien wordt door het Koninklijk besluit van 13 mei 2020 "houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd door het Koninklijk besluit van 3 juli 2020" op de volgende wijze te besteden.

-De middelen worden ingezet voor een nieuwe doelgroep die door corona inkomens verlies geleden heeft en in een financieel moeilijke situatie is verzeild geraakt. Het gaat daarbij o.m. over wie sinds 1 maart 2020 het groeipakket met sociale toeslag krijgt, mensen in tijdelijke werkloosheid en zelfstandigen met een overbruggingsrecht.

-De sociale dienst van het OCMW steunt daarbij zoveel mogelijk op gegevens van de federale Kruispuntbank Sociale Zekerheid en van Vlaams Agentschap Opgroeien/Agentschap Uitbetaling Groeipakket.

-Om de nieuwe doelgroep te bereiken, wil de sociale dienst de betrokken mensen ook actief opsporen. Dat zal gebeuren met een infocampagne via Alkeninfo, de gemeentelijke website en facebookpagina. Voorts zullen de maatschappelijk werkers de cliënten aanspreken en uitnodigen om hun persoonlijke financiële situatie te bekijken. Aan het Vlaams Agentschap Uitbetaling Groeipakket wordt gevraagd om kwetsbare gezinnen gericht te informeren over het aanbod van het OCMW.

-De steun bestaat uit een tussenkomst van maximaal 200 euro per maand. De steun moet worden aangewend in een van de acht sectoren, beschreven in het koninklijk besluit.

-Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst beslist over de toekenning.

 

 

Publicatiedatum: 04/11/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 09 2020

 

Vlaamse Covid-19-subsidies: armoedebestrijding + consumptiebudget

VLAAMSE SUBSIDIES:

 

1. Armoedebestrijding

De subsidie voor armoedebestrijding is beslist in het Decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie.

 

Alken ontvangt 15.804,72 euro.

 

Daarvoor hoeft geen aanvraag te gebeuren. Het betreft een algemene werkingssubsidie om de lokale besturen financieel te versterken om de uitdagingen die voortvloeien uit de COVID-pandemie op het vlak van lokale armoedebestrijding aan te gaan. Lokale besturen dienen deze middelen in de eerste plaats in te zetten in het kader van hun sociaal beleid ter ondersteuning van kwetsbare huishoudens, maar ze beslissen zelf op welke manier ze dat doen. Deze middelen hoeven niet volledig opgebruikt te worden in 2020 en er is momenteel geen sprake dat het niet-opgebruikte gedeelte naderhand wordt teruggevorderd. Bij de besteding moet dit wel via opgelegde codes in de BBC geboekt worden (AR: 7401/4 Andere algemene werkingssubsidies; BV: 0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus; ESC: 300 Vlaamse overheid; externe rapporteringscode: ABB-ARM-COR).
De verdubbeling van de kindtoelage van mei tot en met augustus 2020 kan hieronder vallen. Ook nog toekomstige initiatieven rond armoedebestrijding kunnen met deze subsidie gefinancierd worden.

 

 

2.Consumptiebudget

Op 10 juli keurde de Vlaamse regering het Besluit goed tot toekenning van een specifieke subsidie aan de Vlaamse gemeente, OCMW's en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelegroepen. Hierbij wordt er een subsidie van €15 miljoen voorzien. De subsidie richt zich op bestaande of nieuwe lokale waardebonnensystemen die kwetsbare groepen helpen om de negatieve financiële impact van COVID-19 op te vangen.

 

De subsidie die Alken kan besteden is 16.682,76 euro.

 

Lokale besturen moeten om deze subsidie te ontvangen ten laatste op 30 september 2020 een aanvraag indienen bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. Het bestuur moet zelf de afbakening van de kwetsbare doelgroepen en lokale handelszaken bepalen, naast de waarde, geldigheidsduur en het gebruik van de bonnen. Belangrijk is dat de bonnen bij het lokaal bestuur ingewisseld moeten worden tussen 1 juni 2020 en 31 december 2021.

De subsidie moet boekhoudkundig verwerkt worden als een specifieke werkingssubsidie (AR 7405/9), op het beleidsveld 0900 (sociale bijstand), met de economische sectorcode 300 (Vlaamse overheid) en externe rapporteringscode ABB-BON-COR.

Deze €15 miljoen specifieke werkingssubsidie komt bovenop de €15 miljoen die als algemene werkingssubsidie werd toegekend om lokale besturen in staat te stellen om armoede ten gevolge van COVID-19 lokaal te bestrijden (zie punt 1).

 

Artikel 2 en 3 van het besluit bepalen de voorwaarden waaraan een lokaal bestuur moet voldoen om deze subsidie te kunnen aanvragen en ontvangen:

Het lokaal bestuur dient tijdig een correcte en volledige aanvraag in (voor 30/09/2020).

Het lokaal bestuur beschikt over een bestaand of nieuw lokaal waardebonnensysteem:

In dat systeem wordt in een extra consumptiebudget voorzien voor kwetsbare doelgroepen, die verkeren in financiële armoede of die ten gevolge van COVID-19 in financiële armoede dreigen terecht te komen. Bestaande systemen van waardebonnen of voordeelpassen zoals de Uitpas en Paspartoe (VGC) komen ook in aanmerking;

Het waardebonnensysteem kan een samenwerking zijn tussen gemeenten en OCMW’s, al dan niet in een specifiek samenwerkingsverband, zoals intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, welzijnsverenigingen, autonome gemeentebedrijven, enz.

De Vlaamse gemeenten of OCMW’s definiëren en motiveren de afbakening van de kwetsbare doelgroepen en lokale handelszaken op basis van de plaatselijke noden. Zij kunnen die immers het beste inschatten. De gemeenten en OCMW’s nemen hun definitie en motivatie op in een raadsbesluit (collegebesluit voor de VGC):

Dit consumptiebudget kan gebruikt worden in lokale handelszaken of organisaties, zoals kledingwinkels, voedingswinkels, horeca, winkels voor educatief schoolmateriaal, en bij organisaties voor bijvoorbeeld culturele evenementen, vrijetijdsbesteding, enz.

Naast een aantal uitkeringsgerechtigde categorieën zoals personen met een leefloon of gelijkgestelde steun, personen met een handicap (IVT) of met een inkomensgarantie voor ouderen of een gewaarborgd inkomen voor ouderen, kunnen ook mensen met een laag loon of een laag pensioen of personen die nu al aanvullende steun krijgen, in aanmerking komen.

Het lokaal bestuur bepaalt de waarde van de bonnen, de geldigheidsduur, de wijze van toekenning en het gebruik en de validering van de bonnen. De bonnen moeten wel worden ingewisseld bij het lokale bestuur tussen 1 juni 2020 en 31 december 2021.

 

De subsidie is een financiële aanmoediging voor de waarde van de bonnen. Indirecte kosten en overheadkosten verbonden aan de uitgifte van de bonnen, zoals drukkosten, personeelskosten, enz. komen niet in aanmerking voor subsidiëring.

 

Voorstel van de sociale dienst, na overleg met het BCSD:

De sociale dienst stelt voor om de middelen van het consumptiebudget te benutten voor dezelfde kwetsbare gezinnen die reeds in aanmerking komen voor het fonds socio-culturele participatie (doelgroep):

* personen met een leefloon
* personen met een equivalent leefloon

* personen die recht hebben op financiële steun (volgens berekening in Quetsysteem)

* personen in budgetbeheer, budgetbegeleiding of in een collectieve schuldenregeling
* personen die een voedselpakket ontvangen, na sociaal onderzoek.

 

Het gaat momenteel om 103 gezinnen/ alleenstaanden of  194 individuen (volwassenen en kinderen)

 

Op basis van de huidige cijfers, zal er per individu een beschikbaar budget van +/-80 euro zijn.

 

Er wordt voorgesteld om de subsidie uit te keren via het bestaande systeem van de Alkenbon.

Er wordt gekozen om alle deelnemende handelaars van de Alkenbon op te nemen in de lijst.

In een begeleidende brief bij de Alkenbon worden de mensen aangespoord om de bon te besteden aan levensnoodzakelijke aankopen (voeding, medicatie, herstellingen, ea).

Het bedrag van één bon wordt bepaald op 10 euro. De bonnen zullen op 5 verschillende tijdstippen (1 of meerdere bonnen per keer, naargelang de nog beschikbare voorraad afhankelijk van het aantal gerechtigden op dat ogenblik) verdeeld worden aan de gerechtigde individuen van de doelgroep, in de periode van oktober 2020 tot en met eind december 2021.

De bonnen zullen verdeeld worden via de sociale dienst, met ondertekend ontvangstbewijs door een volwassene van het gezin.

De Alkenbonnen zijn geldig tot 31/12/2021.


Voor tussenkomsten in vrije tijd, hobbys en schoolkosten kunnen de gezinnen reeds gebruik maken van de middelen van het fonds voor socio culturele participatie.

 

 

Gelet op het Decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie;

Gelet op het Besluit Vlaamse Regering van 10 juli 2020 tot toekenning van een specifieke subsidie aan de Vlaamse gemeenten, OCMW's, en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen;

Gelet op het advies van het BCSD;

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: Een gedeelte van de subsidie van 15.804,72 euro die werd toegekend aan de gemeente Alken bij Decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van maatregelen m.b.t. de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en m.b.t. de armoedebestrijding n.a.v. de Covid-19 pandemie wordt besteed aan de verdubbeling van de kindtoelage die werd ingevoerd ten gevolge van de coronacrisis voor de maanden mei tot en met augustus 2020.

 

 

Artikel 2: De subsidie van 16.682,76 euro (verleend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 tot toekenning van een specifieke subsidie aan de Vlaamse gemeenten, OCMW's, en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen) wordt uitgekeerd aan de doelgroep via het bestaande systeem van de Alkenbon.

 

Artikel 3: De doelgroep wordt vastgelegd op dezelfde kwetsbare gezinnen die reeds in aanmerking komen voor het fonds socio-culturele participatie:

* personen met een leefloon
* personen met een equivalent leefloon

* personen die recht hebben op financiële steun (volgens berekening in Quetsysteem)

* personen in budgetbeheer, budgetbegeleiding of in een collectieve schuldenregeling
* personen die een voedselpakket ontvangen, na sociaal onderzoek.

 

Artikel 4:  Alle deelnemende handelaars van de Alkenbon worden opgenomen.

In een begeleidende brief bij de Alkenbon worden de mensen aangespoord om de bon te besteden aan levensnoodzakelijke aankopen (voeding, medicatie, herstellingen, ea).

 

Artikel 5:  Het bedrag van één bon wordt bepaald op 10 euro. Aangezien het momenteel gaat om 103 gezinnen/ alleenstaanden of 194 individuen (volwassenen en kinderen), zal er per individu een beschikbaar budget van +/- 80 euro zijn. De bonnen zullen op 5 verschillende tijdstippen verdeeld worden, naargelang de nog beschikbare voorraad afhankelijk van het aantal gerechtigden op dat ogenblik: 2 x € 10 in december 2020, 1 x €10 in februari 2021, 2 x €10 in mei 2021, 1x €10 in augustus 2021 en het resterende budget in oktober 2021.

 

Artikel 6:De Alkenbonnen zijn geldig tot 31/12/2021.

 

Artikel  7: De bonnen zullen verdeeld worden via de sociale dienst, met ondertekend ontvangstbewijs door een volwassene van het gezin.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/11/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 09 2020

 

Aangepast reglement Toelage voor participatie en sociale activering

In het koninklijk besluit van 31 juli 2020 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW’s met betrekking tot de eerste zes maanden van het jaar 2020, werd 2762 euro voorzien voor de gemeente Alken.

Gezien de regering in lopende zaken is, heeft dit toelagebesluit betrekking op de eerste zes maanden van het jaar 2020 en betreft het 50% van de totale toelage voor het jaar 2020. Vanaf november 2020 zal een tweede toelagebesluit genomen worden om de andere 50% van het toelagebedrag voor het jaar 2020 vast te leggen. 

 

Deze toelage zet het beleid van de voorgaande jaren verder. Echter werden er een paar wijzigingen doorgevoerd op het niveau van de besteding van de toelage die zijn ingegeven door het feit dat het jaar 2020 getekend is door de Covid19-crisis enerzijds en door een streven naar administratieve vereenvoudiging anderzijds.

Zo werd besloten om de bestedingspercentages voor de luiken “collectieve modules” en “kinderarmoede”, af te schaffen. Bijgevolg kan het OCMW de toegekende toelage vrijelijk besteden binnen de krijtlijnen van het uitvoeringsbesluit.

 

Een tweede belangrijke wijziging heeft betrekking op de personeelskosten binnen het kader van de collectieve modules.  Hier worden de personeelskosten die men op de toelage kan aanrekenen, beperkt tot hoogstens 50% van het totaalbedrag van de toelage.

 

 

Gelet op het jaarlijks terugkerende besluit betreffende het subsidiesysteem voor de bevordering van maatschappelijke participatie, de culturele en sportieve ontplooiing en de bestrijding van armoede van kinderen van de gebruikers van de OCMW-dienstverlening;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het Koninklijk besluit van 31 juli 2020 houdende maatregelen van de particpatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW’s met betrekking tot de eerste zes maanden van het jaar 2020.

Gelet op het amendement, ingediend door raadslid Ingrid Jacobs, om artikel 6 aan te passen, met name dat er nu voldoende geld is om het gedeelte dat iemand zelf moet betalen terug te brengen tot € 10 ipv € 15.

 

Besluit

Amendement - Aanpassing artikel 6

5 stemmen voor: Bart Jeuris, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

14 stemmen tegen: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

 

Aangepast regl. Toelage voor part.soc.activering

18 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande, Bart Jeuris, André Vanhex, Hannah Billen, Ingrid Jacobs en Pierrette Putzeys

1 onthouding: Kris Franssens

 

Artikel 1: De raad keurt de aanpassing van het reglement voor de Toelage voor participatie en sociale activering in het kader van sociale culturele participatie goed, dat geldt als volgt:

 

 

Art. 1

Ons centrum voert een participatietoelage in voor de leefloners, personen met steun equivalent leefloon, de personen die in budgetbegeleiding of budgetbeheer zijn bij ons centrum, personen die een financiële steun ontvangen en personen die een voedselpakket ontvangen van Sint-Vincentius (op doorverwijzing van het OCMW).

 

Art. 2

Ieder lid van het gezin ontvangt voor de periode 1 januari tot 31 december van het lopende jaar een maximaal bedrag van 65,00 Euro tot uitputting van de ons toegekende som.

 

Art. 3

De volledige of gedeeltelijke financiering van volgende  activiteiten worden in aanmerking genomen:

Sportief vlak:

          tussenkomst in aankoop van benodigdheden voor uitoefenen van de sportactiviteit

Cultureel vlak:

          tussenkomst in lidmaatschap van culturele vereniging

          tussenkomst in ticket culturele voorstelling (film, toneel, museum, muziekoptreden, dansvoorstelling,...)

Sociaal vlak:

          tussenkomst in benodigdheden jeugdbeweging, speelpleinwerking…  

          uitstap naar een pretpark

          tussenkomst in de kosten van een jongeren vakantie (bivak van jeugdbeweging, kamp van een mutualiteit....)

          tussenkomst in kosten van een cursus (kookcursus, taalcursus,...).

          vervoerskosten uitstap (treintickets, bus tickets, …)

Vlak van nieuwe informatie- en communicatie technologie:

          tussenkomst in het volgen van informatica cursussen (tekstverwerking, internet...)

          tussenkomst in de aankoop van informatica materieel

 

Art. 4.

Er kan enkel worden uitbetaald op basis van een factuur of een betalingsbewijs.

 

Art. 5

Tevens kunnen er binnen het kader van de sociale en culturele participatietoelage groepsactiviteiten worden georganiseerd voor de categorieën bepaald in artikel 1 en de senioren die beroep doen op de diensten van het OCMW van Alken. Voorbeelden van de groepsactiviteiten zijn de cursus “omgaan met stress”, een uitstap in de zomervakantie, het Kerstfeest en de cursus gezond en met een beperkt budget koken.

Als alternatief voor het Kerstfeest omwille van Covid-19, kan er een traiteur cheque of traiteur service aangeboden worden.

 

Art. 6

Hoogstens 50% van het totaalbedrag van de toelage kan besteed worden aan personeelskosten binnen het kader van de collectieve modules.  Collectieve modules kunnen de individuele begeleiding in het kader van de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie aanvullen.

Art. 7

Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst kan op gemotiveerde wijze en op verzoek van de bevoegde maatschappelijk werker afwijken van artikel 1 van dit besluit en beslissen om een participatietoelage toe te kennen aan een behoeftige die niet behoort tot de categorieën bepaald in artikel 1

 

 

Artikel 2: De raad keurt de aanpassing van het reglement voor de Toelage voor participatie en sociale activering in het kader van kinderarmoede goed, dat geldt als volgt:

 

Art. 1

Ons centrum voert een toelage in voor kinderen van leefloners, kinderen van personen met steun equivalent leefloon, kinderen van personen die een financiële steun ontvangen, kinderen van personen die in budgetbegeleiding of budgetbeheer zijn bij ons centrum en kinderen van personen die een voedselpakket van Sint-Vincentius ontvangen (op doorverwijzing van het OCMW).

 

Art. 2

Ieder kind van het gezin ontvangt voor de periode 1 januari tot en met 31 december van het lopende jaar een maximaal bedrag van € 85,00 tot uitputting van de ons toegekende som.

 

De volledige of gedeeltelijke financiering van volgende activiteiten worden in aanmerking genomen:

maatschappelijke dienstverlening in het kader van de deelname aan sociale programma's:

oopleidingen voor de ouders die verband houden met de ontwikkeling van het kind

oparticipatie aan initiatieven waar luisteren en dialoog met betrekking tot de ontwikkeling van het kind centraal staan

maatschappelijke dienstverlening in het kader van onderwijsondersteuning;

maatschappelijke dienstverlening in het kader van psychologische ondersteuning voor het kind of voor de ouders in het kader van de raadpleging van een specialist;

maatschappelijke dienstverlening in het kader van paramedische ondersteuning;

steun bij de aankoop van pedagogisch materiaal en spellen.

 

Art. 3

Per schooljaar is er een tussenkomst in schooluitstappen (bos- en zeeklassen, …) voor een maximum bedrag van € 140,00 per kind. Een tussenkomst in schoolrekeningen van het secundair onderwijs (boeken, materiaal, …) voor de volledige factuur.

 

Art. 4

De gedeeltelijke financiering (90%) van de facturen van ‘Thuiscompagnie’, worden in aanmerking genomen. Via een individueel dossier, behandeld op het BCSD, wordt bepaald of een gezin in aanmerking komt voor de begeleiding en voor welke periode de tussenkomst wordt toegekend.

 

Art. 5

In het kader van kleuterparticipatie wordt er aan de 2-jarigen van de doelgroep een school-startpakket aangeboden. Het pakket bevat een boekentasje, brooddoos, drinkbus en een voorleesboekje over de eerste schooldag. De ouders ontvangen informatie over de kleuterschool en de schooltoelage.

 

Art. 6

Indien het budget van de gemeente niet toereikend is voor de gedeeltelijke terugbetaling van de gemeentelijke sportkampen, is er een tussenkomst voor maximaal 3 sportkampen per kind per jaar. De deelnemer betaalt zelf 15 euro per kamp.

Drie maal per jaar is er voor kinderen met een beperking een toelage voorzien van maximaal 125 euro per kamp. Het kan hier gaan om een vakantie- of sportkamp al dan niet door de gemeente georganiseerd. De deelnemer betaalt zelf 15 euro per kamp.

De tussenkomst kan ook besteed worden aan lidgelden van organisaties die activiteiten organiseren voor personen met een beperking.

 

Art. 7

In het kader van Covid-19 kan er een beschermingspakket aangekocht worden voor de gezinnen met o.a. mond-neusmaskers en ontsmettingsgel.

 

Art. 8

De volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of voor kinderen van gebruikers om hun maatschappelijke integratie te bevorderen worden in aanmerking genomen. Hiermee worden de kosten voor het opzetten van acties met het oog op de sociale integratie van kansarme kinderen bedoeld.

 

Art. 9

Er kan enkel worden uitbetaald op basis van een factuur of een betalingsbewijs.

 

Art. 10

Het BCSD kan op gemotiveerde wijze en op verzoek van de bevoegde maatschappelijk werker afwijken van artikel 1 van dit besluit en beslissen om een toelage toe te kennen aan een behoeftige die niet behoort tot de categorieën bepaald in artikel 1

 

 

Publicatiedatum: 04/11/2020