Gemeente Alken

Zitting van 31 maart 2022

van 20:00 tot 21:00

 

Aanwezig: Peter Bollen, voorzitter; Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Ingrid Loix, Frank Vroonen en Patrick Martens, schepenen; Pierrette Putzeys, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Michel Boussu, Carine Meyers, Danny Jeuris, Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Piet Wijgaerts, Kris Franssens, Ingrid Jacobs en Ida Ceulemans, raadsleden; Pascal Giesen, algemeen directeur;

 

Vanaf punt 7 verlaat Ingrid Loix, schepen de zitting.

Vanaf punt 7 verlaat Danny Jeuris, raadslid de zitting.

Vanaf punt 7 verlaat Igor Philtjens, raadslid de zitting.

Vanaf punt 7 verlaat Piet Wijgaerts, raadslid de zitting.

Vanaf punt 8 vervoegt Ingrid Loix, schepen de zitting.

Vanaf punt 8 verlaat Danny Jeuris, raadslid de zitting.

Vanaf punt 8 vervoegt Igor Philtjens, raadslid de zitting.

Vanaf punt 8 verlaat Filip Vanvinckenroye, raadslid de zitting.

Vanaf punt 8 vervoegt Piet Wijgaerts, raadslid de zitting.

Vanaf punt 11 vervoegt Danny Jeuris, raadslid de zitting.

Vanaf punt 11 vervoegt Filip Vanvinckenroye, raadslid de zitting.

Vanaf punt 11 verlaat André Vanhex, raadslid de zitting.

 

 

Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Verslag van de vorige zitting d.d. 22/02/2022

De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

Het video- en audioverslag van de gemeente- en OCMW-raad d.d. 22/02/2022 (terug te vinden onder volgende link https://youtu.be/_-btrpM2BGsVideo- en audioverslag GR & RMW 22/02/2022 geldt als zittingsverslag voor de gemeente- en OCMW-raad d.d. 22/02/2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Kennisname ontslag raadslid Sabine Van de Sande en opvolging door Ida Ceulemans

Mevr. Sabine Van de Sande (Groen) heeft haar ontslag gegeven als gemeenteraadslid.

Als gemeenteraadslid wordt zij vervangen door de eerstvolgende opvolger van de lijst Groen.

De eerste opvolgers, zijnde de heer Dimitri Driesen, mevr. Charlotte Geboers, mevr. Anita Keupers, de heer Paul Driesen en mevr. Gerda Cops hebben via brief laten weten dat zij hun mandaat als raadslid niet wensen op te nemen en dat zij bijgevolg vervangen zullen worden door mevr. Ida Ceulemans die het mandaat wel wil opnemen.

De gemeenteraad dient vast te stellen dat het opvolgend gemeenteraadslid al de verkiesbaarheidsvereisten ononderbroken is blijven vervullen vanaf de verkiezing en dat zij zich niet bevindt in een geval van onverenigbaarheid (wegens bloed- of aanverwantschap).

Vervolgens moet het nieuw gemeenteraadslid de eed afleggen waardoor zij officieel geïnstalleerd is als raadslid.

 

Gelet op het schrijven dd. 15-1-2022 van mevr. Sabine Van de Sande waarbij zij haar ontslag als gemeenteraadslid van Alken indient vanaf 1.02.2022;

Overwegende dat de vacante plaats van gemeenteraadslid zo snel mogelijk moet opgevuld worden;

Overwegende dat het te vervangen raadslid, mevr. Sabine Van de Sande behoort tot de lijst nr. 4 (Groen);

Aangezien de eerstvolgende opvolgers, zijnde de heer Dimitri Driesen, mevr. Charlotte Geboers, mevr. Anita Keupers, de heer Paul Driesen en mevr. Gerda Cops in genoemde volgorde in aanmerking komt voor de opvolging;

Gelet op het schrijven van de heer Dimitri Driesen, mevr. Charlotte Geboers, mevr. Anita Keupers, de heer Paul Driesen en mevr. Gerda Cops waarbij zij verklaren afstand te doen van hun mandaat als opvolgend gemeenteraadslid van Alken;

Aangezien mevr. Ida Ceulemans, de opvolger op de lijst nr. 4 (Groen), geboren op 19.11.1973 en wonend in de Molenstraat 11/B, in aanmerking komt voor de opvolging;

Overwegende het onderzoek van de geloofsbrieven van mevr. Ida Ceulemans waaruit blijkt dat deze nog steeds voldoet aan alle gestelde eisen van verkiesbaarheid, en zich niet bevindt in een geval van onverenigbaarheid, hetzij wegens uitoefening van een bediening, hetzij wegens bloed- of aanverwantschap;

Aangezien het bewijs is geleverd dat de voornoemde opvolger Belg is en de voorwaarden van leeftijd en woonst verenigt;

 

Besluit

Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van mevr. Sabine Van de Sande als gemeenteraadslid met ingang van 01.02.2022. Ze blijft de functie van raadslid vervullen tot haar opvolger geïnstalleerd is.

Artikel 2: Mevrouw Ida Ceulemans wordt onmiddellijk ter zitting uitgenodigd en verzocht in de digitale openbare vergadering en in handen van de voorzitter van de gemeenteraad de voorgeschreven eed af te leggen waaraan zij voldoet als volgt : “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen “.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Vaststellingen ABB AMJP 2020-2025 Beginkrediet 2022 - Gemeente en OCMW

Het Agentschap Binnenlans Bestuur laat ons, na publicatie van de aanpassingen van het meerjarenplan 2020-2025 - beginkredieten 2022, via e-mail (26/01/2022) het volgende weten:

"Het nazicht van dit beleidsrapport heeft niet geleid tot formele opmerkingen. Er zijn wel enkele technische bemerkingen gemaakt in bijlage bij deze e-mail terug te vinden.

Het wegwerken van deze bemerkingen strekt tot aanbeveling en zal de kwaliteit van de beleidsrapporten ongetwijfeld verhogen. Deze bemerkingen zullen worden opgevolgd bij de volgende beleidsrapporten."

In bijlage kan u de brief met technische bemerkingen terugvinden.

 

Besluit

Artikel 1: De raad neemt kennis van de vaststellingen/opmerkingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de aanpassingen van het meerjarenplan 2020-2025 - beginkrediet 2022.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Budget 2022 - kerkfabriek Sint Joris

De gemeenteraad dient akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek van Sint-Joris binnen een termijn van 50 dagen te beginnen op de dag na het binnenkomen van het advies van het Bisdom.

De gemeentelijke tussenkomst in de exploitatie wordt geraamd op € 32 465,19.

Voor de investeringen wordt er in het budget 2022 geen gemeentelijke tussenkomst voorzien

Het budget 2022 is conform het meerjarenplan 2020-2025.

 

Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek van Sint-Joris, goedgekeurd door de kerkraad in zijn vergadering van 9 november 2021;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale diensten van de erkende erediensten;

Gelet op het Ministerieel besluit van 27 november 2016 houdende vaststelling van de bijhorende modellen;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 en latere wijzigingen;

Gelet op het gunstig advies van de Bisschop van 10 maart 2022.

Overwegende dat de gemeenteraad akte dient te nemen van het budget binnen een termijn van 50 dagen te beginnen op de dag na het binnenkomen van het advies van het Bisdom;

Overwegende dat voor 2022 de gemeentelijke exploitatietoelage € 32 465,19 en de investeringstoelage € 0,00 bedraagt;

Overwegende dat de gemeentelijke exploitatie- en de investeringstoelage voorzien wordt in het gemeentelijk budget 2022;

 

Besluit

Artikel 1: De  gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van de kerkfabriek van Sint-Joris.

Artikel 2: Het budget voorziet €  32 465,19  voor de exploitatie- en € 0,00  voor de investeringstoelage.                   

Artikel 3: Deze beslissing wordt in toepassing van artikel 49, § 1, 3de lid van het decreet van 7 mei 2004 ter kennisgeving verstuurd aan de provinciegouverneur, het centraal bestuur, de kerkfabriek van Sint-Joris en aan het erkend representatief orgaan.

Artikel 4: Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen van het bestuurlijk toezicht van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Budget 2022 - kerkfabriek Terkoest

De gemeenteraad dient akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek van Terkoest binnen een termijn van 50 dagen te beginnen op de dag na het binnenkomen van het advies van het Bisdom.

De gemeentelijke tussenkomst in de exploitatie wordt geraamd op € 12 814,82.

Voor de investeringen wordt er in het budget 2022 geen gemeentelijke tussenkomst voorzien.

Het budget 2022 is conform het meerjarenplan 2020-2025.

 

Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek van Terkoest, goedgekeurd door de kerkraad in zijn vergadering van 9 november 2021;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale diensten van de erkende erediensten;

Gelet op het Ministerieel besluit van 27 november 2016 houdende vaststelling van de bijhorende modellen;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 en latere wijzigingen;

Gelet op het gunstig advies van de Bisschop van 10 maart 2022.

Overwegende dat de gemeenteraad akte dient te nemen van het budget binnen een termijn van 50 dagen te beginnen op de dag na het binnenkomen van het advies van het Bisdom;

Overwegende dat voor 2022 de gemeentelijke exploitatietoelage € 12 814,92 en de investeringstoelage € 0,00 bedraagt;

Overwegende dat de gemeentelijke exploitatie- en de investeringstoelage voorzien wordt in het gemeentelijk budget 2022;

 

Besluit

Artikel 1: De  gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van de kerkfabriek van Terkoest.

Artikel 2: Het budget voorziet € 12 814,92  voor de exploitatie- en € 0,00  voor de investeringstoelage.                   

Artikel 3: Deze beslissing wordt in toepassing van artikel 49, § 1, 3de lid van het decreet van 7 mei 2004 ter kennisgeving verstuurd aan de provinciegouverneur, het centraal bestuur, de kerkfabriek van Terkoest en aan het erkend representatief orgaan.

Artikel 4: Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen van het bestuurlijk toezicht van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Budget 2022 - kerkfabriek Sint Aldegondis

De gemeenteraad dient akte te nemen van het budget 2022 van de kerkfabriek van Sint-Aldegondis binnen een termijn van 50 dagen te beginnen op de dag na het binnenkomen van het advies van het Bisdom.

De gemeentelijke tussenkomst in de exploitatie wordt geraamd op € 33 070,96.

Voor de investeringen wordt er in het budget 2022 geen gemeentelijke tussenkomst voorzien.

Het budget 2022 is conform het meerjarenplan 2020-2025;

 

Gelet op het budget 2022 van de kerkfabriek van Sint-Aldegondis, goedgekeurd door de kerkraad in zijn vergadering van 9 november 2021;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale diensten van de erkende erediensten;

Gelet op het Ministerieel besluit van 27 november 2016 houdende vaststelling van de bijhorende modellen;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 en latere wijzigingen;

Gelet op het gunstig advies van de Bisschop van 10 maart 2022.

Overwegende dat de gemeenteraad akte dient te nemen van het budget binnen een termijn van 50 dagen te beginnen op de dag na het binnenkomen van het advies van het Bisdom;

Overwegende dat voor 2022 de gemeentelijke exploitatietoelage € 33 070,96 en de investeringstoelage € 0,00 bedraagt;

Overwegende dat de gemeentelijke exploitatie- en de investeringstoelage voorzien wordt in het gemeentelijk budget 2022;

 

Besluit

Artikel 1: De  gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van de kerkfabriek van Sint-Aldegondis.

Artikel 2: Het budget voorziet €  33 070,96  voor de exploitatie- en € 0,00  voor de investeringstoelage.                   

Artikel 3: Deze beslissing wordt in toepassing van artikel 49, § 1, 3de lid van het decreet van 7 mei 2004 ter kennisgeving verstuurd aan de provinciegouverneur, het centraal bestuur, de kerkfabriek van Sint-Aldegondis en aan het erkend representatief orgaan.

Artikel 4: Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen van het bestuurlijk toezicht van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Definitieve vaststelling RUP Sport- en recreatievelden na schorsing minister

De gemeenteraad stelde het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ definitief vast op 25 november 2021 . Dit besluit van de gemeenteraad werd door de Vlaamse minister van Omgeving geschorst. Naar aanleiding daarvan zijn enkel wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het geschorste RUP die gebaseerd zijn op, of voortvloeien uit, het schorsingsbesluit. De gemeenteraad stelt dit (aangepaste) ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ opnieuw definitief vast.

Het ruimtelijk uitvoeringsplan omvat de grafische plannen, de stedenbouwkundige voorschriften, het grafisch register planbaten-planschade en de toelichtingsnota (met een beschrijving en verantwoording van de doelstellingen van het plan, weergave van de juridische toestand, de feitelijke toestand, de relatie tot het ruimtelijk structuurplan, de voorschriften die opgeven worden, de verklaringen dat geen plan-MER en ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt, een register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd).

 

BEKNOPTE SAMENVATTING VAN DE BESLISSING

De gemeenteraad stelde het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ definitief vast op 25 november 2021 . Dit besluit van de gemeenteraad werd door de Vlaamse minister van Omgeving geschorst. Naar aanleiding daarvan zijn enkel wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het geschorste RUP die gebaseerd zijn op, of voortvloeien uit, het schorsingsbesluit. De gemeenteraad stelt dit (aangepaste) ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ opnieuw definitief vast. Het ruimtelijk uitvoeringsplan omvat de grafische plannen, de stedenbouwkundige voorschriften, het grafisch register planbaten-planschade en de toelichtingsnota (met een beschrijving en verantwoording van de doelstellingen van het plan, weergave van de juridische toestand, de feitelijke toestand, de relatie tot het ruimtelijk structuurplan, de voorschriften die opgeven worden, de verklaringen dat geen plan-MER en ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt, een register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd).

 

MOTIVERING

JURIDISCHE GROND

Besluit van de gemeenteraad van 25 november 2021 houdende de definitieve vaststelling van het RUP ‘Sport- en recreatievelden’.

Ministerieel besluit van 13 januari 2022 houdende schorsing van het besluit van de gemeenteraad van Alken van 25 november 2021 houdende de definitieve vaststelling van het RUP ‘Sport- en Recreatievelden’.

Het RUP is opgemaakt  conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.2.2 §1 . en 2.2.18 t/m 2.2.23.

 

Het RUP is opgemaakt door Peter Peeters, ruimtelijk planner, opgenomen in het openbaar register van personen die met het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen kunnen worden belast.

 

Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ verordent en herbestemt alle gronden die gelegen zijn binnen de afbakening van het RUP.  Onderstaande strijdige voorschriften van het gewestplan, BPA’s en RUP gelegen binnen het plangebied worden door de vaststelling van het RUP opgeheven, alsook een deel van de verkaveling Alkerstraat zoals aangeduid op het grafisch plan voor deelplan ‘vallei van de Herk oostelijk’:

- gewestplan Hasselt-Genk: agrarisch gebied, woongebied met landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied, gebied voor dagrecreatie;

- BPA Centrum 2 – wijziging Koutermansstraat: art. 1 t/m 7, art. 19, art. 20, aanduiding ‘art. 17’

- RUP Terkoest: art. 2.1 t/m 2.5, art. 3.2, art. 3.4, art. 3.5 en art. 3.17

- RUP Kouterman – deelgebied 2: art. 0, art. 10 en art. 15

 

In het definitief vast te stellen plan zijn alleen wijzigingen t.o.v. het geschorste plan aangebracht die gebaseerd zijn op, en volgen uit, het schorsingsbesluit.

 

Toetsing van de doelstelling van het RUP aan het GRS Alken

Het GRS werd in 2005 definitief aangenomen en goedgekeurd. 

Ondertussen is de fusie van drie lokale clubs een nieuw gegeven en leidt dit nieuw gegeven tot ruimtebehoeften (ontwikkeling van één voetbalsite met 4 terreinen) die niet waren voorzien bij de uitwerking en goedkeuring van het GRS.

Bij het zoeken naar een nieuwe locatie blijven in principe wel de andere ontwikkelingsperspectieven uit de structuurplannen van kracht.

Vanuit het GRS staat voorop:

- dat een voetbalsite die op niveau van de gehele gemeente functioneert, in principe aan het hoofddorp Alken moet worden gesitueerd; het afwegingskader voor nieuwe recreatie-activiteiten stelt verder dat nieuwe infrastructuren in recreatiedomein De Alk - geselecteerd als sportinfrastructuur voor de hele gemeente – moeten worden gerealiseerd

- in de woonkernen kunnen volgens hetzelfde afwegingskader enkel recreatie-infrastructuren als ze uitgerust zijn op het niveau van de kern en gelegen zijn in de kern (niet in woonlinten, woonclusters of verspreid gelegen bebouwing);

- in de open ruimte (buiten de geselecteerde kernen) is recreatie-infrastructuur enkel te verantwoorden in geval van een bestaande structuur en als deze om bepaalde redenen niet kan worden gelokaliseerd in het hoofddorp of de woonkern;

Andere locatie-alternatieven worden afgewogen t.o.v. voormelde uitgangspunten. Als geen locatie wordt gevonden die voldoende groot is én beantwoordt aan (al) de uitgangspunten, is een afwijking van de richtinggevende bepalingen van het GRS te verantwoorden. Immers:

- de ruimtelijke behoeften van de fusieclub zijn een nieuw gegeven die niet in het GRS was (te) voorzien

- de uitwerking van het masterplan voor De Alk (Alken Valley 2020) en de aanduiding van WORG.

 

MEERJARENPLAN

Het ruimtelijk uitvoeringsplan kadert in de volgende doelstellingen van het meerjarenplan 2020-2025:

- Beleidsdoelstelling BD000003 – we bouwen de gemeente uit tot een bruisende  gemeenschap met een toegankelijk (vrijetijds) aanbod.  We willen onze inwoners stimuleren, betrekken en begeleiden naar de (vrijetijds) beleving

- Actieplan AP000007 – we stimuleren de sport- en spelbeleving en breiden de infrastructuur uit

- Actie AC000017 – we integreren en optimaliseren het sport- en speelweefsel

 

WATERPARAGRAAF

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (en latere wijzigingen), inzonderheid artikel 8, § 1 en 2.

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets (en latere wijzigingen), inzonderheid de artikels 2 en 4.

 

Gelet op de bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets (en latere wijzigingen) in bijlage 1 opgenomen kaarten.

 

Overwegende dat volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid het plan onderworpen dient te worden aan de watertoets; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen nadere regels vaststelt voor de toepassing van de watertoets; dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid; dat er in het screeningsdossier een toetsing is gebeurd van het ‘RUP Sport- en recreatievelden’ ten aanzien van het watersysteem; dat de waterloopbeheerders een voorwaardelijk gunstig advies verleend hebben i.h.k.v. de plenaire vergadering; dat de voorwaarden uit deze adviezen doorwerking vonden in de stedenbouwkundige voorschriften, dat de voorschriften voor het deelplan Broosveld n.a.v. de schorsing door de Vlaamse minister nog werden verscherpt met het oog op maximale retentie van afstromend hemelwater; dat hierdoor in alle redelijkheid kan worden geoordeeld dat het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ verenigbaar is met het watersysteem en geen significante problemen met zich mee zal brengen inzake potentiële wateroverlast.

 

PLANMER SCREENING

Het Team MER oordeelde op 1 juli 2020 (scopingsnota i.f.v. 1ste voorontwerp RUP) en 12 maart 2021 (scopingsnota i.f.v. ontwerp RUP) dat gezien de resultaten van de adviezen en inspraakreacties en de verwerking ervan in de sopingsnota, er werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn.  Bijgevolg moet er voor het voorliggende RUP geen plan-MER opgemaakt worden.

 

De doorgevoerde aanpassingen t.o.v. het geschorste RUP hebben betrekking op maatregelen om mogelijke negatieve effecten van een concrete realisatie in het deelplan Broosveld op het watersysteem verder te voorkomen. De planbeschrijving i.f.v. het ontwerp-RUP en bijhorende conclusies uit de plan-mer-screening uit de scopingsnota wijzigen hierdoor niet.

 

RUIMTELIJKE VEILIGHEIDSRAPPORTAGE

Departement Omgeving concludeerde op 2 november 2020 (1ste voorontwerp RUP) en 12 maart 2021 (gewijzigde plangebieden in ontwerp RUP) dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

 

De doorgevoerde aanpassingen t.o.v. het geschorste RUP houden geen wijzigingen in t.o.v. de planbeschrijving en planperimeters t.o.v. het ontwerp RUP.

 

ONTEIGENING

Om het deelplan Broosveld te kunnen realiseren wordt een onteigeningsprocedure voorzien.  Echter de onteigeningsprocedure gekoppeld aan dit RUP wordt gevoerd via een aparte procedure, het onteigeningsplan en bijhorende projectstudie maken bijgevolg geen deel uit van deze RUP-procedure.

 

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEID

Er wordt een erfdienstbaarheid gevestigd voor de ontsluiting van de parking van de voetbalsite naar de Stationsstraat overheen tussenliggende parking van de supermarkt Okay. Overeenkomstig art. 2.2.5§1 14° VCRO en 2.2.5§2 2de lid werd de ontwerp akte m.b.t. deze erfdienstbaarheid ter kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraad.  De gemeenteraad van Alken ging in zitting van 25 maart 2021 akkoord met de voorwaarden bepaald in de ontwerpakte ‘ruiling en eeuwigdurende erfdienstbaarheid van doorgang en heraanleg parkeerplaatsen en wadi tussen de gemeente Alken en nv Colim.  Op 30 juni 2021 werd de akte van ruiling en eeuwigdurende erfdienstbaarheid van doorgang en heraanleg parkeerplaatsen en wadi verleden door de burgemeester.

 

ARGUMENTATIE

VISIE

Drie plaatselijke voetbalclubs in de gemeente Alken zijn gefuseerd tot één club. Het is de bedoeling om de benodigde sportinfrastructuur voor de nieuwe fusieclub op één locatie te ontwikkelen. Dit zou de kosten voor infrastructuur moeten drukken en de werking optimaliseren.

Om de nodig vergunningen te kunnen verlenen om de sportterreinen voor de fusieclub aan te leggen, moet een herbestemming worden doorgevoerd, zodat de gekozen locatie een bestemming als recreatiegebied krijgt.

Als de nieuwe fusieclub al haar activiteiten op één locatie bundelt, zullen de verschillende huidige locaties van de plaatselijke clubs niet meer gebruikt worden. Daar zijn dan nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Al naargelang de gewenste toekomstige functie van die locatie, en de huidige planologische bestemming ervan, leidt dit er toe dat de locaties Eendracht St.-Joris en Terkoest planologisch herbestemd moeten worden, zodat daar de nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden.

Omdat voor de realisatie van de sportsite voor de nieuwe fusieclub herbevestigd agrarisch gebied moet worden herbestemd, zal dit planologisch gecompenseerd moeten worden. De regelgeving schrijft voor dat het ‘planologisch evenwicht hersteld moet worden’ door elders gronden die geen landbouwbestemming hebben als agrarisch gebied te bestemmen.

 

1) Deelplan Broosveld

Het plangebied ligt nabij de kern van Alken, ten noorden langsheen de Expressweg (N80), achter de woonbebouwing langs de Stationsstraat.

Naar aanleiding van het alternatievenonderzoek, de inspraakreacties en adviezen, de mer-screening, bijkomend ecologisch onderzoek, en een meer gedetailleerde inrichtingsoefening, is er in de scopingsfase opgenomen dat de voorkeur van het planteam uitgaat om deze zoekzone als nieuwe voetballocatie te ontwikkelen.  De impact op de landbouwstructuur en de open ruimte in het algemeen is er minder groot dan bij ontwikkeling van de zoekzone Langveld Zuid. Naar aanleiding van inspraakreacties op de startnota werd de mogelijke impact op de biodiversiteit en het watersysteem nader onderzocht in een afzonderlijke studie ‘ecologisch onderzoek’.

Door de bijgestelde planopties en compactere inrichting wordt in afdoende mate tegemoet gekomen aan de aangehaalde bezwaren uit de inspraakreacties en adviezen, en aan de aanbevelingen uit het ecologisch onderzoek. 

Het plangebied wordt herbestemd om als nieuwe voetbalsite voor de fusieclub te ontwikkelen. Dit is de hoofddoelstelling van het plan.

 

2) Herontwikkeling van de huidige locaties

De andere locaties waar tot nog toe wordt gevoetbald verliezen hun recreatieve bestemming, na de ontwikkeling van de site voor de fusieclub, behoudens de site Alken-Centrum (Langveld) waar de recreatieve bestemming behouden wordt.  Voor de locaties Eendracht St.-Joris en Terkoest zijn nieuwe ruimtelijke bestemmingen gezocht.  Ook deze zijn in het ruimtelijk uitvoeringsplan vastgelegd.

De nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden voor deze site worden in eerste instantie bepaald door hun ligging en de ruimtelijke potenties en randvoorwaarden die elk terrein daardoor kent.

 

2.A Deelplan huidige voetbalsite Terkoest

Het gebied wordt herbestemd i.f.v. een kleinschalige woonontwikkeling voor een woonaanbod dat een aanvulling vormt op het lokale woonaanbod in de kern van Terkoest.  Binnen deze herontwikkeling  wordt sociaal wonen vooropgesteld.  Tegelijkertijd is de doelstelling om een kwaliteitsvolle overgang en samenhang te creëren tussen het bebouwd weefsel van de kern en de achterliggende openruimte, en het groen tot dieper in de kern te laten doordringen d.m.v. de bestemming van een deel van het plangebied als parkzone

 

2.B Deelplan huidige voetbalsite Alken-Centrum

Binnen de planopties werd vooropgesteld dat de huidige recreatieve bestemming voor deze site behouden blijft.  Daarom wordt de site Alken-Centrum niet meer opgenomen in voorliggend RUP Sport- en Recreatievelden, en ook niet meer verwerkt in de mer-screening voor dit RUP.

 

2.C Deelplan huidige voetbalsite St-Joris

Het gedeelte van het plangebied dat als recreatiegebied is bestemd, wordt herbestemd naar agrarisch gebied en krijgt dan ook het statuut van herbevestigd agrarisch gebied. Het betreft ca. 2,3 ha.

Het gedeelte in de gewestplanbestemming ‘woongebied met landelijk karakter’ wordt niet  opgenomen in het plangebied.  De gewestplanbestemming blijft dus behouden.

 

3) Planologische compensatie – herbevestigd agrarisch gebied

De Vlaamse regering heeft delen van de agrarische gebieden die in het gewestplan zijn bestemd, herbevestigd als agrarisch gebied.  Omdat de locatie voor de nieuwe voetbalterreinen in herbevestigd agrarisch gebied valt, wordt tegelijkertijd ruimte die nu geen agrarische bestemming heeft, omgezet naar een landbouwbestemming.  Dit om het planologisch evenwicht van herbevestigd agrarisch gebied te herstellen. Naast de reeds herbestemde oppervlakte in deelplan St.-Joris moest bijkomende ruimte herbestemd worden i.f.v. een afdoende compensatie. Op basis van het alternatieven onderzoeken, inspraakreacties en adviezen stelt het planteam twee deelgebieden aan de vallei van de Herk en Kleine Herk voor.

 

3.A Deelplan vallei van de Herk

Het deelplan omvat twee deelgebieden in de vallei van de Herk, oostelijk en westelijk van respectievelijk de Kleine Herk en de Herk, nabij de kern van Alken-Centrum.

Het doel van dit deelplan is het herstel van het planologisch evenwicht van herbevestigde agrarische gebieden omdat elders herbevestigd agrarisch gebied wordt ingenomen i.f.v. de ontwikkeling van een nieuwe voetbalsite voor de fusieclub. Grote delen van het plangebied zijn momenteel in (professioneel) landbouwgebruik, zodat dit een realistische bestemming is.

Voor de delen die vallen binnen het signaalgebied, worden ook maatregelen inzake waterhuishouding mogelijk gemaakt en wordt het behoud van het kombergend vermogen (in oppervlakte en volume) opgelegd.

 

PROCES

Het RUP is voorbereid door een planteam met vertegenwoordiging uit de gemeentelijke diensten, het college van burgemeester en schepenen en de ruimtelijk planner. Het proces is beschreven in de procesnota die bij het RUP is gevoegd.

De belangrijkste mijlpalen zijn:

- vooroverleg adviesinstanties m.b.t. de doelstellingen van het RUP op 23 mei 2018

- publieke raadpleging over de startnota van 1 mei 2019  t/m 30 juni 2019

- info- en participatiemomentover de startnota op 9 mei 2019

- plenaire vergadering over het 1ste voorontwerp RUP op26 augustus 2020

- plenaire vergadering voer het 2de voorontwerp RUP op 24 februari 2021

- voorlopige vaststelling ontwerp RUP door de gemeenteraad op 25 maart 2021

- openbaar onderzoek over het ontwerp RUP van 3 mei t/m 1 juli 2021

- definitieve vaststelling van het RUP door de gemeenteraad op 25 november 2021

- schorsing van het besluit van de gemeenteraad houdende definitieve vaststelling van het RUP door de minister bevoegd voor Omgeving op 13 januari 2022.

De verslagen van deze overlegmomenten en besluiten zijn toegevoegd in de procesnota.

 

Tijdens het openbaar onderzoek werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht door het departement Omgeving en de deputatie van de provincie Limburg, en werden 14 bezwaarschriften ingediend. De GECORO heeft op 25 augustus 2021 alle adviezen en bezwaren behandeld (zie bijlage bij dit besluit met het overzicht van alle adviezen en bezwaren).  De GECORO adviseert om over te gaan tot de definitieve vaststelling van het RUP Sport- en recreatievelden, onder voorwaarde dat het ontwerp RUP wordt aangepast op volgende punten:

- De aanleg van een nieuwe parking en de sportvelden en gebouwen moet eveneens een kans bieden om de waterproblematiek van het gebied te verbeteren. Het is daarom van primordiaal belang dat bij de definitieve aanleg deze grondig wordt overdacht en dat de controle en de opvolging nauwgezet gebeuren.

- De vraag wordt gesteld of wadi’s voldoende garantie bieden voor de opvang van het hemelwater. Is het aanleggen van grachten langsheen de buffer en aan de zijde van de velden geen goede extra optie?

- De bezorgdheid van de dienst AWV naar de verkeerssituatie in de Stationsstraat wordt gedeeld. Er wordt op gewezen dat de uitrit aan Okay gevaarlijk helt vooral voor de zwakke weggebruikers.

- De Hoge Hofweg als toegangsroute voor de zwakke weggebruiker is van groot belang. Deze aardeweg is jammer genoeg niet in alle weersomstandigheden goed toegankelijk en valt buiten het projectgebied. Met aandrang wordt aan de gemeentelijke overheid gevraagd om de heraanleg van deze verbinding te realiseren samen met de aanleg van de nieuwe sportvelden.

- De invulling en aanleg van de terreinen met gebouwen is niet gespecifieerd. De inplanting en het aanleggen van een tribune met cafetaria moet rekening houden met de inkijk naar de omliggende tuinen en bewoning. De Gecoro vraagt dat er een maximale bouwhoogte wordt opgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften.

- Het realiseren van geluidsbuffers lijkt de Gecoro noodzakelijk.

De gemeenteraad volgt het advies van de GECORO en de daaraan toegevoegde behandeling van de bezwaren, met dien verstande dat:

- in de stedenbouwkundige voorschriften al is opgenomen dat de waterhuishouding ook afdoende moet worden bestudeerd bij de concrete inrichting op projectniveau en naar aanleiding van de vergunningenprocedure een waterstudie kan worden gevraagd om met kennis van zaken een volledige, zorgvuldige, correcte inschatting van het aangevraagde mogelijk te maken met betrekking tot de nodige buffering van hemelwater en het behoud van het kombergend vermogen van het gebied; de controle en opvolging is een aspect van handhaving;

- wadi’s een verzamelterm is voor een bufferings- en infiltratievoorziening en deze ook de vorm van een gracht kunnen hebben, en dat de stedenbouwkundige voorschriften toelaten dat in alle zones voorzieningen i.f.v. de waterhuishouding kunnen worden gerealiseerd;

- het overleg met AWV heeft geleid tot verschillende oplossingsvoorstellen voor een verkeersveiligere ontsluiting zoals aangegeven in de toelichtingsnota, waarbij ook de mogelijkheid tot aanpassing van de fietshelling is opgenomen;

- de Hoge Hofweg zich buiten het plangebied situeert, maar een buurtweg is en dus als gemeenteweg heraangelegd kan worden op initiatief van de gemeente.

 

Het definitief RUP Sport- en recreatievelden werd al aangepast n.a.v. het advies van de GECORO op volgende punten bij de eerste definitieve vaststelling:

 

1) advies departement omgeving:

- Er werd overleg aangegaan met Agentschap Wegen en Verkeer over de ontsluiting van het plangebied naar de Stationsstraat. Het verslag van dit overleg is toegevoegd in de procesnota. Het gemeentebestuur liet mogelijke oplossing voor aanpassing van Stationsstraat ter hoogte van het kruispunt van de Groenmolenstraat en de ontsluiting van de parking van de sportsite conceptmatig onderzoeken. De resultaten zijn toegevoegd in de toelichtingsnota. Daaruit blijkt dat een herinrichting van de Stationsstraat haalbaar is. Op basis hiervan is verder overleg worden aangegaan met het agentschap, die de beheerder is van de Stationsstraat. In de Provinciale Verkeerscommissie van 14 december 2021 is goedkeuring gehecht aan de in de toelichtingsnota van het RUP beschreven derde optie

- Het voorschrift met betrekking tot het deel van de op te heffen verkaveling is verplaatst naar art.4.1. (deelplan Vallei van de Herk oostelijk deel) waar het hoorde te staan.

De doorgevoerde wijzigingen volgen uit het advies.

2) advies deputatie Limburg:

- Het voorschrift met betrekking tot het deel van de op te heffen verkaveling is verplaatst naar art.4.1. (deelplan Vallei van de Herk oostelijk deel) waar het hoorde te staan.

De doorgevoerde wijziging volgt uit het advies.

3) ingediende bezwaren

Er werden volgende wijzigingen doorgevoerd m.b.t. deelplan Broosveld:

- de maximale hoogte van de bebouwing in het recreatiegebied (art. 1.1) is vastgelegd op 8m

- in de toelichtende kolom bij de stedenbouwkundige voorschriften voor art. 1.1. is explicieter opgenomen bij een vergunningsaanvraag de inrichting van de sportsite als geheel (situering en oriëntering van velden, gebouwen en constructies, inrichting van de niet bebouwde/verharde delen van het recreatiegebied, inrichting van de groenbuffer, …) moet getoetst worden aan de bepalingen van de verordenende voorschrifen;

- het voorschrift voor de zone voor recreatie en parking (art. 1.2) is het bestemmingsvoorschrift aangepast i.f.v. parkeerplaatsen en in aanvulling daarop: kleinschalige toegangsinfrastructuur, buurgerichte kleinschalige laagdynamische recreatieve infrastructuur en beperkte delen van de sportinfrastructuur i.p.v. een verwijzing naar art. 1.1.. Tevens is de maximale hoogte van eventuele bebouwing beperkt tot 3m50.

- in de toelichtende kolom bij de stedenbouwkundige voorschriften van art. 1.2 is het woord ‘project-MER’ vervangen door ‘plan-mer-screening’ i.f.v. de verwijzing naar de begroting van de parkeerbehoeften

- er is expliciter bepaald dat in de zone voor groenbuffer (art. 1.3) geluidswerende maatregelen moeten worden genomen t.o.v. aanpalende woonpercelen;

- het voorschrift m.b.t. de zones voor groenbuffer (art. 1.3) is gedifferentieerd en verduidelijkt waarbij t.o.v. aanpalende woonpercelen vooral geluidswering en visuele afscherming van belang zijn, t.o.v. het openruimtegebied vooral de landschappelijke inpassing en t.o.v. het talud van de Expressweg vooral waterbeheersing. In de bufferstrook langs het talud van de Expressweg is hiertoe de beplantingsnorm niet meer van toepassing;

Er werden volgende wijzigingen doorgevoerd in de toelichtingsnota:

- het ecologisch onderzoek is toegevoegd als bijlage;

- de foutieve vermelding van de Stationsstraat als lokale weg type III werd gecorrigeerd naar lokale weg type I

- er is aangegeven dat de huidige voetbalsite Terkoest nooit in overweging is genomen om als nieuwe sportsite uit te bouwen omwille van ruimtegebrek (impact op jeugdvereniging en Wissebosje);

- er is gemotiveerd waarom een herbestemming van de delen woonuitbreidingsgebied en woongebied met landelijk karakter (cfr. gewestplan)/gebied voor groepswoningbouw (BPA) geen impact heeft op de nodige ruimte om de toekomstige woonbehoeften in Alken op te vangen.

De doorgevoerde wijzigingen volgen uit het advies van de GECORO m.b.t. de bezwaren.

 

De minister bevoegd voor Omgeving heeft op 13 januari 2022 het besluit van de gemeenteraad van Alken van 25 november 2021 houdende definitieve vaststelling van het RUP geschorst op basis van volgende overwegingen:

- bij de behandeling van de bezwaren met betrekking tot de waterhuishouding en de watertoets inzake het deelplan ‘Broosveld’ heeft de GECORO en vervolgens de gemeenteraad zich beperkt tot verwijziging naar het (bijkomend) ecologisch onderzoek “op basis van kaartmateriaal, terreinwaarneming en bodemboringen” en de toelichtingsnota;

- de stedenbouwkundige voorschriften van het deelplan ‘Broosveld’ laten binnen art. 1.1 “Recreatiegebied” en artikel 1.2 “Zone voor recreatie en parking” bijkomende verhardingen en bebouwing toe. Hieromtrent worden slechts minimale voorwaarden opgenomen inzake oppervlakte, doorlatend karakter en groendaken.

- eveneens wordt vastgesteld dat binnen zone art. 1.3 “Zone voor groenbuffer” bijkomende verhardingen en constructies zijn toegelaten en dat 2/3de van die zone moet ingericht worden als groenstrook. Op geen enkele wijze wordt aangetoond dat binnen deze zone voldoende ruimte beschikbaar zal blijven om de noodzakelijke wadi’s en waterbuffering op te vangen, zoals voorgeschreven in het advies van VMM.

- de plannende overheid lijkt ervan uit te gaan dat het gevoerde ecologisch onderzoek voldoende garanties biedt om bijkomende wateroverlast te voorkomen. De plannende overheid heeft evenwel nagelaten in concreto te oordelen omtrent de bezwaren.

- de aanbevelingen van het ecologisch onderzoek werden niet allemaal vertaald in de voorschriften.

- ook de aanbevelingen en opmerkingen van het advies van de VMM werden niet of onvoldoende opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften.

Bijgevolg oordeelt de minister dat onvoldoende maatregelen werden opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften om schadelijke effecten van het voorgenomen plan te vermijden of te milderen. Het louter doorschuiven van de watertoets naar het projectniveau door een “waterstudie’” op te leggen in het kader van concrete vergunningsaanvragen is strijdig met de direct werkende norm zoals opgenomen in het decreet Integraal Waterbeleid.

 

Wat betreft de behandeling van de in concreto beoordeling van de bezwaren m.b.t. de waterhuishouding en de watertoets voor deelplan Broosveld, en het aantonen dat binnen de zone voor groenbuffer voldoende ruimte beschikbaar zal blijven voor noodzakelijke wadi’s heeft de gemeenteraad kennis genomen van volgende overwegingen:

- In het advies van provincie Limburg dienst Water en Domeinen (verkeerdelijk vermeld als advies van VMM in de mer-screening) wordt i.f.v. advisering bij omgevingsvergunningsaanvragen een nuttige buffering vooropgesteld van 250m3/ha verharding. Speelvelden in natuurgras moeten niet beschouwd worden als verhardingen. Voor velden in kunstgras dient 25% van de oppervlakte in rekening te worden gebracht om te bufferen.

- De grondwaterstanden werden bepaald a.d.h.v. verschillende bodemboringen die werden uitgevoerd n.a.v. de ecologische studie, waarbij de gleyverschijnselen een goede indicatie van de hoogste grondwaterstanden geven.

- Een eventuele drainaige van 'kunstgrasvelden" is meegenomen in de bepaling van de benodigde buffercapaciteit door dergelijke velden in te calculeren als 25% verharde oppervlakte cfr. de richtlijnen van de provinciale dienst Water en Domeinen.

- Een concrete inrichting van de sportsite situeert zich op projectniveau en is in de fase van het RUP nog niet gekend. Om de benodigde ruimte voor waterbuffering in te schatten op planniveau is in de plan-mer-screening uitgegaan van gewenste infrastructuur die door de voetbalclub is vooropgesteld en de randvoorwaarden die de voorschriften van het RUP stellen, en wordt rekening gehouden met de richtlijnen van de provinciale dienst Water & Domeinen m.b.t. het gewijzigd afstromingsregime (advies n.a.v. het 2de voorontwerp) en de analyse van de bodemprofielen en bijhorende conclusies inzake grondwaterstanden uit de ecologische studie :

o idealiter 4 volwaardige voetbalvelden (elk 115mx66m), waarvan 1 als kunstgrasveld. Als het niet anders kan 3 volwaardige voetbalvelden, waarvan 2 als kunstgrasveld. Voor kunstgrasvelende moet 25% van de oppervlakte in rekening worden gebracht om te bufferen. Het benodigde buffervolume bij 2 kunstgrasvelden bedraagt 2x115mx66mx0,25x250m3/ha = 94,88 m3

o de totaal bebouwde oppervlakte in zone art. 1.1 is beperkt tot max. 1.500m2. Gebouwen met een dakoppervlakte groter dan 40m2 moeten worden voorzien van een groendak. De voetbalclub heeft i.f.v. de mer-screening vooropgesteld dat een kantine/clubhuis en tribune ca. 1.000m2 zou beslaan. Dit betreffen sowieso constructies met een dakoppervlakte van groter dan 40m2. I.f.v. de berekening van het benodigde buffervolume is de dakoppervlakte met groendak te delen door twee, overeenkomstig de hemelwaterverordening. Het benodigde buffervolume bedraagt hiervoor 1.000m2/2 x 250m3/ha = 12,5m3

o De verhardingen moeten beperkt blijven tot het strikt noodzakelijke. Als worstcase i.f.v. een inschatting van het benodigde buffervolume wordt uitgegaan dat de volledige oppervlakte van de zone die niet ingenomen wordt door 4 voetbalvelden en kantine/clubhuis en tribune, volledig verhard is en/of bebouwd is met verschillende constructies kleiner dan 40m2. Dit is een oppervlakte van 39.270 m2 (oppervlakte zone)  - 30.360m2 (oppervlakte velden) – 1.000m2 (oppervlakte kantine/clubhuis en tribune) = 7.910m2. Het benodigde buffervolume bedraagt 7.910m2x250m3/ha = 197,75 m3

o in de zone art. 1.2 moet een parking worden voorzien met een voldoende capaciteit om de eigen parkeerbehoefte op te vangen. De parkeerbehoefte is begroot in de plan-mer-screening. Daaruit blijkt dat een parkeeraanbod van 200 plaatsen ruimschoots volstaat. In de gewenste situatie is rekening gehouden met een oppervlakte van de parking van 6.000 m2. Daarvoor is een buffervolume nodig is van 6.000m2x250m3/ha=150 m3.

o Het totaal benodigde buffervolume in deze worstcase-inschatting op planniveau 94,88 +12,5+197,75+150 = 455,13 m3.

o Bij een gemiddelde nuttig buffervolume van 0,5m3 per strekkende m lengte van een buffervoorziening, is een totale lengte aan buffervoorzieningen van 455,13m3/0,5m = 910,26m nodig. De totale lengte van de zone voor groenbuffer (art. 1.3) bedraagt ca. 1.036m.

o Rekening houdend met het vooropgestelde typeprofiel voor de buffervoorziening in het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen, betekent een gemiddelde nuttig buffervolume van 0,5m3 per strekkende meter, met een flauwe hellingsgraad van de taluds van open buffervoorzieningen (12/4), een hoogte van de knijpleiding 20cm boven de bodem, en de bodem op gemiddeld 45cm diepte (waargenomen hoogste grondwaterstanden a.d.h.v. de boringen uitgevoerd n.a.v. de studie ‘ecologisch onderzoek’ tussen 20 en 70 cm onder maaiveld). Dit levert een nuttig buffervolume met een hoogte van 25cm per strekkende meter. I.f.v. een nuttig buffervolume van 0, 5m3 per strekkende meter, betekent dit dat de buffervoorziening gemiddeld 3,35 m breed moet zijn.

o De zones voor groenbuffering moeten voor 2/3de dicht beplant worden. Deze zones zijn overwegend 15m breed, behoudens een klein deel in het zuidwesten van het plangebied met een breedte van 10m. In de 15m-brede strook voor groenbuffer langs de Expressweg is er geen verplichting tot dichte beplanting. Er is dus zeker een ruimte van overwegend 5m breed (3,3m in het smallere deel van de bufferstrook en 15m in de bufferstrook langs N80) beschikbaar voor het voorzien van de buffervoorzieningen in de zones voor groenbuffer.

- Voorgaande berekening, i.f.v. de toetsing op planniveau, ligt aan de grondslag van de conclusie uit de mer-screening, waarin wordt gesteld dat de voorziene groenbuffers ruim voldoende zijn om voldoende wadi-capaciteit te incoporeren. In de watertoets, uitgevoerd op planniveau i.f.v. de vaststelling van het RUP en zonder kennis van een concrete inrichting van de site, wordt verwezen naar deze conclusie uit de mer-screening en het advies van de waterbeheerder (provinciale dienst Water en Domeinen). De watertoets wordt dus niet doorgeschoven naar het projectniveau en is gebaseerd op een concrete inschatting op planniveau van de benodigd volume voor waterbuffering. Uit de berekening blijkt dat zelfs bij ondiepe wadi’s (boven grondwaterpeil) afdoende buffercapaciteit kan worden gecreëerd. Bijkomend wordt opgemerkt dat voorgaande bereking wordt beschouwd als een worstcase-inschatting, bij gebrek aan een concrete inrichting op projectniveau, om volgende redenen:

o Ook in de zones art. 1.1 (recreatiegebied) en art. 1.2 (zone voor recreatie en parking) zijn werken en handelingen i.f.v. behoud en herstel van het waterbergend vermogen en voorkomen van wateroverlast.

o Bij 4 volwaardige velden heeft de club behoefte aan slechts 1 kunstgrasveld, waardoor dan minder waterbergingsvolume nodig is. De 2 kunstgrasvelden zijn nodig indien slechts drie velden worden gerealiseerd, waardoor er meer ruimte voor waterberging is.

o Meer dan 4 volwaardige voetbalterreinen zijn -gelet op de oppervlakte en configuratie van het plangebied - niet mogelijk in het plangebied. Als alle 4 de velden toch als kunstgrasveld (of gedraineerd) zouden worden aangelegd, is t.o.v. voorgaande berekening een extra buffervolume nodig van 94,88m3. Dit zou betekenen dat een verbreding van de wadi’s tot ca. 5m nodig is over lengte van ca. 230m.

o Er is uitgegaan van een volledige verharding/bebouwing van de ruimte die niet ingenomen is door speelvelden. De voorschriften beperken de maximaal bebouwde oppervlakte tot 1500m2 en de maximale verharding tot de strikt noodzakelijke voor circulatie tussen en omheen de sportterreinen en bebouwing.

o Voor de parking is het benodigde buffervolume berekend a.d.h.v.  6.000 m2 parkeerverharding. Gangbaar wordt 25m2 per parkeerplaats (incl. circulatieruimte) gerekend. Voor een parking van 200 parkeerplaatsen zou dus slechts 5.000 m2 nodig zijn.

o De voorschriften voor de zone voor groenbuffer laten toe dat de groenaanplant kan gecombineerd worden met wadi’s, waardoor de beschikbare breedte voor wadi’s groter is dan 1/3de van de breedte van de strook.

Deze gedetailleerde berekening kan als bijlage opgenomen worden in de toelichtingsnota. De foutieve verwijzing naar het advies van VMM moet worden aangepast.

 

Wat betreft de stedenbouwkundige voorschriften van het deelplan ‘Broosveld’ m.b.t. bijkomende verhardingen en bebouwing binnen art. 1.1 “Recreatiegebied” en artikel 1.2 “Zone voor recreatie en parking” waarbij daaromtrent slechts minimale voorwaarden opgenomen zouden zijn inzake oppervlakte, doorlatend karakter en groendaken:

- De oppervlakte aan bebouwing in zone art. 1.1 (recreatiegebied) is expliciet beperkt tot 1.500m2. Bebouwing in zone art. 1.2 (recreatie en parking) is beperkt tot kleinschalige toegangsinfrastructuur i.f.v. het functioneren van de sportsite wat toelichtend is verduidelijkt tot een gebouwtje voor ticketverkoop en toegangscontrole. De verhardingen in zone art. 1.1 zijn beperkt tot de strikt noodzakelijke verhardingen voor de circulatie tussen en omheen de sportterreinen en bebouwing. In de berekening die aan de basis ligt van de watertoets is rekening gehouden met een volledige verharding/bebouwing van deze zones (behoudens de ruimte voor 4 voetbalvelden) zodat een bijkomende beperking niet nodig wordt geacht i.f.v. de realisatiemogelijkheden van voldoende waterbufferingscapaciteit.

- Gelet op de beperkte infiltratiegevoeligheid van de bodem is in de studie ‘ecologisch onderzoek’ geadviseerd om ofwel waterdoorlatende, groene verhardingen ofwel niet-waterdoorlatende verhardingen met afvoer naar wadi te voorzien. Ook in het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen wordt gesteld dat, gelet op de beperkte infiltratiecapactieit, het verantwoord is om over te gaan naar buffering met vertraagde afvoer i.p.v. infiltratie. Bij regenweer zouden (verplichte) waterdoorlatende verhardingen, gelet op de beperkte infiltratiegevoeligheid van de bodem, niet meer optimaal bruikbaar kunnen zijn. Daarom is niet opgelegd dat verhardingen waterdoorlatend moeten zijn. Er is wel opgelegd dat ondoorlatende verhardingen mogen mits de nodige buffercapaciteit wordt voorzien binnen het plangebied.

- Er is opgelegd dat alle dakoppervlaktes van 40m2 of meer moeten voorzien zijn van een groendak. Dit is in overeenstemming met de hemelwaterverordening. Voor kleinere gebouwen/constructies wordt dit niet opgelegd. In de berekening die aan de basis ligt van de watertoets is rekening gehouden met een volledige verharding/bebouwing van deze zones zonder groendak (behoudens een kantine/clubhuis en tribune van 1.000m2 met groendak) zodat een bijkomende beperking niet nodig wordt geacht i.f.v. de realisatiemogelijkheden van voldoende waterbufferingscapaciteit. In de toelichtende kolom bij de voorschriften kan verder verduidelijkt worden dat bebouwing en overdekte constructies kleiner dan 40 m2 als ook alle verhardingen die niet onder vorm van zgn. grastegels worden aangelegd, moeten meegerekend worden als verharding voor het bepalen van de benodigde buffercapaciteit op projectniveau en dat de maximale bebouwde oppervlakte van 1.500 m2 geldt voor het geheel van gebouwen in de zones art. 1.1 en art. 1.2 samen.

 

Wat betreft de toegelaten bijkomende verhardingen en constructies in zone art. 1.3 “Zone voor groenbuffer” waardoor niet zeker zou zijn dat binnen deze zone voldoende ruimte beschikbaar zal blijven voor de noodzakelijke wadi’s en waterbuffering:

- In de zone art. 1.3 zijn enkel verhardingen mogelijk voor brandwegen indien dit om redenen van brandveiligheid wordt opgelegd. In de strook langsheen de N80 was een fietspad en/of aanhorigheden bij dat fietspad toegelaten. In de strook palend aan de Hoge Hofweg is een toegang naar de sportsite voor voetgangers en fietsers, dienstverkeer en hulpdiensten nodig. Qua constructies zijn afsluitingen mogelijk. Andere verhardingen en constructies laten de voorschriften niet toe.

- Met betrekking tot de brandwegen is in de toelichtende kolom verduidelijkt dat de mogelijkheid restrictief te interpreteren is en brandwegen maximaal binnen art. 1.1 (zone voor recreatie) moeten worden voorzien en dat (plaatselijke) brandwegen in de zone art. 1.3 niet ten koste mag gaan van de gewenste functie van de bufferstroken en louter onder de vorm van zgn. grastegels kunnen worden aangelegd. In de voorschriften is deze gewenste functie omschreven door de bepaling dat de inrichting een groen karakter moet hebben en de visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing en buffering van afstromend hemelwater van de sportsite moet bewerkstelligen.

- De strook voor groenbuffer langs N80 is 15m breed. Voor deze strook is expliciet gesteld dat hier maximaal ingezet moet worden op waterbuffering en is opgenomen dat de verplichting om min. 2/3de dicht te beplanten er niet van toepassing is. Aangezien ondertussen de deputatie van provincie Limburg op 4 februari 2022 een besluit heeft genomen tot wijziging van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, zal het tracé van de fietssnelweg niet meer door het plangebied van het RUP lopen en kan de mogelijkheid tot verharding voor een fietspad en/of aanhorigheden in deze strook groenbuffer uit de voorschriften worden geschrapt, zodat de ruimte maximaal kan worden ingezet voor waterbuffering.

- De voorschriften m.b.t. de onderbrekingen voor toegang naar de sportsite voor voetgangers en fietsers, dienstverkeer en hulpdiensten vanuit de Hoge Hofweg stellen uitdrukkelijk dat de onderbrekingen (en dus de hiertoe noodzakelijke verhardingen) zo smal mogelijk en beperkt in aantal moeten zijn. In de toelichtende kolom is verduidelijkt dat dit in principe inhoudt: max. 4m per doorgang en max. 2 toegangen, en dat hiervan enkel kan afgeweken worden indien dit niet voldoet aan de eisen gesteld door de hulpdiensten. Dit zou beteken dat de nuttige lengte voor wadi’s in de bufferstroken (art. 1.3) ca. 8m korter is dan de totale lengte van de bufferstroken. Met een berekende nodige lengte van waterbuffering van 910,26m t.o.v. een totale lengte van de zone voor groenbuffer (art. 1.3) van 1.036m, heeft een onderbreking van 8m geen impact op de mogelijkheden om voldoende buffercapaciteit te voorzien. Bovendien kan ook onder deze toegangen d.m.v. inbuizingen buffercapaciteit behouden blijven.

 

Wat betreft de aanbevelingen van het ecologisch onderzoek die niet allemaal werden vertaald in de voorschriften, zijn volgende elementen in het ecologisch onderzoek i.f.v. de waterhuishouding aangereikt en nagenoeg volledig doorvertaald in het oorspronkelijk vastgestelde plan:

- Kiezen voor het inrichtingsalternatief uit de startnota dat in het ecologisch onderzoek als inrichtingsalternatief 2 wordt benoemd (figuur 29 in het ecologisch onderzoek).

Dit advies vindt doorvertaling in het grafisch plan. De plancontour reikt zelfs minder ver in de open ruimte en vrijwaart de natte zones met kwelindicaties volledig. Bovendien is de zone voor recreatie verder van de N80 verwijderd – en dus buiten het potentieel overstroombaar gebied cfr fig. 13 uit het ecologisch onderzoek – dan de intekening van het zuidoostelijk voetbalveld in het inrichtingsalternatief.

- Twee opties voor verhardingen: waterdoorlatende groene verhardingen of niet-waterdoorlatende verhardingen met afvoer naar wadi.

Er is gekozen om niet-waterdoorlatende verhardingen toe te laten zodat verhardingen ook functioneel blijven bij hevige regenval. Dergelijke verhardingen vallen onder hemelwaterverordening. In de voorschriften is expliciet bepaald dat verhardingen onverhard mogen zijn mits de nodige buffercapaciteit wordt voorzien binnen het plangebied d.m.v. open wadi’s. Er kan bijkomend gespecifieerd worden dat alle niet-waterdoorlatende verhardingen moeten meegerekend worden om de benodigde buffercapaciteit voor het geheel van het plangebied te bepalen, zodat ook kleinere vrijliggende verhardingen – die buiten het toepassingsgebied van de hemelwaterverordening vallen maar plaatselijk de infiltratiecapaciteit van de bodem beperken – worden gecompenseerd. In de voorschriften kan ook toegevoegd worden dat waterdoorlatende verhardingen enkel onder de vorm van groene verhardingen (zgn. grastegels) mogelijk zijn om te voorkomen dat andere waterdoorlatende verhardingen (bv. poreuze betonklinkers of bestrating met brede voeg) buiten het toepassingsgebied van de hemelwaterverordening vallen maar toch een impact hebben op de beschikbare infiltratiecapaciteit van de bodem en niet zouden worden meegerekend i.f.v. te bufferen hemelwatervolume. Ook de tekstdelen in de toelichtende kolom dat infrastructurele behoeften en het voldoen aan de specifieke normen en richtlijnen voorrang hebben op de inrichtingsrandvoorwaarden moet worden genuanceerd. Dit kan enkel worden beschouwd als een verduidelijking van ‘het zoveel mogelijk bundeling van de noodzakelijke bebouwing in één gebouwencluster’ en ‘het zoveel mogelijk behouden van bestaande bomen in de delen die niet door sportvelden worden ingenomen’. Zo kan geen twijfel bestaan dat niet kan worden afgeweken van de inrichtingsvoorschriften die de impact op het waterhuishouding moeten beperken.

- De aanleg van wadi’s voor lokale buffering van regenwater.

Dit is opgenomen in de voorschriften.

- De aanleg van groendaken op de gebouwen.

Dit is opgenomen in de voorschriften voor dakoppervlaktes van 40m2 of meer, overeenkomstig de hemelwaterverordening. Voor kleinere constructies kan in de voorschriften worden opgenomen dat deze als niet-waterdoorlatende verhardingen moeten meegerekend worden om de benodigde buffercapaciteit voor het geheel van het plangebied te bepalen.

 

Wat betreft de aanbevelingen en opmerkingen van het advies van de VMM die niet of onvoldoende werden opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgemerkt dat vermoedelijk het advies van de waterloopbeheerder (provinciale dienst Water en Domeinen) en niet VMM wordt bedoeld, wat ook verkeerdelijk in de plan-mer-screening was vermeld. Het advies van VMM op het 2de voorontwerp houdt immers geen aanbevelingen of opmerkingen m.b.t. deelplan Broosveld in. In dat laatste advies van VMM wordt wel verwezen naar eerdere aviezen (startnota en 1ste voorontwerp) waarin volgende algemene maatregelen worden vooropgesteld die ook van toepassing zijn voor deelplan Broosveld:

- Schadelijke effecten inzake infiltratie kunnen worden ondervangen indien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening.

Deze verordening is/blijft van toepassing op omgevingsvergunningsaanvragen.

- In alle zones moet het naast de hoofdbestemming toegelaten zijn om waterpartijen en afwateringsgrachten te voorzien t.b.v. de waterhuishouding in het gebied.

Dit is opgenomen in de bestemmingsvoorschriften.

In het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen worden volgende voorwaarden m.b.t. deelplan Broosveld opgesomd: “Het bestaande overstromingsvolume onder het peil 37,00 m TAW moet behouden blijven. Een strook van 40 à 50 meter tegen de N80 moet sowieso overstroombaar blijven. De voorziene groenbuffer tegen de N80 wordt daarom bij voorkeur verbreed. Indien verbreding van de groenbuffer tegen de N80 niet mogelijk is, moet het RUP in ieder geval voorzien om in de andere zones de ruimte voor water te behouden:

- Ophogingen in overstroombaar gebied worden niet toegelaten, of moeten elders in het plan gecompenseerd kunnen worden.

- Uitgravingen worden wel toegelaten, eventueel om ingenomen overstromingsvolume elders te compenseren.

- Er mag echter niet dieper uitgegraven worden dan het laagste punt van het terrein.”

Een verbreding van de groenbuffer langs N80 tot 40 à 50m zou de inrichtingsmogelijkheden van de zone in aanzienlijke mate beperken. Daarom is gekozen om de ruimte voor water in het plangebied als geheel te behouden, en een 50m strook t.o.v. de plangrens evenwijdig aan de Expressweg overstroombaar te houden. Dit voldoet aan de voorwaarden uit het advies en laat toe om op projectniveau een optimale inrichting i.f.v. de afstemming tussen gewenste voetbalinfrastructuur, de waterhuishouding en de overige randvoorwaarden qua parkeren en buffering. In de voorschriften voor deelplan Broosveld kunnen de voorwaarden uit het advies echter explicieter doorvertaald worden: dat het kombergend vermogen van het geheel van de zones art. 1.1, art. 1.2 en art. 1.3 als geheel niet verminderd mag worden, en waar mogelijk vergroot moet worden, wat inhoudt dat minstens het bestaande overstromingsvolume onder peil 37,00m TAW moet behouden blijven of gecompenseerd moet worden binnen het geheel van de zones art. 1.1, art. 1.2 en art. 1.3. Er mag niet dieper uitgegraven worden dan het laagste punt van het terrein. Daarnaast kan een verbod op bebouwing en het overstroombaar houden van constructies in een 50m-strook t.o.v. de plangrens parallel aan de Expressweg worden ingeschreven. Op die manier wordt gegarandeerd dat de absoluut noodzakelijke voetbalinfrastructuur – zoals aangegeven door de voetbalclub zelf: min. 3 velden en bijhorend kleedruimte/cafetaria – op de hogere terreindelen kan worden gerealiseerd en de laagst gelegen 50m-strook overstroombaar kan blijven bij extreme regenval. Zoals blijkt uit figuur met de pluviale overstromingskaart en bijhorende kleurlegende uit het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen ligt de meest overstromingsgevoelige zone vooral t.h.v. de groenbuffer parallel aan de Expressweg en zal de infrastructuur in zone voor recreatie en parking (art. 1.2) enkel bij extreme regenval (terugkeerperiode T100 en T1000) overstromen, zodat dit de goede werking van de sportsite niet hypothekeert. Na terugkoppeling met de provinciale dienst Water en Domeinen is ook te voorzien dat er wel beschermende maatregelen mogelijk zijn tegen overstroming t.o.v. de aanpalende woning in de Stationsstraat. Tevens kan worden opgenomen dat de aanleg van de voetbalsite niet mag leiden tot bijkomend afstromend hemelwater naar de omgeving. Daarbij is te verduidelijken dat dit inhoudt dat voldoende buffering van afstromend hemelwater in het gebied zelf moet worden voorzien met vertraagde lozing naar het hydrografisch net, en dat ophoging niet mogen leiden tot stremming van de natuurlijke afstroming van hemelwater vanuit aanpalende percelen. Voor het berekenen van de benodigde buffercapaciteit moet de geldende regelgeving en richtlijnen van adviesinstanties in de omgevingsvergunningenprocedure worden gevolgd (hemelwaterverordening, adviezen wateradviesinstanties). De inrichting van de sportsite biedt ook een opportuniteit om de bestaande wateroverlast in de omgeving bij hevige buien te beperken. Dit kan ook opgelegd worden in de voorschriften door de vrije ruimte die niet wordt ingenomen door op te leggen dat de ontwikkeling van de voetbalinfrastructuur met bijhorende landschappelijke, water- en geluidsbuffering moet ingezet worden voor het vergroten van het kombergend vermogen t.o.v. de bestaande toestand.

In het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen is verder vermeld dat in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag advies zal moeten worden gevraagd aan de waterbeheerder vanaf een verharde oppervlakte van 1000m2. In het kader daarvan zijn voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan (buffervolume per ha verharde oppervlakte, lozingsdebiet leegloop, typedwarsprofiel open bufferbekken). Deze adviesplicht blijft van toepassing voor omgevingsvergunningsaanvragen in het plangebied. De concrete voorwaarden zijn niet opgenomen in de voorschriften van het RUP. Het betreft immers voorwaarden die bij advisering van omgevingsvergunningsaanvragen worden gehanteerd vanuit een ander beleidsdomein dan de ruimtelijke ordening. De geformuleerde voorwaarden zijn wel gehanteerd bij de toetsing van het benodigde ruimte voor waterbuffering op planniveau. 

 

De stedenbouwkundige voorschriften voor het deelplan Broosveld werden n.a.v. het schorsingsbesluit op volgende punten aangepast:

- In de voorschriften van art. 1.1 is verduidelijkt dat de maximale bebouwde oppervlakte van 1.500 m2 geldt voor het geheel van gebouwen in de zones art. 1.1 en art. 1.2 samen;

- De voorschriften m.b.t. het verplichte groendak voor gebouwen van 40m2 of meer en de maximale bebouwde oppervlakte van 1.500m2 voor het geheel van de sportsite (art. 1.1 en art. 1.2) is ook opgenomen bij art. 1.2;

- In de voorschriften van art. 1.1 en art. 1.2 is opgenomen dat bebouwing niet mogelijk is in de 50m-strook t.o.v. de plangrens die evenwijdig loopt met de Expressweg en dat alle constructies overstroombaar moeten worden aangelegd, en dat beschermende maatregelen tegen overstroming van aanpalende woning in de Stationsstraat mogelijk zijn.

- Bij de voorschriften van art. 1.1 en art. 1.2 is verduidelijkt dat bebouwing en overdekte constructies kleiner dan 40 m2 en alle andere verhardingen dan grastegels moeten meegerekend worden als verharding voor het bepalen van de benodigde buffercapaciteit;

- De mogelijkheid voor een fietspad en/of aanhorigheden in de strook langs de N80 is geschrapt uit de voorschriften van art. 1.3;

- In de voorschriften van art. 1.3 is opgenomen dat ev. verhardingen i.f.v. brandwegen enkel onder de vorm van zgn. grastegels mogen worden aangelegd.

- De tekstdelen in de toelichtende kolom bij de inrichtingsvoorschriften van art. 1.1 die stellen dat infrastructurele behoeften en het voldoen aan de specifieke normen en richtlijnen voorrang hebben op de inrichtingsrandvoorwaarden, zijn genuanceerd door te bepalen dat dit enkel betrekking heeft op de inrichtingsvoorwaarden m.b.t. het behoud van bestaande bomen en maximaal clusteren van bebouwing in deze zone.

- In de voorschriften van art. 1.1, art. 1.2 en art. 1.3 is opgenomen dat de aanleg van de sportsite niet mag leiden tot bijkomend afstromend hemelwater naar de omgeving en dat het kombergend vermogen van de zones art. 1.1, art. 1.2 en art. 1.3 als geheel niet verminderd mag worden, en zo veel mogelijk vergroot moet worden, wat inhoudt dat minstens het bestaande overstromingsvolume onder peil 37,00m TAW moet behouden blijven of gecompenseerd moet worden binnen het geheel van de zones art. 1.1, art. 1.2 en art. 1.3. Er mag niet dieper uitgegraven worden dan het laagste punt van het terrein. In de toelichtende kolom is nader verduidelijkt hoe dit moet worden geïnterpreteerd bij de beoordeling van concrete vergunningsaanvragen. Tevens is opgenomen dat de resterende beschikbare ruimte moet ingezet worden voor het vergroten van het kombergend vermogen van het gebied t.o.v. de huidige toestand.

- Bij art. 1.2 zijn inrichtingsvoorschriften m.b.t. max. bouwhoogte en terreinaanleg van de delen van het terrein die niet ingenomen zijn door bebouwing, verhardingen en infrastructuur verplaatst van de titel ‘bestemming’ naar de titel ‘inrichting’; dit houdt geen inhoudelijke wijziging van het RUP in;

 

In de toelichtingsnota werden n.a.v. het schorsingsbesluit volgende aanpassingen doorgevoerd:

- Een rekennota ‘buffercapaciteit’ werd toegevoegd als bijlage. Doorheen de tekst zijn verwijzingen naar deze bijlage opgenomen.

- De (foutieve) verwijzing naar het advies van VMM in pt. 7.1.9.4 van de mer-screening werd aangepast naar de (correcte) verwijzing naar het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen.Er is verduidelijkt dat de oorspronkelijke optie van een fietssnelweg langsheen N80 als planoptie is verlaten, n.a.v. een beslissing van de deputatie tot verlegging van het tracé. De overige verwijzingen naar de fietssnelweg zijn geschrapt. Dit houdt geen wijziging in van de mer-screening, aangezien in de effectbeschrijving en -beoordeling geen rekening is gehouden met een eventuele fietssnelweg langs/doorheen het plangebied.

 

Met voormelde wijzigingen wordt in afdoende mate tegemoet gekomen aan de bezwaren, het advies van de GECORO en de overwegingen in het schorsingsbesluit van de minister. Een aanpassing van de grafische plannen t.o.v. de versie die op definitief werden vastgesteld is niet nodig.

 

Op 18 februari 2022 werd in naam van een aantal omwonenden of eigenaars van gronden in de omgeving een waterstudie bezorgd aan de gemeenteraadsleden waarin een analyse is gebeurd van de mogelijke effecten op de waterhuishouding ten gevolge van het RUP. Deze studie is buiten de procedurele inspraakmomenten ingediend, maar bouwt wel voort op ingediende bezwaren tijdens het openbaar onderzoek. De gemeenteraad heeft deze studie met aandacht bekeken en komt hierbij tot volgende conclusies:

- De analyse van de bodem en grondwaterpeilen bevestigen de analyseresultaten uit het ecologisch onderzoek, nl. beperkte infiltratiegevoeligheid van de bodem, kans op stagnerend hemelwater (pluviale overstromingskans in het zuidwesten van het plangebied) en vrij hoge grondwaterpeilen. In functie van de waterstudie werden bijkomende grondboringen verricht (twee in/vlakbij het plangebied) waarbij een grondwaterpeil van 31 cm en 63 cm onder maaiveldniveau werd gemeten, in de meest natte periode van het jaar. In de boringen van de ecologische studie situeerde de waargenomen gleyverschijnselen zich in de bodemstalen tussen 20 tot 70 cm onder maaiveldniveau. De conclusie in de waterstudie - dat het grondwaterpeil over het grootste deel van het geplande sportterrein varieert tussen 0 en 40 cm – geeft een enigszins vertekend beeld, aangezien binnen het plangebied in de natste periode geen kwel (grondwater op maaiveldniveau) is waargenomen. Dit doet dan ook geen afbreuk aan het uitgangspunt uit de rekennota die werd toegevoegd aan het dossier, waarin rekening is gehouden met een nuttige bufferhoogte van wadi’s van gemiddeld 25 cm in het plangebied, aangezien in de delen met lagere grondwaterstanden t.o.v. het maaiveld ook diepere wadi’s kunnen worden gecreëerd.

- In de beschrijving van de geplande aanpassingen in het gebied n.a.v. de aanleg van een sportsite wordt geen rekening gehouden met maatregelen inzake waterbuffering en behoud/compensatie van het overstromingsvolume die zijn ingeschreven in de stedenbouwkundige voorschriften en moeten doorwerken in de terreinaanleg. Hierdoor wordt de natuurlijke afvoer van het gebied niet afgesneden maar verlegd naar buffervoorzieningen (bv. wadi’s met vertraagde afvoer) in het gebied zelf. Bovendien wordt expliciet in de voorschriften opgenomen dat het overstromingsvolume onder peil 37,00m TAW moet behouden blijven of gecompenseerd in het plangebied, zodat de bergingscapaciteit voor stagnerend hemelwater bij extreme regenval in het gebied behouden blijft en niet afgewenteld wordt op de omgeving.

- Bovendien wordt gesteld dat inifltratie niet evident is, maar in het plan is uitgegaan van buffering met vertraagde afvoer i.p.v. infiltratie. In de rekennota die werd toegevoegd aan het dossier blijkt dat er voldoende buffercapaciteit kan voorzien worden binnen het plangebied, rekening houdend met de richtlijnen van de provinciale dienst Water & Domeinen inzake te voorziene buffercapaciteit.

- Er wordt verondersteld dat grootschalige nivelleringen moeten worden uitgevoerd om hoogteverschillen van 1 à 2m te overwinnen binnen hetzelfde voetbalveld. Nochtans stelt het bondsreglement van Voetbal Vlaanderen dat speelvelden voor wedstrijden een hellingspercentage mogen hebben tot 2% (boek B titel 6 artikel B6.10). Op een veldlengte van 100m betekent dit een niveauverschil van 2m, zodat de noodzaak tot nivelleringen veeleer beperkt zal zijn.

- Navraag bij één van de grote ondernemingen gespecialiseerd in de aanleg en onderhoud van o.a. sportterreinen, leert dat de opbouw van een wedstrijdveld gelijkaardig is voor kunstgrasvelden of natuurgrasvelden, en niet sterk afhankelijk van de aard van de ondergrond. De opbouw omvat een zanderige onderlaag (of steenpuin, lava,…) die een drainage omvat, en een toplaag met geovlies en het gras. De totale opbouwhoogte is ongeveer 40 à 45 cm vanaf de ondergrond, waarbij de ondergrond gangbaar het huidig maaiveld -20 cm is (dus 20 à 25 cm ophoging tov huidig maaiveldniveau). Enkel indien grondwaterstanden hoger zijn dan 20 cm onder maaiveldniveau ter hoogte van de aan te leggen velden, zal de ophoging tot max. 45 cm boven huidig maaiveldniveau nodig zijn. De drainaige van de velden wordt gecompenseerd in het plangebied. De richtlijnen van de provinciale dienst Water & Domeinen vragen dat kunstgrasvelden (gedraineerde velden) voor 25% als verharde oppervlakte worden gerekend, met een nuttig buffervolume van 250m3/ha verharde oppervlakte. Uit de rekennota die aan het dossier is toegevoegd, blijkt dat zelfs bij 4 dergelijke velden voldoende buffervolume in het plangebied kan worden voorzien.

- De conclusie dat ophoging en nivellering het waterbergend vermogen van het terrein sterk zal verminderen, is een conclusie die geen rekening houdt met de bepalingen in de stedenbouwkundige voorschriften dat de aanleg van de sportsite niet mag leiden tot bijkomend afstromend hemelwater naar de omgeving en het overstromingsvolume onder peil 37,00 TAW moet behouden blijven of gecompenseerd in het plangebied. In de concrete inrichting van het terrein moeten zijn afdoende maatregelen te nemen om het waterbergend vermogen van het terrein te behouden of te compenseren. Bovendien zijn maatregelen die nodig of nuttig zijn voor het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van het plangebied en het voorkomen van wateroverlast in aanpalende gebieden toegelaten in alle bestemmingszones van de sportsite, niet enkel in de bufferstrook.

 

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen

 

Besluit

12 stemmen voor: Marc Penxten, Peter Bollen, Pierrette Putzeys, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Michel Boussu, Carine Meyers, Patrick Martens en Ida Ceulemans

5 stemmen tegen: Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: De gemeenteraad stelt het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ definitief vast.

Artikel 2: Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sport- en recreatievelden’ omvat de toelichtingsnota, de grafische plannen deelplan Broosveld, deelplan St.-Joris, deelplan Terkoest, deelplan Vallei van de Herk oostelijk en deelplan Vallei van de Herk westelijk, de stedenbouwkundige voorschriften en het register planbaten-planschade.

Artikel 3: Met toepassing van art. 84 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt het gedeelte van de verkaveling in de Alkerstraat gekend als Geeris Veld nr. 710/2728 vergund op 28 november 1968 en aangeduid als ‘op te heffen verkaveling’ op deelplan Vallei van de Herk (oostelijk deel), uitgesloten uit de verkaveling.

Artikel 4: Het ruimtelijk uitvoeringsplan Sport- en recreatievelden wordt samen met dit besluit en het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling overgemaakt aan de deputatie Limburg en het departement Omgeving.

Artikel 5: Als het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet tijdig is geschorst of vernietigd, wordt de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen zestig dagen na de definitieve vaststelling bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en wordt ze binnen dezelfde termijn volledig bekendgemaakt op de website.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Leveren en plaatsen van een slim batterijsysteem in sporthal De Alk - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze.

In 2021 werden er op het dak van de sporthal zonnepanelen geplaatst. Om deze installatie optimaal te benutten willen we een slim batterijsysteem voorzien. Doel van deze installatie is de zelfconsumptie en het onafhankelijkheidspercentage ten opzichte van het grid op te drijven tot boven de 70%.

Via flexibele en slimme sturing wordt de beschikbare groene stroom optimaal gebruikt voor interne behoeften zoals verlichting, productie sanitair warm water, laden EV, pompen CV,…

Het injecteren van groene stroom naar het distributienet wordt tot een minimum herleid via een slimme sturing. De lastvoorwaarden voor de opdracht “Leveren en plaatsen en onderhoud van een slim batterijsysteem in sporthal De Alk" werden opgemaakt. De opdracht zal gegund worden bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. De raming van de opdracht bedraagt € 95 000 incl. btw voor de levering en installatie en € 1 900 incl. btw voor het jaarlijks onderhoud (onderhoud vanaf 1 jaar na installatie).

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer MJP000395.

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Overwegende dat in 2021 er op het dak van de sporthal zonnepanelen werden geplaatst;

Overwegende dat we een slim batterijsysteem willen voorzien om deze installatie optimaal te benutten;

Gelet op het doel om de zelfconsumptie en het onafhankelijkheidspercentage ten opzichte van het grid op te drijven tot boven de 70%;

Overwegende dat via flexibele en slimme sturing de beschikbare groene stroom optimaal wordt gebruikt voor interne behoeften zoals verlichting, productie sanitair warm water, laden EV, pompen CV,…

Overwegende dat het injecteren van groene stroom naar het distributienet wordt herleid tot een minimum via een slimme sturing;

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van een slim batterijsysteem in sporthal De Alk” een bestek met nr. 2022/022 werd opgesteld door de studiedienst Alken;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 78.512,40 excl. btw of € 95.000,00 incl. 21% btw;

Overwegende dat de uitgave voor het jaarlijks onderhoud (1 jaar na installatie) wordt geraamd op € 1 570,25 excl. btw of € 1 900,00 incl. btw;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000037/MJP000395.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2022/022 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van een slim batterijsysteem in sporthal De Alk”, opgesteld door de studiedienst Alken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten De raming van de opdracht bedraagt € 95 000 incl. btw voor de levering en installatie en € 1 900 incl. btw voor het jaarlijks onderhoud (onderhoud 1 jaar na installatie).

Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000037/MJP000395.

Artikel 4: Aan het college van burgemeester en schepenen wordt delegatie verleend om voor de opdracht “Leveren en plaatsen van een slim batterijsysteem in sporthal De Alk” de eventueel noodzakelijke meerkosten goed te keuren en dit ten belope van maximum 10% van het gunningsbedrag

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Leveren en plaatsen van een skatepark - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze.

De huidige elementen die momenteel in het recreatiedomein De Alk aanwezig zijn voor de skaters voldoen niet meer. Deze huidige skatetoestellen zijn 30 jaar oud en aan vervanging toe. Het is wenselijk om voor de jongeren in onze gemeente  een skatepark te creëren met elementen die voldoen aan de huidige normen en eisen.

De lastvoorwaarden voor de levering en plaatsing van deze skatetoestellen werden opgemaakt. De opdracht zal gegund worden bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. De raming van de opdracht bedraagt € 50.000 incl. btw. 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer MJP000362.

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Overwegende dat de huidige elementen die momenteel in het recreatiedomein De Alk aanwezig zijn voor de skaters niet meer voldoen;

Overwegende dat deze huidige skatetoestellen 30 jaar oud en aan vervanging toe zijn;

Overwegende dat het wenselijk is  om voor de jongeren in onze gemeente  een skatepark te creëren met elementen die voldoen aan de huidige normen en eisen;

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van een skatepark” een bestek met nr. 2022/019 werd opgesteld door de dienst vrije tijd;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 41.322,31 excl. btw of € 50.000,00 incl. 21% btw;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000014/MJP000362.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2022/019 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van een skatepark”, opgesteld door de dienst vrije tijd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 41.322,31 excl. btw of € 50.000,00 incl. 21% btw.

Artikel 2:  Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3:  De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder volgnummer AC000014/MJP000362

Artikel 4:  Aan het college van burgemeester en schepenen wordt delegatie verleend om voor de opdracht “Leveren en plaatsen van een skatepark” de eventueel noodzakelijke meerkosten goed te keuren en dit ten belope van maximum 10% van het gunningsbedrag.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

aanstelling tot onbezoldigde gewestelijke vaststellers voor de gemeentelijke administratieve sancties in dienst bij de OVAM.

Op 2 februari 2022 heeft het Schepencollege toegestemd om deel te nemen aan het project "handhaving zwerfvuil", dat door de minister mevrouw Zuhal Demir in 2021 is aangekondigd.

Het project dat inmiddels is opgestart en heeft de Openbare Vlaamse Millieumaatschappij (OVAM) aangewezen om het project vorm te geven.

OVAM heeft inmiddels 6 zwerfvuil-handhavers aangesteld, met daarbij nog 6 in opleiding en streeft naar een 30-tal handhavers gedurende het project.

De inzet van deze zwerfvuil-handhavers wordt gratis ter beschikking aan de gemeentebesturen gesteld.

Denk aan de inzet van deze zwerfvuil-handhavers tijdens evenementen die in Alken plaatsvinden. Maar ook buiten deze evenementen kunnen deze handhavers ingezet worden, om de problematiek van zwerfvuil op te pakken. Tijdens hun inzet letten de zwerfvuil-handhavers op allerlei zaken, denk hierbij aan sigarettenpeuken die op de grond gegooid worden, maar ook blikjes / flesjes / pizzadozen / zakdoekjes / snoepverpakkingen / fruitafval en mondmaskers. Ook niet opgeruimde hondenpoep of de controle op de verplichte afvalzakjes bij de hondeigenaren nemen zij mee tijdens hun inzet.

De inzet van deze zwerfvuil-handhavers kan op elk moment van de dag gedaan worden. Dus ook in de avonduren / nachtelijke uren (bij nachtelijke evenementen bijvoorbeeld).

De zwerfvuil-handhavers van OVAM kunnen na een sensibiliseringstraject (nog nader vorm te geven), de overtreders aanspreken en bestuurlijk rapport opstellen.

De zwerfvuil-handhavers moeten door het bestuur moeten worden aangesteld als (onbezoldigd) GAS-vaststellers. Hierdoor zijn ze bevoegd op grondgebied van Alken ook vaststellingen in het kader van zwerfvuil te doen. De sanctionerend ambtenaar ontvangt van de zwerfvuil-handhavers de bestuurlijke rapporten. De sanctionerend ambtenaar zal vervolgens de procedure afhandelen.

 

Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; en meer in het bijzonder artikel 21 §1, 2°;

Gelet op het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27-11-2014 tot vaststelling van het gemeentelijk reglement betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Overwegende de noodzaak om deze gewestelijke personeelsleden aan te stellen als onbezoldigde vaststeller gemeentelijke administratieve sancties met het oog op de sanctionering via een gemeentelijke administratieve sanctie van overtredingen op de bepalingen van de gemeentelijke reglementering de binnen hun welomschreven bevoegdheid te situeren zijn; dat deze gewestelijke vaststellers enkel binnen de omschreven bevoegdheid mogen optreden;

Overwegende dat volgende gewestelijke personeelsleden de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door de PAULO - politieopleidingen hebben gevolgd: Remco van Ransbeeck, Marc Dejaegere, Ronny Moors en Sonja Wygers (datum opleidingen: van 29 september tot en met 8 oktober 2021);

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door Campus Vesta heeft gevolgd: Jelle Crambé (datum opleiding 13 mei tot en met 17 mei 2013);

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door PIVO (Provinciaal Instituut voor Vorming en Opleiding van de provincie Vlaams-Brabant) heeft gevolgd: Stefan Bonhomme (datum opleiding november - december 2006);

Overwegende het brevet van de PAULO Politieopleiding, het brevet van Campus Vesta en het brevet van PIVO waaruit blijkt dat voorgaande personeelsleden de opleiding met gunstig gevolg heeft voltooid.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De heren Remco van Ransbeeck, Marc Dejaegere, Ronny Moors, Jelle Crambé, Stefan Bonhomme en mevrouw Sonja Wygers worden aangesteld als onbezoldigd gewestelijke vaststeller voor de gemeentelijke administratieve sancties voor de gemeente Alken voor de vaststelling van overtredingen op GAS-regelement kanton Borgloon meer bepaald voor artikel 20-honden / artikel 22-zwerfvuil / artikel 23-sluikstorten.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Corona - stand van zaken

Burgemeester Marc Penxten licht de stand van zaken in de corona pandemie en het vaccinatiecentrum binnen de ELZ Herkenrode toe.

 

Besluit

Artikel 1: De raad neemt kennis van de stand van zaken in de corona pandemie en het vaccinatiecentrum binnen de ELZ Herkenrode.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Opvang vluchtelingen Oekraïne - stand van zaken

Burgemeester Marc Penxten licht de stand van zaken toe met betrekking tot de opvang van de oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne.

 

Besluit

Artikel 1:  De raad neemt kennis van de stand van zaken met betrekking tot de opvang van de oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Samenstelling gemeenteraadscommissie financiën

In de raad van 21 december 2021 werd de samenstelling als volgt vastgelegd:

 N-VA: Jorg Stas, Carine Meyers en Peter Bollen voor 2022 t.e.m. 2024

 Open VLD: André Vanhex

 Groen: Sabine Van de Sande

In het schrijven van 15.01.2022 heeft raadslid Sabine Van de Sande haar ontslag gegeven als raadslid met ingang van 1 februari 2022. Ze kan dus ook niet meer zetelen in de commissie financiën. Mevr. Ida Ceulemans wordt namens de fractie 'Groen' voorgedragen als lid van de commissie financiën.

 

Gelet op de beslissing van de raad van 21 december 2021 waarin de samenstelling van de commissie financiën vastgelegd werd.

Gelet op de brief van 15 januari 2022 van raadslid Sabine Van de Sande waarin zij haar ontslag aanbiedt als gemeenteraadslid (met ingang vanaf 1 februari 2022) en bijgevolg niet meer kan zetelen in de commissie financiën;

Gelet op de mail van 09.02.2022 waarin de fractie Groen het vrijgekomen mandaat toekent aan raadslid Ida Ceulemans.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De raad stelt de gemeenteraadscommissie financiën voortaan vast als volgt:

 N-VA: Jorg Stas, Carine Meyers en Peter Bollen

 Open VLD: André Vanhex

 Groen: Ida Ceulemans

 CD&V: Kris Franssens, zonder stemrecht, met raadgevende stem.

Artikel 2: Deze aanstellingen blijven geldig tot andersluidend gemeenteraadsbesluit.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Nuhma: aanduiding plaatsvervanger AV

In de raad van 28 februari 2019 werd Sabine Van de Sande aangeduid als plaatsvervanger van de vertegenwoordiger van de gemeente Alken voor de Algemene vergadering van Nuhma.

In het schrijven van 15.01.2022 heeft raadslid Sabine Van de Sande haar ontslag gegeven

als raadslid met ingang van 1 februari 2022. Om deze reden moet zij ook vervangen worden als plaatsvervanger. De vertegenwoordiger Patrick Martens wordt niet vervangen.

 

Gelet op het feit dat de gemeente aandeelhouder is van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nutsbedrijven Houdstermaatschappij, afgekort Nuhma cvba.

Gelet op artikel 37 van de statuten van Nuhma cvba.

Overwegende dat de gemeente overeenkomstig de statutaire bepalingen een vertegenwoordiger mag aanduiden in de algemene vergadering.

De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming over de aanduiding van de effectieve afgevaardigde en zijn/haar plaatsvervanger waaruit blijkt dat :

Afgevaardigde, aangeduid op de gemeenteraad van 28 februari 2019:

Aantal deelnemers aan de stemming: 19

Blanco en onthoudingen: 0

ongeldige stemmen: 0

dhr Patrick Martens 12 ja-stemmen bekomt.

dhr André Vanhex 6 ja-stemmen bekomt.

dhr Kris Franssens 1 ja-stem bekomt.

Plaatsvervangende afgevaardigde, aangeduid op de gemeenteraad van 31 maart 2022:

Aantal deelnemers aan de stemming: 20

Blanco en onthoudingen: 0

ongeldige stemmen: 0

de heer Piet Wijgaerts 6 ja-stemmen bekomt,

mevrouw Ida Ceulemans 14 ja-stemmen bekomt.

 

Besluit

Na geheime stemming:

14 stemmen voor

6 stemmen tegen

 

Artikel 1: Na geheime stemming wordt als vertegenwoordiger van de gemeente voor de algemene vergaderingen van Nuhma cvba aangesteld:

dhr Patrick Martens (gemeenteraadslid, Alkerstraat 16, 3570 Alken) met als plaatsvervanger: mevrouw Ida Ceulemans (gemeenteraadslid, Molenstraat 11B, 3570 Alken, ida.ceulemans@alken.be).

Artikel 2: Bovengenoemde vertegenwoordiger (of bij belet bovengenoemde plaatsvervanger) wordt gemandateerd om op de algemene vergaderingen voor deze legislatuur (2019-2024) te handelen en te beslissen comform de beslissingen die door de gemeenteraad zijn genomen over de agendapunten en al het nodige te doen voor de afwerking van de volledige agenda.

Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavige beslissing en zal onverwijld een afschrift bezorgen van deze beslissing aan Nuhma cvba.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Bekkenbestuur: aanduiding plaatsvervanger

In de raad van 28 maart 2019 werd Sabine Van de Sande aangeduid als plaatsvervanger van de vertegenwoordiger van de gemeente Alken voor de Algemene vergadering van Bekkenbestuur.

In het schrijven van 15.01.2022 heeft raadslid Sabine Van de Sande haar ontslag gegeven

als raadslid met ingang van 1 februari 2022. Om deze reden moet zij ook vervangen worden als plaatsvervanger. De vertegenwoordiger Patrick Martens wordt niet vervangen.

 

Gelet op het decreet Lokaal bestuur;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 houdende het integraal waterbeleid (gecoördineerd op 15 juni 2018 in het Waterwetboek)

Gelet op het schrijven van de provinciegouverneur, voorzitter van het bekkenbestuur Demerbekken, van 12 februari 2019 m.b.t. de vraag tot afvaardiging van een gemeentelijk mandataris in het bekkenbestuur, waarvan gemeente Alken deel uitmaakt.

Overwegende dat het bekkenbestuur tot taak heeft:

1° het bekkensecretariaat te organiseren en aan te sturen;

2° het ontwerp van het bekkenspecifieke deel van het stroomgebiedbeheerplan goed te keuren, rekening houdend met het advies dat de bekkenraad daarover heeft uitgebracht en met de resultaten van het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 1.6.2.5, binnen een termijn van 90 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek en uiterlijk vier maanden voor het begin van de periode waarop het stroomgebiedbeheerplan betrekking heeft;

3° het ontwerp van het bekkenspecifieke deel van een wateruitvoeringsprogramma goed te keuren, rekening houdend met het advies dat de bekkenraad daarover heeft uitgebracht;

4° advies te verlenen over de waterbeleidsnota en de documenten vermeld in artikel 1.6.2.5, § 1;

5° advies te verlenen over het ontwerp van zoneringsplan, vermeld in artikel 9, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;

6° advies te verlenen over:

a) ontwerpen van investeringsprogramma's met een rechtstreekse invloed op de watersystemen;

b) ontwerpen van investeringsprogramma's over openbare rioleringen en groot- en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties;

7° het voorstellen van een adequate bevoegdheidsverdeling van de waterwegen en de onbevaarbare waterlopen om een meer geïntegreerd, logisch samenhangend en efficiënter beheer te realiseren;

8° indien gewenst, de toelichting en/of bespreking van belangrijke projecten of intenties binnen het bekken te agenderen.

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

Gelet op de geheime stemming op de raad van 28 maart 2019 voor effectief lid waarbij Patrick Martens 14 ja-stemmen behaalde, Ingrid Jacobs 6 ja-stemmen behaalde en Kris Franssens 1 ja-stem behaalde,

Gelet op de geheime stemming voor plaatsvervanger waarbij Filip Vanvinckenroye 6 ja-stemmen behaalde en Ida Ceulemans 14 ja-stemmen behaalde;

 

Besluit

Na geheime stemming:

14 stemmen voor

6 stemmen tegen

 

Artikel 1: De raad beslist zich akkoord te verklaren met de deelname van de gemeente in het Demerbekken onder voorzitterschap van de gouverneurs van de provincies Limburg en Vlaams-Brabant. Hiertoe worden volgende gemeentelijke mandatarissen aangeduid. Effectief lid: Patrick Martens. Plaatsvervanger: Ida Ceulemans

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Limburg.net: aanduiding vertegenwoordiger AV

In de raad van 28 februari 2019 werd Sabine Van de Sande aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente Alken voor de Algemene vergadering van Limburg.net.

In het schrijven van 15.01.2022 heeft raadslid Sabine Van de Sande haar ontslag gegeven

als raadslid met ingang van 1 februari 2022. Om deze reden moet zij ook vervangen worden als vertegenwoordiger van Limburg.net.

De plaatsvervanger Patrick Martens hoeft niet vervangen te worden.

 

Gelet op het feit dat Limburg.net een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 398, §1, 3° van het Decreet over Lokaal Bestuur van 22/12/17 (verder ‘het Decreet’).

Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij Limburg.net.

Gelet op de statuten van Limburg.net.

Overwegende dat artikel 432 van het Decreet bepaalt dat de vertegenwoordigers voor de algemene vergadering rechtstreeks door de gemeenteraden aangeduid worden uit hun leden.

Gelet op de geheime stemming voor effectieve vertegenwoordiger waarbij Ingrid Jacobs 6 ja-stemmen behaalde, en Ida Ceulemans 14 ja-stemmen behaalde;

 

Besluit

Na geheime stemming:

14 stemmen voor

6 stemmen tegen

 

Artikel 1: Als gemeentelijke vertegenwoordiger voor de Algemene Vergadering van Limburg.net wordt aangewezen:

- Mevrouw Ceulemans Ida, gemeenteraadslid, Molenstraat 11B, 3570 Alken, ida.ceulemans@alken.be.

Met als plaatsvervanger :

- De heer Martens Patrick, gemeenteraadslid, Alkerstraat 16, 3570 Alken.

De aangeduide vertegenwoordiger beschikt over een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal aandelen waarover de gemeente beschikt in Limburg.net (zie art. 7, 9 en 37 van de Statuten).

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Bijzondere Algemene Vergadering IGL - 22 april 2022

De bijzondere vergadering van de Algemene Vergadering van IGL vindt plaats op vrijdag 22 april 2022 om 18.00 uur in de de polyvalente zaal van IGL – Ter Heide te Zonhoven, Kruisstraat z/n. De vergadering zal worden georganiseerd rekening houdend met de dan geldende covid-19-maatregelen.

 

Gelet op het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en de latere wijzigingen;

Gelet op het feit dat de gemeente deelnemer is van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg;

Gelet op artikel 35 van de gecoördineerde statuten van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg;

Gelet op de oproepingsbrief van 22 februari 2022 voor de bijzondere vergadering van de Algemene Vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg op 22 april 2022 om 18.00 uur die de volgende agendapunten bevat:

  1. 50 jaar Ter Heide (IGL) en officiële overhandiging van de titel “Koninklijke Maatschappij” door de heer Jos Lantmeeters, Gouverneur van de Provincie Limburg
  2. Het nieuwe IGL: kennisneming
  3. Afscheid van de secretaris (pensionering);

Overwegende dat er geen bezwaren voorhanden zijn om goedkeuring van de agenda te weigeren;

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De agenda van de bijzondere vergadering d.d. 22 april 2022 van de Algemene Vergadering van IGL wordt goedgekeurd.

Artikel 2: De vertegenwoordiger,Pierrette Putzeys, of bij belet de plaatsvervanger, Carine Meyers, wordt gemandateerd om op vergadering (of op iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen zoals vermeld in het artikel 1 en verder al het nodige te doen voor afwerking van de volledige agenda.

Artikel 3: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavige beslissing en zal onverwijld een afschrift bezorgen van deze beslissing aan de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 31 03 2022

 

Vernietiging besluit gemeenteraad betreffende definitieve vaststelling rooilijnen- en innemingsplannen fietspaden Hameestraat- Toegevoegd punt

Raadslid Kris Franssens voegt volgend punt toe aan de gemeenteraad;

 

 

Gelet op de beslissing tot schorsing door minister Peeters (zie bijlage) herhaalt CD&V Alken om met de bewoners in dialoog te gaan en het voorstel van de buurt alsnog in overweging te nemen.

 

Besluit

De raad nam kennis van het besluit van de minister mbt de vernietiging van het besluit van de gemeenteraad betreffende de definitieve vaststelling van de rooilijnen- en innemingsplannen van de Hameestraat.

Raadslid Kris Franssens licht het punt toe. Hij roept op om met de buurtbewoners in dialoog te gaan.

Schepen Frank Vroonen licht toe dat hij gestart is met een informatievergadering voor de buurtbewoners en tegemoet wilde komen aan bezwaren maar daar valt nu net de minister over. Hij meldt dat hij terug aan tafel gaat zitten maar het dossier zal wel een grote vertraging oplopen. Tevens moet iedereen beseffen dat in elk scenario er steeds innames gaan noodzakelijk zijn.

 

 

Publicatiedatum: 09/05/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.