Zitting van 11 12 2024
Verslag van de vorige zitting dd. 4.12.2024
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 4.12.2024 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Feiten en context
Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vergadering van 4.12.2024 opgesteld.
Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd.
Juridische grond
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Niet van toepassing.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
Zitting van 11 12 2024
Levering en plaatsing vaste camera’s via S-Lim: Goedkeuring voorlopige oplevering.
Op 11 januari 2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om de opdracht “aankoop vaste camera’s via S-Lim” te gunnen.
De voorlopige oplevering van de door S-Lim, Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt uitgevoerde dienst en levering van vaste camera’s in recreatiedomein de Alk (opdrachtnemer in opdracht van S-Lim: Securitas nv, Kouterveldstraat 7 A te Diegem) heeft plaatsgevonden. Er werd vastgesteld dat de dienst en levering in overeenstemming met de regels van de kunst, evenals met de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht werden uitgevoerd. Door S-Lim werd op 18 november 2024 een PV van voorlopige oplevering opgesteld waarin wordt vermeld dat de dienst en levering zich in staat van voorlopige oplevering bevinden met ingang van 15 oktober 2024.
De studiedienst verleende zijn goedkeuring aan dit PV.
(toezichthoudend ambtenaar: Koen Vanmuysen)
Feiten en context
Op 11 januari 2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om de opdracht “aankoop vaste camera’s via S-Lim” te gunnen.
De voorlopige oplevering van de door S-Lim, Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt uitgevoerde dienst en levering van vaste camera’s in recreatiedomein de Alk (opdrachtnemer in opdracht van S-Lim: Securitas nv, Kouterveldstraat 7 A te Diegem) heeft plaatsgevonden. Er werd vastgesteld dat de dienst en levering in overeenstemming met de regels van de kunst, evenals met de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht werden uitgevoerd. Door S-Lim werd op 18 november 2024 een PV van voorlopige oplevering opgesteld
waarin volgende wordt vermeld:
Ondergetekende verklaart dat, na onderzoek door de aanbestedende overheid, werd vastgesteld dat de opdracht in kwestie, behoudens voor wat betreft onderstaande opmerkingen, in overeenstemming met de regels van de kunst, evenals met de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht, is uitgevoerd en dat de diensten zich instaat van voorlopige oplevering bevinden met ingang van 15 oktober 2024.
De studiedienst verleende zijn goedkeuring aan dit PV.
Juridische grond
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet).
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Besluit van de gemeenteraad van 22 december 2022 betreffende
de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente Alken
en S-Lim op wie Fluvius een beroep doet als aankoopcentrale.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 januari 2023 betreffende de gunning van de opdracht “aankoop vaste camera’s via S-Lim”.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
S-Lim, Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt heeft voldaan aan zijn verplichtingen volgens de samenwerkingsovereenkomst S-Lim.
S-Lim, Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt stelde op 18 november 2024 een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, waarin volgende wordt vermeld:
Ondergetekende verklaart dat, na onderzoek door de aanbestedende overheid, werd vastgesteld dat de opdracht in kwestie, behoudens voor wat betreft onderstaande opmerkingen, in overeenstemming met de regels van de kunst, evenals met de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht, is uitgevoerd en dat de diensten zich instaat van voorlopige oplevering bevinden met ingang van 15 oktober 2024.
Koen Vanmuysen, studiedienst, verleende zijn goedkeuring aan deze voorlopige oplevering.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: De opdracht “dienst en levering tot plaatsing van vaste camera’s op het grondgebied van Alken- recreatiedomein De Alk” wordt voorlopig opgeleverd met ingang van 15 oktober 2024.
(opdrachtnemer in opdracht van S-Lim: Securitas nv, Kouterveldstraat 7 A te 1831 Machelen Diegem)
Zitting van 11 12 2024
Riolerings- en wegeniswerken Oude Baan. Werfverslag nr. 6 d.d. 28.11.2024.
Besluit
Zitting van 11 12 2024
Betaalbaarstelling facturen SC
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Feiten en context
Betaalbaarstelling facturen volgens lijst in bijlage.
Juridische grond
Conform interne afspraken keurt het college van burgemeester en schepenen de facturen goed voor betaling.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Alle facturen worden - na controle op juistheid - betaalbaar gesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist bijgevoegde lijst met facturen betaalbaar te stellen en geeft opdracht aan de financieel directeur om tot betaling over te gaan.
Zitting van 11 12 2024
Brugdagen en collectief verlof 2025
Jaarlijks worden de brugdagen en collectief verlof voor het volgend jaar voor de personeelsleden vastgelegd. Het is wenselijk om in 2025 de brugdagen en collectieve verlofdagen vast te stellen voor de verschillende personeelsgroepen, zodat deze tijdig gecommuniceerd kunnen worden aan de personeelsleden en de burgers.
Feiten en context
Jaarlijks worden de brugdagen en collectief verlof voor het volgend jaar voor de personeelsleden vastgelegd.
Juridische grond
Artikel 56 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Rechtpositieregeling voor het personeel, zoals goedgekeurd door de raad van 28 maart 2024;
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 februari 2024 inzake de sluitingsdagen van de sportaccommodaties.
Adviezen
Positief advies van het managementteam van 03 december 2024.
Argumentatie
Het is wenselijk om in 2025 de brugdagen en collectieve verlofdagen vast te stellen voor de verschillende personeelsgroepen, zodat deze tijdig gecommuniceerd kunnen worden aan de personeelsleden en de burgers.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt onderstaande brug- en collectieve verlofdagen voor 2025 goed:
● Voor de personeelsleden werkzaam in de administratie en de technische dienst:
○ Vrijdag 2 mei 2025
○ Vrijdag 30 mei 2025
○ Maandag 10 november 2025
○ Woensdag 24 december 2025 vanaf 12u00
○ Woensdag 31 december 2025 vanaf 12u00
● Voor de personeelsleden werkzaam in de bibliotheek:
○ Woensdag 24 december 2025 vanaf 12u00
○ Woensdag 31 december 2025 vanaf 12u00
● Voor de personeelseden werkzaam in de gemeenschapscentra:
○ Woensdag 24 december 2025 vanaf 17u00
○ Donderdag 25 december collectieve sluitings- en verlofdag
○ Collectieve sluitings- en verlofdagen in de zomermaand per centrum
● Voor de personeelseden werkzaam in de sporthal
○ Op basis van het door het college van burgemeester en schepenen eerder goedgekeurde besluit inzake de sluitingsdagen.
Zitting van 11 12 2024
Aanvraag toelating en toelage voor buurtfeest Smoutstraat op zaterdag 18 januari 2025
Op zaterdag 18 januari 2025 wensen de inwoners van de Smoutstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Feiten en context
Op zaterdag 18 januari 2025 wensen de inwoners van de Smoutstraat een buurtfeest te organiseren. Zij vragen hiervoor toelating. Daarnaast wensen zij ook een toelage aan te vragen in het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten.
Juridische grond
Het reglement voor buurt- en straatactiviteiten.
College – DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Met het oog op het samen brengen van buurtbewoners, zowel jongeren als ouderen, en bewonersinitiatieven aan te moedigen is het aangewezen de organisatie van het buurtfeest toe te laten en een financiële ondersteuning te geven.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
125 EUR | Niet van toepassing | MJP001327 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | Niet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de inwoners van de Smoutstraat om op zaterdag 18 januari 2025 een buurtfeest te organiseren.
Artikel 2: In het kader van het reglement buurt- en straatactiviteiten wordt een toelage toegekend aan het buurtfeest. De toelage van € 125 kan betaald worden van MJP001327.
Zitting van 11 12 2024
Fietsverhuur 2025 - garage Molengebouw PPS - principieel akkoord opstart garage dienst vrije tijd
Het fietsverhuur vindt momenteel plaats in de garage aan het Molengebouw op het Laagdorp.
Gelet op de plannen van de Molensite en het Molengebouw in het kader van het PPS, zal het fietsverhuur voor het seizoen 2025 daar niet meer kunnen plaatsvinden.
Omdat het een belangrijke toeristische troef is, vooral tijdens de bloesemperiode, en omdat speeltuin de Alk ook niet meer kan opstarten in 2025, wordt voorgesteld om het fietsverhuur wel nog aan te bieden, vanaf de locatie garage aan parking Kapittel, achterkant gebouw dienst vrije tijd.
Feiten en context
Het fietsverhuur vindt momenteel plaats in de garage aan het Molengebouw op het Laagdorp.
Gelet op de plannen van de Molensite en het Molengebouw in het kader van het PPS, zal het fietsverhuur voor het seizoen 2025 daar niet meer kunnen plaatsvinden.
Omdat het een belangrijke toeristische troef is, vooral tijdens de bloesemperiode, en omdat speeltuin de Alk ook niet meer kan opstarten in 2025, wordt voorgesteld om het fietsverhuur wel nog aan te bieden, vanaf de locatie garage aan parking Kapittel, achterkant gebouw dienst vrije tijd.
Juridische grond
DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Positief advies M team in haar zitting van 03 december '24
Argumentatie
Al jaren zij wij als gemeente Alken - dienst vrije tijd, een fietsinrijpunt en bieden we fietsen (stadsfietsen en elektrische) aan.
Dit gebeurt reeds enkele jaren in de garage van het Molengebouw. Omdat het Molengebouw een metamorfose zal ondergaan en hier ook initieel niet meer voorzien is om fietsverhuur te organiseren, wordt voorgesteld om het fietsverhuur wel nog te organiseren in de garage aan dienst vrije tijd.
Het blijft een belangrijke toeristische troef. Door de werken in het recreatiedomein De Alk verliezen we al voor even belangrijke troef. Door toch nog fietsen aan te bieden kunnen we toch nog een toeristische trekpleister zijn.
Op die manier overbruggen we de periode tussen nu en de afwerking van Alken Vallei.
Voor de verdere toekomst zal gekeken worden op welke manier we fietsverhuur kunnen blijven aanbieden, ook gelet op de Poortfunctie die het nieuwe Molengebouw zal krijgen.
Voor de komende twee jaar organiseren we dan het fietsverhuur aan vrije tijd, voor de maanden maart, april mei en juni. Tijdens deze maanden registreerden we het meeste fietsverhuur en kunnen we de jobstudenten die tijdens de zaterdag, zon- en feestdagen, ook inzetten als monitor (minder hoge kosten dan tijdens juli augustus en september als jobstudent via interim).
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt het akkoord gevraagd om het fietsverhuur te organiseren vanuit de garage aan dienst vrije tijd.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om het fietsverhuur in 2025 te organiseren vanuit de garages aan dienst vrije tijd voor de periode vanaf half maart tijdens de weekdagen via dienst vrije tijd en voor de maanden april mei en juni ook zaterdag - zon - en feestdagen.
Zitting van 11 12 2024
Gras- en kunstgrascheques
Het reglement voor het maaien en onderhoud van de voetbalterreinen, met name de ‘grascheques en kunstgrascheques’ werd goedgekeurd. Jaarlijks echter moet het college van burgemeester en schepenen de grascheques en kunstgrascheques, volgens het geldende reglement (€ 990 per grasterrein en € 1250 per kunstgrasterrein), toewijzen aan de respectievelijke clubs. De nodige kredieten zijn voorzien onder de sleutel MJP001351. De verdeling van de grascheques voor het jaar 2024 vindt u in het voorstel.
Feiten en context
Het reglement voor het maaien en onderhoud van de voetbalterreinen, met name de ‘grascheques en kunstgrascheques’ werd goedgekeurd. Jaarlijks echter moet het college van burgemeester en schepenen de grascheques en kunstgrascheques, volgens het geldende reglement (€ 990 per grasterrein en € 1250 per kunstgrasterrein), toewijzen aan de respectievelijke clubs. De nodige kredieten zijn voorzien onder de sleutel MJP001351. De verdeling van de grascheques voor het jaar 2024 vindt u in het voorstel.
Juridische grond
Het reglement voor het maaien en onderhoud van de voetbalterreinen.
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Atletiekclub: 1 grasveld
FC Alken: 1 kunstgrasveld
Alken United: 3 grasvelden
● De gemeenteraad heeft de overeenkomst recht van opstal met FC Alken geschorst voor de periode van 1 jaar. De terreinen in Terkoest zijn in gebruik genomen door Alken United gedurende deze periode. Een gebruiksovereenkomst werd aangeboden aan Alken United en het permanent gebruik van deze accommodatie houdt een stilzwijgende aanvaarding van de gebruiksovereenkomst in. Daarnaast is Alken United een door de sportraad erkende vereniging en deze argumenten verantwoorden het recht op deze ondersteuning.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
€ 5.210 |
| MJP001351 |
Datum visumaanvraag: | Niet van toepassing | |
Datum goedkeuring visumaanvraag: | NIet van toepassing |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen wijst de grascheques en kunstgrascheques voor het dienstjaar 2024 volgens het geldende reglement (€ 990 per grasterrein en € 1250 per kunstgrasterrein) voor het maaien en onderhouden van de terreinen, toe aan de respectievelijke clubs, als volgt :
Sportclub | Aantal terreinen | Toegekend |
Alken United (grasvelden Terkoest) | 3 | € 2.970 |
F.C. Alken (kunstgrasveld Langveld) | 1 | € 1.250 |
Atletiekclub Alken (grasveld) | 1 | € 990 |
|
|
|
TOTAAL |
| € 5.210 |
Zitting van 11 12 2024
Interne kredietverschuiving investering
Op volgende sleutel is onvoldoende krediet. Hiervoor wordt kredietverschuiving met betrekking tot de investering aangevraagd: MJP 308 -sport - vervanging van sport - en andere materialen sporthal onvoldoende krediet om de defecte waterverzachter die dringend hersteld moet worden, te herstellen. Tevens is op die sleutel te weinig krediet om de materialen in de sporthal die dringend aan vervanging toe zijn, te vervangen.
Feiten en context
Op volgende sleutel is onvoldoende krediet. Hiervoor wordt kredietverschuiving met betrekking tot de investering aangevraagd: MJP 308 -sport - vervanging van sport - en andere materialen sporthal onvoldoende krediet om de defecte waterverzachter die dringend hersteld moet worden, te herstellen. Tevens is op die sleutel te weinig krediet om de materialen in de sporthal die dringend aan vervanging toe zijn, te vervangen.
Juridische grond
Decreet Lokaal Bestuur art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
De kredietverschuivingen met betrekking tot de investeringen dienen goedgekeurd te worden door het college van burgemeester en schepenen.
Er is onvoldoende krediet op MJP 308 -sport - vervanging van sport - en andere materialen sporthal onvoldoende krediet om de defecte waterverzachter die dringend hersteld moet worden, te herstellen en om de materialen die dringend vervangen moeten worden, te vervangen.
Er kan 5.500 euro verschoven worden van MJP 306 vervanging oude materialen speeltuin De Alk.
Financiële gevolgen
De kredietverschuiving wordt uitgevoerd.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de kredietverschuiving voor de vervanging van de waterverzachter voor sporthal De Alk en de dringende vervanging van sportmaterialen als volgt goed: er wordt € 5.500 van de MJP 306 vervanging oude materialen speeltuin De Alk verschoven naar de MJP 308 -vervanging van sport - en andere materialen sporthal.
Zitting van 11 12 2024
Seizoen speeltuin de ALk 2025 - verplaatsen speeltoestellen De Alk - voorstel verplaatsen nav start werken Alken Vallei
Het recreatiedomein De Alk wordt helemaal opgefrist in het kader van project Alken Vallei.
Er dient een beslissing genomen te worden betreffende het seizoen 2025 voor de speeltuin de Alk dat normaal gezien start vanaf 1 april (voorbereidingstijd start omstreeks deze periode).
Bijkomend dient er een beslissing genomen te worden over de te verplaatsen speel-en skatetoestellen en meer bepaald waar deze naartoe verplaatst kunnen worden.
Als bijlage een overzicht van : speeltoestellen, skatetoestellen, inboedel winkeltje en locaties om speeltoestellen naartoe te verplaatsen.
Feiten en context
Het recreatiedomein De Alk wordt helemaal opgefrist in het kader van project Alken Vallei.
Er dient een beslissing genomen te worden betreffende het seizoen 2025 voor de speeltuin de Alk dat normaal gezien start vanaf 1 april (voorbereidingstijd start omstreeks deze periode).
Bijkomend dient er een beslissing genomen te worden over de te verplaatsen speel-en skatetoestellen en meer bepaald waar deze naartoe verplaatst kunnen worden.
Als bijlage een overzicht van : speeltoestellen, skatetoestellen, inboedel winkeltje en locaties om speeltoestellen naartoe te verplaatsen.
Juridische grond
DLB art. 56 regelt bevoegdheden college
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
Jaarlijks starten we in het najaar reeds met de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen speeltuin De Alk (oproep studenten personeelsleden.... ).
Aangezien de plannen en het dossier Alken Vallei goedgekeurd werden, waardoor er heel wat veranderingen staan aan te komen voor het recreatiedomein De Alk en dus ook de werking, dienen er standpunten ingenomen te worden. In de eerste plaats moet er beslist worden of er nog opgestart wordt of niet. Daarna kunnen we verder met het verplaatsen van de speeltoestellen en hebben we hier ook de goedkeuring voor nodig.
Daarnaast dient er ook voor de skatetoestellen een besluit genomen te worden.
In bijlage vinden jullie een overzicht van alle speeltoestellen en voorstel tot locatie verplaatsing.
De technische dienst geeft aan dat zij deze winter reeds een aantal zaken willen afbreken: kiosk, berging minigolf, speeltoestellen voor containerpark, en dan ook aansluitend liefst starten met het verplaatsen van toestellen. Deze dienen ook voor in gebruik name opnieuw aan een risico -analyse onderworpen te worden.
In januari februari staat bij de technische dienst ook reeds de opbraak van de speelplaats lager onderwijs op de planning.
Voor de toestellen die verkocht kunnen worden of aan verenigingen gegeven kunnen worden, is het belangrijk dat deze door de koper/ontvanger zelf gedemonteerd, opnieuw gemonteerd en aan de verplichte keuring onderworpen worden.
Ook de skatetoestellen zullen verplaatst moeten worden. Er zijn verschillende mogelijkheden:
● Claes derckenteel plein (visvijer -) hebben ze al eens gestaan
● Kerk Sint Joris
● Parking gc Sint Jorisheem
● Oude scoutslokalen
Toestel 1 - 3 -4 -5 kunnen verplaatst worden. Enkel toestel 2 kan niet verplaatst worden (is rail in de grond).
Voor de inboedel van het winkeltje wordt er bekeken in hoeverre de materialen wel/niet terug ingediend moeten worden. Verder worden deze in de mate van het mogelijke verdeeld over de diensten. Indien er materialen overblijven kunnen deze ook via de verenigingen met eigen huisvesting, en of via de verkoop opgeruimd worden.
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd:
● een beslissing te nemen om al dan niet nog op te starten met het speeltuin seizoen 2025. Indien er niet meer opgestart wordt, kan er begonnen worden met de afbraakwerken door de technische dienst, gelet op de tijd en andere werken die in het voorjaar door hun moeten uitgevoerd worden.
● Er wordt een goedkeuring gevraagd over het voorstel tot verplaatsen van de speeltoestellen (lijst voorstellen plaatsen in bijlage)
● Er wordt gevraagd een standpunt in te nemen over de locatie van de skatetoestellen.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing.
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist dat er niet meer wordt opgestart met seizoen speeltuin 2025.
Artikel 2 : Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het voorstel van de administratie om de speeltoestellen in goede staat en goed verplaatsbaar, te verplaatsen naar o.a de volgende locaties: park bibliotheek (rekening houdende met de uitbreiding van de speelplaats van de gemeentelijke basisschool) Wisseboske, Hakkeveld, gemeenschapscentrum d'Erckenteel, BKO Sint Joris en Centrum en plein voor school Sint Joris.
Artikel 3 : Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om de skate toestellen te verplaatsen. Er zal contact genomen worden met de directeurs van de school in Sint Joris en Terkoest om de mogelijke locaties te bespreken, gelet op de impact op de werking van de scholen.
Artikel 4 : Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat de administratie de inboedel van de winkel speeltuin bekijkt om intern over de diensten en gemeentelijke locaties te verdelen.
Artikel 5 :Het college van burgemeester en schepenen beslist dat alle materialen die niet meer door de gemeente herbruikt kunnen worden, eerst aangeboden worden aan verenigingen met eigen locatie. De verenigingen staan zelf in voor eventuele afbraak en opbouw van de materialen en vervoer.
Artikel 6 : Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de materialen die niet meer door de gemeente zelf en door de verenigingen gebruikt kunnen worden, via de openbare verkoop aangeboden worden.
Zitting van 11 12 2024
Melding van een IIOA M223
Melding van een Ingedeelde Inrichting of Activiteit (IIOA) ingediend door mevrouw Véronique Bulens met als contactadres Langstraat 9A te 3570 Alken voor het plaatsen van een bronbemaling op een perceel, gelegen Langstraat 9A, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B 172 C2.
De melding werd ingediend door mevrouw Bulens Véronique, wonende te Langstraat 9A, te 3570 Alken via het omgevingsloket op 26/11/2024.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:
“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Langstraat 9A, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B nr. 172/C2.
De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.
De IIOA omvat: Een bronbemaling voor de aanleg van een bouwkundig zwembad.
Rubrieken
Volgende inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indelingslijst van de VLAREM II en worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.2°a) | Bemaling voor het plaatsen van een zwembad: 2.027 m³/jaar gedurende max. 35 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.2°a) | Bemaling voor het plaatsen van een zwembad: 2.027 m³/jaar gedurende max. 35 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
Omschrijving aanvraag
Er wordt een bemaling aangevraagd in het kader van de aanleg van een bouwkundig zwembad. De bemaling gebeurt via 10 peilputten en heeft een debiet van maximaal 72 m³/dag gedurende maximaal 35 dagen. Het grondwater wordt verlaagd tot 2,3 m-mv.
Beoordeling
Het cascadesysteem dat gehanteerd wordt voor het lozen van bemalingswater is eerst infiltratie ter plaatse, indien dit technisch niet mogelijk is, lozen in de gracht en enkel in uitzonderlijke gevallen, wanneer kan aangetoond worden dat voorgaande opties technisch niet haalbaar zijn, kan er geloosd worden in de openbare riolering.
In de omgeving is er geen open gracht aanwezig, waarop geloosd kan worden. Het onttrokken water zal worden geloosd op de riolering van de Langstraat, volgens de aanvraag.
Volgens het OVAM-geoloket is er geen dossier bekend.
Een bemalingsnota is opgenomen in de aanvraag met volgende parameters:
● Bemalingskader: breedte: circa 5,25 m, lengte: circa 9,85 m met het oorspronkelijk peil op 0,7 m-mv
● Bemalingskenmerken: gewenste verlaging tot 2,3 m-mv, duur bemaling: 35 dagen, grondsoort: matig grof zand
● Er wordt geen verontreiniging vermeld.
● Er wordt geen PFAS risico verwacht volgens de PFAS-verkenner.
Op basis van deze parameters berekent het rekeninstrument volgens Dupuit en Sichardt volgende data:
● Initieel debiet (5 dagen): max. 3,0 m³/uur of 72 m³/dag
● Gemiddeld debiet (na de initiële fase): 2,3 m³/uur of 56 m³/dag
● Invloedstraal: 142 m
● In totaal 2.027 m³ gedurende 35 dagen (rubriek 53.2.2°a))
● Er is geen zettingsberekening toegevoegd.
De bouwput bevindt zich centraal op het terrein, achter de eigen woning. De impact van zettingen zal dus in eerste instantie plaatsvinden op de eigen woning. Overwegende de beperkte grondwaterverlaging, in combinatie met de positie, wordt het risico op zettingen beperkt geacht.
Vanuit de Vlarem-wetgeving is een debietmeter op de pomp verplicht, waardoor het effectief opgepompte debiet achterhaald wordt. Het bijhouden van de begin- en eindstand van de bemalingshoeveelheid met een foto en logdocument is aangeraden om op te nemen als voorwaarde.
De effecten op de omgeving vermelden weinig impact.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarden:
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
○ 1° het merk en serienummer;
○ 2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
● Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter.
● Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
● De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 35 dagen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 11/12/2024 HET VOLGENDE:
Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor een Ingedeelde Inrichting Of Activiteit (IIOA) ingediend door mevrouw Bulens Véronique, wonende te Langstraat 9, te 3570 Alken voor de in het meldingsdossier opgenomen rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
53.2.2°a) | Bemaling voor het plaatsen van een zwembad: 2.027 m³/jaar gedurende max. 35 dagen. (nieuw) (tijdelijk) | 3 |
De melding heeft betrekking op een terrein, te Langstraat 9A, te 3570 Alken, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie B nr. 172/C2.
Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
Hoofdstukken 4 | Algemene milieuvoorwaarden - algemeen |
Hoofdstuk 5.53 | Sectorale milieuvoorwaarden - winning van grondwater |
2. Volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
○ 1° het merk en serienummer;
○ 2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
● Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Vóór de bemaling mag in gebruik genomen worden, dient nagekeken en gedocumenteerd te worden of er bodem- en/of grondwaterverontreinigingen zijn waarop de bemaling een invloed kan hebben. Mocht tijdens de opstart van de bemaling verontreiniging of twijfel van verontreiniging worden vastgesteld, moet de bemaling onmiddellijk worden stopgezet en dit onmiddellijk gemeld worden aan het college van burgemeester en schepenen en de dienst woon- en leefomgeving.
● Indien het bemalingswater ijzerhoudend is, wordt een ontijzeringsinstallatie geplaatst.
● De bronbemaling moet voorzien zijn van een meetinrichting, bijvoorbeeld een debietmeter.
● Het logboek, waarin de grondwaterstandmetingen in de peilput(ten) in functie van de tijd geregistreerd zijn, moet op de werf ter inzage liggen van voor de opstart tot de dag van de verwijdering van de bemaling.
● De bouwheer maakt voorafgaand aan de bemaling een plaatsbeschrijving op van de meest nabijgelegen constructies, met bijhorende gedetailleerde foto’s en zorgt ervoor dat de bemaling zo kort mogelijk in tijd en zo beperkt mogelijk in volume wordt uitgevoerd. De bouwheer is verantwoordelijk voor de berokkende schade aan onder meer aanpalende constructies ten gevolge van het verlagen van de grondwaterspiegel.
● De voorkeur gaat uit naar het gebruik van pompen die rechtstreeks op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, dus waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van dieselgeneratoren. Indien er toch gebruikgemaakt wordt van een dieselgenerator, dient er rekening gehouden te worden met volgende zaken:
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de afstand tot de omwonenden maximaal is en het geluidsdrukniveau, afkomstig van de generatoren, bij de omwonenden afneemt.
○ De generatoren worden zo veel mogelijk omkast of ingekapseld zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aanvoer van de luchtinstroom en de afvoer van de uitlaatgassen.
○ De generatoren worden zo geplaatst dat de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren zo min mogelijk overlast bezorgen bij de omwonenden.
○ Het omkasten of inkapselen van de installatie geldt voor elke zijde van het betrokken toestel (pomp, generator, …). Dit geldt dus ook voor de onderkant waar bijvoorbeeld rubberen matten kunnen gebruikt om het geluid te dempen en eveneens trillingen te dempen.
● De bronbemaling wordt toegestaan voor een termijn van 35 dagen.
● De exploitant meldt de start van de werken aan het college van burgemeester en schepenen.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
Men kan beroep instellen tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing door een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Bezorg hiertoe een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging per aangetekende brief aan:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 15 bus 130
1210 Brussel
Neerlegging ter griffie kan ook op volgend bezoekersadres:
Marie-Elisabeth Belpairegebouw
Toren Noord (2de verdieping)
Simon Bolivarlaan 17
1000 Brussel
Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).
Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft) en aan de melder/exploitant.
Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:
● De naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;
● De naam en het adres van de verweerder;
● Het voorwerp van het beroep of bezwaar;
● Een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;
● Een inventaris van de overtuigingsstukken.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen).
Zitting van 11 12 2024
Melding zorgwonen M222
Melding voor zorgwonen ingediend door mevrouw Sonja Raymaekers wonende te Panisveld 37 te 3770 Riemst voor het realiseren van een zorgwoning op een perceel, gelegen Wolfstraat 36, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 77 T en (afd. 1) sectie I 77 V.
De melding werd ingediend door mevrouw Sonja Raymaekers wonende te Panisveld 37 te 3770 Riemst, via het omgevingsloket op 15/11/2024.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:
“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Wolfstraat 36 en 36A, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 77 T en (afd. 1) sectie I 77 V.
De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: het realiseren van een zorgwoning.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
De melding vindt plaats in bestaande, vergunde of vergund geachte gebouwen waar geen wijzigingen aan gebeuren.
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 - agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.
Er wordt voldaan aan alle hierna volgende voorwaarden uit artikel 4.1.1. 18° zorgwonen van de VCRO:
1) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is;
2) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die hulpbehoevend is. Een hulpbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgverzekeringstegemoetkoming, een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of een basisondersteuningsbudget als vermeld in artikel 4, eerste lid, van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, of een persoon die een behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven. De kinderen ten laste van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van twee personen;
3) hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1 of 2, gehuisvest blijven in de hoofdwooneenheid.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 11/12/2024 HET VOLGENDE:
Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding voor zorgwonen ingediend door mevrouw Sonja Raymaekers wonende te Panisveld 37 te 3770 Riemst voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen.
Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Beëindigen van de zorgsituatie
Het beëindigen van de zorgsituatie, vermeld in artikel 4.1.1, 18°, d), is eveneens meldingsplichtig. Indien een bestaande zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, aangewend zal worden voor de huisvesting van meerdere gezinnen of alleenstaanden, is daartoe een voorafgaande omgevingsvergunning voor het opsplitsen van een woning vereist.
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).
U bent een rolrecht verschuldigd van:
- 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
- 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.
U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer info
De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in
- het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,
- het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
- het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.
- Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van 11 12 2024
Omgevingsvergunning 952
Aanvraag omgevingsvergunning over: het bouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen met tuinberging (lot 1 en 2) ingediend door Glenn Croes namens Gevelwerken Croes BV gevestigd te Steenberg 19/a te 3500 Hasselt. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Steenweg zn., kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 2906 B en (afd. 1) sectie I 2906 A. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Glenn Croes namens Gevelwerken Croes BV gevestigd te Steenberg 19/a te 3500 Hasselt
|
Ligging van het perceel: | Steenweg zn
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 1 sectie I nrs. 2906B en 2906A
|
Projectnaam: | Steenweg zn - Gevelwerken Croes (lot 1 & 2)
|
Dossiernummer: | 2024113
|
Intern dossiernummer: | 952
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024129373
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
het bouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen met tuinberging (lot 1 en 2)
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
● Bouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen met carport
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het origineel bij Koninklijk Besluit goedgekeurd gewestplan - woongebied met landelijk karakter eerste 50m vanaf de rooilijn).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg en/of RUP.
Het eigendom is wel gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling met ref. V667 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 11 augustus 2021.
Overwegende dat de voorschriften van de verkaveling V667 d.d. 11.08.2021 primeren op die van het gewestplan.
Verordeningen:
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets:
Overwegende dat het voorliggende project het bouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen met carport betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem beperkt.
De totale oppervlakte van het af te wateren dakoppervlak bedraagt 123m² per woning. Het dakoppervlak van elke woning watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter die overloopt naar een open infiltratie/buffer voorziening in de tuinzone. Rekening houdend met de berekeningen cfr de hemelwaterverordening zou er voor beide woningen een bovengrondse infiltratievoorziening met een totaal buffervolume van 3200 liter per perceel dus 6 138 liter in totaal en een infiltratieoppervlakte van 14,88 m2 voorzien moeten worden. Daartoe wordt aan de achterzijde van elk perceel een zone verlaagd tot een diepte van max 50 cm op het laagste punt met een buffervolume van elk 3 200 liter en een infiltratieoppervlakte van 10m², waar de overloop van de regenwaterputten in uitmondt. Hierdoor is er voldaan aan de berekeningen uit de Gewestelijke Hemelwaterverordening. Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de toiletten, het wasmachine en een buitenkraan.
Er werd op de plannen aangeduid dat er een vrijstaand tuinhuis zal worden voorzien, echter het hemelwater van dit tuinhuis kan rechtstreeks langs dit bijgebouw infiltreren in de tuinzone op het eigen perceel. Tevens worden er nog verhardingen aangelegd voor de inrit ende toegang naar de carport, alsook het terras. De inrit en de toegang naar de carport worden voorzien in waterdoorlatende materialen en het terras kan afwateren op het eigen terrein langs de verharding. Voor deze verhardingen kan het hemelwater bijgevolg afwateren op het eigen perceel gezien dit ter plaatse kan infiltreren. De aan te leggen verhardingen dienen zoveel mogelijk in waterdoorlatende materialen te worden voorzien zowel in fundering als opbouw.
Het afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens en aangesloten op de openbare riolering volgens de geldende richtlijnen en bepalingen. De voorziene hemelwaterput en infiltratie/buffervoorziening compenseren de te verharden oppervlakte.
De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeersdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 4 oktober 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 29 oktober 2024 |
Opening openbaar onderzoek | geen |
Afsluiten openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Anne Hermans |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 4 december 2024 |
1.f. Historiek
Overwegende dat er een omgevingsvergunning voor het verkavelen van 6 loten halfopen bebouwing werd vergund door het college van burgemeester en schepenen op 11.08.2021 (ref. V667).
Perceelnummer : (afd. 1) sectie I 2906 B
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
Perceelnummer : (afd. 1) sectie I 2906 A
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft het bouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen met carport en vrijstaand tuinhuis op de loten 1 en 2 van verkaveling V667.
Het perceel is gelegen op de hoek van de gewestweg en een gemeentelijke weg, nl. Steenweg en de Hendrikstraat, beide een geasfalteerde gemeenteweg die voldoende is uitgerust gelet op de plaatselijke toestand. Huidig perceel maakt deel uit van een verkaveling bestaande uit 6 loten gesitueerd op de hoek van de Steenweg met de Hendrikstraat en waarbij deze loten aansluiten op de voorliggende Steenweg. Het aanpalende perceel rechts betreft een oudere open bebouwing met bijgebouwen gesitueerd aan de linker perceelsgrens. Aan de linkerzijde situeren zich nog 2 loten halfopen bebouwing gericht naar de Hendrikstraat en behorende tot dezelfde verkaveling dewelke momenteel nog onbebouwd zijn. Ook aan de achterzijde situeren zich nog 2 loten uit de verkaveling gesitueerd naar de Hendrikstraat dewelke ook nog braakliggende percelen zijn binnen de verkaveling.
De nieuwbouw woning wordt ingeplant op ongeveer 10m van de voorliggende rooilijn met de Steenweg, volgens het ingetekende bouwkader binnen de goedgekeurde verkaveling. Het ontwerp voorziet 2 halfopen ééngezinswoningen met een hoofdvolume bestaande uit 2 volwaardige bouwlagen afgewerkt met een plat dak. Er blijft een afstand van ongeveer 3m50 behouden ten aanzien van de rechter perceelsgrens en 3m ten aanzien van de linker perceelsgrens. Echter binnen de zijtuinstrook wordt er wel een carport voorzien bestaande uit 1 bouwlaag afgewerkt met een plat dak. Aan de rechter woning komt de carport tot tegen de perceelsgrens en aan de linker woning zal deze nog ongeveer 60cm van de perceelsgrens komen. De voorgestelde woningen hebben een bouwdiepte van 10m op de verdieping en een meerdiepte op het gelijkvloers over 1 bouwlaag tot op een bouwdiepte van 15m conform de bouwzone voorzien in de verkaveling. De dakrand komt tot op een hoogte van 6m40 voor het hoofdvolume en een hoogte van 3m65 voor de gelijkvloerse uitbreiding.
De woningen worden opgetrokken met een witte crepi met geveldelen in zwarte metalen beplating met het nodige reliëf. Het buitenschrijnwerk is voorzien in thermisch onderbroken aluminium profielen met dubbel isolerende beglazing, kleur zwart.
Achter de woningen wordt er per woning nog een gekoppelde tuinberging voorzien met een oppervlakte van elk 11,90m², bestaande uit 1 bouwlaag en eveneens afgewerkt met een plat dak.
Er wordt aan de voorzijde van het perceel gedeeltelijk een reliëfwijziging gerealiseerd ter hoogte van de inplanting van de woning om deze te kunnen realiseren met een aanvulling van ongeveer 15cm.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Overwegende dat de aanvraag in regel is met de geldende verkaveling V667 d.d. 11.08.2021.
2.c. Adviezen
Externe Adviezen
Adviesinstantie
| Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Conclusie |
AWV - District Zuid-Limburg | 29 oktober 2024 | 24 november 2024 | voorwaardelijk gunstig |
Fluvius | 29 oktober 2024 | 12 november 2024 | voorwaardelijk gunstig |
De Watergroep | 29 oktober 2024 | 30 oktober 2024 | voorwaardelijk gunstig |
2.d. Bespreking van de adviezen
● De aanvraag werd op 29.10.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan het agentschap Wegen en Verkeer. Op 24.11.2024 werd er een voorwaardelijk gunstig advies met ref. AV/719/2024/00889 ontvangen. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.
● De aanvraag werd op 29.10..2024 digitaal voor advies voorgelegd aan Fluvius System Operator. Op 12.11.2024 werd er een voorwaardelijk gunstig advies met ref. 5000083831 ontvangen. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.
● De aanvraag werd op 29.10.2024 digitaal voor advies voorgelegd aan de watergroep. Op 30.10.2024 werd er een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen via het omgevingsloket. De integrale inhoud van dit advies kan worden onderschreven.
2.e. Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
///
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
Gezien de aanvraag in regel is met de voorschriften van de verkaveling V667 d.d. 11.08.2021 wordt de aanvraag cfr. art. 4.3.1. §2 3° van de codex verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening en is ze stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
///
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
Voorwaarden
● De algemene en bijzondere voorwaarden van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 12.11.2024 met ref. 5000083831 dienen opgevolgd te worden.
● De algemene en bijzondere voorwaarden van het agentschap Wegen en verkeer d.d. 24.11.2024 met ref. AV/719/2024/00889 dienen strikt nageleefd te worden.
● Het advies van de Watergroep van 30.10.2024 dient nageleefd te worden.
● Alle verhardingen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden.
● Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.
● De voorgestelde reliëfwijziging dient zich te beperken tot de zone voorzien voor de realisatie van de woning waarbij het perceel minstens op 1m van de perceelsgrens dient aan te sluiten op het niveau van het aanpalende perceel.
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 11/12/2024 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door Glenn Croes namens Gevelwerken Croes BV gevestigd te Steenberg 19/a te 3500 Hasselt, het bouwen van 2 halfopen ééngezinswoningen met tuinberging (lot 1 en 2), gelegen Steenweg zn., kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 2906 B en (afd. 1) sectie I 2906 A voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er worden volgende voorwaarden en/of lasten opgelegd:
● De algemene en bijzondere voorwaarden van Fluvius – kenniscentrum riolering d.d. 12.11.2024 met ref. 5000083831 dienen opgevolgd te worden.
● De algemene en bijzondere voorwaarden van het agentschap Wegen en verkeer d.d. 24.11.2024 met ref. AV/719/2024/00889 dienen strikt nageleefd te worden.
● Het advies van de Watergroep van 30.10.2024 dient nageleefd te worden.
● Alle verhardingen (inclusief bijbehorende fundering) dienen waterdoorlatend aangelegd te worden.
● Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden voor de opvang van het hemelwater op het eigen terrein.
● De voorgestelde reliëfwijziging dient zich te beperken tot de zone voorzien voor de realisatie van de woning waarbij het perceel minstens op 1m van de perceelsgrens dient aan te sluiten op het niveau van het aanpalende perceel.
● Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5.
● De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
● De reglementeringen inzake bronbemaling/droogzuiging bij bouwwerken dient strikt na te worden geleefd. Indien er een bronbemaling/droogzuiging geplaatst wordt voor aanvang van de bouwwerken dient men een melding te doen bij de milieudienst van de gemeente Alken. Let op! Bij de plaatsing van een bronbemaling/droogzuiging mag het opgepompte water nooit worden geloosd binnen/over het openbaar wegdomein!
● Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 11 12 2024
OMV 960 - Toepassen administratieve lus
Op 23/10/2024 werd er door Bernard Knapen een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor het plaatsen van een reclamezuil op een perceel gelegen Langveldstraat 4, kadastraal gekend als Afd. 2 sie F nrs. 92/Z2, 92/P2, 92/L2, 91/D2, 91/C2 en 92/Y2.
Voor deze aanvraag dient er een openbaar onderzoek georganiseerd te worden. Het openbaar onderzoek liep van 28/11 tot en met 27/12/2024. Echter bleek na controle op 02/12 dat de affiche ter kennisname van het openbaar onderzoek niet aangeplakt was.
Feiten en context
Op 23/10/2024 werd er door Bernard Knapen een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor het plaatsen van een reclamezuil op een perceel gelegen Langveldstraat 4, kadastraal gekend als Afd. 2 sie F nrs. 92/Z2, 92/P2, 92/L2, 91/D2, 91/C2 en 92/Y2.
Voor deze aanvraag dient er een openbaar onderzoek georganiseerd te worden. Het openbaar onderzoek liep van 28/11 tot en met 27/12/2024. Echter bleek na controle op 02/12 dat de affiche ter kennisname van het openbaar onderzoek niet aangeplakt was.
Juridische grond
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en latere wijzigingen
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.
Artikel 13 van Afdeling 6 Administratieve lus, van bovengenoemd omgevingsdecreet dat het volgende bepaalt:
“Als de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 of artikel 52, vaststelt dat een onregelmatigheid die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, is begaan, kan ze de onregelmatigheid herstellen."
De bevoegde overheid kan in voorkomend geval:
1° een nieuw openbaar onderzoek organiseren;
2° het advies van de adviesinstanties vermeld in artikel 24, artikel 42 of artikel 59, alsnog, dan wel een tweede keer inwinnen.”
- Artikel 56 §2 van het decreet lokaal bestuur: Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Aangezien de affiche ter kennisname van het openbaar onderzoek niet aangeplakt was, is het openbaar onderzoek ongeldig. Om procedurefouten te vermijden dient er een administratieve lus toegepast te worden zodat er een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd kan worden. Dit houdt een bijkomende termijn van 60 dagen in.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen keurt de toepassing van de administratieve lus goed voor de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2024142065, ingediend voor het plaatsen van een reclamezuil op een perceel gelegen Langveldstraat 4, kadastraal gekend als Afd. 2 sie F nrs. 92/Z2, 92/P2, 92/L2, 91/D2, 91/C2 en 92/Y2.
Zitting van 11 12 2024
Attest van verdeling
Op 18 november 2024 ontvingen we van notarissen Gilissen, Janssen en Neven, Luikersteenweg 165 te 3500 Hasselt de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor percelen kadastraal gelegen Afd. 2 Sie F nrs. 2A, 3, 4, 5, 33E, 80/K3, 1A, 36/A en 37/C.
Dit attest werd afgeleverd in het college dd. 27 november 2024. Echter ontvingen we op 5 december 2024 bericht van de notaris dat de eigenaar vanwege de dienst prekadastratie het plan van verdeling heeft moeten aanpassen in volgende zin:
Lot 1 is opgesplitst in lot 1a en 1b
Lot 3 is opgesplitst in lot 3a, 3b en 3c
Feiten en context
Op 18 november 2024 ontvingen we van notarissen Gilissen, Janssen en Neven, Luikersteenweg 165 te 3500 Hasselt de aanvraag om een attest van verdeling af te leveren voor percelen kadastraal gelegen Afd. 2 Sie F nrs. 2A, 3, 4, 5, 33E, 80/K3, 1A, 36/A en 37/C.
Dit attest werd afgeleverd in het college dd. 27 november 2024. Echter ontvingen we op 5 december 2024 bericht van de notaris dat de eigenaar vanwege de dienst prekadastratie het verdelingsplan heeft moeten aanpassen in volgende zin:
● Lot 1 is opgesplitst in lot 1a en 1b
● Lot 3 is opgesplitst in lot 3a, 3b en 3c
Juridische grond
Artikel 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Het nieuwe verdelingsplan voorziet een verdeling voor de percelen, kadastraal gelegen Afd. 2 Sie F nrs. 2A, 3, 4, 5, 33E, 80/K3, 1A, 36/A en 37/C waarbij de perceel worden opgesplitst zoals bijgevoegd plan.
De afgesplitste delen worden verkocht voor de aanleg van een toegangsweg naar de brouwerijsite vanuit de Jardinstraat. We verwijzen hierbij naar de omgevingsvergunning dd. 02/05/2024 op naam van Alken-Maes NV voor de uitbreiding van logistiek en aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg. Deze vergunning werd afgeleverd door de deputatie van Limburg.
Het perceel is gelegen in het PRUP Regionale bedrijventerreinen brouwerij - Alken en uitbreiding Kolmen – gedeelte Brouwerij Alken goedgekeurd op 05.07.2011 door de Vlaamse Regering – zone voor historisch gegroeide bedrijvigheid-brouwerij.
Volgens het gewestplan Hasselt-Genk d.d. 03.04.1979 is het perceel is gelegen in industriegebieden.
De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Financiële gevolgen
Niet van toepassing
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen aangaande het voorgestelde attest van verdeling ingediend door notarissen Gilissen, Janssen en Neven voor de percelen gelegen Afd. 2 Sie F nrs. 2A, 3, 4, 5, 33E, 80/K3, 1A, 36/A en 37/C mits de omgevingsvergunning dd. 02/05/2024 wordt nageleefd.
Zitting van 11 12 2024
Omgevingsvergunning 949
Aanvraag omgevingsvergunning over: het verbouwen van een open ééngezinswoning ingediend door Glen en Hanne Schoubben - Govaerts wonende te Hendrikstraat 123 te 3570 Alken. De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Hendriksveldstraat 16, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 422 K6. Dit dossier werd ingediend bij College van burgemeester en schepenen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR VAN DE GEMEENTE ALKEN
1.a. Aanvraag
Aanvragers: | Glen en Hanne Schoubben - Govaerts wonende te Hendrikstraat 123 te 3570 Alken
|
Ligging van het perceel: | Hendriksveldstraat 16
|
Kadastrale gegevens: | afdeling 1 sectie I nr. 422K6
|
Projectnaam: | Hendriksveldstraat 16- Schoubben-Govaerts
|
Dossiernummer: | 2024107
|
Intern dossiernummer: | 949
|
ID omgevingsplatform: | OMV_2024125923
|
Type dossier: | Aanvraag omgevingsproject |
1.b. Omschrijving aanvraag
het verbouwen van een open ééngezinswoning
Werken
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
het verbouwen van een open ééngezinswoning
1.c. Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
Overwegende dat het goed ligt in het gewestplan Hasselt-Genk, koninklijk besluit van 3 april 1979 – woongebied..
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(KB van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd APA, BPA of RUP.
De aanvraag is ook niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.
Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg der plaats, gebaseerd op de eerder geciteerde voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Verordeningen :
● Overwegende dat het Vlaams Gewest een geïntegreerd rioleringsbeleid wenst te realiseren; dat het hergebruik van het hemelwater gevraagd wordt in het Besluit van de Vlaamse regering van 29.06.1999 en de gemeentelijke verordening van 27.04.2001;
● Overwegende dat op 29.04.1997 een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer werd goedgekeurd;
● Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (BVR 5/6/2009 - B.S. 2/9/2009)
● Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 10.02.2023 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, dient gevolgd te worden.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 25.10.2002 een politieverordening inzake het splitsen van ééngezinswoningen naar tweewoonsten heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.11.2022 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen heeft goedgekeurd.
● Overwegende dat de gemeenteraad van Alken op 24.03.2016 een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake vrijstelling van vergunningsplicht heeft goedgekeurd.
1.d. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, …)
Waterwetboek:
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III – afdeling I bepaalde verplichtingen op, die “de watertoets” genoemd worden Deze verplichtingen zijn ondertussen verstrengd in enkele wijzigingen van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten, waaronder het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 05/07/2013 en de latere wijzigingen en verstrengingsbeslissingen. De kaarten beschikbaar op www.waterinfo.be/watertoets , die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering op 25 november 2022, vormen de basis voor de watertoets.
Watertoets :
Overwegende dat het voorliggende project het verbouwen van een ééngezinswoning betreft, waarbij het perceel niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. De verbouwing is binnen het bestaande volume er is geen wijziging inzake dakoppervlakte noch afwatering.
De voorliggende aanvraag voldoet aan het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater
Milieu:
///
Stikstofdecreet:
Het Decreet van de Vlaamse Overheid over de programmatische aanpak stikstof (kortweg ‘Stikstofdecreet’) verstaat het bouwen van dit project volgens artikel 2.41° als een vergunningsplichtig verkeergenererend project en dat geen verkeerdragend infrastructuurproject is en dat stikstofemissiegererende vervoersbewegingen veroorzaakt, of de wijziging van een dergelijk project.
De door de aanvrager berekende gecumuleerde effecten van de stikstofdepositie ten gevolge van vervoersbewegingen en/of stationaire bronnen tijdens de aanlegfase en exploitatiefase, veroorzaakt door de activiteit, zijn lager dan 1% minimisdrempelwaardes en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig. Dit betekent dat zelfs indien het project op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% minimisdrempelwaardes.
1.e. Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst aanvraag | 23 september 2024 |
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs | 16 oktober 2024 |
Opening openbaar onderzoek | geen |
Afsluiten openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Dossierbehandelaar | Carla Van Acker |
Omgevingsambtenaar | Anne Hermans |
Datum verslag GOA | 9 december 2024 |
1.f. Historiek
Perceelnummer : (afd. 1) sectie I 422 K6
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
- Overwegende dat op 05/10/1966 een omgevingsvergunning (434) voor het bouwen van een woning en garage werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
2.a. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft het verbouwen van een open eengzinswoning. De aanvraag is gelegen langs de Hendriksveldstraat. Het betreft een gemeentelijke weg die voldoende is uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand. De omgeving wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk vrijstaande ééngezinswoningen.
Op het perceel bevindt zich momenteel een vrijstaande, onderkelderde woning bestaande uit één bovengrondse bouwlaag onder zadeldak. Het betrokken perceel is gelegen aan de Hendriksveldstraat, maar grenst niet rechtstreeks aan de openbare weg. De omgeving wordt verder gekenmerkt door identieke vrijstaande woningen op eigen perceel.
De aanvrager wenst de bestaande woning binnen het bestaande volume te verbouwen. De verbouwingswerken zijn het bijmaken en aanpassen van een aantal raamopeningen in de gevels, het vervangen van het buitenschrijnwerk, het plaatsen van een interne trap naar de zolder en het na-isoleren van het dak en de keldervloer.
De bestaande verhardingen en buitenaanleg zullen behouden blijven.
2.b. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, …) en milieu (vogel- en habitatrichtlijn, biologische waardering, …)
Overwegende dat de aanvraag in regel is met het geldende gewestplan.
2.c. Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
2.d. Bespreking van de adviezen
///
2.e. Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.
2.f. Bespreking van het openbaar onderzoek
///
2.g. Beoordeling
Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg:
De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen – houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex.
- Functionele inpasbaarheid: De aanvraag heeft betrekking tot het verbouwen van een woning gelegen binnen woongebied volgens het gewestplan. De aanvraag is niet in strijd met de geldende voorschriften.
- Mobiliteitsaspect: De aanvraag zal in alle redelijkheid geen invloed hebben op de mobiliteit.
- Schaal: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat het verbouwen van de woning geen invloed zal hebben op de schaal. Er is geen verlies van ruimtelijke kwaliteit.
- Ruimtegebruik en bouwdichtheid: De aanvraag is niet in strijd met het ruimtegebruik en zal geenszins de draagkracht van het terrein overschrijden.
- Visueel-vormelijke elementen: De bestaande woning behoudt zijn bestaande vorm. De materialen passen architecturaal gezien in de omgeving. De aanvraag kan als visueel-vormelijk in harmonie zijnde met zijn omgeving worden beschouwd.
- Cultuurhistorische aspecten: Het eigendom ligt niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht, noch palend aan of in het gezichtsveld van een monument. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
- Het bodemreliëf: Het bestaande bodemreliëf blijft behouden. De aanvraag wijzigt het bodemreliëf niet.
- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Er dient in alle redelijkheid te worden gesteld dat omwonenden geenszins wordt geschonden.
Gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu:
Conclusie
Voorwaardelijk gunstig advies
Gunstig, onder volgende voorwaarden:
- Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Besluit
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 18/12/2024 HET VOLGENDE:
1. De aanvraag ingediend door Glen en Hanne Schoubben - Govaerts wonende te Hendrikstraat 123 te 3570 Alken, het verbouwen van een open ééngezinswoning, gelegen Hendriksveldstraat 16, kadastraal bekend: (afd. 1) sectie I 422 K6 voorwaardelijk te vergunnen.
2. Er wordt volgende voorwaarde opgelegd:
- Indien er innames van het openbaar domein gebeuren tijdens de realisatie van de bouwwerken dient er rekening gehouden te worden met het geldende gemeentelijk reglement/verordening inzake inname openbaar domein en dient er een aanvraag te worden gericht tot inname openbaar domein aan de gemeente Alken – college van burgemeester en schepenen.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, nodig als uitvoering van andere regelgevingen.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. (…)
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)
Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Zitting van 11 12 2024
Ministeriële besluiten dossier Hameestraat
Besluit
Zitting van 11 12 2024
Subsidie MOS (duuzame scholen, straffe scholen) 2024
Op de gemeenteraad van 30 september 2004 werd het subsidiereglement ter ondersteuning van MOS-acties van de Alkense scholen goedgekeurd.
Volgende scholen dienden voor 2024 een subsidiedossier in:
● Basisschool Wonderwijs, Hameestraat 11, 3570 Alken;
● Freinetschool ’t Schommelbootje, Dieregaertstraat 9, 3570 Alken;
● Gesubsidieerde Vrije Basisschool Sint-Joris, Schoolstraat 13, 3570 Alken;
● Vrije Basisschool ’t Laantje, Sint-Aldegondislaan 2, 3570 Alken;
● Vrije Basisschool De Kleine Reus, Parkstraat 11, 3570 Alken;
● Gemeentelijke basisschool De B@sis, Motstraat 10, 3570 Alken.
De scholen voldoen aan artikels 2 en 4 van het gemeentelijk subsidiereglement ter ondersteuning van MOS-acties:
● Artikel 2: beschikken over een ondertekende MOS- milieubeleidsovereenkomst
● Artikel 4: de subsidiedossiers bevatten volgende stavingsstukken: de samenstelling van de MOS-werkgroep, een bondige omschrijving van het project en één of meerdere facturen van de gedane kosten.
Voorstel tot uitbetaling van de voorziene subsidies: 125 € forfaitair per school en 1,5 € per leerling op januari van het lopende werkjaar. Het totaal uit te keren subsidiebedrag kan niet hoger liggen dan binnen de daartoe op de begroting goedgekeurde voorziene krediet.
De subsidies kunnen betaald worden van registratiesleutel MJP001217.
Feiten en context
Volgende scholen dienden voor 2024 een subsidiedossier voor MOS – duurzame scholen, straffe scholen in:
● Basisschool Wonderwijs, Hameestraat 11, 3570 Alken;
● Freinetschool ’t Schommelbootje, Dieregaertstraat 9, 3570 Alken;
● Gesubsidieerde Vrije Basisschool Sint-Joris, Schoolstraat 13, 3570 Alken;
● Vrije Basisschool ’t Laantje, Sint-Aldegondislaan 2, 3570 Alken;
● Vrije Basisschool De Kleine Reus, Parkstraat 11, 3570 Alken;
● Gemeentelijke basisschool De B@sis, Motstraat 10, 3570 Alken.
Juridische grond
Op de gemeenteraad van 30 september 2004 werd het subsidiereglement ter ondersteuning van MOS-acties (Milieuzorg op School) van de Alkense scholen goedgekeurd.
De scholen voldoen aan artikels 1 tot en met 5 van het gemeentelijk subsidiereglement ter ondersteuning van MOS-acties:
● Artikel 1: Het totaalbedrag van de toegekende subsidies kan niet hoger liggen dan binnen de daartoe op de begroting goedgekeurde voorziene kredieten;
● Artikel 2: beschikken over een ondertekende MOS- milieubeleidsovereenkomst;
● Artikel 3: de gemeentelijke subsidie wordt vastgesteld op € 125 forfaitair per school en € 1,5 per leerling;
● Artikel 4: de subsidiedossiers bevatten volgende stavingsstukken: de samenstelling van de MOS-werkgroep, een bondige omschrijving van het project en één of meerdere facturen van de gedane kosten.;
● Artikel 5: Het totaal uit te keren subsidiebedrag kan niet hoger liggen dan binnen de daartoe op de begroting goedgekeurde voorziene krediet.
Adviezen
Niet van toepassing.
Argumentatie
MOS – duurzame scholen, straffe scholen ondersteunt scholen om van de school een milieuvriendelijke en duurzame leeromgeving te maken en leerlingen op te voeden tot milieubewuste burgers. De gemeente wil hierin ondersteunen door een subsidie voor MOS-acties.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
De subsidieberekening per school
● Basisschool Wonderwijs, Hameestraat 11, 3570 Alken, totaal aangetoonde kosten: € 860,17 (€ 125 forfaitair + (€ 1,5 x 212 leerlingen) = € 443,00 op rekeningnummer BE08 9733 7461 1913;
● Freinetschool ’t Schommelbootje, Dieregaertstraat 9, 3570 Alken, totaal aangetoonde kosten: € 2.694,84 (€ 125 forfaitair + (€ 1,5 x 104 leerlingen) = € 281,00 op rekeningnummer BE32 0011 0825 4302;
● Gesubsidieerde Vrije Basisschool Sint- Joris, Schoolstraat 13, 3570 Alken, totaal aangetoonde kosten: € 1.664,52 (€ 125 forfaitair + (€ 1,5 x 275 leerlingen) = € 537,50 op rekeningnummer BE82 7845 3559 9468;
● Vrije Basisschool ’t Laantje, Sint-Aldegondislaan 2, 3570 Alken, totaal aangetoonde kosten € 1.902,50 (€ 125, forfaitait + (€1,5 x 181 leerlingen) = € 396,50 op rekeningnummer BE05 2350 3915 5575;
● Vrije Basisschool De Kleine Reus, Parkstraat 11, 3570 Alken, totaal aangetoonde kosten € 1.289,22 (€ 125, forfaitait + (€1,5 x 192 leerlingen) = € 413,00 op rekeningnummer BE89 8600 0748 9085;
● Gemeentelijke basisschool De B@sis, Motstraat 10, 3570 Alken, totaal aangetoonde kosten € 358,89 (€ 125, forfaitait + (€1,5 x 194 leerlingen) = € 416,00, het bedrag dat ze ontvangen is € 358,89 omdat hun gemaakte kosten lager zijn dan het subsidie bedrag op rekeningnummer BE67 0689 3468 8387.
Bedrag inclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
€ 2.429,89 | Niet van toepassing | 001217 |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist om de volgende scholen een subsidie toe te kennen;
● Basisschool Wonderwijs, Hameestraat 11, 3570 Alken;
● Freinetschool ’t Schommelbootje, Dieregaertstraat 9, 3570 Alken;
● Gesubsidieerde Vrije Basisschool Sint-Joris, Schoolstraat 13, 3570 Alken;
● Vrije Basisschool ’t Laantje, Sint-Aldegondislaan 2, 3570 Alken;
● Vrije Basisschool De Kleine Reus, Parkstraat 11, 3570 Alken;
● Gemeentelijke basisschool De B@sis, Motstraat 10, 3570 Alken.
Artikel 2: De subsidie per school bedraagt:
● Basisschool Wonderwijs, Hameestraat 11, 3570 Alken, € 443,00 op rekeningnummer BE08 9733 7461 1913;
● Freinetschool ’t Schommelbootje, Dieregaertstraat 9, 3570 Alken, € 281,00 op rekeningnummer BE32 0011 0825 4302;
● Gesubsidieerde Vrije Basisschool Sint- Joris, Schoolstraat 13, 3570 Alken, € 537,50 op rekeningnummer BE82 7845 3559 9468;
● Vrije Basisschool ’t Laantje, Sint-Aldegondislaan 2, 3570 Alken, € 396,50 op rekeningnummer BE05 2350 3915 5575;
● Vrije Basisschool De Kleine Reus, Parkstraat 11, 3570 Alken, € 413,00 op rekeningnummer BE89 8600 0748 9085;
● Gemeentelijke basisschool De B@sis, Motstraat 10, 3570 Alken, € 358,89 op rekeningnummer BE67 0689 3468 8387.
Artikel 3: De dienst financiën wordt opdracht gegeven om de berekende bedragen te storten op de respectievelijke rekeningen van de scholen. Het totaal van deze subsidie bedraagt € 2.429,89 Dit bedrag is voorzien onder registratiesleutel: MJP001217 (MOS-subsidies).
Zitting van 11 12 2024
Tegoedbonnen huisvuilzakken voor 2025
In 2025 zal er opnieuw gebruik gemaakt worden van tegoedbonnen waarbij inwoners rollen huisvuilzakken kunnen omruilen tegen tegoedbonnen. Bij drie verschillende drukkers werd een prijsaanvraag gedaan. Van de twee die zijn binnengekomen is de goedkoopste genomen, de tegoedbonnen worden gedrukt bij Hellinx Printing Hasselt.
Het universeel ontwerp met gebruikelijke huisstijl naar analogie met de Alkense cadeaubon met het nieuwe jaartal werden aangepast.
Het is voldoende om 2.250 exemplaren te bestellen. De onkosten zijn voorzien in het budget 2025, onder registratiesleutel MJP1203.
Feiten en context
In 2025 zal er opnieuw gebruik gemaakt worden van tegoedbonnen waarbij inwoners rollen quotum huisvuilzakken kunnen omruilen tegen Slimmesorteerpunten. De Slimmesorteerpunten kunnen op hun beurt worden ingewisseld tegen tegoedbonnen. Bij drie verschillende drukkers werd een prijsaanvraag gedaan. Van de twee die zijn binnengekomen is de goedkoopste gekozen, de tegoedbonnen worden daarom gedrukt bij Hellinx Printing Hasselt.
Het universeel ontwerp met gebruikelijke huisstijl naar analogie met de Alkense cadeaubon met het nieuwe jaartal werden aangepast. Het is voldoende om 2.250 exemplaren te bestellen.
Juridische grond
Besluit van de gemeenteraad dd. 25 januari 2024 'Tegoedbonnen via Slimmesorteerpunten'
Adviezen
Niet van toepassing
Argumentatie
Alkenaren die goed sorteergedrag vertonen, afval-verminderen en hierdoor een teveel aan huisvuilzaken krijgen toebedeeld, kunnen hiervoor een vergoeding ontvangen via tegoedbonnen.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn voorzien als volgt:
Afhankelijk van hoeveel bonnen ingewisseld worden, worden de nodige budgetten voorzien, waarbij elke Alkense tegoedbon een waarde heeft van 6,25 euro.
Bedrag exclusief BTW | BTW-percentage dat wordt toegepast | MJP-nummer(s) waarop de uitgaven werden voorzien |
450,00 euro (drukking tegoedbonnen) | 21% | 1203 (van werkingsjaar 2025) |
Besluit
Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist om 2.250 tegoedbonnen, voor het omruilen van huisvuilzakken te laten drukken bij Hasselt Hellinx Printing. De kosten worden betaald van het budget in 2025, registratiesleutel MJP1203.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.