Gemeente Alken

Zitting van 24 oktober 2019

van 19:30 tot 23:22

 

Aanwezig: Patrick Martens, voorzitter; Marc Penxten, burgemeester; Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen en Pierrette Putzeys, schepenen; Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Sabine Van de Sande, Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs, raadsleden; Pascal Giesen, algemeen directeur;

Verontschuldigd: Ingrid Loix, schepen;

 

Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Verslag van de vorige zitting van 03.10.2019

De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Participatieve gemeenteraad - 'Gemeenteraad on tour'

Op 25.04.2019 heeft de gemeente de projectaanvraag van VVSG ikv participatieve gemeenteraad goedgekeurd.  VVSG heeft nadien het project van Alken geselecteerd als proeftuin rond gemeenteraden en participatie! (in totaal werden 5 projecten weerhouden, waarvan slechts 1 in Limburg)

Het bureau ‘Levuur’ werd door VVSG aangesteld om ons te begeleiden en te coachen. Ze werken daarbij samen in een vast duo met het Departement Kanselarij en Bestuur.

 

Er wordt gewerkt met een regiegroep die bestaat uit een afvaardiging van elke fractie vertegenwoordigd in de gemeenteraad en enkele ambtenaren (algemeen directeur, coördinator Leven en Welzijn en communicatieambtenaar) die het proces begeleiden.  De regiegroep is reeds 2x samengekomen.  Om de gemeenteraad ten volle te betrekken in het (voorbereidings)traject van de 'Gemeenteraad on tour' stelt de regiegroep voor dat de firma Levuur, samen met de raadsleden, onderzoekt op welke wijze deze participatie met de burger vorm kan gegeven worden, rond welke mogelijke thema's en welke rol de raadsleden hierin kunnen vervullen.

 

De output van dit proces zal dan in de besluitvorming van de gemeenteraad opgenomen worden.

 

Gelet op de projectoproep van VVSG in het kader van participatieve gemeenteraden;

Gelet op het projectvoorstel uitgewerkt door een werkgroep van de gemeenteraad;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 25.04.2019 om een projectvoorstel bij VVSG in te dienen in het kader van een meer participatieve gemeenteraad;

Gelet op de selectie van het project van de gemeenteraad van Alken door VVSG;

Overwegende dat het wenselijk is dat alle raadsleden op de hoogte zijn en kunnen meedenken en meewerken aan het project 'Gemeenteraad on tour';

Overwegende de organisatie van de workshop met de raadsleden begeleidt door de firma Levuur en VVSG;

Overwegende het experimentele karakter van dit project dat mede gesteund en gepromoot wordt door het Agentschap Binnenlands Bestuur;

Gelet op de participatieve workshop onder leiding van Leen van Lindt (Levuur) en Marian Verbeek (VVSG), in 5 groepen, waarbij een participatief proces doorlopen werd ter voorbereiding van het project ‘gemeenteraad on tour'.

 

 

Besluit

De resultaten van de 3 clusters en de post-its tijdens de participatieve workshop worden in het verslag opgenomen.  Het betreft:

Gemeenteraad on tour – cluster ‘THEMA’S’:

oBier beleving

oVeiligheid

oSpel zonder grenzen voor alle Alkenaren

oHoe belastinggeld besteden - (2x)

oHerbestemming kerken (Terkoest) – (4x)

oMobiliteit/verkeer – (3x)

Gemeenteraad on tour – cluster ‘CONCRETE AANPAK’:

oTerugkoppelen, informeren en feedback vragen – (2x)

oDialoog met stakeholders

oAffiches vensters bij de bewoners

oMensen belonen voor engagement

oMedewerkers open visie/administratie en raadsleden betrekken – (2x)

oBuurtcomités/ambassadeurs/trekkers – (2x)

oDigitaal (participatieplatform/open markt) – (2x)

Gemeenteraad on tour – cluster ‘ROL GEMEENTERAAD’:

oBegeleider/moderator/burgers ondersteunen/faciliteren – (5x)

oMotiveren/persoonlijk uitnodigen – (2x)

oDuidelijke en tijdige communicatie

oVerslaggever

oLuisteren/aanspreekpunt – (2x)

ovolhouden

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Bepaling van de gemeentelijke dotatie aan de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg voor het jaar 2020

Elke gemeenteraad dient in haar meerjarenplan de gemeentelijke dotatie te voorzien aan de hulpverleningszone Zuid-West Limburg.

 

Juridische overwegingen:

          De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inclusief latere wijzigingen, inzonderheid artikels 67,68 en 120 en volgende.

          De wet van 3 augustus 2012 betreffende de wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.

          Gelet op het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones;

 

Feitelijke overwegingen:

          De verdeelsleutel vastgelegd bij beslissing van de zoneraad dd. 2 september 2019.

          De gemeentelijke dotatie wordt bepaald als het aandeel volgens de verdeelsleutel in de begroting van de hulpverleningszone.

          De raming van het de totale gemeentelijke dotatie in de begroting 2020 voor de hulpverleningszone Zuid – West Limburg werd door de zoneraad van 7 oktober 2019 vastgelegd op 16.628.935,56€.

 

Financiële overwegingen:

          Gelet op de verdeelsleutel in de hulpverleningszone Zuid-West Limburg en de raming van de begroting 2019 wordt de gemeentelijke dotatie van de gemeente Alken bepaald op € 520.902,78.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Gelet op de verdeelsleutel in de hulpverleningszone Zuid-West Limburg en de raming van de begroting 2020 van de hulpverleningszone, wordt de gemeentelijke dotatie 2020 aan de hulpverleningszone Zuid-West Limburg vastgelegd op € 520.902,78.

 

Gemeente2019 GouverneurIndexatie 2%

Hasselt4.058.088,004.139.249,76

Heusden-Zolder1.306.162,001.332.285,24

Sint-Truiden1.741.667,001.776.500,34

Tongeren1.252.650,001.277.703,00

Beringen1.538.042,001.568.802,84

Alken510.689,00520.902,78

Diepenbeek760.384,00775.591,68

HDS498.672,00508.645,44

Kortessem309.454,00315.643,08

Wellen293.035,00298.895,70

Zonhoven876.119,00893.641,38

Lummen614.769,00627.064,38

Tessenderlo1.061.115,001.082.337,30

Gingelom269.098,00274.479,96

Heers234.336,00239.022,72

Nieuwerkerke244.114,00248.996,28

Borgloon403.124,00411.186,48

Herstappe3.261,003.326,22

Halen328.099,00334.660,98

TOTALEN16.302.878,0016.628.935,56

 

Artikel 2:

De gemeentelijke bijdrage wordt voorzien in het gemeentelijke meerjarenplan 2020-2025.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten

Bij gemeenteraadsbesluit van 24 november 2016 werd het belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.             

Er dient een nieuw reglement gestemd voor  2020 tot en met 2025.

Om te voldoen aan het gelijkheidsbeginsel volgens art. 10 en 11 van de Grondwet is het wenselijk om het reglement aan te passen.

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

Overwegende dat niet- geadresseerd drukwerk sterk bijdraagt tot extra papierafval en de ophaling en verwerking ervan kosten met zich meebrengt voor de gemeente;

Overwegende dat het wenselijk is om de papierafvalberg terug te dringen;

Overwegende dat niet-geadresseerd drukwerk regelmatig op de openbare weg terecht komt;

Overwegende dat het daarom billijk en gerechtvaardigd is om op niet-geadresseerd reclamedrukwerk een belasting te heffen;

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij decreten van 21 december 2012 en 1 maart 2013;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen;

Overwegende dat het redelijk verantwoord is om een onderscheid te maken tussen niet-geadresseerd en geadresseerd reclamedrukwerk en dit kennelijk in verband staat met het doel van de belasting;

Overwegende dat de belasting immers een compenserende bijdrage beoogt van diegene die een voordeel halen uit de aantasting van het milieu;

Overwegende dat niet-geadresseerd reclamedrukwerk immers in alle brievenbussen wordt gedeponeerd zonder dat de bestemmeling hierom heeft gevraagd, terwijl geadresseerd drukwerk selectief wordt verspreid en slechts in een aantal brievenbussen terechtkomt, zodat voor deze laatste de vervuiling aanzienlijk kleiner is en geen zware lasten voor de gemeente met zich meebrengt;

Overwegende dat daarom ook de tarieven vastgesteld worden per exemplaar en worden gedifferentieerd naargelang het gewicht;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Besluit

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: Voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd per bedeling op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten.

Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen.

De opsomming is niet limitatief.

Het betreft uitsluitend de bedeling van drukwerken die niet voorzien zijn van een adres (naam, straatnaam, huisnummer en gemeente) en kosteloos zijn voor de bestemmeling.

Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

Artikel 2: Bepaling belastingplichtige :

De belasting is verschuldigd door de verantwoordelijke uitgever.

Wanneer de verantwoordelijke uitgever geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, is de belasting solidair in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler zelf.

Indien de verantwoordelijke uitgever een natuurlijk persoon is met adresgegevens de maatschappelijke zetel of vestigingszetel van een rechtspersoon wordt de rechtspersoon al verantwoordelijke uitgever beschouwd.

Indien de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd is de belasting verschuldigd door de Belgische vestiging van de verantwoordelijke uitgever.

Is er geen Belgische vestiging dan is de belasting in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler zelf.

Artikel 3: De belasting bedraagt :

- € 0,01 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk tot en met 10 gram

- € 0,02 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 10 gram tot en met 25 gram

- € 0,03 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 25 gram tot en met 75 gram

- € 0,04 per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 75 gram tot en met 225 gram

- € 0,05 pet bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer den 225 gram.

Per verspreiding binnen 1 maand van dezelfde folder bedraagt de heffing minimum € 25.

Artikel 4: Indien er geen voorafgaandelijke aangifte is gebeurd met opgave van het aantal te verspreiden exemplaren, wordt voor de berekening van de verschuldigde belasting het aantal verspreide reclamedrukwerken forfaitair bepaald op basis van het aantal referentiepersonen op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 5: Vrijstellingen :

Volgende belastingplichtigen hebben recht op vrijstelling :

1. wanneer de in artikel 2 bedoelde opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, de federale, de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten worden verspreid in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van de verkiezing.

2. wanneer de verspreide drukwerken of gelijkgestelde producten hoofdzakelijke verband houden met een gemeentelijke volksraadspleging, en dit voor zover de drukwerken of producten verspreid worden in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 206 van het gemeentedecreet en de beslissing van de gemeenteraad om op een dergelijke verzoek niet in te gaan, of in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 310 van het decreet lokaal bestuur en de dag van de volksraadpleging of in de periode tussen de beslissing van de gemeenteraad op eigen initiatief en de dag van de volksraadpleging.

3. voor drukwerken en gelijkgestelde producten van socio-culturele en sportverenigingen, erkende gemeentelijke verenigingen en vormings- en onderwijsinstellingen met uitzondering van het drukwerken of gelijkgesteld product dat meer dan 50 % van de bedrukte oppervlakte voor commerciële doeleinden heeft.

4. openbare besturen.

5. voor een verspreiding van informerend drukwerk i.v.m. hinder door openbare werken of gelijkgesteld product door een ondernemer indien hij, gedurende minimum 14 werkdagen, grote hinder ondervindt van openbare werken uitgevoerd op Alkens grondgebied.

6. voor één verspreiding van drukwerk of gelijkgesteld product bij de opening van een nieuwe zaak of een heropening van een zaak na overname door nieuwe eigenaars.

Artikel 6: Aangifteplicht :

De belastingplichtige moet binnen de veertien dagen na de verspreiding aangifte doen bij het gemeentebestuur.  Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of gelijkgestelde product.

Artikel 7: Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

Vooraleer wordt overgegaan tot ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar.  Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100 % en wordt ook ingekohierd.

Artikel 8 : De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.

Het kohier wordt overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten, zonder kosten voor de belastingschuldige.

Artikel 9 : Het aanslagbiljet vermeldt de gegevens vermeld in het kohier alsook :

1. de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

2. de uiterste betalingsdatum

3. de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk  moet vragen in het bezwaarschrift.

Artikel 10 : De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 11 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

Artikel 12 : Zonder afbreuk te doen aan de bepaling van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 6 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 13 :Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Bij gemeenteraadsbesluit van 24 september 2015 werd het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen goedgekeurd voor de periode van 01 oktober 2015 tot en met 31 december 2019.

Het reglement dient opnieuw gestemd te worden voor de periode van 2020 tot en met 2025.

 

Gelet op artikel 170 §4 van de Grondwet;

Gelet op de toestand van de gemeentefinanciën;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd ;

Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het aanleggen van parkeerplaatsen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 april 2015;

Overwegende dat bij het streven naar de verbetering van de stedenbouw, het voorzien van parkeerplaatsen aangewezen blijkt; dat dit de mogelijkheid biedt een toevloed van voertuigen van bewoners op de openbare parkeerplaatsen te vermijden; dat het niet voorzien van parkeerplaatsen bijgevolg dient ontmoedigd te worden;

Overwegende dat de verworven gelden geïnvesteerd zullen worden in het parkeerbeleid van de gemeente;

Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen;

 

Besluit

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: Er wordt met ingang van 01 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een belasting gevestigd op het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen en bij het uitvoeren van verbouwingswerken en/of bestemmingswijzigingen aan bestaande gebouwen.

Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de houder van een stedenbouwkundige vergunning die wordt aangevraagd na de eerste invoering van dit reglement en die:

a) op grond van deze vergunning, ontheven wordt van de verplichting of in de onmogelijkheid verkeert één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning voorgeschreven parkeerplaatsen aan te leggen binnen de voorgeschreven tijd;

b) één of meer van de in deze stedenbouwkundige vergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd binnen de voorgeschreven tijd;

c) een andere bestemming geeft aan parkeerplaatsen, welke voor een stedenbouwkundige vergunning in aanmerking kwamen, voor de berekening van het aantal nodige parkeerplaatsen en indien de inrichting blijft bestaan waaraan deze parkeerplaatsen verbonden zijn.

Artikel 3: De belasting is niet van toepassing indien er kan worden aangetoond dat de toepassing van de verordening leidt tot een onredelijke situatie, mits de nodige motivatie en bewijzen.

Onder “onredelijke situatie” wordt verstaan dat in het aanvraagdossier voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor andere functies dan de woonfunctie, kan worden aangetoond dat het vereist aantal parkeerplaatsen niet in verhouding is met de werkelijke bezetting van het gebouw waardoor een onredelijke situatie wordt gecreëerd.

Artikel 4: Alle bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 30 april 2015  (en latere wijzigingen) aangaande de stedenbouwkundige verordening op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg zijn van toepassing op onderhavig belastingreglement.

Artikel 5: De belasting is verschuldigd na de definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen zoals omschreven in de stedenbouwkundige verordening.

Artikel 6:  De belasting bedraagt 7.000,00€ per ontbrekende parkeerplaats.

Artikel 7: Indien de belastingsplicht ontstaat door het niet aanleggen van de in de stedenbouwkundige vergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen, zal er een bijkomende toeslag van 25% worden geteld op basis van het totale belastingsbedrag.

Artikel 8: De belasting wordt ingekohierd, vastgesteld en uitvoerbaar verklaard  door het college van burgemeester en schepenen.

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 9: De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

Artikel 10: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, vermeldt dit uitdrukkelijk in het bezwaarschrift. In voorkomend geval zal hij uitgenodigd worden op een hoorzitting.

Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen daarvoor is aangewezen, stuurt schriftelijk of via duurzame drager binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding naar de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger.

Artikel 11: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Aanvullende belasting op de personenbelasting

Bij gemeenteraadsbesluit van 17  december 2015 werd een aanvullende belasting op de personenbelasting van de staat goedgekeurd voor de aanslagjaren 2016 tot en met 2019.

De aanvullende belasting  werd vastgesteld op 7 %.

Het reglement dient opnieuw gestemd te worden voor het aanslagjaar 2020 tot en met 2025.

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Gelet op artikel 465 tot en met 470bis van het Wetboek van Inkomstenbelastingen;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

Gelet op het eerste amendement, ingediend door Open Vld, namelijk: “De vrijgekomen budgettaire ruimte, resulterende uit de overname van de responsabiliseringsbijdrage voor de ambtenarenpensioenen door de Vlaamse regering, de oprichting van het nieuwe open ruimte fonds, het stijgend dividend van Fluvius alsook de kapitaalvermindering, de verdubbeling van het rioolfonds te gebruiken voor de verlaging van de personenbelasting voor de Alkenaar met 1% naar 6% en vraagt aan het college van burgemeester en schepenen een hiertoe herziene meerjarenbegroting (2020-2025) voor te leggen ten laatste op de gemeenteraad van december 2019.";

Gelet op het tweede amendement, ingediend door Open Vld, namelijk: “De gemeenteraad zal in de legislatuur 2020-2025 geen belastingverhoging doorvoeren van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende personenbelasting.”;

Gelet op het derde amendement, ingediend door de meerderheid, namelijk:  “Op basis van de huidige financiële en budgettaire gegevens voor de gemeente Alken heeft de meerderheid niet de intentie om een verhoging van de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing aan de gemeenteraad voor te leggen.;

 

Besluit

Eerste amendement

7 stemmen voor: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

13 stemmen tegen: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

 

Tweede amendement

7 stemmen voor: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

13 stemmen tegen: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

 

Derde amendement

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Aanvullende belasting op personenbelasting

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2020 tot en met 2025 wordt  een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 2:: De belasting wordt vastgesteld op 7 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.

Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

Artikel 3: De vestiging en inning van de gemeentelijke  belasting zullen door toedoen van het Bestuur der Directe belastingen geschieden,  zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

Artikel 4: Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing

Bij gemeenteraadsbesluit van 21 december 2017 werden gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing goedgekeurd voor de aanslagjaren 2018 en 2019.

De opcentiemen op de onroerende voorheffing werden vastgesteld op 850.

Het reglement dient opnieuw gestemd te worden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

 

Gelet op artikel 170, § 4, van de Grondwet;

Gelet op artikel 464/1, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992;

Gelet op het Bestuursdecreet van 07 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

Gelet op artikel 2.1.4.0.2. en artikel 3.1.0.0.4. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Gelet op het amendement, ingediend door Open Vld, namelijk: “De vrijgekomen budgettaire ruimte, resulterende uit de overname van de responsabiliseringsbijdrage voor de ambtenarenpensioenen door de Vlaamse regering, de oprichting van het nieuwe open ruimte fonds, het stijgend dividend van Fluvius alsook de kapitaalvermindering, de verdubbeling van het rioolfonds te gebruiken voor de verlaging van de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de Alkenaar met 100 punten naar 750 vraagt aan het college van burgemeester en schepenen een hiertoe herziene meerjarenbegroting (2020-2025) voor te leggen ten laatste op de gemeenteraad van december 2019.”;

 

Besluit

Amendement

7 stemmen voor: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

13 stemmen tegen: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

 

Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: Voor de aanslagjaren  2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente 850 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

Artikel 2: De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.

Artikel 3: Van deze beslissing wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid  overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Belasting omgevingsvergunningen

Bij gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2018 werd de belasting op omgevingsvergunningen goedgekeurd voor de periode van 1 april 2018 tot en met 31 december 2019.

Het reglement dient opnieuw gestemd te worden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

Het is wenselijk om na een evaluatie het reglement aan te passen.

- door de kosten van de vergunningen voor ingedeelde inrichtingen gelijk te stellen aan de kosten voor de vergunningen voor stedenbouwkundige handelingen aangezien de werklast gelijkaardig is.

- daar de kosten voor de aanleg, verplaatsing, wijziging of opheffing van een gemeenteweg en het vaststellen  van de rooilijnen heel wat extra kosten met zich meebrengen is het aangewezen om alle kosten die de gemeente hieromtrent maakt terug te vorderen van de aanvrager

Dit zijn o.a. landmeterskosten, erelonen en opstelkosten van een schattingsverslag, aangetekende zendingen, publicatie in Staatsblad, meerwaarde, kosten ivm verplaatsing afsluiting, ....

 

Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet en daarmee vergelijkbare procedures inzake ioniserende stralingen en springstoffen een aanzienlijke inzet vergt van de gemeentelijk middelen en het billijk is deze inzet door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen;

Gelet op het decreet van 3 mei 2019 betreffende de gemeentewegen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Besluit

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: Voor de periode van 01 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de meldingen en aanvragen bedoeld in het Decreet 25.04.2014 betreffende de omgevingsvergunning, het K.B. 23.09.1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen en het K.B. 20.07.2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.

Artikel 2: De belasting is verschuldigd door degene die de aanvraag of melding heeft ingediend en bij gebreke daarvan de vergunninghouder of exploitant.

Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld als volgt :

 

Gemeente is vergunning-

verlenende overheid

Vlaamse overheid of provincie is vergunning-

verlenende overheid

Melding van een ingedeelde inrichting of activiteit

€ 50 

 

Melding voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

€ 50

 

Aanvraag voor het houden van een projectvergadering (art.8 omgevingsvergun-

ningsdecreet

€ 125

 

Aanvraag omgevingsvergun-

ning voor het uitvoeren van stedenbouw-

kundige handelingen :

- gewone procedure

- gewone procedure, meerprijs per bijkomende woongelegenheid vanaf de 2de wooneenheid

- vereenvoudigde procedure

 

 

 

 

€ 90

 

 

 

€ 20

€ 50

 

 

 

 

€ 40

 

 

 

€ 40

Aanvraag omgevingsvergun-

ning voor een ingedeelde inrichting of activiteit :

- gewone procedure

- vereenvoudigde procedure

 

 

 

€ 90

€ 50

 

 

 

€ 560

Aanvraag omgevingsvergun-

ning voor het verkavelen van gronden :

- aanvraag voor 1 (andere gemeentes) of 2 bouwloten (Alken)

- meerprijs per bijkomend bouwlot vanaf het 3de bouw-

lot (Alken) of vanaf het 2de bouwlot (andere gemeentes)

Vraag tot omzetting van een milieuvergunning verleend voor 20 jaar naar een permanente vergunning (art. 390 omgevingsvergunnings-

decreet)

 

 

 

 

 

€ 125

 

 

 

€ 20

 

 

 

€ 90

 

 

 

 

 

 

€ 75

 

 

 

 

 

 

 

€ 560

Bekendmaking van het ver-

strijken van elke geldigheids-

periode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van ongebepaalde duur (art. 83, § 1, lid 3 omgevingsver-

gunningsdecreet)

 

 

 

€ 90

 

 

 

 

 

 

€ 125

Verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden

 

€ 90

 

€ 560

Verzoek tot bijstelling van een verkavelingsvergunnning

- aanvraag met betrekking op 1 of 2 bouwloten

- meerprijs per bijkomend betrokken bouwlot, vanaf het 3de bouwlot

 

 

 

€ 125

 

 

€ 20

 

 

 

€ 75

Melding van de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

 

 

 

 

 

€ 50

 

Aanvraag van een steden-

bouwkundig attest (art. 5.3.1

VCRO)

openbaar onderzoek

 

 

 

€ 50

 

Aanvraag van een planologisch attest (art. 4.4.24 e.v. VCRO)

€ 250

+ de aan de gemeente aangerekende kosten door derden

€ 7,50

per aangetekend schrijven

+ de aan de gemeente aangerekende kosten door derden

Vergunningsaanvraag spring-

stoffen (K.B. 23.09.1958)

 

€ 50

 

Vergunningsaanvraag ioniserende stralingen (K.B.

20.07.2001)

 

 

€ 50

 

Toepassing van de administratieve lus

€ 50

 

Stopzetten dossier

 

zoals bij vergunning/aktename

 

zoals bij vergunning/aktename

Weigering

zoals bij vergunning/aktename

zoals bij vergunning/aktename

Stilzwijgende weigering

zoals bij vergunning/aktename

zoals bij vergunning/aktename

Het afdrukken van een digi-

taal verleende vergunnings-

aanvraag

kopiekosten volgens onderstaande tabel

kopiekosten volgens onderstaande tabel

A4/zwart-wit

€ 0,20

€ 0,20

A3/zwart-wit

€ 0,25

€ 0,25

A4/kleur

€ 1

€ 1

A3/kleur

€ 1,50

€ 1,50

kleurenafdruk A4 in kleur

€ 3

€ 3

kleurenafdruk A3 in kleur

€ 5

€ 5

cd-rom

€ 5

€ 5

Digitaliseringsvergoeding van toepassing op aanvragen tot een omgevingsvergunning die analoog (niet via het omgevingsloket) worden ingediend - vereenvoudigde procedure

 

 

 

 

 

 

€ 125

 

 

 

 

 

 

€ 125

Vastgoedinformatie en stedenbouwkundige uittreksels per kadastraal perceel

€ 75

NVT

Conformiteitsattesten

€ 62,50 voor een zelfstandige woning

€ 62,50 voor een kamerwoning verhoogd met € 12,50/kamer met een maximum van € 1.250/gebouw

NVT

Aanleg/verplaatsing/wijziging/opheffing van een gemeenteweg/rooilijnen vastleggen

 

€ 50 + alle kosten die de gemeente hieromtrent maakt worden teruggevorderd van de aanvrager

 

 

NVT

 

Artikel 5 : Worden van de belasting vrijgesteld :

- meldingen en aanvragen ingediend door de eigen gemeente en het eigen OCMW;

Artikel 6 : De belasting is verschuldigd binnen de 10 dagen na afgifte van een factuur.

Bij gebrek aan betaling binnen de gestelde termijn en bij aanvragen en meldingen die niet bij de gemeente gebeuren, wordt de belasting ingevorderd door middel van een kohier.  De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De kohierbelasting moet worden betaald binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 7 : De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Hoogdorpsstraat 38 te 3570 Alken.

Dit dient te gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.  Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wil uitgenodigd worden op de hoorzitting moet dit in het bezwaarschrift worden aangevraagd.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderda-

gen na de indiening ervan.

Artikel 8 : Onverminderd het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel 7, hoofdstukken 1, 3, 4 en 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en van artikel 126 tot en met 175 van het K.B. tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, van toepassing, voor zover ze niet specifiek de inkomstenbelastingen betreffen.

Artikel 9 : Van deze beslissing wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen

De gemeente Alken is lid van Limburg.net en gaf de intercommunale haar beheersrechten en reglementeringsrechten inzake afvalbeheer, de afvalverwijdering en -verwerking.  Hierbij werd in de meeste aangesloten gemeenten op  1 januari 2014 een uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afvalstoffen met inbegrip van het stelsel van de 'directe inning' ingevoerd.  Het betreft een heffing door Limburg.net in de vorm van een kohierbelasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.

Bij gemeenteraadsbesluit van 24 november 2016 werd dit vastgelegd voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019.

Het reglement dient opnieuw gestemd te worden.

Limburg.net vraagt om het reglement maar voor 2 jaar opnieuw te stemmen.

Tegen dan is duidelijkheid over Optimo en zal opnieuw een evaluatie hebben plaats gevonden van de quota (huisvuil).

De Raad van Bestuur van Limburg.net heeft beslist om in de tussenliggende periode zo weinig mogelijk wijzigingen door te voeren.

De quota huisvuil en op de recyclageparken blijven bijgevolg ongewijzigd, met als enige uitzondering het quotum asbest dat wordt opgetrokken van 200 kg naar 600 kg vanaf 01 januari 2020.

 

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 10 en 26;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer en materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), inzonderheid op artikel 5.1.1. en volgende;

Overwegende dat Limburg.net een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 12, §2 ,3° van het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking;

Gelet op het lidmaatschap van de gemeente Alken bij Limburg.net;

Gelet op de statuten van Limburg.net en in het bijzonder artikel 3 waaruit blijkt dat de gemeente Alken als deelnemer van Limburg.net, afstand gedaan heeft aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringsrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en -verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van Limburg.net;

Overwegende dat Limburg.net ertoe heeft besloten om de financiële aspecten van de ophaling en verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van Limburg.net;

Overwegende dat Limburg.net hiertoe een uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking voorstelt, met inbegrip van een stelsel dat de inning van deze heffingen centraliseert bij Limburg.net, waarbij voorzien is dat een gemeente kan instappen in het systeem van intergemeentelijke inning van de kohierbelasting voor het inzamelen en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, genaamd de 'directe inning'

Gelet op het besluit van de raad van bestuur van Limburg.net van 11 september 2019;

Overwegende dat de gemeente Alken met ingang van 1 januari 2014 ingestapt is in het systeem van 'directe inning' zoals georganiseerd door Limburg.net;                           

Overwegende dat de gemeente Alken via een apart gemeenteraadsbesluit een Convenant tussen de gemeente Alken en Limburg.net goedkeurde waarin de nodige afspraken betreffende de 'directe inning' zijn uitgewerkt;

Overwegende dat overeenkomstig deze afspraken de gemeente Alken er toe gehouden is het 'Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen' zoals opgenomen in voornoemde Convenant goed te keuren, met hierin inbegrepen het kohier- en contantbelastingreglement;

 

Besluit

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEGRIPPEN VAN DE BELASTING

 

Artikel 1: Algemene bepalingen

 

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn van 2 jaar, eindigend op 31 december 2021 , wordt in de gemeente volgens de bepaling van dit reglement een belasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.

 

Dit reglement stelt twee verschillende belastingen vast:

- Een kohierbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de basisdienst. Deze belasting wordt hierna kohierbelasting genoemd.

 

-  Een contantbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de inzameling en verwerking door LIMBURG.NET van de huishoudelijke afvalstoffen, waarvan de inzameling en verwerking niet begrepen is in de basisdienst. Deze belasting wordt hierna contantbelasting genoemd.

 

De tarieven die verschuldigd zijn voor de afgifte van afval op het recyclagepark van de gemeente worden door de raad van bestuur van LIMBURG.NET vastgelegd in een afzonderlijk tarievenreglement. Deze tarieven maken geen deel uit van het belastingreglement.

 

Artikel 2:  Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied

 

In alle gemeenten in het bedieningsgebied van LIMBURG.NET waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door LIMBURG.NET uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.

 

Dit houdt in:

- dat de belastingplichtigen van de gemeente gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in het hele bedieningsgebied overeenkomstig het afvalreglement van de andere gemeenten waar de basisdienst wordt uitgeoefend en die een gelijkaardig reglement hebben goedgekeurd.

- dat de belastingplichtigen van de andere gemeenten in het bedieningsgebied met een gelijkaardig reglement gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in de gemeente overeenkomstig het in de gemeente geldende afvalreglement.

 

Artikel 3: Definities

 

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1° huishoudelijke afvalstoffen: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

2° huisvuil: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval of groenafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.

 

3° LIMBURG.NET: de opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der

ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeel-houder is.

LIMBURG.NET heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. LIMBURG.NET treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.

LIMBURG.NET wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting en contantbelastingen.

 

4° het bedieningsgebied: het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan LIMBURG.NET hebben overgedragen.

 

5° afvalreglement: de gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.

 

 

6° gezin: voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:

- hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid

- hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familie-banden gebonden, gewoonlijk éénzelfde individuele woongelegenheid betrekken en er samenleven.

- hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijkregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden). 

Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.

 

7° onderneming: elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uit-oefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.

 

8° ophaalpunt: elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeften waar in opdracht van LIMBURG.NET huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.

 

9° basisdienst: het geheel van diensten verleend door LIMBURG.NET waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied. De basisdienst omvat:

 

a)voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil:

1. wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak:

-De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijkse quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari) :

- 1 persoonsgezin: 2 rollen kleine zakken (of equivalent), 440 liter

- 2 persoonsgezin: 1 rol grote zakken + 2 rollen kleine zakken (of equivalent), 880 liter

- 3 persoonsgezin: 2 rollen grote zakken + 1 rol kleine zakken (of equivalent), 1100 liter

- 4 persoonsgezin en meer: 3 rollen grote zakken (of equivalent), 1320 liter

De start van de bedelingsperiode van de plastic zak wordt door Limburg.net via meerdere communicatiekanalen ter kennis gebracht aan de gezinnen en de afhaling dient te gebeuren uiterlijk 31 december van het dienstjaar, rekeninghoudend met de openingsdata van de verdeelpunten.

 

2. Wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een gezamenlijke container van Limburg.net met een gesolidariseerd quotum huisvuil (van toepassing in een wooncomplex met 8 wooneenheden of meer):

-De toegang tot een of meerdere containers waarnaar de gezinsquota huisvuil van meerdere gezinnen zijn omgezet.

-Het jaarlijks quotum huisvuil van de gezamenlijke container is de som van alle quota huisvuil waarop elk afzonderlijk gezin recht heeft volgens de gezinstoestand van 1 januari.

Overdracht van resterende kilo's is enkel mogelijk indien er in het dienstjaar minimum één lediging heeft plaatsgevonden en geplafonneerd op een maximum van 60 kg.

 

b)Voor de huis-aan-huisophalingvan het groente, fruit en tuinafval (gft):

wanneer het gft aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven gft container is er een  beschikking per gezin over standaard één gft container

 

c)Voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:

De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is. Wanneer het recipiënt uitgerust is met een gegevens-chip, dan wordt deze gebruikt voor de registratie van de DIFTAR-gegevens vermeld in Artikel 3 - 11°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.

 

d)voor het aan huis ophalen op afroep :

De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.

 

e)Voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door LIMBURG.NET beheerde inzamelpunten:

-Voor de recyclageparken:

-De toegang tot de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door LIMBURG.NET wordt uitgebaat, voor de gezinnen die toegang nemen tot het recyclagepark met hun E-Identiteitskaart en voor zover het reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET wordt gerespecteerd.

-Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door LIMBURG.NET wordt uitgebaat, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen volgens het door de raad van bestuur van LIMBURG.NET goedgekeurde reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET en voor zover dit reglement wordt gerespecteerd. Ondernemingen genieten deze quota niet, met uitzondering van het afval waarvoor het 0-tarief geldt, waar zij eveneens gerechtigd zijn gratis aan te leveren.

De pmd-fractie (of p+md, zodra van toepassing)  wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven  blauwe plastic zak.

 

f)Voor de straat- of wijkcontainers:

Het deponeren van de huishoudelijke afvalstoffen glas of textiel in de daartoe geeigende straat- of wijkcontainers.

 

De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.

 

10° tarieven: LIMBURG.NET legt in een afzonderlijk reglement de vergoedingen (tarieven) vast die door LIMBURG.NET zullen aangerekend worden voor het aanbrengen van fracties huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken die door LIMBURG.NET worden uitgebaat. Het tarievenreglement wordt vastgelegd door de raad van bestuur van LIMBURG.NET die de indeling per prijzencategorie bepaalt, evenals de quota en de tarieven bij overschrijding van de quota.

 

In de basisdienst conform punt 9° zijn m.b.t. het aanbieden van huishoudelijke afval-stoffen op de recyclageparken uitgebaat door LIMBURG.NET enkel die fracties begrepen die onder de hierna vastgelegde quota liggen:

 

Tarief

Fracties

quotum

€ 0,00/kg

alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton, glas (vlak + hol), pmd (of p+md, zodra van toepassing), kga, aeea, autobanden (4 autobanden per gezin/jaar), gemengde kunststoffen, kaars- en kurkresten, metalen, textiel, eps,  …

onbeperkt

€ 0,025/kg

zuiver bouwpuin

1000 kg/gezin

€ 0,05/kg

tuinafval, grond en afbraakhout

 

 

tuinafval: 400 kg/gezin

geen quotum voor grond en afbraakhout

 

€ 0,08 /kg

 

 

asbest, gemengd bouwpuin, gipsplaten en landbouwfolies

asbest: 600 kg/gezin

geen quotum voor gemengd bouwpuin, gipsplaten en landbouwfolies

 

€ 0,18 /kg

grofvuil, roofing en treinbielzen (C-hout)

nihil

 

 

 

In het tarievenreglement legt de raad van bestuur van LIMBURG.NET tevens het tarief vast van de toegangsbadge en de goederen die op het recyclagepark te koop worden aangeboden.

 

Het tarievenreglement maakt geen voorwerp uit van het belastingreglement.

 

11° CARDS: de databank waarin LIMBURG.NET per gezin of per onderneming registreert:

-de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentie-persoon van het betrokken gezin of onderneming, zoals vermeld in Artikel 4 -.

-de relevante DIFTAR-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifieerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

-alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingsreglement en het tarievenreglement van LIMBURG.NET.

-de rekenstaat van het gezin of de onderneming.

-de identificatiegegevens van de ophaalrecipiënten die verbonden zijn aan het ophaalpunt van het gezin of de onderneming.

 

-Indien van toepassing, de verantwoordelijke persoon op wiens naam de gezamelijke

container met een gesolidariseerd quotum huisvuil in een wooncomplex van 8 wooneenheden of meer geregistreerd wordt (bv. syndicus).

 

12° referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

-voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.

-voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.

 

13° rekenstaat: de rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

-de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting

-de volgens dit reglement verschuldigde contantbelastingen

-de volgens het tarievenreglement van LIMBURG.NET verschuldigde tarieven op de reyclageparken evenals de reeds betaalde bedragen of voorschotten

Op de rekenstaat worden de verschuldigde bedragen ingevolge bezoeken aan het recyclagepark (tarieven) of diensten op basis van huidig belastingreglement (contantbelastingen) afzonderlijk vermeld.

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het quotum huisvuil is van het gezin of de onderneming.

 

Artikel 4:Bepalingen inzake de CARDS-databank

 

Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen en/of om toegang te krijgen tot de recyclageparken, moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in de LIMBURG.NET CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert LIMBURG.NET de registratie uit op basis van deze gegevens.

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

 

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het LIMBURG.NET-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

 

In de CARDS databank worden tevens geregistreerd:

- het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.

- de (extra) toegangsbadges voor het recyclagepark die werden verleend.

 

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.

 

De gegevens van de CARDS-databank kunnen door LIMBURG.NET worden aangewend voor het versturen van de betalingsuitnodigingen op grond van het tarievenreglement voor de aan LIMBURG.NET verschuldigde tarieven op de recyclageparken.

 

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan LIMBURG.NET sluit LIMBURG.NET de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. LIMBURG.NET vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen en / of tarieven of door betaling van het onbestede quotum huisvuil op het rekeningnummer van de referentie-persoon. De aansluiting van de referentiepersoon wordt afgesloten en de toegangsbadges tot het recyclagepark worden automatisch

geblokkeerd.

 

Artikel 5 : Het ter beschikking stellen van (gezamenlijke) huisvuilcontainers

 

Op specifieke adressen met meerdere woongelegenheden worden aangepaste inzamelrecipienten voorzien.

Aan wooncomplexen vanaf acht wooneenheden wordt, na aanvraag bij Limburg.net, een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum huisvuil geplaatst.

Indien gewenst kan een hangslot worden voorzien op de container. Hiervoor wordt een bedrag aangerekend van € 36,25 per slot.

Een container (met slot) wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

 

Artikel 6 : Toegangsbadges voor recyclageparken

 

De leden van het gezin die beschikken over een elektronische identiteitskaart (E-id) krijgen hiermee toegang tot het recyclagepark.

 

Gezinnen en ondernemingen kunnen bij LIMBURG.NET extratoegangsbadges bekomen, na betaling van het tarief zoals vastgelegd in het tarievenreglement. Er bestaan 2 types van toegangsbadges:

-Een recyclagepark-toegangsbadge type ‘gezin’

-Een recyclagepark-toegangsbadge type ‘onderneming’

 

HOOFDSTUK 2 - DE KOHIERBELASTING

 

Artikel 7 : Algemene beginselen

 

De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET. LIMBURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.

 

Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek, van toepassing op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting, voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 8: De belastingplichtige

 

De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het belastingjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft. De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.

 

Artikel 9 - Het bedrag van de kohierbelasting

 

Het bedrag van de kohierbelasting  wordt berekend op basis van de gezinstoestand op 1 januari.

 

De nieuwe maximum bedragen (zonder rekening te houden met een eventuele tussenkomst van de gemeente) zijn de volgende :

- € 123,85 voor eenpersoonsgezinnen

- € 136,35 voor tweepersoonsgezinnen

- € 142,60 voor driepersoonsgezinnen

- € 148,85 voor vierpersoonsgezinnen en meer

 

Op deze kohierbelasting voorziet de gemeente een tussenkomst van € 11,35.

 

De kohierbelasting bedraagt na aftrek van de gemeentelijke tussenkomst :

- € 112,50 voor eenpersoonsgezinnen

- € 125,00 voor tweepersoonsgezinnen

- € 131,25 voor driepersoonsgezinnen

- € 137,50 voor vierpersoonsgezinnen en meer

 

Artikel 10 - Vrijstellingen, verminderingen en toeslagen

 

a) Volgende categorieën van personen genieten een vrijstelling op de kohierbelasting:

- elke gedomicilieerde persoon in een erkend woon- en zorgcentrum;

- personen ingeschreven in de bevolkingsregisters met een referentieadres;

- de gezinnen waar het gezinshoofd recht heeft op leefloon en steun ontvangt van het   OCMW. De lijst van de leefloongerechtigden zal opgevraagd worden bij het OCMW;

- personen verblijvende in een LOI woning van het OCMW (= lokaal opvanginitiatief);

- elke gedomicilieerde verblijvend in een erkende assistentiewoningen  met een eigen collectieve afvalinzameling en ophaling door een gespecialiseerde onderneming:

- de minderjarigen gedomicilieerd in de erkende jongerenopvanghuizen.

 

b) Volgende categorieën van personen genieten een vermindering van € 60,00 op de kohierbelasting:

- Alle gezinnen waar het gezinshoofd op 01 januari van het aanslagjaar geniet van de verhoogde tegemoetkoming volgens de Kruispuntbank van de sociale zekerheid

 

Artikel 11 : Sancties bij niet-betaling

 

Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.

 

Artikel 12 - Ondeelbaarheid

 

De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.

 

Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:

a) Ingeval van een verhuizing van het gehele gezin binnen het bedieningsgebied, zal er geen nieuwe kohierbelasting verschuldigd zijn voor het jaar waarin de verhuizing plaatsvindt.

Daarbij zal gelden:

- dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven plastic zak naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer, de overeenkomstige waarde van de ongebruikte volledige verpakkingen plastic zakken die bij de GEMEENTE worden ingeruild, zal worden omgezet in een waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer onder de vorm van een quotum huisvuil.

- dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak, de nog niet gebruikte waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer per schijf van 30 kilogram zal worden omgezet in een quotum huisvuil voor de belastingplichtige waarmee hij plastic zakken kan verwerven.

b) Ingeval individuele personen uit een gezin verhuizen naar een andere vestigingsplaats wordt overgebracht, blijft de basisdienst behouden voor het gedeelte van het gezin dat op het oorspronkelijk adres gevestigd blijft.

De quota op het recyclagepark zijn berekend onafhankelijk van de gezinsgrootte en bijgevolg wordt het quotum recyclagepark niet overgedragen ingevolge een gedeeltelijke verhuizing van een gezin.

c) Indien het gezin op 1 januari woonachtig was op een adres waar de inzameling gebeurde met een gezamenlijke container met gesolidariseerd quotum huisvuil, kan het individueel verbruik niet meer achterhaald worden en zijn de bijzondere verhuissituaties niet van toepassing.

 

Artikel 13 - De inkohiering en de inning

 

De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

Daartoe maakt de gemeentelijke financieel beheerder het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

 

Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door LIMBURG.NET.

 

Artikel 14 - De mogelijkheid van bezwaar

 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.

 

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

 

Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.

 

Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk LIMBURG.NET via de CARDS databank.

 

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie ver-melden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de in-vordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 15 - Aanvangsmoment van het reglement wat de kohierbelasting betreft

 

Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020 en is geldig tot en met 31 december 2021 .

 

HOOFDSTUK 3 - DE CONTANTBELASTING

 

AFDELING I - BEGINSELEN

 

Artikel 16 :- Algemene beginselen

 

In de gemeente is een contantbelasting verschuldigd op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de huis-aan-huisinzameling georganiseerd door LIMBURG.NET of het aankopen van recipiënten om deze huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden, voor zover het inzamelen van deze afvalstoffen niet begrepen is in de basisdienst.

 

De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:

- De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.

- Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

- De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd (of p+md, van zodra van toepassing)) wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.

- Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van LIMBURG.NET, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.

- De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.

- Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.

- De vergoedingen die op de LIMBURG.NET recyclageparken worden aangerekend betreffen geen contantbelastingen. Zij worden vastgelegd in een tarievenreglement goedgekeurd door de raad van bestuur van LIMBURG.NET en bekrachtigd door de betrokken gemeenteraad.

 

Artikel 17 - Afvalstoffen onderworpen aan de contantbelasting

 

Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, noch onder het tarievenreglement van toepassing op de recyclageparken, is er een contantbelasting verschuldigd door elk gezin of onderneming  die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:

- in te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling) :

- huisvuil (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie                                van het vergelijkbaar bedrijfsafval);

- pmd (of p+md, van zodra van toepassing);

- gft en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

- in te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):

- grofvuil;

 

AFDELING II - DE BEDRAGEN VAN DE CONTANTBELASTING

 

Artikel 18 : De bedragen voor de aan huis inzameling

 

Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijk afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd:

a) Contantbelasting: huisvuil

- 1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: € 12,50 /rol

- 1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk: €   6,25 /rol

 

Indien gebruik gemaakt wordt van specifieke inzamelsystemen :

 

Type container

Afvalsoort

Eur per aanbieding

Eur per kg

Container met gezamenlijk quotum huisvuil (tarief van toepassing van zodra quotum huisvuilkilo's opgebruikt zijn)

huisvuil

0.00

0.18

 

b) Contantbelasting: groente-fruit en tuinafval (gft)

- 120 liter container: sticker van € 40 / jaar

- 40 liter container: sticker van € 15 / jaar

 

Het gft wordt opgehaald door middel van een groene container die niet is uitgerust met een chip.

 

c) Contantbelasting: pmd, textiel en lederwaren, papier en karton, hol glas en metaal

 

FRACTIE

EENHEID

CONTANTBELASTING

pmd (of p+md, van zodra van toepassing)

1 rol van 20 zakken van 60 L

1 rol van 10 zakken van 120 L (uitsluitend voor scholen & verenigingen)

 

€ 3,00 per rol

€ 3,00 per rol

 

textiel- en lederwaren

 

€ 0,00

papier en karton

 

€ 0,00

hol glas

 

€ 0,00

metaal

 

€ 0,00

 

Artikel 19 : De bedragen voor de inzameling op afroep

 

Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op € 20,00 per ophaalbeurt.

 

AFDELING III - DE HEFFING

 

Artikel 20 :  De heffing van de contantbelasting

 

Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak of met de daartoe bestemde sticker, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak of de sticker.

 

Wanneer het afval voor ophaling wordt aangeboden in een gft-container met sticker dan is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik van het ledigen van de container. De gft-sticker moet jaarlijks vernieuwd worden.

 

Wanneer het grofvuil op afroep wordt opgehaald zonder sticker is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat LIMBURG.NET de lijst definitief opstelt van de ophaalronde waarin het betrokken ophaalpunt wordt aangedaan.

 

Artikel 21 : Belastingplichtige

 

Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

 

Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Artikel 22 - Voorschotaanrekening

 

§ 1 De contantbelasting voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, wordt aangerekend bij wij-ze van voorschotten volgens de in dit artikel opgenomen bepalingen.

De voorschotten worden aangerekend met betalingsuitnodigingen verstuurd aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon. De betalingen van de aangerekende voorschotten worden opgenomen in de rekenstaat.

De contantbelasting verschuldigd voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker,worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de betaalde voorschotten.

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat. De kohierbelasting uit HOOFDSTUK 2 wordt nooit op de voorschotten aangerekend of vermengd met de verschuldigde contantbelastingen.

De voorschotten worden uitsluitend aangerekend in volgorde van de afname van de dienst. De rekenstaat vermeldt uitdrukkelijk op welke datum en voor welke dienstverlening de aanrekening gebeurt.

De eerste betalingsuitnodiging kan verstuurd worden naar aanleiding van de opname van  de verantwoordelijke (syndicus) van een wooncomlex met gesolidariseerd quotum huisvuil in de CARDS-databank.

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

§ 2 Voor elk gezin/onderneming/wooncomplex met gesolidariseerd quotum huisvuil wordt een voorschot aangerekend op basis van de aantallen en type containers die ter beschikking zijn gesteld:

- per gezamenlijke container van 1.100 liter of 770 liter: € 180,00

§ 3 Wanneer het beschikbare saldo op de rekenstaat lager is dan een positief bedrag op de rekenstaat, drempelbedrag genoemd, wordt een betalingsuitnodiging voor een nieuw voorschot verstuurd. Het drempelbedrag wordt als volgt vastgesteld:

- een container van 1.100 /770 liter: € 40,00

Wanneer het gezin, de onderneming of een wooncomplex meerdere gezamenlijke containers ter beschikking heeft, is het drempelbedrag de opstelsom van alle containers die het gezin of de onderneming ter beschikking heeft.

Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal gelijk zijn aan het voorschot uit § 2 behalve wanneer het saldo van de rekenstaat negatief is. In dit laatste geval zal het bedrag van de betalingsuitnodiging gelijk zijn met het voorschot uit § 2 vermeerderd met het bedrag nodig om het negatief saldo aan te zuiveren.

§ 4 Voor betalingsuitnodigingen van de voorschotten geldt een betalingstermijn van 21 dagen.

§ 5 Een voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden afvalcontainer zal enkel geledigd worden, voor zover het op de rekenstaat beschikbare voorschot niet lager is dan onderstaande bedragen:

- een container van 1.100/770 liter: € 20,00

Het aanrekenen van de dienstverlening op de beschikbare voorschotten verloopt uitsluitend in volgorde van de datum van de afname van de dienst. Onder de datum van afname van de dienst wordt begrepen:

• de datum van ophaling van de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker

• indien op het containerpark automatisch afgerekend wordt, de datum van het bezoek, met vermelding van de aangeboden fracties boven de quota

§ 6 De afname van de dienst, de aard en de datum ervan worden geregistreerd en vermeld in de rekenstaat. De rekenstaat vermeldt het bedrag dat voor de dienst werd aangerekend op het voorschot.

§ 7 Door de betaling van een voorschot verklaart de belastingplichtige zich akkoord met de aanwending van de voorschotten conform dit reglement.

 

Artikel 23 - Overzicht van de stand van de rekenstaat

Op elke nieuwe voorschotbetalingsuitnodiging zal een overzicht gegeven worden voor de periode verstreken sedert de laatste betalingsuitnodiging, van de betaalde voorschotten en de bij het bezoek van het containerpark of voor de huis-aan-huisinzameling aangerekende contantbelasting (via containers aan huis of via een ondergronds inzamelsysteem).

Indien de inzameling gebeurt op een adres met een gezamenlijke container met een gesolidariseerd quotum huisvuil worden de betalingsuitnodigingen voor de huis aan huis inzameling gestuurd aan de verantwoordelijke die hiervoor in CARDS geregistreerd werd (bv. een syndicus).

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldige contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.

 

AFDELING IV - DIVERSE BEPALINGEN INZAKE DE CONTANTBELASTING

 

Artikel 24 : Sociale correcties

Voor de inzameling van luiers worden extra huisvuilzakken ter beschikking gesteld aan:

-Gezinnen met kinderen jonger dan 3 jaar

-Incontinente personen

De gezinnen met kinderen jonger dan 3 jaar krijgen, per kind jonger dan 3 jaar, jaarlijks

een aantal gratis rollen afvalzakken. Bij de afhaling heeft men de keuze uit:

-5 rollen van 10 stuks kleine afvalzakken (22l)

-2 rollen van 10 stuks grote afvalzakken (44l) en 1 rol van 10 stuks kleine afvalzakken (22l)

-1 rol van 10 stuks grote afvalzakken (44l) en 3 rollen van 10 stuks kleine afvalzakken (22l)

De gratis rollen afvalzakken kunnen afgehaald worden bij de dienst burgerzaken. De afspraken zijn als volgt:

• Geboortejaar -> Afvalzakken kunnen afgehaald worden bij de dienst burgerzaken tot uiterlijk één maand na het jaar van geboorte)

• Jaar waarin kind 1 jaar wordt -> Afvalzakken kunnen afgehaald worden bij de

dienst burgerzaken

• Jaar waarin kind 2 jaar wordt -> Afvalzakken kunnen afgehaald worden bij de

dienst burgerzaken

• Jaar waarin kind 3 jaar wordt -> Afvalzakken kunnen afgehaald worden bij de dienst burgerzaken tot uiterlijk één maand na het verstrijken van de leeftijd van 3 jaar.

De personen die omwille van medische redenen incontinent zijn, krijgen jaarlijks een aantal gratis rollen afvalzakken. Bij de afhaling heeft men de keuze uit:

-6 rollen van 10 stuks kleine afvalzakken (22l)

-1 rol van 10 stuks grote afvalzakken (44l) en 4 rollen van 10 stuks kleine afvalzakken (22l)

-2 rollen van 10 stuks grote afvalzakken (44l) en 2 rollen van 10 stuks kleine afvalzakken (22l)

De gratis rollen afvalzakken kunnen afgehaald worden bij het OCMW mits voorlegging van een medisch attest.

De keuze tussen de verschillende opties geldt enkel bij de afhaling van de afvalzakken.

Achteraf kan er niet meer geruild worden.

 

Artikel 25 : De verkoop van afvalzakken

 

De afvalzakken waarvoor een contantbelasting verschuldigd is kunnen aangekocht worden op de door de gemeente en/of door LIMBURG.NET gecommuniceerde plaatsen.

LIMBURG.NET wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.

 

Artikel 26 : Beschadiging of verlies van afvalcontainers

 

Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van een geleverde container wordt voor de vervanging volgende contantbelasting aangerekend:

- container 120 liter:€ 50,00

- container 40 liter:€ 50,00

- gezamenlijke container met gegevenschip (1100 liter of 770 liter): € 235,50

 

Artikel 27 : De inning

 

De voorschotten op de contantbelasting en de contantbelastingen worden in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

De inning van de contantbelasting door LIMBURG.NET verloopt volgens de verdere bepalingen.

 

Artikel 28 :- De mogelijkheid van bezwaar

 

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.

 

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

 

Het college van burgemeester en schepenen, of een personeelslid van het gemeentepersoneel dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds aan de referentiepersoon of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds aan LIMBURG.NET.

 

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie ver-melden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan LIMBURG.NET.

 

Artikel 29  : Omzetting in een kohierbelasting

 

Wanneer de rekenstaat een negatief saldo aan contantbelasting(en) vertoont wordt het volledige negatief saldo van contantbelasting(en) op de rekenstaat conform artikel 4, §7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

 

Artikel 30 : Het aanvangsmoment van het reglement wat de contantbelasting betreft

 

De contantbelasting krachtens dit reglement is van toepassing voor het afval dat buiten de basisdienst wordt aangeboden vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.

 

HOOFDSTUK 4 - DE WIJZE WAAROP LIMBURG.NET DE GEREGLEMENTEERDE BELASTINGEN INT

 

Artikel 27 : De aanrekening van de belastingen

 

LIMBURG.NET is verantwoordelijk en staat in voor:

- de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in dit reglement worden vastgesteld;

- het correct bijhouden van de rekenstaten;

- de correcte en tijdige aanrekening van de inningskosten waarmee de belastingen krachtens dit reglement kunnen worden verhoogd bij niet tijdige betaling van de verschuldigde belastingen.

 

Behoudens afwijkende bepalingen in de eerdere hoofdstukken, gebeurt de aanrekening van de belastingen volgens de bepalingen van dit hoofdstuk:

1° De belastingen worden aan de belastingplichtige aangerekend door het verzenden van het aanslagbiljet wat de kohierbelasting betreft en het kennisgeven van het betalingsdocument wat de contantbelasting betreft. Het aanslagbiljet van de kohierbelasting en het betalingsdocument van de contantbelasting kunnen in een enkele verzending aan de belastingplichtige worden overgemaakt.

2° De kennisgeving van het betalingsdocument voor een contantbelasting gebeurt in de regel op papier onder gesloten omslag verzonden per gewone post op het adres van de belastingplichtige. De aanrekening van de contantbelasting kan verzonden worden op het e-mailadres van de belastingplichtige indien hij zijn e-mailadres opgaf aan de CARDS databank. De kennisgeving mag vervangen worden door een overhandiging van het betalingsdocument aan de belastingplichtige.

3° De tarieven aangerekend door LIMBURG.NET volgens haar tarievenreglement voor het gebruik van het recyclagepark worden aan de gebruiker van het recyclagepark aangerekend op een daartoe geëigend document volgens het tarievenreglement. De aldus aangerekend tarieven mogen door LIMBURG.NET vermeld worden op betalingsdocumenten waarop de contantbelastingen worden aangerekend of op de betalingsuitnodigingen waarmee de voorschotten aangerekend worden. De aangerekende tarieven moeten op deze documenten duidelijk onderscheiden zijn van de aangerekende contantbelasting.

 

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

 

Artikel 28 : De vermeldingen op de betaaldocumenten

 

§ 1 Alle betaaldocumenten bevatten minstens volgende vermeldingen: de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, het bedrag dat moet worden betaald, de rekening waarop kan worden betaald, de referte die bij de betaling moet worden vermeld, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.

 

Als bijlage aan de betalingsdocumenten voor belastingen wordt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toegevoegd.

 

§ 2 Alle betaaldocumenten m.b.t. de kohierbelasting vermelden op de achterzijde de volgende tekst:

 

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

De aangerekende belasting is betaalbaar binnen een termijn van twee maanden na de verzending van dit document. Klachten of bezwaren moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.

 

‘Herinnering’

Wanneer een aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief de belastingplichtige aan de betaling herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.

 

‘Aangetekende herinnering’

Wanneer de aangerekende belasting en toeslag niet volledig betaald zijn binnen de vast-gestelde termijn van de eerste herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting met inbegrip van de kostprijs van de aan-getekende zending niet te betwisten en zullen de belasting en de inningskosten met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

§ 3 De betaaldocumenten m.b.t. de contantbelasting waarmee aan de belastingplichtige een negatief saldo van de rekenstaat wordt meegedeeld, vermelden op de achterzijde volgende tekst:

 

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

Het op de voorzijde vermelde negatief saldo is betaalbaar binnen een termijn van 21 dagen na de kennisgeving van dit document. Klachten of bezwaren omtrent de aangerekende belastingen moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.

 

‘Herinnering’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig binnen de vastgestelde termijn van 21 dagen is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail de belastingplichtige aan de betaling van het negatief saldo herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.

 

‘Aangetekende herinneringsbrief’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien het negatief saldo en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting en de toeslagen niet te betwisten en zullen het negatief saldo en de kostprijs van de aangetekende zending met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

Artikel 29 : De herinneringen

 

§ 1 Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.

 

Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald wordt, verzendt LIMBURG.NET per aangetekend schrijven een aangetekende herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.

 

Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.

 

Limburg.net kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.

 

§ 2 Indien de contantbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald of wanneer de rekenstaat meer dan 21 opeenvolgende dagen na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument een negatief saldo vertoont, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.

 

Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.

 

Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.

 

Limburg.net kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.

 

Artikel 30 : De kostenaanrekening van de ingebrekestellingen en dwangbevelen

 

De portkosten van de aangetekende herinneringsbrief en de kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.

 

De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.

 

Artikel 31 : De betaling

 

De betalingen gebeuren op de rekening van LIMBURG.NET onder vermelding van de referte vermeld in het betalingsdocument. De betalingen worden ingeval van openstaande kosten, ingevolge het verzenden van een aangetekende herinneringsbrief, eerst op de kosten aangerekend.

 

Bij afwezigheid van een correcte referte tracht LIMBURG.NET op basis van de identiteit of het bedrag  te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft.

 

Gedeeltelijke betalingen waarvan redelijkerwijze niet kan worden achterhaald op welke openstaand saldo ze betrekking hebben, worden, voor zover van toepassing, eerst toegerekend op de openstaande kosten, daarna op een openstaande kohierbelasting,  vervolgens op een negatief saldo van de contantbelastingen of tarieven, in functie van de ouderdom van de schuld en tenslotte op aangerekende voorschotten. Een eventuele rest wordt op de reken-staat geboekt als een voorschot op de contantbelasting / tarieven.

Betalingen waarvan duidelijk is dat ze betrekking hebben op een niet verschuldigde belasting, worden teruggestort aan de betaler.

Betalingen die geboekt werden als voorschot, kunnen worden teruggevorderd.

 

Artikel 32 : De aanrekening van intresten

 

De intresten over de niet-betaalde kohierbelasting of de intresten over een openstaand negatief saldo van de contantbelasting kunnen aangerekend worden vanaf de datum van de eerste aangetekende herinneringsbrief tot de datum van daadwerkelijke betaling.

 

 

Artikel 33 : Uitzondering op de inningsbevoegdheid

 

§ 1  Van zodra LIMBURG.NET of door de gemeente of door de belastingplichtige of door diens schuldbemiddelaar in kennis wordt gesteld dat de belastingplichtige een collectieve schuldenregeling is toegestaan teneinde zijn financiële toestand als schuldenaar te herstellen overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen én de belastingplichtige een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, draagt LIMBURG.NET het inningsdossier van de belastingplichtige terug over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

§ 2  De belastingplichtige die niet voldoet aan de voorwaarden van §1 en die desondanks een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, richt zijn vraag tot de gemeente. Indien de gemeente instemt met de afbetaling in verschillende termijnen stelt de gemeente LIMBURG.NET onverwijld in kennis van die beslissing. LIMBURG.NET draagt het inningsdossier met onmiddellijke ingang over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

HOOFDSTUK 5 - SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

 

Artikel 34 : Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020, voor een termijn eindigend op 31 december 2021.

 

Artikel 35 : Bekendmaking

 

Dit raadsbesluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

 

Een eensluidend afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan :

- LIMBURG.NET

- de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

- het Departement LNE, Afdeling Milieu-inspectie en/of de Vlaamse Minister van Leefmilieu

- de technische dienst (milieudienst, verantwoordelijke recyclagepark).

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Belasting op de afgifte van administratieve stukken

Bij gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2018 werd het belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken goedgekeurd voor de periode van 1 april 2019 tot en met 31 december 2019.

Het reglement dient opnieuw gestemd te worden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

 

De procedure om van voornaam te veranderen werd vanaf 1 augustus 2018 volledig overgedragen aan de gemeenten en de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Uit artikel 3, § 2, vierde en vijfde lid, van de wet en artikel 170, § 4, eerste lid, van de Grondwet blijkt dat de gemeenteraad in alle autonomie kan beslissen om de verandering van voornamen te onderwerpen aan een retributie. Het staat hem vrij een vast bedrag vast te stellen of gevallen van korting of vrijstellingen en betalingsmodaliteiten te regelen.

Er zijn 2 uitzonderingen (artikel 170, § 4, tweede lid, van de Grondwet) :

1. De retributie verschuldigd door transgenders mag niet meer dan 10 procent van het door de gemeente vastgestelde gewone tarief overschrijden.

2. Personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben bij het verzoek tot voornaamtoevoeging, zijn vrijgesteld van enige retributie.

Deze nieuwe procedure brengt een verhoging van de werklast en verantwoordelijkheid voor het gemeentebestuur met zich mee.

Er wordt voorgesteld om voor de gepresteerde dienst bij voornaamswijziging een retributie te betalen van 50 euro.

Deze retributie wordt verminderd tot 5 euro bij een voornaamswijziging door een transgender.

 

Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat het afleveren van allerlei administratieve stukken voor de gemeente zware lasten meebrengt en dat het aangewezen is hiervoor een gematigde belasting te heffen;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zoals gewijzigd;

Gelet op de Omzendbrief van 11 juli 2018 betreffende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, waarbij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand en de voorwaarden en de procedure ervan worden geregeld;

Overwegende dat vanaf 01.08.2018 de procedure om van voornaam te veranderen volledig werd overgedragen aan de gemeenten en de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand;

Overwegende dat de gegrondheid van een verzoek tot voornaamswijziging vanaf 01.08.2018 op discretionaire wijze beoordeeld diende te worden door ambtenaren van de gemeentelijke overheid welke overigens ook de gerechtelijke antecedenten dient na te gaan van de persoon op wie het verzoek betrekking heeft;

Overwegende dat  in geval van twijfel advies kan  worden ingewonnen bij de procureur des Konings;

Overwegende dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een beslissing dient  te nemen binnen een termijn van 3 maanden na de indiening van het verzoek;

Overwegende dat deze nieuwe procedure een verhoging van de werklast en verantwoordelijkheid voor het gemeentebestuur met zich meebrengt;

Overwegende dat uit artikel 3, § 2, vierde en vijfde lid, van de wet en artikel 170, § 4, eerste lid, van de Grondwet blijkt dat de gemeenteraad in alle autonomie kan beslissen om hetzij de toegekende verzoeken tot voornaamsverandering, hetzij enkel de vergunningen tot verandering van voornamen te onderwerpen aan een retributie en het hem vrij  staat een vast bedrag vast te stellen of gevallen van korting of vrijstellingen en betalingsmodaliteiten te regelen (cf. oud art. 249 en volgende van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten);

Gelet op het feit dat het evident is dat het bedrag van de retributie en de inning ervan bij het indienen van het verzoek en niet a posteriori, een directe invloed kunnen hebben op het aantal ingediende verzoeken en van aard zijn een zekere lichtzinnigheid in hoofde van de verzoeker te vermijden;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 170, § 4, tweede lid, van de Grondwet de wetgever restricties doorvoert op de gemeentelijke fiscale autonomie in twee gevallen:

1. De retributie verschuldigd door transgenders mag niet meer dan 10 procent van het door de gemeente vastgestelde gewone tarief overschrijden.

2. Personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben bij het verzoek tot voornaamtoevoeging, zijn vrijgesteld van enige retributie om dat te verhelpen (cf. I.2.). Dit valt te verantwoorden doordat de verzoeken tot verkrijging van de Belgische nationaliteit, net als onder de vroegere regeling, in alle gevallen en op straffe van onontvankelijkheid onderworpen zijn aan de betaling van een registratierecht van 150 euro voorafgaandelijk aan het onderzoek ervan (artikel 238 W.Reg). De voorafgaande betaling van dat specifieke recht en de zeer problematische ontstentenis van enige voornaam verantwoorden dat er geen aanvullende retributie wordt geëist.

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

 

Besluit

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1:  Voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur van allerlei administratieve stukken.

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het stuk wordt afgeleverd of de inlichting wordt verstrekt.

 

 

Artikel 2:  De gemeentebelasting wordt vastgesteld als volgt :

 

Administratieve stukken - Burgerlijke stand

 

Gemeentebelasting

Kostprijs te betalen aan de Federale overheids-

diensten

(ten indicatieve titel)

 

Totale kostprijs

 

 

(ten indicatieve titel)

 

1. voor de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische vreemdelingenkaarten

 

 

 

 

01a. in gewone procedure

 

€ 2

€16 (1) = nieuw tarief (basis tarief = €15)

€18 (2)

01b. in spoedprocedure optie 1

(= levering in de gemeente) 

- bestelling voor 15 u

- beschikbaar 2 werkdagen na de bestelling

€ 2

€84 (1) = nieuw tarief (basis tarief = €79)

€86 (2)

 

 

 

 

 

01c. in extreme spoedprocedure optie 2

(= levering in de gemeente).

-bestelling voor 15 u

-beschikbaar 1ste werkdag na de bestelling

€ 2

€127,60 (1) = nieuw tarief (basis tarief = €120)

€129,60 (2)

01 d. in extreme spoedprocedure optie 3 (= gedecentraliseerde levering bij de FOD Binnenlandse Zaken in Brussel).

- bestelling voor 15 u

- 1ste werkdag na de bestelling + op zaterdagmorgen (3)

€ 2

€95,70 (1) = nieuw tarief (basis tarief = €90)

€97,70 (2)

02. Biometrische kaarten en verblijfstitels uitgereikt aan vreemde onderdanen

 

 

 

02a. in gewone procedure

€ 2

€19,20

€21,20 (2)

02b. in spoedprocedure optie 1 (= levering in de gemeente)

€ 2

€ 74

€ 86 (2)

02c. in extreme spoedprocedure optie 2 (= levering in de gemeente)

- bestelling voor 15 u

- beschikbaar 1ste werkdag na de bestelling

€ 2

€ 127,60

€ 129,60 (2)

03. Voor de identiteitsbewijzen voor kinderen onder de 12 jaar, afgeleverd in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 10 december 1996

 

€ 0,75

 

 

04. Voor de elektronische identiteitskaarten voor kinderen onder de 12 jaar (de kids-ID)

 

 

 

 

04a. in gewone procedure

 

 

€6,40  (1) = nieuw tarief  (basis tarief = € 6)

€6,40  (2)

04b. in spoedprocedure

 

 

€84

€84 (2)

04c. in extreme spoed procedure

 

 

€127,60

€127,60 (2)

04d. in extreme spoedprocedure met gecentralsieerde levering bij de FOD Binnenlandse Zaken in Brussel

 

€95,70

€95,70

04e. in dringende en zeer dringende procedure voor kinderen van hetzelfde gezin die gelijktijdig hun aanvraag indienen en op hetzefde adres zijn ingeschreven, vanaf de 2° Kids-ID

 

€55,60 (1) = nieuw tarief (basis tarief = € 50)

€ 55,60 (2)

 

 

05 Voor de documenten i.v.m huwelijk (inclusief huwelijksboekje)

 

€ 24

 

€ 24

06. Voor wettelijke samenlevingscontracten

 

 

 

 

06a. Voor afsluiten

 

 

 

€ 10

 

€ 10

06b. Voor beëindiging

 

 

 

€ 10

verhoogd met eventuele kosten aangerekend door derden (gerechtsdeurwaarder)

 

 

€ 10

verhoogd met eventuele kosten aangerekend door derden (gerechtsdeurwaarder)

 

07. Voor de biometrische paspoorten

 

 

 

 

07a. in gewone procedure

 

 

 

 

07a1. voor -18 jarigen

-

 

 

 

 

Productie

kosten: € 35

Consulaire rechten: € 0

 

€ 35

07a2. voor +18 jarigen

 

 

 

€ 10

Productie

kosten: € 35

Consulaire rechten: € 30

 

€ 75

07b. in dringende procedure

 

 

 

 

07b1. voor -18 jarigen

 

 

 

 

Productie

kosten: € 210

Consulaire rechten: € 0

 

€ 210

07b2. voor +18 jarigen

 

 

 

07c. in superdringende procedure (4)

 

€ 10

Productie

kosten: € 210

Consulaire rechten:€ 30

 

€ 250

07c1. voor - 18 jarigen

 

Productiekosten :

€ 270

Consulaire rechten : € 0

€ 270

07c2. voor + 18 jarigen

€ 10

Productiekosten :

€ 270

Consulaire rechten : € 30

€ 310

08.  Voor reisdocumenten voor vluchtelingen, straatlozen en vreemdelingen

 

 

 

08a. in gewone procedure

 

 

 

08a1. voor - 18 jarigen

-

Productiekosten :

€ 41

Consulaire rechten : € 0

€ 41

08a2. voor + 18 jarigen

€ 10

Productiekosten :

€ 41

Consulaire rechten : € 20

€ 71

08b. in dringende procedure

 

 

 

08b1. voor - 18 jarigen

-

Productiekosten :

€ 210

Consulaire rechten : € 0

€ 210

08b2. voor + 18 jarigen

€ 10

Productiekosten :

€ 210

Consulaire rechten : € 20

€ 240

08c. in superdringende procedure (5)

 

 

 

08c1. voor - 18 jarigen

-

Productiekosten :

€ 270

Consulaire rechten : € 0

€ 270

08c2. voor + 18 jarigen

€ 10

Productiekosten :

€ 270

Consulaire rechten : € 20

€ 300

09. Voor het Internationale rijbewijs

 

 

 

 

€ 5

€ 16

€ 21

10. Voor de voorlopige rijbewijzen model 3, model 18 maanden en model 36 maanden in bankkaartmodel, project Mercurius

 

€ 5,-

€ 20

€ 25

11. Voor het rijbewijs in bankkaartmodel, project Mercurius

 

€ 5,-

 

 

€20,-

€ 25

12. Voor het afleveren van personenlijsten

 

 

 

€ 0,15 per naam

met een minimum van

€ 2,50 per lijst.

 

 

€ 0,15

per naam met een minimum van

€ 2,50

per lijst.

 

13. Voor het afleveren van plastic zakjes ter bescherming van rijbewijzen, identiteitskaarten, vreemdelingenkaarten, identiteitsbewijzen voor kinderen, attesten van immatriculatie

 

€ 0,25

 

€ 0,25

14. Voornaamswijziging

 

€ 50

€ 5 voor de transgenders

 

 

 

Verstrekken van kopieën, fotokopieën en kleurenafdrukken:

 

 

voor formaat A4 zwart/wit

 

€ 0,20 per fotokopie

voor formaat A3 zwart/wit

 

€ 0,25 per fotokopie

voor formaat A4 in kleur

 

€ 1,00 per fotokopie

voor formaat A3 in kleur

 

€ 1,50 per fotokopie

Kleurenafdruk formaat A4 in kleur

 

€ 3,00 per afdruk

Kleurenafdruk formaat A3 in kleur

€ 5,00 per afdruk

 

per cd-rom (uitsluitend cd-rom van het gemeentebestuur

 

€ 5,00 per CD-Rom

voor kleurafdruk op plotter

 

 

€ 40,00 per m²

met een minimum van € 40,00

 

 

 

 

 

Bij verzending van bovenvermelde stukken worden de portkosten en de eventuele auteursrechten aangerekend

 

Het afleveren via USB-stick of andere gegevensdrager (uitgezonderd de hoger vernoemde cd-rom) is verboden.

 

 

(1) de bedragen van deze vergoedingen ten laste van de gemeenten worden jaarlijks herzien op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex (basis : december 2012 = 120,06), volgens de volgende formule :

nieuw tarief = basistarief * nieuwe index

basisindex

 

De verkregen resultaten worden naar de hogere tien eurocent afgerond.

(2)de totale kostprijs van de som van de gemeentetaks en het nieuwe tarief.

(3) niet van toepassing voor kaarten en verblijfsdocumenten uitgereikt aan vreemde onderdanen

(4) niet van toepassing voor Belgen ingeschreven in een consulaire post

(5) niet van toepassing voor vreemdelingen

 

Artikel 3 : De belasting is verschuldigd bij de schriftelijke aanvraag (minimum e-mail) en dient betaald te zijn bij het afleveren van het document of de inlichting.

 

Artikel 4 : Worden van de belasting vrijgesteld:

a. de personenlijsten die worden afgeleverd aan Alkense scholen;

b. de stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd;

c. de machtigingen aangaande activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de gemeente;

d. de stukken die afgeleverd worden aan de gerechtelijke of administratieve overheden, alsook aan instellingen van openbaar nut;

e. bij de vernieuwing van een rijbewijs afgeleverd om medische redenen;

f. personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben bij het verzoek tot voornaamtoevoeging;

 

Artikel 5 : Deze verordening zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de bevoegde overheid

 

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Belasting op aanplakborden

Bij gemeenteraadsbesluit van 19 december 2013 werd het belastingreglement op aanplakborden goedgekeurd voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019.

Het reglement dient opnieuw gestemd te worden voor de periode van 2020 tot en met 2025.

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Gelet op het feit dat het niet duidelijk is voor de raad over welke aanplakborden het juist gaat en of tijdelijke aanplakking van verenigingen en evenementen, … ook onder deze belasting vallen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De gemeenteraad beslist om het belastingsreglement op aanplakborden uit te stellen en verder te onderzoeken.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Retributiereglement voor de opvang, verzorging en bewaring van loslopende dieren op het grondgebied van de gemeente

Van 2007 tot nu werd er door Dierenvrienden Sint-Truiden vzw geen gebruik gemaakt van de voorziene indexaanpassing van hun kostprijs voor een interventie. Door stijgende kosten voelt de vzw zich genoodzaakt om de kostprijs van een interventie door Dierenvrienden Sint-Truiden vzw te verhogen van € 75,00 naar € 95,00.

Dit vraagt een aanpassing van het retributiereglement.

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Gelet op artikel 173 van de Grondwet;

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet;

Gelet op artikel 8 van de wet van 4 mei 1995 tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren;

Gelet op artikel 40 decreet Lokaal bestuur;

Overwegende dat volgens artikel 8 van voornoemde wet de gemeente de plicht heeft om zwervende, verloren of achtergelaten dieren op te vangen, te verzorgen en er een onderkomen voor te zoeken;

Overwegende dat volgens datzelfde artikel van de wet de eigenaar van een zwervend, verloren of achtergelaten dier, vergoeding is verschuldigd voor de kosten van opname, verzorging en oppas, ongeacht of de eigenaar het dier al dan niet terugeist;

 

Besluit

14 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande, Kris Franssens en Pierrette Putzeys

6 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: Vanaf 1 juni 2007 wordt er ten voordele van de gemeente een retributie gevestigd voor de opvang, de verzorging en de bewaring van loslopende en/of verdwaalde dieren.

Artikel 2: De retributie is verschuldigd door de, op het ogenblik van de veiligstelling, rechtmatige eigenaar of houder van het betrokken dier.

Artikel 3: Loslopende dieren zijn deze die zich hebben onttrokken aan de bewaking van de eignaar of de houder ervan.  Is de rechtmatige eigenaar of de houder gekend, dan is het zijn plicht het betrokken dier terug te nemen.

Artikel 4: Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd op 95 euro per tussenkomst door de VZW Dierenvrienden, eventueel verhoogd met de werkelijke verzorgingskosten door de dierenarts, waarvan een kopie van de staat van de onkosten bij de factuur wordt gevoegd.

Artikel 5: De retributie is onmiddellijk betaalbaar, op eenvoudig bericht van de gemeenteontvanger, door storting in de gemeentekas of door overschrijving op de rekening van het gemeentebestuur.

Artikel 6: Deze verordening wordt aan het toezicht van de hogere overheid onderworpen.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Gemeentelijk aanvullend reglement op de politie over het wegverkeer :  parking Parkstraat Terkoest - wijziging

Het is aangewezen het bestaande aanvullend reglement aan te passen in functie van de toegankelijkheid van de begraafplaats voor dienstvoertuigen en de toegang tot enkele privé garages. Op het gedeelte van de toegangsweg vanaf de Parkstraat nr 26 tot aan de ingang van de begraafplaats wordt het verkeer in twee richtingen toegelaten.

 

Overwegende dat voor de verkeersveiligheid van de weggebruikers dient gezorgd te worden;

Overwegende dat hiertoe de nodige wegmarkeringen en verkeerssignalisatie dient voorzien te worden;

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;

Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005;

Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 03 april 2009;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2017 waarbij het bestek en de ontwerpplannen werden goedgekeurd;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 1 maart 2018 waarbij bovenvermelde opdracht werd gegund;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 21 maart 2018 waarbij een omgevingsvergunning werd afgeleverd voor de aanleg van de parking;

Gelet op het gunstig advies van de gemeentelijke adviesraad voor mobiliteit en verkeer van 7 oktober 2019;

Overwegende dat voor de goede orde dient gezorgd;

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:  Het aanvullend reglement van 25 oktober 2018 wordt vervangen door onderstaand reglement.

Artikel 2: De toegang van de parking aan de Parkstraat in Terkoest wordt voorzien langs het d'Erckenteelcentrum. Het verlaten van de parking via het wegje langs de begraafplaats.

Artikel 3: Vanaf Parkstraat nr. 26 tot aan de ingang van de begraafplaats is het verkeer toegelaten in twee richtingen.

Artikel 4: De bovenstaande maatregel wordt ter kennis gebracht door de nodige signalisatie volgens bijgevoegd signalisatieplan.

Artikel 5: Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Afdeling Beleid en Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Toeg. punt: Verkeerssituatie Koutermanstraat- Toegevoegd punt

Raadslid Kris Franssens voegt volgend punt in verband met de verkeerssituatie in de Koutermanstraat ter hoogte van de sporthal.

 

Gelet op het voorstel van raadslid Kris Franssens om de zone voor de sporthal tot aan de Koutermanstraat verkeersvrij te maken met uitzondering voor mindervaliden, hulpdiensten en dienstvoertuigen;

Gelet op de stemming waar het voorstel niet goedgekeurd werd met 7 ja (Igor Philtjens, André Vanhex, Ingrid Jacobs, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, Hannah Billen, Kris Franssens) – 13 neen (Marc Penxten, Cindy Vandormael, Peter Bollen, Pierrette Putzeys, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Danny Jeuris, Michel Boussu, Patrick Martens, Frank Vroonen, Sabine Van de Sande) – 0 onthoudingen.

 

Besluit

Artikel 1: De gemeenteraad beslist om niet in te gaan op het voorstel zodat het gedeelte van de Koutermanstraat voor de sporthal enkel nog gebruikt kan worden door zwakke weggebruikers, mindervaliden, leveranciers, hulpdiensten en dienstvoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Toegevoegd punt: Audio-opname- Toegevoegd punt

Raadslid André Vanhex voegt volgend punt in verband met audio-opnames tijdens raadszittingen toe.

 

Gelet op het voorstel van raadslid Vanhex om de opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen om de nodige initiatieven te nemen tot aanschaf van een audio-installatie voor opname van de openbare zitting van de gemeenteraad en om deze opname ter beschikking te stellen aan de raadsleden en aan de Alkense burgers via de gemeentelijke website of via Youtube;

Gelet op de stemming waar het voorstel niet goedgekeurd werd met 7 ja (Igor Philtjens, André Vanhex, Ingrid Jacobs, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, Hannah Billen, Kris Franssens) – 13 neen (Marc Penxten, Cindy Vandormael, Peter Bollen, Pierrette Putzeys, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Danny Jeuris, Michel Boussu, Patrick Martens, Frank Vroonen, Sabine Van de Sande) – 0 onthoudingen

 

Besluit

Artikel 1: De gemeenteraad beslist om niet in te gaan op het voorstel om het zittingsverslag te vervangen door een audio-opname tijdens raadszittingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 10 2019

 

Toegevoegd punt: gemeenteraadscommissie- Toegevoegd punt

Raadslid André Vanhex voegt volgend punt met betrekking tot het oprichten van een gemeenteraadscommissie toe.

 

Gelet op het eerste voorgestelde artikel van raadslid André Vanhex, namelijk "De gemeenteraad beslist een gemeenteraadscommissie op te richten met als opdracht de opportuniteiten van een mogelijke fusie te onderzoeken en de vragen voor te bereiden voor een volksraadpleging”.,

Gelet op de stemming waarbij het eerste voorgestelde artikel niet goedgekeurd wordt met 7 ja (Igor Philtjens, André Vanhex, Ingrid Jacobs, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, Hannah Billen, Kris Franssens) – 13 neen (Marc Penxten, Cindy Vandormael, Peter Bollen, Pierrette Putzeys, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Danny Jeuris, Michel Boussu, Patrick Martens, Frank Vroonen, Sabine Van de Sande) – 0 onthoudingen;

Gelet op het tweede voorgestelde artikel van raadslid André Vanhex, namelijk “De gemeenteraad beslist een volksraadpleging te organiseren met de bedoeling dat de Alkenaar zich kan uitspreken over het wel of niet te fuseren met één of meerdere omliggende gemeenten”.,

Gelet op de stemming waarbij het tweede voorgestelde artikel niet goedgekeurd wordt met 7 ja (Igor Philtjens, André Vanhex, Ingrid Jacobs, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, Hannah Billen, Kris Franssens) – 13 neen (Marc Penxten, Cindy Vandormael, Peter Bollen, Pierrette Putzeys, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Danny Jeuris, Michel Boussu, Patrick Martens, Frank Vroonen, Sabine Van de Sande) – 0 onthoudingen;

Gelet op het amendement namelijk dat de gemeenteraad aan de burgemeester de opdracht geeft om over een mogelijke fusie aftastende gesprekken met zijn collega’s in omliggende gemeenten aan te knopen. Deze gesprekken zullen plaatsvinden in het kader over een slagkrachtige bestuurlijke structuur, zoals geschetst door het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024; ze zullen tevens geconditioneerd worden door het financieel ondersteuningspakket en de garantieregeling, die de Vlaamse regering nog moet uitwerken. Zodra deze gesprekken concrete perspectieven bieden, wordt de gemeenteraad ingelicht en wordt overlegd met alle raadsfacties over vervolginitiatieven om een mogelijke fusie tot een goed einde te brengen, om de bevolking goed te informeren en om bij diezelfde bevolking een zo breed mogelijk draagvlak te creëren.

 

 

Besluit

13 stemmen voor: Marc Penxten, Cindy Vandormael, Frank Vroonen, Peter Bollen, Alex Dubois, Jorg Stas, Dagmar Ottenbourgs, Carine Meyers, Michel Boussu, Danny Jeuris, Patrick Martens, Sabine Van de Sande en Pierrette Putzeys

7 stemmen tegen: Igor Philtjens, Bart Jeuris, Filip Vanvinckenroye, André Vanhex, Hannah Billen, Kris Franssens en Ingrid Jacobs

 

Artikel 1: De gemeenteraad geeft aan de burgemeester de opdracht om over een mogelijke fusie aftastende gesprekken met zijn collega’s in omliggende gemeenten aan te knopen.

Deze gesprekken zullen plaatsvinden in het kader over een slagkrachtige bestuurlijke structuur, zoals geschetst door het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024; ze zullen tevens geconditioneerd worden door het financieel ondersteuningspakket en de garantieregeling, die de Vlaamse regering nog moet uitwerken.

Zodra deze gesprekken concrete perspectieven bieden, wordt de gemeenteraad ingelicht en wordt overlegd met alle raadsfacties over vervolginitiatieven om een mogelijke fusie tot een goed einde te brengen, om de bevolking goed te informeren en om bij diezelfde bevolking een zo breed mogelijk draagvlak te creëren.

 

 

Publicatiedatum: 04/12/2019