Zitting van 23 10 2025
Bijlage bij RPR - vernieuwde weddeschaal voor medewerkers dienstenchequesector - retroactief vanaf 1 maart 2025
Sinds 1 januari 2025 is de kostprijs van een dienstencheque verhoogd met één euro. Deze verhoging dient integraal toe te komen aan de huishoudhulpen, die tewerkgesteld zijn binnen de dienstencheques-sector. Op 21 mei bereikte de VVSG een akkoord met de vakorganisaties over de koopkrachtmaatregel in de sector van de dienstencheques. De dienstencheque- medewerkers krijgen een bruto loonsverhoging van 1 euro per uur. Deze koopkrachtmaatregel geldt als voorafname op het sectoraal akkoord 2026-2031. De loonsverhoging van 1 euro bruto per uur geldt voor alle uren die een dienstencheque- medewerker presteert: zowel de uren bij de klant als de niet bij een klant gepresteerde uren, zoals vergaderingen, opleidingen en vormingen en betaalde afwezigheden (vakantie, feestdagen, ziekteverlof etc.). De loonsverhoging van €1 per uur is een brutoverhoging. Dit wil zeggen dat elk lokaal bestuur de werkgeversbijdrage, de meerkost voor de uren die niet bij de klant gepresteerd zijn en de meerkost voor betaalde afwezigheden zelf dient te dragen. De koopkrachtmaatregel treedt retroactief in werking vanaf 1 januari 2025. In het huidige akkoord tussen de sociale partners werd een salarisverhoging voorzien vanaf 1 januari 2025. Dit protocol was onder voorbehoud van de goedkeuring van de bijhorende financiering. Recent is gebleken dat de financiering (voorlopig) maar zal toegekend worden vanaf 1 maart 2025. VVSG beroep zicht daarom op het voorbehoud uit het protocol en adviseert besturen de koopkrachtmaatregelen ook maar toe te kennen vanaf 1 maart 2025. Er is op heden nog geen nieuw akkoord bereikt tussen de sociale partners over de ingangsdatum van de koopkrachtverhoging. Mogelijks moet er nadien een bijpassing gebeuren voor de maanden januari en februari 2025. De lokale besturen ontvangen vanaf 1 maart 2025 €1 per bij de klant gepresteerd uur extra omwille van de stijging van de prijs van de dienstencheque op 1 januari 2025 van €9 naar €10 per cheque. In bijlage is de nieuwe loonschaal (D1-D3), waarin de bruto loonsverhoging is opgenomen toegevoegd. De nieuwe loonschaal dient ook aan alle aan het loon gekoppelde toeslagen en vergoedingen gewijzigd te worden (dubbelvakantiegeld, eindejaarstoelage, haard- en standplaatstoelage, werkbonus). Gezien de loonschalen retroactief, vanaf 1 maart 2025, toegepast worden, zal het loon, het dubbel vakantiegeld en de andere toeslagen en vergoedingen ook retroactief geregulariseerd worden. De nieuwe loonschaal kan, zonder lokaal sociaal overleg, goedgekeurd worden als bijlage bij de bestaande rechtspositieregeling door de raad voor maatschappelijk welzijn. Er werd op Vlaams niveau een protocol afgesloten dat voor elk lokaal bestuur geldt.
Feiten en context
Sinds 1 januari 2025 is de kostprijs van een dienstencheque verhoogd met één euro. Deze verhoging dient integraal toe te komen aan de huishoudhulpen, die tewerkgesteld zijn binnen de dienstencheques-sector. Op 21 mei bereikte de VVSG een akkoord met de vakorganisaties over de koopkrachtmaatregel in de sector van de dienstencheques. De dienstencheque- medewerkers krijgen een bruto loonsverhoging van 1 euro per uur. Deze koopkrachtmaatregel geldt als voorafname op het sectoraal akkoord 2026-2031. De loonsverhoging van 1 euro bruto per uur geldt voor alle uren die een dienstencheque- medewerker presteert: zowel de uren bij de klant als de niet bij een klant gepresteerde uren, zoals vergaderingen, opleidingen en vormingen en betaalde afwezigheden (vakantie, feestdagen, ziekteverlof etc.). De loonsverhoging van €1 per uur is een brutoverhoging. Dit wil zeggen dat elk lokaal bestuur de werkgeversbijdrage, de meerkost voor de uren die niet bij de klant gepresteerd zijn en de meerkost voor betaalde afwezigheden zelf dient te dragen.
Juridische grond
Besluit van 12 december 2001 betreffend de dienstencheques;
Artikel 78 Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2024 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, wat betreft de verhoging en indexering van de aanschafprijs;
Protocol nr. 2025/1 houdende de conclusies van de onderhandelingen die op 11 juni 2025 werden gevoerd in de onderafdeling ‘Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap’ van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten.
Adviezen
Positief advies van ACOD, ACV Openbare diensten en VSOA inzake de koopkrachtmaatregel voor dienstencheques-medewerkers bij openbare besturen.
Argumentatie
De koopkrachtmaatregel treedt retroactief in werking vanaf 1 januari 2025. In het huidige akkoord tussen de sociale partners werd een salarisverhoging voorzien vanaf 1 januari 2025. Dit protocol was onder voorbehoud van de goedkeuring van de bijhorende financiering. Recent is gebleken dat de financiering (voorlopig) maar zal toegekend worden vanaf 1 maart 2025. VVSG beroep zicht daarom op het voorbehoud uit het protocol en adviseert besturen de koopkrachtmaatregelen ook maar toe te kennen vanaf 1 maart 2025. Er is op heden nog geen nieuw akkoord bereikt tussen de sociale partners over de ingangsdatum van de koopkrachtverhoging. Mogelijks moet er nadien een bijpassing gebeuren voor de maanden januari en februari 2025. De lokale besturen ontvangen vanaf 1 maart 2025 €1 per bij de klant gepresteerd uur extra omwille van de stijging van de prijs van de dienstencheque op 1 januari 2025 van €9 naar €10 per cheque. In bijlage is de nieuwe loonschaal (D1-D3), waarin de bruto loonsverhoging is opgenomen toegevoegd. De nieuwe loonschaal dient ook aan alle aan het loon gekoppelde toeslagen en vergoedingen gewijzigd te worden (dubbelvakantiegeld, eindejaarstoelage, haard- en standplaatstoelage, werkbonus). Gezien de loonschalen retroactief, vanaf 1 maart 2025, toegepast worden, zal het loon, het dubbel vakantiegeld en de andere toeslagen en vergoedingen ook retroactief geregulariseerd worden. De nieuwe loonschaal kan, zonder lokaal sociaal overleg, goedgekeurd worden als bijlage bij de bestaande rechtspositieregeling door de raad voor maatschappelijk welzijn. Er werd op Vlaams niveau een protocol afgesloten dat voor elk lokaal bestuur geldt.
Financiële gevolgen
De nieuwe loonschaal is opgenomen in bijlage. Op basis van de gekende personeelsbezetting zal de loonsverhoging een kost van €23.372,08 bedragen. Op basis van de prestaties van de dienstencheques-medewerkers bedraagt de geschatte 'extra' opbrengst ongeveer €4.100 per kwartaal, oftewel €12.300 per jaar.
| Datum visumaanvraag: | 12/10/2025 | 
| Datum goedkeuring visumaanvraag: | 13/10/2025 | 
Besluit
eenparig
Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de bijlage bij de rechtspositieregeling, zoals goedgekeurd door de raad op 28 maart 2024, waarin de vernieuwde weddeschaal voor de dienstencheques-medewerkers opgenomen is, retroactief vanaf 1 maart 2025, goed.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.